NL8003555A

NL8003555A - Rubbish sack filling machine - has sleeve movable into sack and accommodating pressure-operated ram

Info

Publication number: NL8003555A
Application number: NL8003555A
Authority: NL
Original assignee: Ir Gerardus Johannes Antonius
Priority date: 1980-06-19
Filing date: 1980-06-19
Publication date: 1982-01-18

Abstract

The mechanism fills a sack with rubbish, and has a frame with an inlet (3) for the rubbish (51), and a holder (15) securing the sack (4) in position in relation to the inlet. A pressure sleeve (6) is movable by a mechanism (60,61) in the frame in and out of the sack, while a pressure-operated rubbish compression ram (65) in turn works inside the sleeve. The sack can be positioned by means of a truck, which can be wheeled in and out of the frame, there being locking devices and supports in the latter engaging with the truck.

Description

T tJ/AS/Scheper/2 * "Inrichting voor het met afval vullen van een afvalzak”T tJ / AS / Scheper / 2 * "Device for filling a refuse bag with waste"

De uitvinding betreft een inrichting voor het met afval vullen van een afvalzak.The invention relates to a device for filling a waste bag with waste.

Bij instellingen die relatief veel afval produceren, zoals restaurants, ziekenhuizen, supermarkten 5 en dergelijke, levert de opslag van het afval tussen de tijdstippen, waarop dit opgehaald wordt, vaak ruimteproblemen op. Het gevolg hiervan is, dat het afval opgestapeld wordt op daarvoor niet bestemde plaatsen. Hierdoor kan gemakkelijk overlast optreden voor omwonenden en passanten.At institutions that produce a relatively large amount of waste, such as restaurants, hospitals, supermarkets and the like, the storage of the waste between the times at which it is collected often causes space problems. The consequence of this is that the waste is piled up in places not intended for this. This can easily cause nuisance for local residents and passers-by.

10 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, die voor deze problemen een oplossing biedt.The object of the invention is to provide a device of the type described in the preamble, which offers a solution to these problems.

Hiertoe omvat een dergelijke inrichting volgens de uitvinding een gestel, een aan het gestel aangebrachte 15 afvalinlaat, met het gestel verbonden positioneringsmiddelen voor het ten opzichte van de inlaat in een opneemruimte positioneren van een afvalzak, een door verplaatsingsmiddelen . tot in de opneemruimte en daaruit beweegbaar met het gestel verbonden afval en belastingen opnemende perskoker en een 20 door persmiddelen beweegbaar in de perskoker aangebracht persorgaan.To this end, such a device according to the invention comprises a frame, a waste inlet arranged on the frame, positioning means connected to the frame for positioning a waste bag relative to the inlet in a receiving space, one by moving means. into a receiving space and from this press sleeve which is movably connected to the frame connected to waste and loads and a pressing member movably arranged in the pressing sleeve by means of pressing means.

Het afval kan met de stationair opgestelde inrichting volgens de uitvinding direct nabij de plaats waar het geproduceerd wordt telkens reeds in kleine hoeveel-25 heden worden samengeperst, en in samengeperste toestand in de afvalzak worden bewaard, tot het opgehaald wordt. Hierdoor ontstaat door het toepassen van de uitvinding een grote ruimtewinst.With the stationary arrangement according to the invention, the waste can already be compacted in small quantities in each case immediately near the place where it is produced, and stored in the waste bag in a compressed state until it is collected. This results in a great gain in space by applying the invention.

Wanneer de positioneringsmiddelen een aan het 30 gestel en daaruit verrijdbare wagen omvatten, kan de afvalzak bijzonder gemakkelijk in de inrichting worden gebracht, 800 3 5 55 -2- * Ir . en de gevulde zak naar de tijdelijke bewaarplaats worden getransporteerd.When the positioning means comprise a trolley on the frame and movable therefrom, the waste bag can be introduced into the device particularly easily, 800 3 5 55 -2- * Ir. and the filled bag is transported to the temporary storage location.

Veel afval, en met name afval van voedingsmiddelen, bevat vocht. Bij het samenpersen van dit afval 5 komt dit vocht vrij. Door nu volgens de uitvinding de inrichting te voorzien van afvoermiddelen voor het uitgeperste vocht, kan dit afzonderlijk worden afgevoerd. Het totale gewicht en volume van het in zakken af te voeren afval wordt hierdoor beperkt.Much waste, especially food waste, contains moisture. This moisture is released when this waste is compressed. By now according to the invention providing the device with discharge means for the squeezed moisture, this can be removed separately. This reduces the total weight and volume of the waste to be removed in bags.

. 10 Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeel-den daarvan, aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.. Further advantages and features of the invention will become apparent from the following description of exemplary embodiments thereof, with reference to the annexed drawings.

Fig. 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in langsdoorsnede; 15 fig. 2 is een perspektivisch aanzicht van het onderste gedeelte van de inrichting van fig. 1, met weggebroken delen; fig. 3 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede van de inrichting, in een andere bedrijfstoestand; 20 fig. 4 is een met fig. 1 en 3 overeenkomende doorsnede van de inrichting in weer een andere bedrijfs-toestand;Fig. 1 shows a longitudinal section of a preferred embodiment of a device according to the invention; Fig. 2 is a perspective view of the lower part of the device of Fig. 1, with parts broken away; FIG. 3 is a cross-sectional view corresponding to FIG. 1 in another operating state; FIG. 4 is a sectional view corresponding to FIGS. 1 and 3 of the device in yet another operating condition;

fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-VFig. 5 is a section on line V-V

in fig. 3; 25 fig. 6 is een met fig. 5 overeenkomende door snede van een andere uitvoeringsvorm; en fig. 7 is een schakelschema van de inrichting.in fig. 3; Fig. 6 is a section corresponding to Fig. 5 of another embodiment; and FIG. 7 is a circuit diagram of the device.

De inrichting 1 omvat een gestel 2 in de vorm van een kast in een stijve doosconstructie, een afvalopening 30 3 in het gestel 2, een perskoker 6, een persorgaan 7 en positioneringsmiddelen voor een afvalzak 4. De positionerings-middelen voor de afvalzak 4 worden in dit uitvoeringsvoor-beeld gevormd door een wagen 10 en een ondersteunings- en vergrendelinrichting 25 voor de wagen 10.The device 1 comprises a frame 2 in the form of a box in a rigid box construction, a waste opening 3 in the frame 2, a pressing sleeve 6, a pressing member 7 and positioning means for a waste bag 4. The positioning means for the waste bag 4 are in this exemplary embodiment formed by a carriage 10 and a support and locking device 25 for the carriage 10.

35 De wagen 10 omvat een bodemplaat 12, op de bodemplaat 12 gemonteerde wielen 19, een aan de bodemplaat 12 bevestigde en van' een duwboom 18 voorziene voorplaat 13, en een draagconstructie 14 voor een afvalzak 4. De draag- 800 3 δ 35 'f -3- constructie 14 omvat een vast achterste houderdeel 16 en een door middel van een scharnier 17 zwenkbaar daarmee verbonden voorste houderdeel 15. De zak 4 wordt met de bovenrand over de beide houderdelen 15, 16 aangebracht.The trolley 10 comprises a bottom plate 12, wheels 19 mounted on the bottom plate 12, a front plate 13 fixed to the bottom plate 12 and provided with a handle 18, and a carrying construction 14 for a waste bag 4. The carrying 800 3 δ 35 ' construction 14 comprises a fixed rear container part 16 and a front container part 15 pivotally connected thereto by means of a hinge 17. The bag 4 is arranged with the top edge over the two container parts 15, 16.

5 In'dit uitvoeringsvoorbeeld is de wagen 10 voorzien van een op zichzelf bekende wurginrichting 20. De wurginrichting 20 dient voor het dichtbinden van een volle zak 4 met binddraad 22 van een haspel 21 daarvan. De wurginrichting 20 kan op bekende wijze de binddraad 22 door het kanaal 23 in de 10 beide houderdelen 15, 16 leiden en daarna aantrekken, om de zak 4 dicht te binden.In this exemplary embodiment, the trolley 10 is provided with a strangling device 20 known per se. The strangling device 20 serves to tie up a full bag 4 with binding thread 22 of a reel 21 thereof. The strangling device 20 can in a known manner guide the binding wire 22 through the channel 23 into the two holder parts 15, 16 and then tighten it to bind the bag 4 closed.

Wanneer de afvalzak 4 op de in fig. 1 getoonde wijze aangebracht is op de beide houderdelen 15, 16, kan de wagen 10 met de afvalzak 4 in de opneemruimte 11 van de 15 inrichting 1 xvorden gereden. Als de wagen ver genoeg in de inrichting 1 naar binnen gereden is, dat deze in contact kan komen met een niet-getoonde sensor, zoals bijvoorbeeld een microschakelaar, grijpt de ondersteunings- en vergrendel-inrichting 25 de wagen 10 aan, om deze in de inrichting 1 20 vast te zetten en te ondersteunen.When the waste bag 4 is arranged on the two container parts 15, 16 in the manner shown in Fig. 1, the trolley 10 with the waste bag 4 can be driven once in the receiving space 11 of the device. When the carriage has entered far enough into the device 1 that it can come into contact with a sensor (not shown), such as, for example, a microswitch, the support and locking device 25 engages the carriage 10 to insert it into the secure and support device 1 20.

De ondersteunings- en vergrendelinrichting 25 omvat een door hydraulische vijzels 30 beweegbaar draagfreem 33. De hydraulische vijzels 30 zijn enerzijds door middel van een zwenklager 32 zwenkbaar met een aan het gestel 2 25 bevestigde steun 31 verbonden, en anderzijds door middel van een lager 36 zwenkbaar met een draagfreem 33. Het draagfreem 33 bestaat uit twee armen 45, die door middel van een verbindingsstang 37 met elkaar zijn verbonden. De armen 45 zijn voorzien van een langwerpige sleuf 34, waarin 30 zich een met een steun 38 verbonden schuiflagerpen 35 uitstrekt. Op elke arm 45 van het draagfreem 33 zijn twee nokken 39 aangebracht, die in aangrijping kunnen komen met de bodemplaat 12 van de wagen 10.The supporting and locking device 25 comprises a supporting frame 33 movable by hydraulic jacks 30. The hydraulic jacks 30 are pivotally connected on the one hand by means of a pivot bearing 32 to a support 31 fixed to the frame 2, and on the other hand pivotable by means of a bearing 36 with a carrying frame 33. The carrying frame 33 consists of two arms 45, which are connected to each other by means of a connecting rod 37. The arms 45 are provided with an elongated slot 34, in which a sliding bearing pin 35 connected to a support 38 extends. Two cams 39 are arranged on each arm 45 of the supporting frame 33, which can engage with the bottom plate 12 of the trolley 10.

Wanneer de wagen 10 in de opneemruimte 11 van 35 de inrichting 1 naar binnen gereden moet worden, bevindt de ondersteuningsinrichting 25 zich in de in fig. 1 getoonde stand, waarbij de hydraulische vijzels 30 ingeschoven zijn.When the trolley 10 has to be driven into the receiving space 11 of the device 1, the supporting device 25 is in the position shown in fig. 1, wherein the hydraulic jacks 30 are retracted.

De wagen 10 wordt dan in de inrichting 1 naar binnen gereden, 800 3 5 55 -4-The trolley 10 is then driven into the device 1, 800 3 5 55 -4-

♦ V♦ Q

waarbij de wielen 19 de uitsparingen 40 passeren. Zodra de eerder genoemde sensor detecteert dat de wagen 10 ver genoeg in de inrichting 1 naar binnen gereden is, wordt de ondersteunings- en vergrendelinrichting 25 geactiveerd.the wheels 19 passing through the recesses 40. As soon as the aforementioned sensor detects that the carriage 10 has entered the device 1 far enough, the support and locking device 25 is activated.

5 De vijzels 30 schuiven daardoor uit en doen het draagfreem 33 om de pennen 35 kantelen. Daardoor komen de nokken 39 die zich aan de zijde van het draagfreem 33 nabij de ver-bindingsstang 37 bevinden, in aangrijping met de bodemplaat 12 van de wagen 10. Bij het verder uitschuiven van de 10 hydraulische vijzels 30 wordt de wagen 10 door deze nokken 39 opgetild. Zodra de voorste nokken 39 eveneens met de bodemplaat 12 van de wagen 10 in contact zijn, kantelt het draagfreem 33 niet verder maar wordt dit door de hydraulische vijzels 30 over de schuiflagerpennen 35 in de inrich-15 ting naar achteren bewogen. Hierbij wordt de wagen 10 naar binnen getrokken, totdat een zijrand van de voorplaat 13 aanligt tegen de voorwand 26 van de inrichting 1. De hydraulische vijzels 30 worden onder druk gehouden, en doordat de nokken 39 van het draagfreem 33 nokken 27 onderaan de 20 bodemplaat 12 van de vragen 10 aangrijpen, blijft de wagen 10 in de inrichting vergrendeld. Zoals werd beschreven, werd de wagen 10 door de ondersteuningsinrichting 25 enigszins omhoog bewogen, waardoor de wielen 19 niet meer met de bodem in contact zijn. De in een latere fase op de 25 bodemplaat 12 door het persorgaan 7 uitgeoefende belasting, wordt dus niet door de wielen 19 opgenomen, maar door het draagfreem 33 en de lagerpennen 35 van de ondersteuningsinrichting 25 (zie fig. 2-4).The augers 30 thereby slide out and cause the carrying frame 33 to tilt about the pins 35. As a result, the cams 39 which are located on the side of the supporting frame 33 near the connecting rod 37 engage with the bottom plate 12 of the trolley 10. When the hydraulic jacks 30 are extended further, the trolley 10 is moved by these cams 39 lifted. As soon as the front cams 39 are also in contact with the bottom plate 12 of the carriage 10, the support frame 33 does not tilt any further, but is moved backwards by the hydraulic jacks 30 over the sliding bearing pins 35 in the device. Hereby the carriage 10 is pulled in until a side edge of the front plate 13 rests against the front wall 26 of the device 1. The hydraulic jacks 30 are kept under pressure, and because the cams 39 of the carrying frame 33 cams 27 at the bottom of the bottom plate 12 of the questions 10 engage, the carriage 10 remains locked in the device. As described, the carriage 10 was raised slightly by the support device 25, so that the wheels 19 are no longer in contact with the ground. The load exerted on the bottom plate 12 by the pressing member 7 at a later stage is thus not absorbed by the wheels 19, but by the carrying frame 33 and the bearing pins 35 of the supporting device 25 (see Figs. 2-4).

Wanneer de wagen 10 door de ondersteunings- en 30 vergrendelinrichting 25 in de inrichting 1 is vergrendeld, wordt de perskoker 6 door de verplaatsingsmiddelen 8 daarvan in de opneemruimte 11 naar beneden bewogen, waar zich de op de wagen 10 aangebrachte afvalzak 4 bevindt. De perskoker 6 wordt dus in de zak gestoken. De verplaatsingsmiddelen 8 . 35 omvatten· in dit uitvoeringsvoorbeeld een met het gestel 2 verbonden cilinder 60 van een hydraulische vijzel, waarvan de zuigstang 61 via een lager 62 gekoppeld is met een aan de perskoker 6 bevestigde steun 63.When the trolley 10 is locked in the device 1 by the supporting and locking device 25, the pressing sleeve 6 is moved downwards by the displacement means 8 thereof into the receiving space 11, where the waste bag 4 arranged on the trolley 10 is located. The press sleeve 6 is thus put into the bag. The displacement means 8. 35 in this exemplary embodiment comprise a cylinder 60 of a hydraulic jack connected to the frame 2, the suction rod 61 of which is coupled via a bearing 62 to a support 63 fixed to the pressing sleeve 6.

800 3 5 55 • / * -5-800 3 5 55 • / * -5-

De afvalinlaat 3 omvat afsluitmiddelen in de vorm van een klep 52 en blokkeringsmiddelen in de vorm van een schuif 55 die over de klep 52 dichtgeschoven kan worden. In de perskoker 6 is een opening 53 aangebracht, via welke 5 door de inlaat 3 naar binnen geworpen afval 51 in het zich in de afvalzak 4 bevindende gedeelte van de perskoker 6 kan bewegen. Wanneer een hoeveelheid afval 51 in de perskoker 6 is gebracht, worden de persmiddelen 9 van het persorgaan 7 geactiveerd, om dit afval samen te persen. De pers-10 middelen 9 omvatten een hydraulische vijzel, waarvan de cilinder 64 aan het gestel 2 is bevestigd en de zuigerstang 65 met het persorgaan 7 is verbonden. Door olie onder druk aan de cilinder 64 toe te voeren, wordt het persorgaan 7 naar beneden bewogen-, en komt in contact met het af val 51.The waste inlet 3 comprises valve 52 closing means and slider 55 locking means which can be slid over valve 52. An opening 53 is provided in the pressing sleeve 6, through which waste 51 thrown in by the inlet 3 can move into the part of the pressing sleeve 6 located in the waste bag 4. When an amount of waste 51 has been introduced into the press tube 6, the pressing means 9 of the pressing member 7 are activated to compress this waste. The pressing means 9 comprise a hydraulic jack, the cylinder 64 of which is attached to the frame 2 and the piston rod 65 is connected to the pressing member 7. By supplying oil under pressure to the cylinder 64, the pressing member 7 is moved downwards and comes into contact with the waste 51.

15 Deze stand, waarin het persorgaan 7 naar beneden bewogen is om het afval 51 in de perskoker 6 samen te drukken, wordt in fig. 4 getoond. Het afval 51 kan een hoeveelheid vocht bevatten dat bij het samenpersen vrij komt. Volgens de uitvinding wordt dit vocht afzonderlijk afgevoerd.This position, in which the pressing member 7 has been moved downwards to compress the waste 51 in the pressing sleeve 6, is shown in Fig. 4. The waste 51 can contain an amount of moisture which is released during compression. According to the invention, this moisture is removed separately.

20 Hiertoe omvat de perskoker 6 een holle rand 46 die via openingen 47 in de wand van de perskoker 6 in verbinding staat met het inwendigs van de perskoker 6. De holle rand 46 is via aansluitmiddelen 48 met een in dit voorbeeld door een reservoir 49 gevormde afvoer verbonden. Bij het samen-25 persen ontwijkt het vocht volgens de pijlen 54 tussen het persorgaan 7 en de perskoker 6 en via de openingen 47 in de wand van de perskoker 6 tot in de holle rand 46. Het reservoir 49 is voorzien van een trechter 50, waarin de buis 48 naar binnen kan bewegen, wanneer de perskoker 6 30 uit de in fig. 1 getoonde hoogste stand naar de in fig. 3 en 4 getoonde stand in de afvalzak 4 wordt bewogen. In plaats van een buis 48 kan ook een buigzame slang worden toegepast, die vast met de afvoer kan worden verbonden.For this purpose, the press sleeve 6 comprises a hollow edge 46 which communicates via openings 47 in the wall of the press sleeve 6 with the interior of the press sleeve 6. The hollow edge 46 is formed via connecting means 48 with a reservoir 49 in this example. drain connected. When compressed, the moisture escapes according to the arrows 54 between the pressing member 7 and the pressing sleeve 6 and through the openings 47 in the wall of the pressing sleeve 6 into the hollow edge 46. The reservoir 49 is provided with a funnel 50, into which the tube 48 can move in when the press sleeve 6 is moved from the highest position shown in fig. 1 to the position shown in fig. 3 and 4 in the waste bag 4. Instead of a tube 48, a flexible hose can also be used, which can be fixedly connected to the drain.

In plaats van met een reservoir 49 kunnen de aansluitmiddelen 35 48 ook direct met de riolering zijn verbonden.Instead of a reservoir 49, the connecting means 48 can also be directly connected to the sewer.

Zoals in de figuren en in het bijzonder in fig. 5 wordt getoond, zijn aan de perskoker 6 schermen 43 gevormd, die zorgen voor een goede aansluiting van de ope- 800 3 5 55 v v -6- ning 53 in de perskoker 6 aan de inlaat 3 van de inrichting 1. Hierdoor kan geen afval 51 op ongewenste plaatsen terecht komen.As shown in the figures and in particular in Fig. 5, screens 43 are formed on the press sleeve 6, which ensure a good connection of the opening 53 in the press sleeve 6 to the inlet 3 of the device 1. As a result, no waste 51 can end up in undesired places.

Een andere mogelijke vorm van de doorsnede van 5 de perskoker 106 wordt in fig. 6 getoond. Deze doorsnede is D-vormig. Hierdoor wordt een goede aansluiting van de perskoker aan de inlaat 3 bereikt, en bovendien kan op deze wijze de perskoker 106 met dezelfde hoogte een grotere inhoud hebben. De holle rand 146 is in dit geval eveneens 10 D-vormig, maar werkt verder op dezelfde wijze als hierboven werd beschreven aan de hand van de voorgaande figuren.Another possible cross-sectional shape of the press sleeve 106 is shown in FIG. This cross section is D-shaped. Hereby a good connection of the press sleeve to the inlet 3 is achieved, and moreover in this way the press sleeve 106 with the same height can have a larger volume. The hollow edge 146 in this case is also 10 D-shaped, but further operates in the same manner as described above with reference to the previous figures.

De werking van de inrichting 1 zal hierna uiteengezet worden aan de hand van een beschrijving van fig. 7.The operation of the device 1 will be explained below with reference to a description of Fig. 7.

In fig. 7 zijn de hydraulische cilinders 30, 60 15 en 64 van resp. de ondersteuningsinrichting 25, de ver-plaatsingsmiddelen 8 en de persmiddelen 9 te herkennen. Bovendien zijn in deze figuren aangegeven een hoofdschakelaar 69, een sensor 70 voor de wagen 10, resp. door de afvalklep 52 en de blokkeringsschuif 55 bediende hydrau-20 lische kleppen 80 en 77, en door een nok 79 op de zuiger-stang 65 en een daarmee samenwerkende hydraulische klep 83 gevormde detectiemiddelen voor het detecteren van de gevulde toestand van de afvalzak. De in fig. 7 getoonde toestand is een rusttoestand van de inrichting 1, waarin geen wagen '25 10 met afvalzak 4 aanwezig is, de perskoker 6 en het per- orgaan 7 in de omhoog bewogen stand staan, en de afvalklep 52 en de blokkeringsschuif 55 beide gesloten zijn.In fig. 7 the hydraulic cylinders 30, 60, 15 and 64 of resp. recognize the supporting device 25, the displacing means 8 and the pressing means 9. In addition, in these figures a main switch 69, a sensor 70 for the trolley 10, respectively, are indicated. hydraulic valves 80 and 77 operated by the waste valve 52 and the blocking slide 55, and detection means formed by a cam 79 on the piston rod 65 and a hydraulic valve 83 cooperating therewith for detecting the filled state of the waste bag. The state shown in fig. 7 is a rest state of the device 1, in which no trolley '25 with waste bag 4 is present, the press sleeve 6 and the member 7 are in the raised position, and the waste valve 52 and the blocking slide 55 both are closed.

Via de hoofdschakelaar 69 wordt olie onder druk toegevoerd. Wanneer nu een wagen 10, voorzien van een afval-30 zak 4 in de opneemruimte 11 van de inrichting 1 naar binnen wordt gereden, komt deze wagen 10 op een gegeven moment in aanraking met de sensor 70, waardoor de stand daarvan wordt versteld. Het gevolg is, dat via de sensor 70 olie onder druk toegevoerd wordt naar het omzetmechanisme van 35 de twee-standen-klep 71. Hierdoor wordt olie onder druk naar de cilinder 30 toegevoerd op zodanige wijze, dat deze uitgeschoven wordt. Wanneer de zuiger van de cilinder 30 geheel naar buiten is bewogen en de wagen 10 daardoor in de inrich- 800 3 5 55 -7- * k ting vergrendeld en ondersteund is, neemt de druk in de leiding 84 toe. De druk neemt zover toe tot de klep 72 zich opent en olie onder druk toevoert aan de twee-standen-klep 74. De twee-standen-klep 74 wordt hierdoor omgezet 5 en de daardoor bestuurde cilinder 60 wordt boven de zuiger van olie voorzien, waardoor de zuigerstang 61 naar beneden beweegt en de daarmee verbonden perskoker 6 in de afvalzak 4 naar binnen beweegt. De inrichting is nu gereed voor gebruik.Oil is supplied under pressure via the main switch 69. When a trolley 10, provided with a waste bag 4, is now driven into the receiving space 11 of the device 1, this trolley 10 comes into contact with the sensor 70 at some point, whereby the position thereof is adjusted. As a result, pressurized oil is supplied to the conversion mechanism of the two-position valve 71 via the sensor 70. This pressurizes oil to the cylinder 30 in such a manner that it is extended. When the piston of the cylinder 30 is moved completely outward and the carriage 10 is thereby locked and supported in the device, the pressure in the line 84 increases. The pressure increases until valve 72 opens and supplies pressurized oil to the two-position valve 74. The two-position valve 74 is hereby converted and the cylinder 60 thereby controlled is oiled above the piston, whereby the piston rod 61 moves downwards and the associated pressing sleeve 6 moves into the waste bag 4. The device is now ready for use.

: Door de blokkeringsschuif 55 en de afvalklep 52 te openen, 10 kan nu afval 51 in de perskoker worden geworpen. Door het openen van de afvalklep 52 wordt de daardoor bediende veerbelaste hydraulische klep 80 naar links bewogen, waardoor stuurolie toegevoerd wordt aan de twee-standen-klep 81, die daardoor wordt omgezet. Hoewel deze klep 81 de cilinder 15 64 van het persorgaan 7 bestuurt, wordt het persorgaan nog niet bewogen, omdat de klep 80 de oliestroom naar de cilinder 64 heeft onderbroken. Zodra de afvalklep 52 wordt gesloten, wordt de klep 80 weer tegen de druk van de veer in verschoven, en wordt de verbinding van dè olietoevoer 20 naar de cilinder 64 hersteld. De zuigerstang 79 van de cilinder 64 beweegt daardoor naar beneden en perst het in de perskoker geworpen afval samen. Aan de cilinder 64 wordt olie toegevoerd zolang de druk in de leiding 85 niet de met de klep 82 ingestelde waarde overschrijdt. Zodra de 25 ingestelde persdruk wordt bereikt, die in een gunstig uitvoeringsgeval bijvoorbeeld.40 kN kan zijn, opent de over-drukklep· 82 zich. Via de klep 82 en de detectieklep 83 stroomt nu olie naar de onderzijde van de twee-standen-schuif 8i, die daarop wordt teruggesteld. Hierdoor wordt 30 olie onder druk aan de onderzijde van de zuiger in de cilinder 64 toegevoerd, zodat het persorgaan 7 weer omhoog wordt bewogen. Door de afvalklep 52 te openen, kan nu opnieuw afval in de perskoker worden geworpen, dat na het sluiten van de afvalklep 52 op de bovenbeschreven wijze 35 weer samengeperst zal worden. Deze cyclus kan worden herhaald tot afvalzak 4 gevuld is. Dit wordt gedetecteerd, doordat de zuigerstang 65 een zodanige stand heeft wanneer de met de klep 82 ingestelde druk in de cilinder 64 wordt 800 3 5 55 -8- bereikt, dat de nok 79 de detectieklep 83 indrukt. De via de klep 82 naar de klep 83 stromende olie wordt nu niet doorgeleid naar de twee-standen-schuif 81 om het persorgaan 7 weer omhoog te laten bewegen, maar naar een schakelaar 5 86 geleid, die een signaleringslamp 87 doet branden. Het persorgaan 7 blijft dus in contact met het afval 51 in de perskoker 6. Gelijktijdig met het gaan branden van de lamp 87, wordt de klep 76 in de stand naar rechts gedrukt, waarin de leidingen 88 en 89 met elkaar zijn verbonden.By opening the blocking slide 55 and the waste valve 52, waste 51 can now be thrown into the press tube. By opening the waste valve 52, the spring-loaded hydraulic valve 80 actuated thereby is moved to the left, whereby control oil is supplied to the two-position valve 81, which is thereby converted. Although this valve 81 controls the cylinder 15 of the pressing member 7, the pressing member is not yet moved because the valve 80 has interrupted the flow of oil to the cylinder 64. As soon as the waste valve 52 is closed, the valve 80 is shifted again against the pressure of the spring, and the connection of the oil supply 20 to the cylinder 64 is restored. The piston rod 79 of the cylinder 64 thereby moves downwards and compresses the waste thrown into the baling tube. Oil is supplied to the cylinder 64 as long as the pressure in the line 85 does not exceed the value set with the valve 82. As soon as the set discharge pressure is reached, which in a favorable embodiment can be, for example, 40 kN, the overpressure valve · 82 opens. Oil now flows via the valve 82 and the detection valve 83 to the bottom of the two-position slide 8i, which is reset thereon. As a result, oil under pressure is supplied to the bottom of the piston in the cylinder 64, so that the pressing member 7 is moved upwards again. By opening the waste valve 52, waste can now again be thrown into the press tube, which will be compressed again after closing the waste valve 52 in the manner described above. This cycle can be repeated until waste bag 4 is filled. This is detected in that the piston rod 65 has such a position when the pressure set with the valve 82 in the cylinder 64 is reached that the cam 79 depresses the detection valve 83. The oil flowing via the valve 82 to the valve 83 is now not passed on to the two-position slide 81 to cause the pressing member 7 to rise again, but to a switch 5 86, which lights a signaling lamp 87. Thus, the pressing member 7 remains in contact with the debris 51 in the pressing sleeve 6. Simultaneously with the lamp 87 going on, the valve 76 is pushed to the right position in which the lines 88 and 89 are connected to each other.

10 De lamp 87 geeft aan, dat de afvalzak 4 geheel gevuld is en uit de inrichting verwijderd moet worden. Hiertoe sluit men de blokkeringsschuif 55, waarbij de klep 77 weer in de getekende stand wordt geplaatst, en dus olie onder druk in de leiding 88 en via de klep 76 in de leiding 89 kan 15 stromen. Dit heeft in de eerste plaats tot gevolg, dat de afsluitklep 73 de olietoevoer naar de leiding 84 onderbreekt, waardoor de veerbelaste klep 74 teruggesteld wordt en de perskoker 6 door de zuigerstang 61 teruggetrokken wordt. Via de restrictie 90 stroomt eveneens olie naar de 20 onderzijde van de twee-standen-schuif 81. De restrictie 90 wordt zodanig ingesteld, dat de klep 81 pas omgaat om het persorgaan 7 omhoog te laten bewegen, als de perskoker 6 geheel omhoog bewogen is. Ook stroomt olie via de restrictie 91 naar de onderzijde van de twee-standen-25 schuif 71, waardoor de cilinder 30 ingeschoven wordt.The lamp 87 indicates that the waste bag 4 is completely filled and must be removed from the device. To this end, the blocking slide 55 is closed, whereby the valve 77 is again placed in the drawn position, so that oil under pressure can flow into the line 88 and through the valve 76 into the line 89. In the first place, this results in the shut-off valve 73 interrupting the oil supply to the line 84, whereby the spring-loaded valve 74 is reset and the delivery sleeve 6 is retracted by the piston rod 61. Oil also flows via the restriction 90 to the bottom of the two-position slide 81. The restriction 90 is adjusted in such a way that the valve 81 only turns around to cause the pressing member 7 to move up when the pressing sleeve 6 has been moved up completely. . Oil also flows via the restriction 91 to the bottom of the two-position slide 71, whereby the cylinder 30 is pushed in.

De restrictie 91 wordt zodanig ingesteld, dat deze werking • pas plaatsvindt nadat het persorgaan omhoog bewogen is. Wanneer de zuiger van de cilinder 30 geheel ingeschoven is, neemt de druk in de leiding 92 toe, tot de met de klep 75 3Q ingestelde waarde. Wanneer deze waarde is bereikt, opent de klep 75 zich en wordt de klep 76 weer teruggesteld tot de in fig. 7 getoonde stand. De wagen 10 is nu door de ondersteuningsinrichting 25 vrij gegeven en kan uit de inrichting 1 worden gereden. Alle elementen van het bestu-35 ringssysteem hebben dan weer de in fig. 7 getoonde standen ingenomen, en de inrichting 1 is gereed om opnieuw een van een afvalzak 4 voorziene wagen 10 op te nemen.The restriction 91 is adjusted such that this action only takes place after the pressing member has been moved upwards. When the piston of the cylinder 30 is fully retracted, the pressure in the line 92 increases to the value set with the valve 75Q. When this value is reached, valve 75 opens and valve 76 is reset to the position shown in Figure 7. The trolley 10 is now released by the support device 25 and can be driven out of the device 1. All elements of the control system, in turn, have assumed the positions shown in Fig. 7, and the device 1 is ready to receive again a trolley 10 provided with a waste bag 4.

Het hierboven beschreyen besturingssysteem is 800 3 5 55 -9- slechts een voorbeeld van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen. In plaats van een hydraulisch systeem kan ook gebruik gemaakt worden van een pneumatisch systeem. Ook kan in plaats van een geheel hydraulisch systeem bijvoorbeeld 5 een gecombineerd elektrisch-hydraulisch systeem worden toegepast.The control system described above is 800 3 5 55 -9- only an example of a number of possible embodiments. Instead of a hydraulic system, a pneumatic system can also be used. Instead of a complete hydraulic system, for example, a combined electric-hydraulic system can also be used.

De beschreven inrichting is zodanig, dat alle •· werkingen, zoals het vergrendelen van de wagen 10, het neerlaten van de perskoker 6, het samenpersen van het. afval 51 10 enzovoorts, automatisch geschieden zonder dat daarvoor knoppen hoeven te worden bediend. In de hierboven beschreven uitvoeringsvorm werd het verwijderen van de afvalzak 4 uit - f de inrichting 1 mcgelijk gemaakt door het sluiten van de blokkeringsschuif 55. Het is echter ook mogelijk om dit 15 automatisch te laten geschieden, wanneer de detectiemiddelen gedetecteerd hebben dat de afvalzak geheel gevuld is.The described device is such that all operations, such as locking the carriage 10, lowering the press sleeve 6, compressing it. waste 51 10 and so on, are done automatically without having to operate buttons. In the embodiment described above, the removal of the waste bag 4 from the device 1 was made equal by closing the blocking slide 55. However, it is also possible to have this done automatically when the detection means have detected that the waste bag is completely is filled.

800 3 5 £5800 3 5 £ 5

Claims

1. Device for filling a refuse bag with refuse, characterized by a frame, a refuse inlet arranged on the frame, positioning means connected to the frame for positioning a refuse bag with respect to the inlet 5 in a receiving space, and by moving means into the receiving space and press sleeve which is movably connected thereto to the frame and which collects waste and loads, a pressing member movably arranged in the pressing sleeve by means of pressing means.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the positioning means comprise a trolley movable into the frame and therefrom.

Device as claimed in claim 2, characterized in that the positioning means comprise a locking and supporting device for the carriage arranged on the frame 15.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by discharge means for moisture pressed out of the waste by the pressing member. 2Q

5. Device as claimed in claim 4, characterized in that the discharge means have a hollow edge which extends around the press sleeve and which contacts the top edge of the waste bag, which apertures extend through a wall of the support member into the hollow edge and the hollow 25 comprise connecting means connecting to a drain.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by a sensor co-acting with the positioning means for activating the displacing means.

7. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by a closing member for closing the inlet and switching means interacting with the closing member in the closed position for activating the pressing means.

8. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by the blocking means blocking means during the movement of the pressing member in the closed position.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by detection means detecting a filled state of the waste bag.

10. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by control means co-acting with the blocking means for activating the displacing means, the pressing means and the locking and supporting device in a filled state of the waste bag detected by the detection means, for activating the device from the device. disposal of the filled waste bag. 800 3 5 55