NL8005547A - Klepconstructie. - Google Patents

Description

P.M.Postema - 6 * KAPCONSTRUCTIE.

De uitvinding heeft betrekking op een klepconstructie, in het bijzonder ten gebruike in een hydraulische schokdemper, met een zuiger die is voorzien van vloeistofdoorlaten die uitmonden op een zitting-vlak en een klep die de vloeistofdoorlaten kan afsluiten.

5 Een dergelijke klepconstructie is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 97.561.

De dempkarakteristiek van een schokdemper voorzien van deze bekende klepconstructie kan over een bepaald gebied ingesteld worden door middel van het sterker of minder sterk spannen van de klepveer.

10 Het op deze manier verkregen instelbereik van de dempkarakteristiek is echter onvoldoende en wordt uitgebreid door het kiezen uit een aantal zuigers waarvan het aantal en de doorsnede van de vloeistofdoorlaten naar het zittingvlak van de klep onderling verschillen. Op deze wijze kan door het kiezen van de juiste zuiger gecombineerd met een bepaalde 15 instelling van de klepveerspanning de dempkarakteristiek over een wijd gebied worden gevarieerd.

Een bezwaar van deze afregelmethode is dat een groot aantal soorten zuigers, elk dus met zijn eigen aantal en doorsnede van vloeistofdoorlaten, aangemaakt en gescheiden in voorraad gehouden dienen te 20 worden. Dit bezwaar wordt nog vergroot doordat de zuigers in hun afgewerkte toestand buitengewoon gevoelig zijn voor beschadiging.

De klepconstructie volgens de uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen. Dit wordt bereikt door de vloeistofdoorlaten in de zuiger geen dempfunctie te geven waardoor alle zuigers van een gelijk aantal 25 doorlaten met een vaste, relatief grote doorsnede kunnen zijn voorzien. Alle zuigers zijn dus gelijk. De dempfunctie wordt overgenomen door een ringvormig demporgaan dat zich tussen de zuiger en de klep bevindt.

Door bij het samenstellen van de schokdemper een demporgaan te kiezen uit een aantal soorten demporganen met onderling verschillende aantallen 30 en doorsneden van dempkanalen blijft men aan de eis van een zeer ruim instelgebied van de dempkarakteristieken voldoen terwijl men toch slechts één soort zuiger toepast.

De klepconstructie volgens de uitvinding is dus gekenmerkt doordat zich tussen de zuiger en de klep ten minste één ringvormig 8005547 \ 2 demporgaan bevindt, welk demporgaan is voorzien van een aantal evenwijdig aan de as van de klepconstructie verlopende dempkanalen.

Een verder voordeel van de klepconstructie volgens de uitvinding is het feit dat het aanbrengen van meerdere op elkaar gesta-5 pelde denkorganen tussen zuiger en klep het benodigde aantal verschillende soorten demporganen sterk vermindert. Het valt eenvoudig in te zien dat bij het toepassen van bijvoorbeeld drie verschillende soorten demporganen waarvan er maximaal twee aangebracht worden er negen verschillende instellingen gekozen kunnen worden. Ook is het mogelijk de 10 demporganen te voorzien van sleuven waarbij er steeds twee demporganen op elkander aangebracht worden en er door het ten opzichte vein elkander verdraaien van de beide demporganen een groter of kleiner deel van de sleuven overlapt wordt waardoor een continue of stapsgewijze instel-mogelijkheid ontstaat.

15 De demporganen worden bij voorkeur door sinteren van sinter- materiaal vervaardigd. Op deze wijze verkrijgt men zeer maatvaste dempkanalen in de demporganen waarbij calibratie achteraf niet nodig is.

. Bovendien is dit materiaal zeer slijtvast zodat slijtage van de demp organen tengevolge van het bewegende contact met de klep gering is.

20 Bij het toepassen van de klepconstructie volgens de uitvinding bij een zuiger met een verdiept aangebracht zittingvlak zoals bijvoorbeeld in het Nederlandse octrooischrift 97.561 is getoond, is nog een verder voordeel te behalen. Aan een zittingvlak van een klep worden namelijk zeer hoge eisen gesteld voor wat betreft de vlakheid en af-25 werking in verband met de anders optredende lek. Een verdiept aangebracht zittingvlak is echter voor een dergelijke bewerking moeilijk te bereiken. Bij het toepassen van tussenliggende demporganen volgens de uitvinding worden de eisen die aan het verdiepte vlak gesteld worden, verminderd aangezien dit vlak niet langer samenwerkt met de klep. Het 30 vlak dat nu samenwerkt met de klep maakt deel uit van het demporgaan dat uiteraard voordat de montage plaatsvindt al vlak geslepen is.

De uitvinding zal hierna onder verwijzing naar de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

In de tekening toont: 35 fig. 1 een langsdoorsnede van een gedeelte van een hydrau lische schokdemper waarin een klepconstructie volgens de uitvinding is 8005547 ' 3 \ toegepast; fig. 2 een perspectivische weergave van een stel demporganen volgens een andere uitvoering als die welke zijn toegepast in fig. 1.

In fig. 1 geeft 1 een zuiger aan die zich in een schematisch 5 aangegeven cilinder 2 kan bewegen. De zuigerstang 3 en de zuiger 1 zijn vast met elkander verbonden doordat de laatste is opgesloten tussen enerzijds het klephuis 4 en anderzijds de ringvormige demporganen 5 en 6 en de bus 7, terwijl het geheel bijeengehouden wordt door middel van de bout 8 die in de zuigerstang 3 geschroefd is. Zuiger 1 is voorzien 10 van een aantal op dezelfde afstand van de as liggende vloeistofdoor-laten 9 die enerzijds via het klephuis 4 in verbinding staan met de ruimte 10 en anderzijds uitmonden op het demporgaan 5. De demporganen 5 en 6 bezitten in een eerste uitvoering elk een aantal over een steek-cirkel verdeelde en gecalibreerde dempkanalen 11 die uitmonden op een 15 rondlopende groef 12. De dempkanalen van demporgaan 6 monden uit tegen de van enkele radiale nokken voorziene ringvormige klep 13, welke tegen het demporgaan 6 gedrukt wordt door middel van veer 14. De drukkracht van deze veer kan worden ingesteld door het verdraaien van de instel-moer 15.

20 De werking van de schokdemper bij een uitgaande slag is als volgt. Bij de aanvang van deze beweging zal een druk opgebouwd worden in de ruimte 10, welke druk zich voortplant via het medium dat zich bevindt binnen in het klephuis 4, de vloeistofdoorlaten 9, de groef 12 en de dempkanalen 11 van het demporgaan 5 en de overeenkomstige groef 25 en dempkanalen van demporgaan 6 tot tegen de klep 13. Zodra de druk zo hoog oploopt dat de klep gelicht wordt tegen de veerdruk van veer 14 in, zal het medium gaan stromen van de ruimte 10 naar de ruimte aan de andere zijde van de zuiger.

Tijdens de beweging dient de gewenste zuigersnelheid/dempkracht karak-30 teristiek te worden verkregen. De gewenste karakteristiek kan bereikt worden door een combinatie van een veerinstelling van veer 14 door middel van instelmoer 15 en een keuze van het aantal en de soort demporganen 5 en 6. Indien men voor de demporganen kan kiezen uit 4 soorten, waarbij iedere soort een ander aantal dempkanalen dan wel een andere 35 dempkanaaldiameter bezit, dan is het eenvoudig in te zien dat reeds 15 demporgaancombinaties mogelijk zijn als men steeds twee demporganen 8005547 , . 4 in de klep plaatst. Uiteraard is het ook mogelijk één demporgaan per klepconstructie toe te passen, waarbij dan wel voor iedere verschillende demporgaaninstelling een ander soort demporgaan nodig is.

De klepconstructie volgens de uitvinding kan ook voorzien zijn 5 van demporganen in een andere uitvoering. Deze uitvoering is weergegeven in fig. 2, waarbij de twee demporganen 16 en 17 volkomen gelijk zijn doch alleen in een andere stand zijn geplaatst. De beide demporganen worden vanuit de getekende stand in elkander geschoven en in plaats van de demporganen 5 en 6 in de klepconstructie aangebracht. De 10 dempende werking van de beide demporganen samen wordt bepaald door hun onderlinge stand; door verdraaiing ten opzichte van elkaar wordt het overlappende deel van de sleufvormige kanalen 18 kleiner of groter, en daarmede de dempende werking groter of kleiner. Teneinde er voor zorg te dragen dat een eenmaal gekozen stand tijdens montage of later gebruik 15 niet verloopt, is op ieder demporgaan een nok 19 aangebracht, welke bij het in een bepaalde stand in elkander schuiven van beide demporganen ingrijpt in één van een reeks uithollingen 20 aan de omtrek van het andere demporgaan. Op deze wijze wordt een vergrendeling verkregen. De uithollingen zijn genummerd zodat bij montage op eenvoudige wijze een 20 instelling kan worden gekozen. De nok 19 van demporgaan 16 zit uiteraard aan de onderzijde en kan in de figuur niet worden gezien.

De verschillende demporganen kunnen volgens de sintertechniek goedkoop worden vervaardigd met een zodanig nauwe tolerantie dat geen enkele nabewerking of calibratie nodig is. Het materiaal is bovendien 25 zeer slijtvast hetgeen van voordeel is omdat de beweeglijke klep 13 er tegen rust.

De demping tijdens de ingaande slag van de schokdemper wordt verzorgd door een radiaal meer naar buiten gelegen klepconstructie welke geen deel uitmaakt van de uitvinding. De werking daarvan spreekt 30 voor zichzelf zodat een nadere beschrijving achterwege kan blijven.

8005547

Claims (6)

1. Klepconstructie, in het bijzonder ten gebruike in een hydraulische schokdemper, met een zuiger die is voorzien van vloeistof-doorlaten die uitmonden op een zittingvlak en een klep die de vloei- 5 stofdoorlaten kan afsluiten, met het kenmerk, dat zich tussen de zuiger en dë klep ten minste één ringvormig demporgaan bevindt, welk demporgaan is voorzien van een aantal evenwijdig aan de as van de klepconstructie verlopende dempkanalen.

2. Klepconstructie volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat één vlakke zijde van een demporgaan is voorzien van een rondlopende groef waarop de dempkanalen uitmonden, waarbij de plaats van de groef zodanig is gekozen dat deze correspondeert met die van de vloeistofdoorlaten in de zuiger.

3. Klepconstructie volgens conclusie 2, met het 15'kenmerk, dat de dempkarakteristiek daarvan mede wordt bepaald door het aanbrengen van één of opeenstapelen van meerdere demporganen die uitgekozen worden uit een beperkt aantal verschillende soorten demporganen.

4. Klepconstructie volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat er twee demporganen worden toegepast, dat de dempkanalen in de demporganen de vorm van een sleuf bezitten, welke sleuven zich ter plaatse van een deel van een concentrische cirkel uitstrekken, één en ander zodanig dat het instellen vein de dempkarak-teristke kan geschieden door het onderling verdraaien van beide demp-25 organen.

5. Klepconstructie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat beide demporganen gelijk zijn en voorzien zijn van een axiaal uitsteeksel dat kan grijpen in een opening van het andere demporgaan. 30

6. Klepconstructie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de demporganen bestaan uit sinter-materiaal. 8005547