NL8004612A - Hoge-druk spuitbalk. - Google Patents

Description

4 T tJ/AS/Stork/4 "Hoge-druk spuitbalk"

De uitvinding heeft betrekking op een spuitbalk voor het onder hoge druk schoonspuiten van een vlak, omvattende een, aantal spuitmondstukken, met waaiervormige stralenbundels afgevende, evenwijdig opgestelde mondstuk-5 spleten.

Het is gebruikelijk bij dergelijke spuitbalken de mondstukspleten zodanig ten opzichte van elkaar fee richten, dat de waaiervormige stralenbundels in één vlak liggen. Het te reinigen vlak, zoals bijvoorbeeld een aange-10 groeide scheepswand, wordt dan schoongespoten door de spuitbalk met de stralenbundels onder een hoek in de voort-bewegingsrichting langs die wand te bewegen. Als reinigingsmiddel kan water onder zeer hoge druk, bijvoorbeeld een druk van enige honderden bar worden gebruikt. Hoewel de reinigende 15 werking van een afzonderlijk spuitmondstuk uitstekend is, is het resultaat van een spuitbalk met meerdere spuitmondstukken niet altijd bevredigend. In het bijzonder blijven in de voortbewegingsrichting van de spuitbalk na het passeren daarvan, strepen vuil op de te reinigen wand achter.

20 Het doel van de uitvinding is om bij een spuit balk van de in de aanhef beschreven soort dit nadeel te verhelpen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, .doordat van naast elkaar liggende spuitmondstukken de mond-25 stukspleten ten opzichte van elkaar zijn verschoven.

Gebleken is, dat wanneer volgens de uitvinding de stralenbundels van de spuitmondstukken niet in één vlak liggen, een veel beter resultaat wordt bereikt. De reinigende werking van een dergelijke onder hoge druk staande water-30 straal, berust op de hoge snelheid, waarmee het water tegen het vuil aanslaat. Door deze dynamische werking wordt het 8004612 -2- vuil in feite losgeslagen.

Wanneer nu de stralenbundels in één vlak liggen, verstoren deze elkaar daar, waar de waaiervormige stralenbundels elkaar raken, en treden in de bundels 5 wervelingen op, die ten koste gaan van de snelheid waarmee het water de te reinigen wand raakt.

Met de uitvinding verstoren de stralenbundels elkaar niet, en wordt dus de volledige in het water opgeslagen energie benut' voor het reinigen van het vlak.

10 Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van een toepassings-voorbeeld van de uitvinding aan de hand van de bijgevoegde tekeningen. In de tekeningen wordt een inrichting getoond voor het schoonspuiten van de wand van een schip.

15 Fig. 1 is een gedeeltelijke doorsnede en zijaanzicht van de dokinrichting, waarin de uitvinding is toegepast; fig. 2 is een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde inrichting; 20 fig. 3 is een perspektivisch aanzicht van een deel van de inrichting dat de spuitbalk volgens de uitvinding draagt; fig. 4 is een perspektivisch aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding.

25 De dokinrichting 1 omvat een dok 25 met een bodem 13 voor het ondersteunen van een schip 11 of dergelijke en van de bodem 13 opstaande langswanden 26 en een wagen 2, die zich langs de wand 26 kan voortbewegen. De wagen 2 omvat voor deze voortbeweging aandrijfmiddelen 3. De inrichting 30 omvat verder een arm 4, die door middel van zwenkmiddelen 5 en neigmiddelen 6 een kop 7 op elke gewenste plaats nabij de scheepswand 12 kan brengen. De kop 7 draagt een behande-lingsorgaan 8, voor het behandelen van de scheepswand. De kop 7 kan door middel van kantelmiddelen 9 en verdraaiings-35 middelen 10 in een gewenste hoekstand worden gesteld.

8004612 *. Λ* 4 -3-

De wagen 2 omvat een in hoofdzaak zich horizontaal uitstrekkend chassis 16, aan de onderzijde waarvan in het midden een poot 17 is gemonteerd. In het chassis 16 is aan elk einde een stel draagwielen 18 en een steunwiel 19 5 gemonteerd. De in een verticaal vlak liggende wielen 18 rusten op een bovenste rail 22, die door middel van rail-steunen 21 aan de wand 26 van het dok 25 is aangebracht.

De horizontale steunwielen 19 grijpen achter deze bovenste rail 22. Aan het ondereinde van de poot 17 zijn eveneens 10 horizontale reactiewielen 20 aangebracht, die samenwerken met een onderste rail 24, die door middel van railsteunen 23 eveneens aan de dokwand 26 is aangebracht.

Door de aandrijfmiddelen 3 de draagwielen 18 te laten roteren, kan de inrichting 1 langs de dokwand 26 15 en langs de wand 12 van het zich daarin bévindende schip 11 worden bewogen. Op de wagen 2 is door middel van een console 28 een bedieningscabine 27 gemonteerd. Om de wagen 2 te kunnen bereiken, is tussen de bedieningscabine 27 en de wagen 2 een ladder 29 aangebracht.

20 Aan het chassis 16 zijn verticaal op een afstand van elkaar liggende zwenkassteunen 35 aangebracht, die een zwenkas 36 opnemen. De zwenkas strekt zich uit door het zwenklichaam 37 van de arm 4, zodanig, dat de arm 4 om de zwenkas 36 kan zwenken. Deze zwenkbeweging wordt veroor-25 zaakt door de zwenkmiddelen 5 die stangoverbrengingen 38 en zwenkcilinders 39 omvatten.

Doordat de zwenkmiddelen 5 deze stangoverbrengingen 38 omvatten, is het mogelijk een totale zwenkhoek van de arm 4 te bereiken van ongeveer 180°, terwijl de 30 zwenkmiddelen 5 een compacte constructie vormen en de cilinders 39 een beperkte slag hebben.

Aan de bovenzijde van het zwenklichaam 37 zijn neigassteunen 45 aangebracht. De neigassteunen 45 ondersteunen de neigas 46, die de giek 44 van de arm 4 neigbaar 35 ondersteunt. De giek 44 omvat een binnengiek 48 die telescopisch verschuifbaar is in een buitengiek 47. Door middel van de uitschuifcilinder 49 kan de binnengiek 48 uit en in de buitengiek 47 worden bewogen. Aan het zwenklichaam 8004612

V

-4- 37 enerzijds en de buitengiek 47 anderzijds zijn neigcilinder-steunen 50 aangebracht, waartussen de neigcilinder 52 door middel van scharnierassen 51 scharnierend is gemonteerd.

Aan het boveneinde van de binnengiek 48 is 5 met een kantelas 56 een kopdrager 55 verbonden. De kopdrager 55 draagt de kop 7, welke via de verdraaiingsmiddelen 10 met de kopdrager 55 is verbonden. De kantelstand van de kopdrager 55 wordt bepaald door de kantelmiddelen 9 die een bovenste kantelcilinder 57 en een onderste kantelcilinder. 10 58 omvatten. De bovenste kantelcilinder 57 en de onderste kantelcilinder 58 zijn onderling verbonden en zodanig gedimensioneerd, dat een éénmaal gekozen kantelstand van de kopdrager 55 gehandhaafd blijft, onafhankelijk van de neigstand van de giek 44.

15 De verschillende bewegingsmiddelen, zoals de aandrijf-, zwenk-, neig-, kantel- en verdraaiingsmiddelen kunnen alle door een bedieningspersoon in de bedieningscabine 27 worden bestuurd.

Het behandelingsorgaan 8 kan een spuitbalk 20 volgens de uitvinding omvatten voor het onder hoge druk schoonspuiten van de scheepswand 12, of bijvoorbeeld een gritstraalpijp of verfspuitinrichting.

Bij het behandelen van de scheepswand 12 wordt de kop 7 met geleidingswielen 60 tegen de wand 12 aangedrukt, 25 en wordt het behandelingsorgaan 8 langs de wand voortbewogen, door de wagen 2 over de rails 22, 24 te verrijden in de richting van de pijl 59. In verband met de veiligheid .verdient het de voorkeur de kop 7 altijd "slepend" voort te bewegen.

30 Zoals fig. 3 laat zien, zijn de spuitmondstukken 64 op één lijn aan de spuitbalk 63 aangebracht. De spuitmondstukken zijn echter zo gericht, dat de mondstukspleten 140 daarvan onder een hoek op de straalbuis 63 staan. Hierdoor, wordt volgens de uitvinding bereikt, dat de waaiervórmige 35 stralenbundels 65 elkaar niet verstoren en de reinigende werking ongunstig beïnvloeden.

In de alternatieve uitvoeringsvorm van fig. 4 kan de spuitbalk 63 door middel van de instelmiddelen 61 om 8004612 -5- «*· · r

A

zijn langsas worden gedraaid om de stralenbundels 65 in de gewenste richting te stellen. De straalmondstukken 64 zijn hier volgens een zigzaglijn opgesteld en de mondstukspleten 140 van deze spuitmondstukken 64 verlopen evenwijdig aan de 5 spuitbalk 63. Ook bij deze uitvoeringsvorm verstoren de waaiervormige stralenbundels elkaar niet, zodat een goede reinigende werking wordt bereikt.

Λ t 8004612

Claims (2)

1. Spuitbalk voor het onder hoge druk schoonspuiten van een vlak, omvattende een aantal spuitmondstukken, met waaiervormige stralenbundels afgevende, evenwijdig opgestelde mondstukspleten, met het kenmerk, dat van naast 5 elkaar liggende spuitmondstukken de mondstukspleten ten opzichte van elkaar verschoven zijn.

2. Spuitbalk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spuitmondstukken op een evenwijdig aan de hartlijn van de spuitbalk verlopende lijn zijn aangebracht 10 en dat de mondstukspleten onder een kleine hoek op die lijn staan. 800 4 6 12