NL8004091A

NL8004091A - Inrichting voor het verbinden van twee gladde buis- einden.

Info

Publication number: NL8004091A
Application number: NL8004091A
Authority: NL
Original assignee: Vahlbrauk Karl Heinz
Priority date: 1979-09-20
Filing date: 1980-07-16
Publication date: 1981-03-24
Also published as: DE2938006A1; NL185030C; FR2465944A1; DE2938006C2; NL185030B; FR2465944B1

Description

* . -*

Inrichting voor het verbinden van twee gladde buiseinden

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbinden van twee gladde buiseinden, in het bijzonder van installa- ) tiebuizen met een metalen verbindingshuls, die ondertussen/voeging van afdichtingsmiddelen door saraenpersen met de buiseinden is 5 verbonden.

Bij het verbinden van gladde buiseinden, in het bijzonder bij installatiebuizen, moeten drie belangrijke functies worden vervuld, namelijk de afdichting van de verbinding, de beveiliging tegen axiale beweging bij druk en trek, alsmede de beveiliging 10 tegen verdraaien van de verbindingsdelen. 3ij een bekende inrichting van het hierboven beschreven soort ( Duitse Oebrauchmuster 77 17697), die voor het verbinden van puur metalen buiseinden dient, wordt een metalen verbindingshuls, die in dergelijke inrichtingen ook als persfitting wordt aangeduid, onder tussei>schuiving van 15 telkens een afdichtingsring in een telkens daarbij behorende ring-groef aan de hulseinden cnmiddelijk op de metalen buiseinden geperst, en wel zodanig dat de afdichtir.gsringen in dichte aanligging op de buiseinden worden vervormd, in het gebied van elk buiseinde een rondlopende verdikking alsmede in de verbindingshuls als ook 20 in het buiseinde wordt ingevcrmd en tenslotte de betreffende rand in de buiseinden wordt gedrukt om de torsiebeveiliging of draai-vastheid van de verbinding te bereiken. Een dergelijke verbindings-inrichting heeft een aantal belangrijke nadelen: in de eerste plaats wordt nu over een verhoudingsgewijs klein lengte^gedeelte 25 via de afdichtingsringen een afdichtingswerking bereikt, Anderzijds leidt de vervorming van verbindingshuls en buiseinden inclusief het indrukken van de huisrand tot een sterke belasting van het buismateriaal en tot een dwarsdoorsnede verkleining. De onmiddéLijk

800 4 ΰ SI

2 op elkaar liggende metalen vlakken zijn in hoge mate onderhevig aan corrosie. Vanwege de zeer sterke belasting van de buiseinden is de bekende verbindingsinrichting uitsluitend voor puur metalen buizen geschikt, in geen geval echter voor tenminste aan de buiten-5 zijde met een laag kunststof voorziene buiseinden, die om redenen van corrosie bescherming in voortdurend grotere omvang in de installatie techniek worden gebruikt.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een inrichting van het hierboven genoemde soort te leveren, die voor het 10 verbinden van tenminste twee op de buitenwand met een laag kunststof voorziene gladde buiseinden geschikt is en waarbij onder zeer eenvoudige uitvoering van de verbindingshuls alleen door het aanpersen zowel een bijzonder veilige afdichtingswerking als ook tegelijkertijd een beveiliging tegen axiale beweging en tegen ver-15 draaien wordt bereikt, zonder dat het gevaar van een de corrosie bescherming lager makende beschadiging van de kunststoflaag van de buiseinden kan bestaan en zonder elke dwarsdoorsnede verkleining van de buiseinden. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat voor het verbinden van tenminste twee op de buitenwand met een 2C laag kunststof bedekte dvarseinden de verbindingshuls op zijn SÏ^f* binnenwand met een kunstfeantel is uitgerust, waarvan de hardheid groter is dan die van de laag kunststof op de buiseinden, en doordat deze kunststofmantel voor elk optenemen buiseinde over een gedeelte van zijn lengte met rond omlopende ringribben en opeen 25 ander gedeelte van zijn lengte met axiaal verlopende uitsteeksels is uitgerust, welke ringribben en uitsteeksels bij het vrijwel coaxiaal samenpersen van de verbindingshuls in de kunststoflaag van de buiseinden dringen. Wordt dus na het inschuiven van de buiseinden de verbindingshuls van buitenaf aangedrukt en dringen 3C de ringribben en uitsteeksels daarbij in de kunststoflaag van de buiseinden, dan wordt via de ringribben tegelijk een hoge afdichtingswerking op de wijze van een labyrintafdichting alsook een mechanische beveiliging van de verbinding tegen een axiaal verschuiven van de verbindingsdelen ten opzichte van elkaar tengevolge 35 van druk of trek op de buis bereikt. De axiaal verlopende en in de 800 4 0 91 3 kunststoflaag gedrongen uitsteeksels verken als beveiliging tegen het verdraaien van de verbindingsdelen ten opzichte van elkaar.

Een vervorming van de tuiseinden zelf blijft geheel achterwege, de corrosiebescheming van de buis einden door de kunst stoflaag 5 blijft behouden, de betreffende verbindingsspleet wordt alleen door de op elkaar geperste kunststofvlakken gevormd en is daarom eveneens geheel tegen corrosie beschermd.

Zowel de afdichtingsverking alsook de axiale beveiliging van de verbinding wordt versterkt indien tij een verdere uitvcerings-10 vorm van de uitvinding de ringribben een naar het midden van de verbindingshuls hellende zaagtandvormige dwarsdoorsnede hebben.

Er wordt een vasVbijteffect tussen de beide kunststoffen opgewekt, die een scheiding van de verbinding tengevolge van trek op de buis-einden tegenwerkt. Tegelijk wordt de verkingTïab^rint^afdichti.ng 15 versterkt.

Op doelmatige wijze zijn bij een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de axiaal lopende uitsteeksels in het telkens naar het einde van de verbindingshuls toegekeerde gedeelte van de kunststofmantel opgesteld. Het gedeelte met de ringribben is dus 20 naar het verbindingsmiddel: toegekeerd, zodat daar op functionele wijze de grootste afdichtingswerking wordt bereikt.

Om op eenvoudige wijze een inschuifcegrenzing voor de buis-einden en daardoor een precies bepaalde stand van die buiseinden in de verbindingshuls te verkrijgen, is het doelmatig om de kunst-25 stofmantel in het midden van de verbindingshuls met een uitstekende ringaanslag voor de buiseinden uit te rusten.

Kenmerkende details en voordelen van de uitvinding worden in de hieronder volgende beschrijving van een uitvoeringsvcorbeeld van de uitvinding aan de hand van de tekening toegelicht, Le 30 tekening toont een langsdoorsnede door de verbindingsinrichting volgens de uitvinding, waarbij in de bovenste helft de verbinding aan een buiseinde in de voltooide toestand, d.v.z. na het vastpersen van de vercindingshuls is weergegeven, terwijl de onderste helft aan een buiseinde de verbindingsinrichting voer het inschui-35 ven van het buiseinde en voor het vastpersen toont.

80 0 4 0 91 it

Met behulp van de verbindingsinrichting volgens de uitvinding moeten de beide geheel met kunststof bedekte gladde buiseinden 1 en 2 werden verbonden. De kunststoflaag is met het verwijzings-cijfer 3 aangeduid. Het buiseinde 2 is in de oorspronkelijke toe-5 stand weergegeven.

De verbindingsinrichting bezit een verbindingshuls it, die uit metaal bestaat en aan zijn einden tot ringgroeven 5 is verbreed.

De vedindingshuls it is over zijn totale binnenwand onder 10 opvulling van ringgroeven 5 met een kunst stofmantel 6 bekleed. De kunststof van deze kunststofmant el 6 is zodanig gekozen, dat zijn hardheid hoger is dan de hardheid van de kunststoflaag 3 van de buiseinden 1 en 2. Zoals in het bijzonder uit de onderste helft van de tekening blijkt, is de kunststofmantel 6 voor elk 15 op te nemen buiseinde, cok in zijn betreffende helften, over telkens een gedeelte 7 van zijn lengte met rondlopende ringribben 8 uitgerust, die telkens een naar het midden van de verbindingshuls h hellende zaagtandvormige dwarsdoorsnede hebben, zoals de tekening duidelijk toont. Op het andere, telkens naar het einde 20 van de verbindingshuls 4 toegekeerde gedeelte 9 van zijn lengte, in het uitveeringsvoorbeeld nagenoeg in het gebied van de ringgroeven 5, is de kunststofmantel verder met axiaal lopende uitsteeksels 10 uitgerust, die gelijkmatig over de omtrek verdeeld zijn opgesteld. Tenslotte is de kunststofmantel 6 in het midden 25 van de verbindingshuls U met een uitstekende ringaanslag 11 voor ded buiseinde 1 en 2 uitgerust.

Voor het maken van de verbinding worden de buiseinden 1 w CÏ cL ^"8 resp. 2 in de verbindingshuls geschoven n zij tegen de ringaanslag 11 van de kunststofmantel 6 aanliggen. Daartoe is de inwen-30 dige diameter van de verbindingshuls h en zijn de inwendige afmetingen van de kunststofmantel 6 volgens de onderste helft van de tekening zodanig gekozen, dat het betreffende buiseinde gemakkelijk kan worden ingeschoven. Daarna wordt met behulp van een geschikt werktuig, bijvoorbeeld met behulp van een hydraulische 35 tang, de verbindingshuls 4 zodanig op de buiseinden samengeperst, 800 4 0 91 dat, zoals in de bovenste helft van de tekening is weergegeven, de zaagtandvormige ringribbe 8 en de axiale uitsteeksels 10 van de harde kunststofmantel 6 in de zachtere kunststoflaag 3 van de buitenwand van de buiseinden 1 en 2 dringen. Daarna is reeds de 5 dichte en tegen axiale beweging en verdraaiing beveiligde verbin ding van de gladde buiseinden 1 en 2 teweeg gebracht.

800 4 0 01

Claims

1. Inrichting voor het vertinden van tvee gladde buis-einden, in het bijzonder van installatiebuizen,met een metalen verbindingshuls, die onderjtussen/voeging van afdichtingsmiddelen 5 door samenpersen met de buiseinden is verbonden, met het kenmerk, dat voor het verbinden van tenminste twee op de buitenwand met een laag kunststof (3) voorziene gladde buiseinden (1 en 2) de verbindingshuls (¾) op zijn binnenwand met een kunststofmantel (6) is uitgerust, waarvan de hardheid hoger is dan die van de 10 kunststoflaag (3) van de buiseinden (1 en 2), en dat deze kunststofmantel (ó) voor elk op te nemen buiseinde (1 en 2) op een gedeelte (7) van zijn lengte met rondlopende ringribben (8) en op een ander gedeelte (9) van zijn lengte met axiaal lopende uitsteeksels (10) is uitgerust, welke ringribben (8) en uitsteek-15 seis (10) bij het nagenoeg coaxiaal samenpersen van de verbindingshuls (b) in de kunststoflaag (3) van de buiseinden dringen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de ringribben (3) een naar het midden van de verbindingshuls (4) hellende zaagtandvormige dwarsdoorsnede hebben.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de axiaal lopende uitsteeksels (10) in het telkens naar het einde van de verbindingshuls (M gekeerde gedeelte (9) van de kunststofmantel (6) zijn opgesteld.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3 met het kenmerk, 25 dat de kunststofmantel (o) in het midden van de verbindingshuls (L) met een uitstekende ringaanslag (11) voor de buiseinden (1 en 2) is uitgerust.

5. Inrichting zoals weergegeven in de tekening en/'of besproken aan de hand daarvan. 800 4 0 91