NL8002756A - Gaffelboombeslag. - Google Patents

Description

*· ——-— I / N.O. 29.052 -1- *sT"

Gaffelboombeslag.

De uitvinding heeft betrekking op een gaffelboombeslag voor zeilplanken, voor het verbinden van de gaffelboom met de mast, bestaande uit een, de gaffelboomeinden met elkaar verbindend vorkvormig eindstuk, waarin de mast wordt vastgehouden.

5 Bij een bekende en dikwijls toegepaste verbindingswijze wordt de mast in een, in hoofdzaak V-vormige vork van de gaffelboom gelegd en daarin vastgehouden met behulp van een tamp, die aan de mast wordt geknoopt, terwijl het vrije einde door de vork wordt gevoerd en door een klem wordt vastgehouden. Bij deze bevestigingswijze van de gaffelboom komt 10 een relatief spelingvrije verbinding tussen de mast en de gaffelboom alleen tot stand door het aanleggen van een grote trekkracht en door het zorgvuldig borgen van de tamp in de klem. Omdat echter niet alle personen de vereiste trekkracht kunnen opbrengen, wat bovendien wordt bemoeilijkt door het. meerdere malen ombuigen van de tamp in het gaffelboombeslag, en de 15 verbinding dikwijls niet met de nodige zorgvuldigheid wordt uitgevoerd laat reeds bij geringe belasting de tamp los, waardoor de spanning op het zeil vermindert, wat dan weer moet worden bijgesteld.

De uitvinding beoogt thans een gaffelboombevestiging te verschaffen met een zeer eenvoudige hanteringsmogelijkheid, terwijl een vaste ver-20 binding tussen de mast en de gaffelboom wordt gewaarborgd. Bovendien brengt deze gaffelboombevestiging in zeiltechnisch opzicht aanzienlijke verbeteringen met zich mee.

Bij de uitvinding wordt dit bereikt door een op de mast te bevestigen, van een omtreksgroef voorziene bus, die in het vorkvormige eind-25 stuk kan worden gelegd, waarbij de groef van de bus in ingrijping is met een binnenverdikking van het eindstuk en zich achter de bus een blokkeer-orgaan bevindt. Hierbij is het bijzonder gunstig gebleken, als de bus en het eindstuk via een vormsluitverbinding in ingrijping zijn. Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm bestaat de bus en/of de binnenverdikking 30 van het eindstuk uit elastisch materiaal, terwijl de bus een ronde omtreksgroef bezit, waarin de dienovereenkomstig gevormde verdikking van het eindstuk in ingrijping is. Verder kan het blokkeerorgaan als zwaaibeugel zijn uitgevoerd, die aan de ene zijde van het eindstuk zwaaibaar gelegerd is en aan de tegenover gelegen zijde in het eindstuk kan worden vergrendeld.

35 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is aan het blokkeerorgaan een verdikking gevormd, die vormsluitend in de omtreksgroef van de bus kan worden gelegd.

Tenslotte kan het blokkeerorgaan elastisch in het eindstuk worden 800 27 56 -2- vastgehouden en kunnen op de mast twee bussen worden aangebracht.

Afgezien van de eenvoudige hantering en de vaste verbinding tussen mast en gaffelboom, wat het handhaven van de gewenste optimale zeil-spanning waarborgt, levert de gaffelboombevestiging volgens de uitvinding 5 de voordelen op, dat het tuig in bedienings- en zeiltechnisch opzicht aanzienlijk is verbeterd. Door de verbinding tussen de mast, de bus en het gaffelboomeindstuk wordt een nagenoeg starre eenheid gevormd, waardoor de bewegingsmogelijkheid tussen de mast en de gaffelboom in hoofdzaak wordt beperkt tot het draaibaar zijn van de mast. Hierdoor worden de 10 grijpplaatsen voor de handen van de plankzeiler gefixeerd in steeds gelijke posities ten opzichte van het totale tuig. Hierdoor worden tijdsvertragingen vermeden, die het gevolg zijn van een zwaaien van de gaffelboom om zijn kipas,

Een 'extra voordeel ligt in het zogenaamde "oprichteffekt" van 15 de gaffelboom, die als gevolg van de bevestigingsmethode van de onderhavige uitvinding steeds automatisch weer zijn oorspronkelijke positie inneemt.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarop een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

20 Fig. 1 toont het gaffelboombeslag in zijaanzicht en in doorsnede volgens de lijnen A-B-C; fig. 2 toont het beslag volgens fig. 1 in bovenaanzicht; fig. 3 toont een aanzicht in de richting "Z" volgens fig. 2.

Op de mast 1 bevindt zich een bus 2 van elastisch materiaal, die 25 bijvoorbeeld aan de mast kan zijn gekleefd. De gaffelboom is samengesteld uit de beide ovale buizen 3 en 4 en uit twee V-vormige vorkstukken 5 van kunststof, waarvan voor de eenvoud alleen het gaffelstuk aan de zijde van de mast is weergegeven. De beide buizen 3 en 4 kunnen door klinknagelver-binding in het vorkstuk 5 zijn bevestigd.

30 Zoals uit fig. 1 blijkt is de bus 2 van een ronde omtreksgroef 2a voorzien, waarin vormsluitend een binnenverdikking 5a van het vorkstuk grijpt, waardoor de gaffelboom tegen axiale verschuiving gewaarborgd op de bus is bevestigd.

Voor het vasthouden van de mast 1 met de hierop zittende bus 2 35 dient een zwaaibeugel 6, die met een zijde zwaaibaar in het vorkstuk gelegerd is en die aan de tegenover gelegen·zijde met behulp van een bout 7 met borgring 8 volgens fig. 3 losneembaar in het vorkstuk wordt vastge-houden. Bij voorkeur is de zwaaibeugel 6 aan weerszijden van de vork in elastische bussen 9 gelegerd, teneinde aldus belastingpieken op te kunnen 40 vangen.

800 2 7 56 -3-

Evenals het vorkstuk 5 is ook de zwaaibeugel 6 voorzien van een aangevormde verdikking 6a, die bij het sluiten in ingrijping is met de omtreksgroef 2a van de bus 2.

Bij voorkeur worden op de mast twee bussen aangebracht, om aldus 5 de hoogte van de aanslag van de gaffelboom overeenkomstig de grootte van de plankzeiler te kunnen variëren.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet tot het weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeeld beperkt, er zijn wijzigingen van verschillende aard mogelijk, zonder buiten het gebied van de uitvinding te treden.

10 Bijvoorbeeld kan de bus 2 ook uit star materiaal zijn vervaardigd en kunnen de binnenverdikking 5a van het vorkstuk 5 en de verdikking 6a van de zwaaibeugel 6 uit elastisch materiaal bestaan.

80 0 2 7 56 9

Claims (7)

1. Gaffelboombeslag voor zeilplanken, teneinde de gaffelboom met de mast te verbinden, bestaande uit een, de gaffelboomeinden met elkaar verbindend vorkvormig eindstuk, waarin de mast wordt vastgehouden, g e-Skenmerkt door een op de mast (1) vast te bevestigen en van een omtreksgroef (2a) voorziene bus (2), die in het vorkvormige eindstuk (5a) kan worden gemonteerd, waarbij de groef (2a) van de bus (2) in in-grijping is met een binnenverdikking (5a) van het eindstuk (5), en een blokkeerorgaan (6) achter de bus is gelegen. 10

2.Gaffelboombeslag volgens conclusie l,met het ken merk, dat de bus (2) en het eindstuk (5) met elkaar in ingrijping zijn door middel van een vormsluitverbinding (2a,5a).

3. Gaffelboombeslag volgens de conclusies 1 en 2,met het kenmerk, dat de bus (2) en/of de binnenverdikking (5a) van het eind- 15 stuk (5) bestaat respektievelijk bestaan uit elastisch materiaal en dat de bus (2) is voorzien van een ronde omtreksgroef (2a), waarin een overeenkomstig gevormde verdikking (5a) van het eindstuk (5) grijpt.

4. Gaffelboombeslag volgens de conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan als zwaaibeugel (6) is uitgevoerd, 20 die aan de ene zijde van het eindstuk (5) zwaaibaar gelegerd is en aan de tegenover gelegen zijde in het eindstuk (5) kan worden vergrendeld.

5. Gaffelboombeslag volgens de conclusies 1 t/m 4, m e t het kenmerk, dat het blokkeerorgaan (6) voorzien is van een aangevormde verdikking (6a), die vormsluitend in de omtreksgroef van de bus (2) kan 25 worden gelegd.

6. Gaffelboombeslag volgens de conclusies 1 t/m 5, me t het kenmerk, dat het blokkeerorgaan (6) elastisch in het eindstuk (5) wordt vastgehouden.

7. Gaffelboombeslag volgens een van de conclusies 1 t/m 6, m e t 30 het kenmerk, dat voor het variëren van de aanslaghoogte van de gaffelboom op de mast (1) twee bussen zijn gemonteerd. 800 2 7 56