NL8006078A - Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing. - Google Patents

Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing. Download PDF

Info

Publication number
NL8006078A
NL8006078A NL8006078A NL8006078A NL8006078A NL 8006078 A NL8006078 A NL 8006078A NL 8006078 A NL8006078 A NL 8006078A NL 8006078 A NL8006078 A NL 8006078A NL 8006078 A NL8006078 A NL 8006078A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
segments
arm
lifting
pair
Prior art date
Application number
NL8006078A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Emma Dee Gray
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to DE19803039836 priority Critical patent/DE3039836A1/de
Application filed by Emma Dee Gray filed Critical Emma Dee Gray
Priority to NL8006078A priority patent/NL8006078A/nl
Publication of NL8006078A publication Critical patent/NL8006078A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B19/00Handling rods, casings, tubes or the like outside the borehole, e.g. in the derrick; Apparatus for feeding the rods or cables
    • E21B19/02Rod or cable suspensions
    • E21B19/06Elevators, i.e. rod- or tube-gripping devices
    • E21B19/07Slip-type elevators
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B19/00Handling rods, casings, tubes or the like outside the borehole, e.g. in the derrick; Apparatus for feeding the rods or cables
    • E21B19/10Slips; Spiders ; Catching devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)

Description

' ^ 4 —^ ƒ 1 / ^ .3ST.0.29.541
Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverhuizing.
De uitvinding betreft in het algemeen een keggering en een hefinrichting voor olieputverbuizingen die in olievelden worden gebruikt voor het inbrengen en verwijderen van boorstang» en put-verbuizingsdelen, en meer in het bijzonder een gecombineerde 5 keggering en hefinrichting voor een putverbuizing die afwisselend als de keggering of de hefinrichting kan worden gebruikt en die * een zijdelings draaibaar poortorgaan omvat dat het inbrengen en verwijderen van een boorstang en/of putverbuizingsdeel vergemakkelijkt. In deze beschrijving en de bijbehorende conclusies zal 10 slechts worden verwezen naar het grijpen, loslaten, inbrengen en verwijderen van een putverbuizing, maar het moet goed worden begrepen dat de gecombineerde keggering en hefinrichting volgens de uitvinding niet is beperkt tot het gebruik bij alleen putverbuizingen, maar ook kan worden gebruikt bij putverbuizingen, boorstangen en 15 andere pijpvormige of stangvormige organen.
Yoor het neerlaten en omhoog brengen van lange series van olieputverbuizingen, wordt op gebruikelijke wijze een keggering over de draaitafel op het platform van de boortoren gemonteerd. De keggering kan een segment van de putverbuizing grijpen of vrijgeven. Een hef-20 inrichting die is verbonden met een hijswerktuig werkt samen met de keggering bij het neerlaten en omhoog brengen van de putverbuizing en kan ook de putverbuizing grijpen of vrijgeven.
Een putverbuizing wordt bijvoorbeeld verwijderd door de hefinrichting neer te laten zodat deze het eind van de putverbuizing 25 die boven de keggering uitsteekt kan grijpen. De keggering laat dan de putverbuizing vrij en de hefinrichting wordt opgehesen totdat het eind van het volgende segment van de putverbuizing boven de keggering uitsteekt. De keggering grijpt dan weer de putverbuizing en het door de hefinrichting omhoog gebrachte segment wordt ont-30 koppeld door dit segment te roteren. Dit segment kan dan worden afgeladen zodat de hefinrichting weer kan worden neergelaten om het eind van de boven de keggering uitstekende put erbuizing te grijpen en de handelingen te herhalen.
Op gebruikelijke wijze worden een aantal uit gegoten metaal 55 zoals staal gevormde, gebogen, stafvormige wigelementen of slips door een keggeringkom gedragen, welke kom hol is en waarvan het binnenvlak naar boven en naar buiten taps loopt. Deze slips kunnen 8006078 i * λ.
2 over het tapse oppervlak van de kom bewegen en zijn normaal daaraan vastgespied, terwijl middelen aanwezig zijn voor het gelijktijdig omhoog brengen en neerlaten van de slips in aanraking met het tapse oppervlak van de holle kom van de keggering, zodat, wanneer de 5 slips omhoog worden gebracht zij radiaal van elkaar af bewegen om de afmeting van de door de slips gevormde opening te vergroten, door welke opening de putverbuizing loopt. Een type putkeggering is beschreven in het .Amerikaanse octrooischrift 2.274*273·
Hoewel de putkeggering van deze constructie goed werkt voor 10 het uitvoeren van zijn taak, is het nodig om de keggering tussen, ten opzichte van de putverbuizing extreme verticale hoogtes fysisch te verplaatsen, waarbij het gewoonlijk noodzakelijk is de eenheid tot boven het boveneind van de te grijpen putverbuizing of putver-buizingsdelen omhoog te brengen voordat de keggering in zijn stand 15 kan worden neergelaten. Bovendien is de constructie van de hef-inrichting geheel verschillend van die van de keggering, terwijl de hefinrichting een eendere, samenwerkende grijpfunctie uitvoert, waarbij deze twee niet kunnen worden verwisseld, zodat voor elke van deze inrichtingen een reserve aanwezig moet zijn. Verder is het 20 mechanisme van de mechanische bediening en het binnenste deel van een slip in het algemeen moeilijk toegankelijk, zodat het moeilijk en gevaarlijk is het mechanisme te herstellen of in te stellen, of een beschadigde slip te vervangen.
Doel van de uitvinding is om een gecombineerde keggering en 25 hefinrichting voor een putverbuizing te verschaffen die afwisselend kan worden gebruikt zodat slechts een ter plaatse aanwezige reserve-inrichting noodzakelijk is.
Een ander doel van de uitvinding is om een gecombineerde keggering en hefinrichting voor een putverbuizing te verschaffen 30 die, wanneer deze als een keggering wordt gebruikt snel ten opzichte van de putverbuizing kan worden geplaatst zonder dat het nodig is de keggering tot boven de verhuizing verticaal omhoog te brengen, en die op elke gewenste verticale hoogte ten opzichte van de verhuizing in de de verhuizing omgevende stand kan worden bewogen.
35 Een verder doel van de uitvinding is om een gecombineerde keggering en hefinrichting voor een putverbuizing te verschaffen die zijdelings ten opzichte van de putverbuizing kan worden bewogen teneinde tot stand te brengen dat de slips die de verhuizing moeten grijpen om de putverbuizing komen te liggen.
40 Deze en’ andere doelstellingen van de uitvinding worden verkre- 8006078 £ i 3 gen door de verschaffing van een hoofdlichaam omvattende een onderwand, een bovenwand, een paar zijwanden, een eerste eindwand en een tweede eindwand, waarbij de tweede eindwand twee op afstand van elkaar gelegen delen heeft. Het hoofdlichaam omvat verder een kom-5 binnenwand die van de bovenwand naar de onderwand tot een kleinere diameter taps toeloopt. Een poortorgaan is draaibaar aan één van de delen van de tweede eindwand bevestigd en losneembaar aan het andere deel bevestigd om de delen in de bevestigde stand met elkaar te verbinden. Het poortorgaan kan zijdelings zwaaien wanneer het is 10 vrijgelaten om toe te laten dat een putverbuizing van opzij kan binnenkomen in het gebied dat wordt begrensd door de binnenwand van de kom. Het poortorgaan heeft een poortbinnenwand die kan samenwerken met de binnenwand van de kom, zodat deze wand een komdeel vormt. Een langs de omtrek lopende rij van de verhuizing grijpende 15 slips zijn in tegenover elkaar liggende paren aangebracht en kunnen in verticale en radiale richting bewegen in aanraking met de binnenwand van de kom. He grijpslips vormen met elkaar een cirkelvormige opening in het midden voor het opvangen van een putverbuizing en kunnen r in verticale richting langs de binnenwand van de kom bewegen om een 20 radiale vergroting of vernauwing van de cirkelvormige opening tot stand te brengen door respectievelijk een bovenwaartse en benedenwaartse beweging, om de verhuizing vrij te laten en te grijpen.
Een dwarsstang overspant het hoofdlichaam en strekt zich uit in
Ogv) draaglagers dieAelke van de zijwanden van het hoofdlichaam zijn be-25 vestigd. Een hefboom is vast bevestigd aan de dwarsstang en kan in verticale richting bewegen om de dwarsstang in de lagers te draaien. Een eerste en een tweede krukarm zijn vast bevestigd aan de dwarsstang nabij beide zijwanden en kunnen met de dwarsstang bewegen om in respectievelijke verticale vlakken te draaien. Een eerste en 30 tweede hefarm zijn draaibaar bevestigd bij het ene eind van de eerste en de tweede krukarm terwijl deze hefarmen bij het andere eind draaibaar zijn bevestigd aan het boveneind van een paar dia- een metraal tegenover elkaar gelegen grijpelementen. jBij Λvoorkeursuit-voeringsvorm omvat de rij, de verhuizing grijpende elementen vier 35 gebogen segmenten, waarbij een van de paren grijpelementen op de binnenwand van de poort is gemonteerd en zwevende segementen omvat en het andere paar aan de hefarmen is bevestigd en aangedreven segmenten omvat. Een paar C-vormige organen zijn aan de bovenkant van de zwevende segmenten gemonteerd en steken langs de omtrek uit voor-40 bij de randen daarvan naar de bovenkanten van de aangedreven segmen- 8008078 4
* V
ten. Een paar gebogen kanaalvormige organen zijn aan de bovenkant van de aangedreven segmenten gemonteerd en nemen verschuifbaar de einden van de C-vormige organen op, zodat wanneer de aangedreven segmenten verticaal worden bewogen, de zwevende segmenten met de 5 aangedreven segmenten bewegen. Het C-vormige orgaan dat aan de bovenkant van het segment is gemonteerd dat aan de binnenwand van de poort is gemonteerd is beweegbaar om het zijdelings zwaaien van de poort te vergemakkelijken. Yerder is een grendel aangebracht voor het losneembaar in aangrijping zijn met een van de krukarmen 10 wanneer deze naar zijn meest bovenste stand is geroteerd. He grendel kan op geschikte wijze worden gelost door bijvoorbeeld aan een touw te trekken.
Met de constructie volgens de uitvinding is een mate van veiligheid en gebruiksgemak verkregen die tot nu toe niet beschikbaar 15 was. Het mechanische bedienings- en grijpmechanisme is direct toegankelijk zodat het niet noodzakelijk is voor een werkman om binnen in de kom te reiken om het mechanisme te herstellen of in te stel-r len of om een grijpelement te vervangen. He zijdelings scharnierende poort heeft zowel gemakkelijk gebruik, waarbij een snelle aangrij-20 ping en loskoppeling van het mechanisme met een putverbuizing en veiligheid voor de werkman wordt verkregen aangezien het niet langer noodzakelijk is om het mechanisme tussen extreme verticale hoogtes ten opzichte van de putverbuizing fysisch te verplaatsen.
Voorgaande en andere doelstellingen, voordelen en aspecten 25 van de uitvinding zullen beter worden begrepen uit de volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm met verwijzing naar de begeleidende tekening waarin j fig, 1 een bovenaanzicht van een gecombineerde keggering en hefinrichting voor een putverbuizing volgens de voorkeursuitvoerings-30 vorm van de uitvinding is; fig. 2 een vooraanzicht is van de gecombineerde keggering en hefinrichting; fig. 3 een zijaanzicht is van de gecombineerde keggering ën hefinrichting is; 35 fig. 4A en 4B dwarsdoorsneden zijn volgens de doorsnedelijnen in fig. 2, die de hef mechanismen in respectievelijk de onderste en omhoog gebrachte stand tonen; fig. 5 een dwarsdoorsnede is volgens de doorsnedelijnen in fig, 4B die bijzonderheden van de spiebaanconstructie en een deel 40 van het hefmechanisme toont; 8006078 jr Λ 5 fig. 6 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede is volgens de doorsnede-lijnen in fig. 5 die een ander aanzicht van de spiebaanconstructie toont; fig. 7 een dwarsdoorsnede is volgens de doorsnedelijnen in 5 fig. 2, die de binneneonstructie van de gecombineerde keggering en hefinrichting volgens de voorkeursuitvoeringsvorm toont; fig. 8 een vooraanzicht is dat grijpelementen in hun omhoog gebrachte stand toont; fig, 9 een bovenaanzicht is dat ook de grijpelementen in hun 10 omhoog gebrachte stand toont; fig. 10 een bovenaanzicht is eender aan dat volgens fig. 9 maar dat het poortorgaan in de zijdelings naar buiten gezwaaide stand toont om het inbrengen en verwijderen van een putverbuizing te vergemakkelijken; 15 fig. 11 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede is volgens de dwars doorsneden jn getoond in fig. 4A die het vergrendelmechanisme toont wanneer het hefmechanisme zich in de onderste stand bevindt; fig. 12 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede is volgens de doorsne-delijn in fig. 45» die het vergrendelmechanisme toont wanneer dit 20 mechanisme zich in de bovenste stand bevindt; fig. 12A een gedetailleerd aanzicht is dat uit fig. 12 is ge- {g nomen en dat de wijze toont waarin het vergrendelmechanisme vrijgegeven; fig. 15 een vereenvoudigd vooraanzicht is van de gecombineerde 25 keggering en hefinrichting voor een putverbuizing dat is voorzien van een klok voor gebruik als een hefinrichting; en fig. 14 een vereenvoudigd aanzicht is dat de gecombineerde keggering en hefinrichting toont die is voorzien van een voetstuk ' voor gebruik als keggering.
30 Zoals getoond in de fig. 1, 2 en 3 omvat de gecombineerde keggering en hefinrichting voor een putverbuizing een hoofdlichaam 10 met een in het algemeen rechthoekige vorm en omvattende een onderste wand 12, een bovenwand 14» ©en paar zijwanden 16 en 18, een eerste eindwand 20 en een tweede eindwand 22. De tweede eindwand 22 zoals het best getoond in fig. 1, heeft twee delen 22a en 22b die op afstand van elkaar liggen. Set hoofdlichaam kan een staalconstructie zijn of uit staal zijn gegoten en omvat verder een kom-binnenwand 24 die taps loopt om de diameter van de bovenwand 14 naar de onderwand 12 te verkleinen. Een poortorgaan 26 dat in meer 40 bijzonderheden hierna zal worden beschreven, is scharnierbaar aan 8006078 > V - 6 het deel 22a bevestigd en kan van het deel 22b worden losgemaakt zoals het best kan worden gezien in fig. 1. Het poortorgaan 26 heeft een binnenwand die samenwerkt met de kombinnenwand 24 om een kom in te sluiten. Zoals het best is te zien in fig. 3 bevatten de twee 5 delen van de eindwand 22 op afstand van elkaar gelegen flenzen 28 en 30, terwijl het poortorgaan 26 tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 32 heeft die naar buiten uitsteken bij tegenover elkaar gelegen einden daarvan. He- flenzen en de uitsteeksels dragen boringen van eendere afmeting. Een draaipen 34 steekt door de boringen van de 10 flenzen van het deel 22a en de in één lijn liggende boring van het samenwerkende uitsteeksel van het poortorgaan 26 om een draaias voor het poortorgaan te vormen. Zoals getoond in fig. 1 steekt een ver-ver- wijderbarev'grendelpen 3o door de in eén lijn liggende boringen van de flenzen van het deel 22b en het samenwerkende uitsteeksel van 15 Het poortorgaan 26. He pen 36 heeft een centraal uitsteeksel 38 Hij zijn boveneind dat een H-ring 40 draagt, zodat door deze H-ring 40 te grijpen de vergrendelpen 36 kan worden uitgetrokken om het poortorgaan vrij te laten zodat dit orgaan zijdelings naar buiten naar een open stand zoals getoond in fig. 10 kan zwaaien.
20 Nog steeds verwijzende naar de figuren 1, 2 en 3, een langs de omtrek gelegen rij de verhuizing grijpende elementen 42, 44» 46 en 4S is in tegenover elkaar gelegen paren opgesteld voor een verticale en radiale, in oppervlakte-aanraking met de kombinnenwand 24 zijnde montering. He grijpelementen vormen in het midden een cirkel-25 vormige opening 50 voor het opnemen van een putverbuizing en zijn verticaal beweegbaar langs de kombinnenwand 24 om een radiale vergroting en verkleining van de cirkelvormige opening te verkrijgen door respectievelijk een bovenwaartse en benedenwaartse beweging voor het vrijgeven en grijpen van de verhuizing. He de verhuizing 30 grijpende elementen 42, 44, 46 en 48 omvatten vier gebogen segmenten, waarvan segment 48 op de binnenwand van de poort is gemonteerd. - .
He grijpelementen 42 en 46 die diametraal tegenover elkaar liggen zijn verbonden met een hefmechanisme en zijn daarom de aangedreven segmenten, terwijl de eveneens diametraal tegenover elkaar gelegen 35 grijpelementen 44 en 48 zwevende segmenten zijn. He zwevende segmenten zijn echter met de aangedreven segment en verbonden door langs de omtrek gelegen glijdbare koppelingen bij hun bovenkanten zodat wanneer de aangedreven segmenten verticaal worden bewogen, de zwevende segementen met de aangedreven segmenten bewegen. In de samen-40 hangende aanvrage Serial no. 952 ingediend op 4 januari 1979 hebben 8006078 7 deze glijdbare koppelingen de vorm van een stel bussen die aan de bovenoppervlakken van de segmenten zijn bevestigd bij de omtreks-randen daarvan, waarbij elk stel bussen tegenover elkaar liggen en axiaal in één lijn met de bussen van de naastliggende segementen.
5 In één van de bussen van elk paar is één eind van een pen vastgemonteerd waarvan het tegenover gelegen eind glijdbaar is opgenomen in de andere bus van het paar die wordt gedragen door de naastliggende segmenten?£deze wijze kunnen de grijpelementen 42, 44» 46 en 48 langs de omtrek uit elkaar bewegen wanneer zij radiaal naar buiten 10 worden bewogen ten opzichte van de as van het samenstel en het middelpunt van de opening 40 die door deze elementen wordt gevormd.
Hoewel de bovengenoemde, uitvoering met bussen en pennen heel bevredigend is voor het verschaffen van een glijdbare koppeling bij de bovenkanten van de grijpelementen 42, 44» 46 en 48, worden de 15 glijdbare koppelingen in de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm vervangen door een paar C-vormige organen 52 en 54 en een paar gebogen kanalen 56 en 58 zoals getoond in fig. 1. Meer in het bijzonder hebben de C-vormige organen in het algemeen dezelfde krommings-straal als de gebogen segmenten of grijpelementen en zijn aan de 20 bovenkanten van de zwevende segmenten gemonteerd en steken langs de omtrek voorbij de randen daarvan uit naar de bovenkanten van de aangedreven segmenten. Het C-vormige orgaan 52 is aan de bovenkant van grijpelement 44 gemonteerd door middel van bijvoorbeeld de bouten 60, terwijl het C-vormige orgaan 54 aan de bovenkant van het grijp-25 .element 48 is gemonteerd door middel van de bouten 62. Zoals uit de volgende beschrijving duidelijk zal blijken, moet de bout 62 worden verwijderd en het C-vormige orgaan 54 van de bovenkant van het grijpelement 48 worden afgenomen om toe te laten dat de poort 26 zijdelings zwaait, De gebogen kanaalvormige organen 56 en 58 hebben 50 ook in het algemeen dezelfde krommingsstraal als de gebogen segmen-.ten of grijpelementen. De kanaalvormige organen 56 en 58 zijn op de bovenkant van de grijpelementen respectievelijk 42 en 46 gemonteerd en nemen elk glijdbaar het naastliggende eind van de C-vormige organen 52 en 56 op. De kanaalvormige organen 56 en 58 kunnen, indien 35 gewenst, blijvend aan de bovenkanten van hun respectievelijke grijpelementen 42 en 46 zijn bevestigd zoals door te lassen. Om echter gemakkelijke onderlinge uitwisseling van de grijpelementen te vergemakkelijken, zijn de kanaalvormige organen bij voorkeur door middel van niet getoonde bouten bevestigd.
40 Zoals getoond in fig. 2 omvat het hefmechanisme dat in meer 8006078 8 » v bijzonderheden onder verwijzing naar de andere figuren van de tekening hierna zal worden beschreven, een, door het hoofdlichaam lopende dwarsstang 60 die in lagers ligt die aan elk van de zijwanden van het hoofdlichaam zijn bevestigd. De dwarsstang 60 loopt 5 door de lagers en de zijwand bij de rechterkant van het hoofdlichaam. Een hefboom 62 is stevig bevestigd aan de dwarsstang 60 en kan in verticale richting bewegen om de dwarsstang in zijn lagers te roteren. L-vormige hefarmen 64 en 66 zijn draaibaar bij respectievelijk 68 en 70 bevestigd aan de grijpelementen 42 en 46. Zoals uit de vol-10 gende beschrijving duidelijk zal blijken, zal bij het naar beneden trekken van de hefboom 62 de dwarsstang 60 roteren iaat als gevolg dat de hefarmen 64 en 66 naar boven bewegen. Deze bovenwaartse beweging van de hefarmen 64 en 66 geeft een bovenwaartse beweging van de hele rij grijpelementen ten opzichte van de kombinnenwand 24.
15 Wanneer de hefarmen 64 en 66 naar hun bovenste stand worden bewogen, dan wordt het hefmechanisme in deze stand losneembaar vergrendeld.
De vergrendeling kan worden losgemaakt door aan het koord 72 te trekken dat aan het ene eind van de draaiarm 74 van het vergrendel-mechanisme is bevestigd zoals getoond in fig. 3· 20 Zoals getoond in fig. 3 zijn de eerste en de tweede eindwand 20 respectievelijk 22 elk voorzien van naar bulten uitstekende uitsteeksels respectievelijk 76 en 78 die in het algemeen haakvormig zijn. Deze uitsteeksels zijn aangebracht voor het vergemakkelijken van het opheffen van het mechanisme door middel van kettingen, ka-25 beis of dergelijke organen. Onder de haakvormige uitsteeksels 76 en 78 zijn naar buiten uitstekende, samenwerkende uitsteeksels respec- cLo tievelijk 80 en 82 aangebracht. In*einden van de uitsteeksels 76, 78, 80 en 82 zijn gaten geboord. Deze gaten dienen voor het opnemen van een veiligheidsschakel (niet getoond) die word aangebracht nadat 30 de uitsteeksels 76 en 78 in aangrijping zijn gebracht met een hef-ketting of kabel. Meer in het bijzonder is een veiligheidsschakel losneembaar bevestigd tussen de einden van de uitsteeksels 76 en 80, en een andere veiligheidsschakel is losneembaar bevestigd tussen de einden van de uitsteeksels 78 en 82.
35 Het hefmechanisme is in meer bijzonderhoden getoond in de dwarsdoorsneden volgens de fig. 4A> 4B en 5 waarnaar nu zal worden verwezen. Zoals hiervoor reeds is gezegd is de hefboom 62 vast bevestigd aan de dwarsstang 60, zodat wanneer de hefboom 62 in fig.4A naar beneden wordt getrokken, zoals getoond in fig. 4B, de dwars-40 stang 60 in een richting tegen de wijzers van de klok is geroteerd.
8006078 9
Een knikarm 84 is ook vast bevestigd aan de dwarsstang 60 nabij de zijkant 16 van het hoofdlichaam. Een andere krukarm (niet getoond) is ook vast bevestigd aan de dwarsstang 60 maar nabij de zijwand 18. Deze knikarmen kunnen met de dwarsstang 60 bewegen om in respec-5 tievelijke verticale vlakken te roteren wanneer de hefboom 62 verticaal wordt bewogen. De dwarsstang 60 is nabij de voorwand van het hoofdlichaam gelegen, en de krukarmen lopen naar de centrale hartlijn van het hoofdlichaam tussen de eerste en de tweede eind-wand respectievelijk 20 en 22. De krukarm 84 is draaibaar bevestigd 10 met het eind van de lange arm van de L-vórmige hefarm 66. Dit is een dubbele schamierverbinding die loodrechte scharni eras sen 86 en 88 heeft bij elk eind van een schamierlengte 90. Deze verbinding laat toe dat de hefarm 66 niet alleen naar boven kan bewegen maar ook naar buiten wanneer de krukarm 84 in de richting tegen de wijzers 15 van de klok om de as van de dwarsstang 60 roteert. Een eendere verbinding is aanwezig tussen de krukarm nabij de zijwand 18 en de hefarm 64. Als hu^ bij het met de hand heffen, zijn heiveren 92 en 94 aangebracht. Yeer 92 is bij één eind verbonden met een pen 96 die aan de zijwand 16 is gemonteerd en bij het andere eind in een 20 opening in een plaat 98 die aan de bovenkant van de krukarm 84 is vastgelast. De veer 94 is bij het ene eind verbonden met een pen 100 die aan de zijwand 16 is gemonteerd en bij het andere eind in een opening in de plaat 98. De plaat 98 is voorzien van een aantal openingen waardoor de veren 92 en 94 in verschillende standen kunnen 25 worden bevestigd zodat de gewenst veerspanning kanworden verkregen.
De voorspanning van de veren 92 en 94 helpt bij het heffen van de krukarm 84 wanneer de hefboom 62 verticaal naar beneden wordt bewogen. Dus, zoals getoond in fig. 4A worden de veren 92 en 94 "uit-gerekt terwijl in fig. 4B de veren zijn samengetrokken.
30 Wanneer de krukarm 84 in de richting tegen de wijzers van de klok naar boven naar de as van de dwarsstang 60 roteert, dan beweegt de hefarm 66 naar boven en naar buiten. Deze beweging wordt gedeeltelijk geleid door de L-vormige armen 102 en 104 die aan de bovenwand 12 zijn vastgelast aan beide kanten van een opening waardoor-35 heen de hefarm 66 uitsteekt. Yerder is de hefarm 66 voorzien van een paar rollen 106 en 108 die aan beide kanten daarvan zijn gemonteerd om, om een draaipunt 110 te roteren waarvan de hartlijn naar het binnenvlak van de hefarm 66 is verzet. Deze rollen 106 en 108 staan in aanraking met een schuinlopend oppervlak 112 dat aan een 40 binnenvlak van het hoofdlichaam is gevormd. Wanneer aldus de hef- 8006078 10
V
armen 66 naar boven bewegen veroorzaken de met het schuinlopende oppervlak 112 in aanraking zijnde rollen 106 en 108 dat de hefarm 66 ook naar buiten beweegt. Hoewel niet getoond, zal het duidelijk zijn dat een eendere constructie aanwezig is voor het hefmechansime 5 dat dit mechanisme met de hefarm 64 verbindt nabij de zijwand 18. Wanneer de krukarm 84 roteert in de richting tegen de wijzers van de klok, loopt de arm lang een door een veer belaste tandvormige pen 114 die in aangrijping is met de onderrand van de krukarm 84 om het hefmechanisme in de meest bovenste stand te vergrendelen.
10 Dit vergrendelmechanisme wordt hierna in meer bijzonderheden beschreven onder verwijzing naar de figuren 11 en 12.
Zoals getoond in de figuren 5 en 6 is het boveneind van het taps lopende oppervlak van de kombinnenwand 24 voorzien van uitsparingen 116 bij op een afstand van elkaar langs de omtrek gelegen 15 plaatsen om rechthoekige blokken 118 op te nemen die een T-stuk 120 hebben dat naar buiten uitsteekt van een oppervlaktedeel of zijwand dat evenwijdig loopt en een verlenging vormt van het tapse oppervlak van de kombinnenwand 24. Een verticale boring 122 is getapt en van draad voorzien om een bout 124 op te nemen die blok 118 20 stevig in de uitsparing 116 monteert. De spieën 120 lopen in spie-banen 126 van gelijke zwaluwstaartvormige horizontale dwarsdoorsnede, die in tegenover elkaar gelegen radiale buitenvlakken 128 van de afzonderlijke grijpelementen 42, 44» 46 en 48 zijn aangebracht.
In fig. 7 is de gecombineerde keggering en hefinrichting vol-25 gens de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in dwarsdoorsnede volgens de lijn 7-7 in fig. 2 getoond. Dit aanzicht toont in meer bijzonderheden de dwarsstang 60 die door de lagers 130 en 132 loopt die aan de zijwanden van het hoofdlichaam zijn bevestigd. Ook zal worden opgemerkt dat een krukarm eender aan de krukarm 84 aan het 30 tegenover gelegen eind van-de dwarsstang 60 is bevestigd. De grijpelementen 42, 441 46 en 48 zijn identieke segmenten en kunnen gemakkelijk met elkaar worden verwisseld. Het radiale binnenvlak 134 van elk van de grijpelementen draagt evenwijdige, nauwe, radiaal naar buiten uitstekende ribben die zijn getand om de putverbuizing te 35 kunnen grijpen.
In de fig. 8 en 9 zijn respectievelijk een vooraanzicht en een bovenaanzicht getoond van de gecombineerde keggering en hefinrich-ting voor een putverbuizing met het hefmechanisme in de meest bovenste stand zoals in meer bijzonderheden getoond in fig. 4B· Overeen-40 komende aanzichten met het hefmechanisme in de meest onderste stand 8006078 « 11 overeenkomend met het gedetailleerde aanzicht volgens fig. 4A, zijn de fig. 2 en 1 respectievelijk. Het hefmechanisme kan hetzij in de bovenste of in de onderste stand zijn, wanneer het poortorgaan 26 zijdelings naar buiten is gezwaaid om toe te laten dat een put-5 verhuizing opzij in het gebied komt dat door de binnenwand 24 van de kom wordt begrensd. In fig. 10 is het poortorgaan in de naar buiten gezwaaide stand getoond wanneer het hefmechanisme zich in de bovenste stand bevindt zodat de grijpelementen langs de omtrek van elkaar zijn gescheiden. Om het poortorgaan 26 vrij te geven is 10 het eerst nodig om de bouten 62 te verwijderen en het C-vormige orgaan 54 van de bovenkant van het grijpelement 48 af te nemen. Ban wordt de aan de bovenkant van de vergrendelpen 36 bevestigd B-ring 40 gegrepen en naar boven getrokken om de vergrendelpen te verwijderen waardoor het poortorgaan 26 zijdeling naar buiten kan zwaaien 15 zoals getoond in fig. 10. Op deze wijze kan een putverbuizing zijdelings worden ingébracht of verwijderd waardoor het niet nodig is om het mechanisme verticaal te verplaatsen als bij de stand van de techniek.
Zoals in het bijzonder getoond in de fig. 11, 12 en 12A omvat 20 het vergrendelmechanisme een pen 114 die in ©en huis I36 is gemonteerd dat aan de zijwand 16 is bevestigd. Be pen steekt door de zijwand 16 uit en enigszins voorbij de krukarm 84 waarbij een aan de pen 114 bevestigde, bijvoorbeeld door te lassen, onderlegring 13S als een aanslag werkt voor een veer 140, waarbij de andere aanslag 25 voor de veer wordt gevormd door de wand 16. Be krukarm 84 is voorzien van een nokoppervlak 142 dat in aangrijping is met het eind van de pen 114 zodat deze pen wordt geroteerd en ingetrokken wanneer de krukarm 84 verticaal naar boven beweegt van de stand getoond in fig. 11 naar die getoond in fig. 12. Wanneer de krukarm 84 langs 30 de pen 114 loopt drijft de veer 140 de pen terug naar zijn oorspronkelijke oriëntatie om de onderrand van de krukarm 84 te grijpen om te beletten dat deze naar beneden beweegt. Baar waar de krukarm 84 in aangrijping is met de pen 114 is de krukarm voorzien van een gehard stalen plaat 144· Het eind van de pen 114 heeft ook een nok-35 oppervlak 146, maar dit nokoppervlak is gewoonlijk van de krukarm 84 af gericht wanneer de krukarm 84 zich in de meest bovenste stand bevindt. Be pen 114 is echter roteerbaar door middel van de ontgren-delarm 74 die aan het eind van de pen 114 is bevestigd dat uit het huis 136 steekt. Wanneer door middel van het koord 72 aan de arm 74 40 wordt getrokken, roteert de pen 114 tegen de veerdruk in om het nok- 8006078 ' * ' 12 * oppervlak 146 naar de onderrand van de krukarm 84 te richten zoals getoond in fig. 121. In deze stand zal door de naar beneden gerichte kracht van de krukarm als gevolg van het gewicht dat deze ondersteunt de pen 114 tegen de druk van de veer 140 in worden ingetrokken zodat 5 de krukarm verticaal naar beneden kan bewegen.
Zoals duidelijk zal zijn laat de ongewoon compacte uitvoering van het mechanisme toe dat het hetzij als een keggering of als een hefinrichting voor een putverbuizing wordt gebruikt. Wanneer het mechanisme als een hefinrichting wordt gebruikt is het slechts nodig 10 om een kbkvormig huis 148 aan de onderwand van het hoofdlichaam te bevestigen zoals getoond in fig. 13. Het klokvormige huis 148 dient al's een geleiding om een putverbuizing goed in de door de grijp-elementen begrensde cirkelvormige opening te richten. Aan de andere kant -wanneer het mechanisme als een keggering wordt gebruikt, wordt 15 een onderstel 150 aan de onderwand bevestigd zoals getoond in fig.
14» waarbij dit onderstel kan samenwerken met de draaitafel in het platform van de boortoren.
Hoewel de uitvinding in het bijzonder is getoond en beschreven onder verwijzing naar een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, zal het 20 voor de vakman duidelijk zijn dat verschillende veranderingen in de vorm en bijzonderheden kunnen worden aangebracht zonder dat de geest en draagwijdte van de uitvinding worden verlaten.
8006078

Claims (11)

1. Gecombineerde keggering en hefinrichting voor een putverbuizing, omvattende, een hoofdlichaam met een onderwand, een bovenwand, een paar zijwanden, een eerste eindwand en een tweede eind-5 wand, waarbij deze tweede eindwand twee op een afstand van elkaar gelegen delen heeft, terwijl het hoofdlichaam verder een kombinnen-wand omvat die van de bovenwand naar de onderwand taps toe loopt naar een kleinere diameter; een poortorgaan dat draaibaar aan één van de delen van de tweede eindwand is bevestigd en losneembaar met 10 het andere deel is verbonden om deze delen in een bevestigde stand met elkaar te verbinden, zodat het poortorgaan, wanneer het is vrijgegeven zijdelings kan zwaaien om het van opzij inkomen van een putverhuizing binnen het gebied dat door de kombinnenwand wordt begrensd toe te laten, waarbij het poortorgaan een poortbinnenwand 1 5 heeft die kan samenwerken met de kombinnenwand om een komdeel in te sluiten; een langs de omtrek gelegen rij van putverbuizing grijpende elementen die in tegenover elkaar gelegen paren zijn opgesteld voor een verticale en een radiale montering in oppervlakte-aanraking met de kombinnenwand, waarbij deze grijpelementen binnen 20 het midden daarvan een cirkelvormige opening vormen voor het opnemen van een putverbuizing, en verticaal langs de kombinnenwand beweegbaar zijn voor een radiale vergroting en samentrekking van de daardoor gevormde cirkelvormige opening, door respectievelijk een bovenwaartse en benedenwaartse beweging om de verhuizing vrij te laten 25 en te grijpen; en middelen die ten minste met één paar van de genoemde grijpelementen zijn verbonden voor het tot stand brengen van een verticale beweging van de gehele rij grijpelementen ten opzichte van de kombinnenwand.
2. Inrichting bestaande uit een gecombineerde keggering en 30 hefinrichting voor een putverbuizing volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke van de twee delen van de genoemde tweede eindwand op een afstand van elkaar gelegen flenzen omvat, waarbij het poortorgaan tegenover gelegen uitsteeksels heeft die bij de tegenover elkaar gelegen einden naar buiten uitsteken, en 35 dezejflenzen en uitsteeksels boringen van gelijke grootte hebben, waarbij een draaipen door de boringen van de flenzen van een van de twee delen en bij in één lijn liggende boring van één van de uitsteeksels loopt om een draaias voor het poortorgaan te vormen, waai/^eAi verwijderbare vergrendelpen in de in één lijn liggende 40 boringen van de flenzen van het andere van de twee delen en het 8006078 t. andere uitsteeksel loopt.
3. Inrichting -volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de rij grijpelementen vier gebogen segmenten omvat, waarbij één paar elementen op de poortbinnenwand is gemonteerd en 5 zwevende segmenten· omvat, en het andere paar elementen is verbonden met genoemde middelen voor het tot stand brengen van een verticale beweging en aangedreven segmenten zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de middelen voor het tot stand brengen van een verti- 10 cale beweging langs de omtrek gelegen glijdbare koppelingen bij de bovenkanten van de vier gebogen segmenten omvatten, die een onderlinge verbinding tussen naastliggende segmenten verschaffen, zodat de zwevende segmenten verticaal kunnen bewegen met de beweging van de aangedreven segmenten,
5. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de middelen voor het tot stand brengen van de verticale beweging omvatten, lagers die aan elke van de zijwanden van het hoofdlichaam zijn bevestigd, een dwarsstang die het hoofdlichaam /épan% en door de genoemde lagers loopt, een hefboom die 20 stevig is bevestigd aan de dwarsstang en verticaal beweegbaar is om de dwarsstang in de genoemde lagers te draaien, een eerste en een tweede krukarm die stevig zijn bevestigd aan de dwarsstang nabij beide zijwanden en die beweegbaar zijn met de dwarsstang om in respectievelijke verticale vlakken te roteren, waarbij deze eerste en 25 tweede krukarm naar de centrale hartlijn van het hoofdlichaam lopen tussen de eerste en tweede eindwand, en een eerste en een tweede hefarm die draaibaar zijn verbonden met het ene eind van respectievelijk de eerste en de tweede krukarm en die verticaal beweegbaar zijn met de rotatie van deze krukarmen, waarbij de eerste en de 30 tweede hefarm bij hun andere einden respectievelijk zijn verbonden met ten minste één paar grijpelementen.
6. Inrichting volgens conclusie 5>met het kenmerk, dat de eerste en de tweede hefarm L-vormig zijn met een korte arm en een lange arm, waarbij de korte arm draaibaar is beves-35 tigd aan het boveneind van het bijbehorende grijpelement, en de lange arm is bevestigd aan de bijbehorende krukarm door een dubbel scharnier met loodrechte scharnierassen, terwijl het hoofdlichaam verder een eerste en een tweede verticaal naar buiten schuinlopend oppervlak heeft nabij de lange armen van respectievelijk de eerste 40 en de tweede hefarm, en verder een eerste en een tweede rol aanwe- 8006078 aig zijn die respectievelijk zijn bevestigd aan de lange amen van de eerste en de tweede hefarm en die in aanraking zijn met het eerste en het tweede schuinlopende oppervlak.
7. Inrichting volgens conclusie 6,met het k e n -5 merk, dat vergrendelmiddeler/vooreli^ lo4neembaar aangrijpen van ten minste één van de genoemde krukarmen, wanneer de krukarmen worden gedraaid om de hefarmen naar hun bovenste stand te bewegen.
8. Inrichting volgens conclusie 7i ® e t het kenmerk, dat het vergrendelmiddel een onder veerdruk staande tand- 10 vormige pen omvat die op één van de genoemde zijwanden is gemonteerd, waarbij ten minste een van de knikarmen een nokoppervlak heeft dat in aangrijping is met het eind van de tandvormige pen, zodat deze pen tegen de veerdruk in wordt ingetrokken wanneer de krukarm verticaal naar boven draait, waarbij de tandvormige pen dan 15 in aangrijping is met de krukarm om te beletten dat deze verticaal naar beneden draait, het/eind van de tandvormige pen een verder nokoppervlak heeft dat normaal van de krukarm is afgericht wanneer deze zich in de meest bovenste stand bevindt, terwijl de pen roteerbaar is om het verdere nokoppervlak naar de krukarm toe te richten zo-20 dat deze daarmee in aangrijping kan komen om toe te laten dat door de naar beneden gerichte kracht van de krukarm de tandvormige pen tegen de veerdruk in wordt ingedrukt zodat de krukarm verticaal naar beneden kan draaien.
9. Inrichting volgens conclusie 5»net het ken-25 merk, dat hefveren aan het ene eind van het hoófdlichaam zijn bevestigd en aan het andere eind van de krukarmen, waarbij deze hefveren een voorspanning geven die helpen bij de bovenwaartse beweging van de hefarmen.
10. Inrichting volgens conclusie 5j ® e t het ken-JO merk, dat de rij grijpelementen vier gebogen segmenten omvatten, waarbij een paar elementen aan de binnenwand van het poortorgaan zijn gemonteerd en zwevende segmenten omvatten, en het andere paar elementen verbonden met de genoemde middelen voor het tot stand brengen van een verticale beweging en aangedreven segmenten zijn, 35 waarbij de genoemde middelen voor het tot stand brengen van een verticale beweging langs de omtrek glijdbare koppelingen bij de bovenkanten van de vier gebogen segmenten omvatten die een onderlinge verbinding tussen naastliggende segmenten verschaffen zodat de zwevende segmenten verticaal bewegen met de beweging van de 40 aangedreven segmenten. 8006078 /' ' 16 v
11. Inrichting volgens conclusies 4 of 10,met het kenmerk, dat de langs deomtrek glijdbare koppelingen omvatten ‘ een paar C-vormige organen die in het algemeen dezelfde krommings- straal hebben als de gebogen segmenten,' waarbij deze C-vormige or-5 ganen op de bovenkanten van de zwevende segmenten zijn gemonteerd en langs de omtrek voorbij de randen daarvan naar de bovenkant van de aangedreven segmenten uitsteken, ten minste het C-vormige orgaan dat op de bovenkant van het segment is gemonteerd dat op de binnenwand van de poort is gemonteerd verwijderbaar is voor het vergemak-10 kelijken van de zijdelings zwaaiende beweging van de poort, en een paar gebogen kanaalvormige organen met in het algemeen dezelfde krommingsstraal als de gebogen segmenten, welke kanaalvormige organen op de bovenkanten van de aangedreven segmenten zijn gemonteerd en de einden van de genoemde -C-vormige organen opnemen. 8005078
NL8006078A 1980-10-22 1980-11-06 Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing. NL8006078A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803039836 DE3039836A1 (de) 1980-10-22 1980-10-22 Vorrichtung zur bohrlochverrohrung
NL8006078A NL8006078A (nl) 1980-10-22 1980-11-06 Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803039836 DE3039836A1 (de) 1980-10-22 1980-10-22 Vorrichtung zur bohrlochverrohrung
DE3039836 1980-10-22
NL8006078A NL8006078A (nl) 1980-10-22 1980-11-06 Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing.
NL8006078 1980-11-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006078A true NL8006078A (nl) 1982-06-01

Family

ID=25788641

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006078A NL8006078A (nl) 1980-10-22 1980-11-06 Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3039836A1 (nl)
NL (1) NL8006078A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2705210A4 (en) * 2011-05-01 2017-04-12 Frank's International, LLC Extended range single - joint elevator
US9765580B2 (en) 2011-05-01 2017-09-19 Frank's International, Llc Extended range single-joint elevator

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4326298A1 (de) * 1993-08-05 1995-03-09 Nordmeyer Kg Backenklemme für einen mechanischen oder hydraulischen Stangenheber

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2705210A4 (en) * 2011-05-01 2017-04-12 Frank's International, LLC Extended range single - joint elevator
US9765580B2 (en) 2011-05-01 2017-09-19 Frank's International, Llc Extended range single-joint elevator

Also Published As

Publication number Publication date
DE3039836A1 (de) 1982-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1109054A (en) Combined well casing spider and elevator
JP6407601B2 (ja) アーチ橋の架橋方法
US8567514B2 (en) Manipulatable spider components adapted for cooperation with a vertically reciprocating control line guide
WO1999058811A1 (en) Elevator for supporting an elongate member such as a drill pipe
US8303006B2 (en) Apparatus for gripping and lifting construction castings
FR2565287A1 (fr) Appareil de forage de puits avec unite de commande au sommet et clef dynamometrique retenue contre rotation
GB2418684A (en) Platform apparatus for an intervention frame
NL8006078A (nl) Gecombineerde keggering-hefinrichting voor een putverbuizing.
JP7259152B2 (ja) ベースフレームおよびガイド部材を備えるパイルガイド
KR100913841B1 (ko) 스크류 파손방지수단을 구비한 잠금맨홀
US6176469B1 (en) Manhole cover engaging tools
US5714080A (en) Self-actuating molds for vertically casting concrete pipe
US1731128A (en) Pipe-lifting device
NL2007974C2 (en) Dumping vessel.
EP0003326B1 (fr) Dispositif automatique de vissage et de manutention de goujons
GB2085510A (en) Combined well casing spider and elevator
US5820186A (en) Apparatus for lifting pipes and other objects
FR2491991A1 (fr) Combine elevateur-support du materiel tubulaire de puits utilisant des cales de retenue
NL2016661B1 (en) Vessel with spud pole assembly.
NL7906629A (nl) Inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een onder water liggende pijpleiding.
JP3103043B2 (ja) マンホール蓋の開閉構造
EP0098781A1 (fr) Dispositif de vérification de la déconnexion des grappes de contrôle d'un réacteur nucléaire
KR101749395B1 (ko) 접이 링크식 리프팅 장치
FR2942631A1 (fr) Procede de fixation d'une serie d'echelons sur la paroi interne d'un regard de voirie
JP3184665B2 (ja) コンクリート製品の吊り上げ寄せ集め装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed