NL8003993A

NL8003993A - Inrichting voor het verpakken van in een continue stroom toegevoerde voorwerpen.

Info

Publication number: NL8003993A
Application number: NL8003993A
Authority: NL
Original assignee: Tevopharm Schiedam Bv
Priority date: 1980-07-10
Filing date: 1980-07-10
Publication date: 1982-02-01
Also published as: NL180924B; NL180924C

Description

N.0. 28.677 * *'

Inrichting voor het verpakken van in een continue stroom toegevoerde voorwerpen.

De uitvinding betreft een inrichting voor het verpakken van voorwerpen of bundels voorwerpen, waarbij deze voorwerpen met tussenruimten in een continue stroom worden toegevoerd en continu worden omwikkeld door een velvormig verpakkingsmateriaal, omvattende middelen voor het met tus-5 sen ruimten continu toevoeren van de te verpakken voorwerpen, middelen voor het continu toevoeren van een doorlopende verpakkingsmateriaalbaan, middelen voor het om de voorwerpen heen wikkelen van dit materiaal onder het vormen van overlangse afdichtnaad-delen, middelen voor het met een bepaalde snelheid voortdrijven van de om de voorwerpen gevormde wikkel, 10 middelen voor het aan elkaar hechten van de overlangse afdichtnaad-delen, middelen voor het vormen van een dwarslopende afdichtnaad tussen de voorwerpen en het doorsnijden daarvan, en, op een vacuumbron aangesloten middelen voor het uit de gevormde wikkel zuigen van lucht, die in de bewegingsrichting gezien voor de middelen voor het om de voorwerpen heen 15 wikkelen van het verpakkingsmateriaal en achter de middelen voor het geheel aan elkaar hechten van de overlangse afdichtnaad-delen liggen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 78,00688.

Bij de bekende inrichting worden de middelen voor het uit de wikkel 20 zuigen van lucht gevormd door tenminste een zuigmondstuk, waarvan de monding tussen de overlangse afdichtnaad-delen kan grijpen, zodat deze delen aan weerskanten tegen de buitenkanten van het mondstuk aanliggen.

Dit mondstuk heeft het nadeel dat de overlangse afdichtnaad-delen kunnen ontsporen,terwijl bij het in werking stellen van de inrichting het 25 doorvoeren van het verpakkingsmateriaal lastig is.

Het doel van de uitvinding is een inrichting van het genoemde type te verschaffen die deze nadelen niet heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de inrichting volgens de uitvinding de middelen voor hdt uit de wikkel zuigen van lucht worden ge-30 vormd door tenminste een zuigkast omvattende een in wezen gesloten doosvormig orgaan waarin tenminste een evenwijdig met de bewegingsrichting lopende spleet is gevormd, waarin tenminste een van de overlangse afdichtnaad-delen kan worden opgenomen, zodat dit deel door de spleet heen naar binnen in de zuigkast uitsteekt.

35 Op deze wijze worden de overlangse afdichtnaad-delen goed geleid door de spleet, zodat zij niet kunnen ontsporen, terwijl bij het in werking stellen van de inrichting deze delen gemakkelijk door de spleet 800 3 9 93' - 2 - kunnen worden gevoerd.

Bij voorkeur heeft de zuigkast een in wezen rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de spleet in het naar de voorwerpen gerichte vlak is aangebracht, zodat de zuigkast tevens als drager van de voorwerpen kan 5 dienen.

De spleet kan daarbij volgens de overlangse middellijn van het genoemde vlak lopen waarbij uiteindelijk een uitstekende vinvormige overlangse afdichtnaad wordt gevormd, terwijl het ook mogelijk is dat de spleet langs een van de overlangse zijkanten van het genoemde vlak loopt, 10 waarbij uiteindelijk een platte overlangs lopende afdichtnaad wordt verkregen.

Voor bepaalde verpakkingsmaterialen is het noodzakelijk , teneinde een goed strak om de voorwerpen getrokken verpakking te verkrijgen, dat de overlangse afdichtnaad zo snel als mogelijk tenminste gedeeltelijk 15 tot stand wordt gebracht. Volgens de uitvinding kan ook hierin worden voorzien, doordat voor een zuigkast een stel, de overlangse afdichtnaad-delen tussen zich in grijpende rollen is aangebracht, waarvan slechts delen van het omtreksvlak kunnen worden verwarmd, zodat bij het doorlopen van dit stel rollen een onderbroken overlangse afdichtnaad wordt verkregen.

20 Bij het daarna langs de zuigkast lopen van de omhulling kan voldoende lucht uit deze omhulling worden gezogen via de nog open delen in de afdichtnaad.

De uitvinding wordt nader beschreven onder verwijzing naar de in de tekening genoemde uitvoeringsvoorbeelden.

25 Fig. 1 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 is een zijaanzicht van deze inrichting,

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2, en

Fig. 4 is een doorsnede door een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

30 De inrichting zoals getoond in figuren 1, 2 en 3 omvat verder niet getoonde middelen voor het met tussenruimten in de richting van de pijl 1 toevoeren van voorwerpen 2, in het getoonde geval bundels ronde koekjes. Via de leidrol 3 wordt een continue verpakkingsmateriaalbaan 4 vanaf een niet getoonde voorraadrol naar de vouwkast 5 geleid, waarin het verpak-35 kingsmateriaal tot een om de voorwerpen 2 Jopende wikkel 6 wordt gevormd met de overlangse afdichtnaad-delen 7 die langs de randen van de verpakkingsmateriaalbaan 4 lopen. Deze delen 7 worden gegrepen door het rollenpaar 8 die met een bepaalde snelheid tot rotatie worden gebracht en daarbij de wikkel 6 met de daarin opgesloten voorwerpen 2 met een 40 bepaalde snelheid voortdrijven.

800 3 9 93 - 3 - • > r

Een tweede stel aangedreven rollen 9 grijpen ook de delen 7 tussen zich in voor het voortdrijven van de wikkel 6, terwijl het derde stel rollen 10 verwarmbare rollen zijn waarmee de overlangse afdichtnaad-delen 7 aan elkaar kunnen worden gehecht voor het vormen van de overlangse afdicht-5 naad. Verder omvat de inrichting 2 op de roteerbare assen 11 aangebrachte afdichtstempels 12, die in de getoonde samenwerkende stand een dwars-lopende afdichtnaad tussen de voorwerpen 2 kunnen vormen, terwijl deze stempels tevens een mes 13 respectievelijk een aambeeld 14· omvatten waarmee de gevormde dwarslopende afdichtnaad kan worden doorsneden, zodat 10 uiteindelijk een verpakt voorwerp 2' wordt verkregen dat door de transportband 15 wordt afgevoerd.

Tussen de rollenparen 8 en 9 is een zuigkast 16 aangebracht, die via het buisstuk 16r met een niet getoonde vacuumbron is verbonden, en waarin in de bovenkant de overlangs lopende spleet 16'1 is gevormd, die de 15 overlangse afdichtnaad-delen 7 kan opnemen, zodat lucht uit de wikkel 6 kan worden gezogen. Een tweede zuigkast 17 met het op een vacuumbron aangesloten buisdeel 171 en een overlangse spleet 171' is tussen de rollenparen 2 en 10 aangebracht. Door middel van de zuigkasten 16 en 17 wordt voldoende lucht uit de wikkel 6 gezogen teneinde te voorkomen dat bij het 20 vormen van de dwarslopende afdichtnaad door middel van de afdichtstempels 12 door de dan optredende drukverhoging binnen de wikkel de reeds gevormde overlangse afdichtnaad openbarst of de verpakking 14 wordt opgeblazen.

Met het verwijzingscijfer 18 is een steunplaat aangegeven die wordt gedragen door het gestel 19. Deze steunplaat 18 kan echter in veel ge-25 vallen vervallen, aangezien de zuigkasten 16 en 17 tevens als drager voor de wikkel 6 met de daarin gelegen producten kunnen dienen.

Eventueel kan worden volstaan met slechts een stel rollen 8 of 9 en een zuigkast 16 of 17, terwijl ook meer dan twee rollenstellen 8, 9 en twee zuigkasten 16, 17 aanwezig kunnen zijn. Bij moeilijk te lassen 30 verpakkingsmaterialen kan de zuigkast 17 vervallen en ook het rollenstel 9 verwarmbare rollen hebben. Voor bepaalde verpakkingsmaterialen is het gunstig de rollen van het rollenpaar 9 met een gedeeltelijk verwarmbaar omtreksvlak uit te voeren, zodat na het doorlopen van deze rollen 9 een gedeeltelijk afgedichte overlangse naad wordt verkregen en in de zuigkast 35 17 lucht via de open delen in de overlangse afdichtnaad uit de wikkel kan worden gezogen.

Zoals getoond in figuur 4 kan of kunnen de zuigkast(en) 20 ook zijn voorzien van een uit het midden lopende gleuf 21 die slechts een deel 22 van de overlangse afdichtnaad opneemt, zodat uiteindelijk een vlakke over-40 langse afdichtnaad wordt verkregen, waarbij het deel 22 bij 23 aan de 800 3 9 93 - 4 - X *

V

onderkant van de wikkel 24 wordt gehecht. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de wikkel 24 met de daarin gelegen voorwerpen door middel van de bovenste band 25 zonder eind en de onderste banden 26 en 27 zonder eind voortgedreven, waarbij de bovenste band 25 door verend gemonteerde rollen 28 5 wordt ondersteund en de onderste banden 26 en 27 door de rollen respectievelijk 28 en 29.

Het is uiteraard ook mogelijk om in de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1, 2 en 3 banden toe te passen overeenkomstig de in figuur 4 getoonde banden 25, 26 en 27 in plaats van de aandrijfrollenparen 8 en 9.

800 3 9 93

Claims

1. Inrichting voor het verpakken van voorwerpen of bundels voorwerpen, waarbij deze voorwerpen met tussenruimten in een continue stroom worden toegevoerd en continu worden omwikkeld door een velvormig verpakkingsmateriaal, omvattende middelen voor het met tussenruimten continu 5 toevoeren van de te verpakken voorwerpen, middelen voor het continu toevoeren van een doorlopende verpakkingsmateriaalbaan, middelen voor het om de voorwerpen heen wikkelen van dit materiaal onder het vormen van afdichtnaad-delen, middelen voor het met een bepaalde snelheid voortdrijven van de om de voorwerpen gevormde wikkel, middelen voor het aan 10 elkaar hechten van de overlangse afdichtnaad-delen, middelen voor het vormen van een dwarslopende afdichtnaad tussen de voorwerpen en het doorsnijden daarvan, en, op een vacuumbron aangesloten middelen voor het uit de gevormde wikkel zuigen van lucht, die in de bewegingsrichting gezien voor de middelen voor het om de voorwerpen heen wikkelen van het 15 verpakkingsmateriaal en achter de middelen voor het geheel aan elkaar hechten van de overlangse afdichtnaad-delen liggen, met het kenmerk, dat de middelen voor het uit de wikkel zuigen van lucht worden gevormd door tenminste een zuigkast omvattende een in wezen gesloten doosvormig orgaan waarin tenminste een evenwijdig met de beweging-20 richting lopende spleet is gevormd, waarin tenminste van de overlangse .afdichtingsnaad-delen kan worden opgenomen,-zodat dit deel door de spleet heen naar binnen in de zuigkast uitsteekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zuigkast in wezen een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft en de 25 spleet in het naar de voorwerpen gerichte vlak is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de spleet volgens de overlangse middellijn van het genoemde vlak loopt.

4.Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat 30 de spleet langs een van de overlangse zijkanten van het genoemde vlak loopt.

5. Inrichting volgens conclusies 1-3 waarbij de middelen voor het aan elkaar hechten van de overlangse overlappingsnaad-delen van de omhulling worden gevormd door tenminste een stel, de overlangse overlap-35 pingsnaad-delen tussen zich in grijpende verwarmbare rollen, met het kenmerk, dat voor een zuigkast een stel rollen is aangebracht waarvan slechts delen van het omtreksvlak kunnen worden verwarmd. 8003993