NL8002509A - Draaischuifsluiting voor metallurgishe vaten. - Google Patents

Draaischuifsluiting voor metallurgishe vaten. Download PDF

Info

Publication number
NL8002509A
NL8002509A NL8002509A NL8002509A NL8002509A NL 8002509 A NL8002509 A NL 8002509A NL 8002509 A NL8002509 A NL 8002509A NL 8002509 A NL8002509 A NL 8002509A NL 8002509 A NL8002509 A NL 8002509A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotary slide
closure
plate
cover
spring
Prior art date
Application number
NL8002509A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184878C (nl
Original Assignee
Stopinc Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stopinc Ag filed Critical Stopinc Ag
Publication of NL8002509A publication Critical patent/NL8002509A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184878C publication Critical patent/NL184878C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/14Closures
    • B22D41/22Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
    • B22D41/26Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings characterised by a rotatively movable plate

Description

*· 5 -1 - SSi/wd/9
Draaischuifsluiting voor metallurgische vaten
De uitvinding heeft betrekking op een draaischuif-sluiting voor metallurgische vaten, in het bijzonder staal-gietpannen, met een stationair, een vloervaste bodemplaat bevattend sluitgedeelte en een ten opzichte daarvan draaibaar 5 sluitgedeelte, dat een op het stationaire gedeelte gelegerde draaikrans en een tegen de bodemplaat verend aanliggende vuurvaste schuifplaat vertoont.
Bij de bekende draaischuifsluitingen van deze soort, bijvoorbeeld die volgens het Duitse Auslegeschrift 10 24 04 881 of het Amerikaanse octrooischrift 3 511 471, wordt een de vuurvaste schuifplaat opnemende metalen draagplaat aan de omtrek gesteund op een stationaire legerring.
De leggering is via veren weer bevestigd aan een grondplaat, waarbij de veren de aandrukkracht voor de schuifplaat via de 15 legerring overbrengen op de draagplaat. De roterende aandrijving, in het ene geval door middel van een tandwieldrijf-werk en in het andere geval door middel van een opsteekbare handhefboom, grijpt daarbij rechtstreeks aan op de draagplaat.
Het uitwisselen van de vuurvaste sluitgedeelten, in het 20 bijzonder van de bodemplaat en van de schuifplaat die in bedrijf telkens na slechts weinig gietingen moeten worden vernieuwd, is bij deze constructie omslachtig en er wordt hierbij niet voldaan aan de hoge veiligheidseisen. Om de genoemde vuurvaste delen toegankelijk te maken, moeten namelijk telkens 25 samen met de draagplaat ook de legerring en de bijbehorende vasthoudveren worden gedemonteerd en moet de mechanische roterende aandrijving worden onderbroken. Bij de daarop volgende montage bestaat vooral het probleem door het spannen van de veren de voor een goede afdichting noodzakelijke 30- gelijkmatige vlaktedruk tussen de schuifplaat en de bodemplaat weer in te stellen, daar de in radiale richting ver naar buiten op de legerring aangrijpende veerkrachten hoge kantelmomenten op het dichtvlak respectievelijk overmatige en plaatselijk sterk verschillende randdrukken opwekken. Bo-35 vendien kan de rechtstreekse draailegerring van de draagplaat 800 2 5 09 -2- slecht worden gecombineerd met de door de smelt opgewekte intensieve en sterk veranderlijke warmtebelasting van dit deel.
Bij een verdere bekende draaischuifsluiting 5 volgens het Oostenrijkse octrooischrift 322 753 wordt tussen een concaaf vuurvast bodemgedeelte en een busvormig vuurvast schuifgedeelte met een convexe bovenzijde een bolvormig afdichtingsvlak gevormi. Het schuifgedeelte is tegen rotatie geborgd geplaatst in een centrale opening van een metalen 10 schijf, welke aan de buitenrand is vastgeschroefd aan de draaikrans en is uitgevoerd als schotelveer. Deze schotel-veer moet dus de aandrijfmomenten overbrengen op het schuifgedeelte en tevens de aandrukkracht leveren. Onder de gecombineerde materiaalbelasting en bij de hoge temperaturen 15 waaraan deze metalen veer is blootgesteld, is echter een betrouwbare de dichtheid waarborgende samenhang van de sluiting twijfelachtig. Ook reeds bij het aantrekken van de bevestigingsschroeven kan men de spanningstoestand van de schotelveer niet meer beoordelen en een betrouwbare centrering 20 en een geleiding van het schuifgedeelte is bij deze constructie niet mogelijk.
Het volgens de uitvinding op te lossen probleem bestaat daarom in het verschaffen van een draaischuifsluiting die een snel en ongecompliceerd verwisselen van de vuurvaste 25 slijtdelen, in het bijzonder van de schuifplaat en van de bodemplaat van de gietpan mogelijk maakt. Daarbij wordt er in het bijzonder waarde aan gehecht dat telkens na een dergelijke uitwisseling de een veilig bedrijf waarborgende toestand gedwongen weer wordt verkregen.
30 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat het draaibare sluitgedeelte is uitgevoerd als een huis met een star, aan de draaikrans losmaakbaar bevestigd deksel, en inwendig een de schuifplaat opnemende drukplaat bevat, die in directe rotatie ingrijping staat met de draaikrans 35 en via veerorganen wordt gesteund door het huis.
Dankzij deze uitvoering krijgt men een stabiele constructie met een overzichtelijk verloop van de krachten, doordat de aandrukkrachten onafhankelijk van de draaibeweging 800 2 5 09 * 5 -3- en rechtstreeks worden overgebracht op de schuifplaat.
Extra voordelen krijgt men wanneer men de verende organen aanbrengt in het deksel en het deksel door middel van spanorganen en aanslagvlakken star met de draaikrans 5 kan worden verbonden. Men krijgt dan in het bijzonder een gunstige verdeling van de verende-organen in het inwendige van een star huis.
De uitvinding zal nader worden toegelicht in de volgende beschrijving van enige uitvoeringsvoorbeelden 10 aan de hand van de tekening.
In de tekening toont: fig. 1 de helft van een aanzicht van een draai-schuifsluiting vanaf de onderzijde, fig. 2 de andere helft van het aanzicht volgens 15 figuur 1 waarbij het deksel van het huis gedeeltelijk is weggebroken, fig. 3 een verticale doorsnede door de aan de bodem van een staalgietpan gemonteerde geopende sluiting volgens de lijn III-III uit figuur 1, 20 fig. 4 een overeenkomstige doorsnede volgens de lijn IV-IV uit de figuren 1 en 2, fig. 5 een doorsnede op grotere schaal volgens de lijn V-V uit figuur 1, waarbij een voorkeursuitvoeringsvorm van een afzonderlijk veerorgaan blijkt, 25 fig. 6 in perspectief de draaischuifsluiting met geopend deksel, waarbij ter verduidelijking de drukplaat iets naar buiten gezwaaid is getekend en de beide verwisselbare uitloopbussen met de bajonetringen zijn weggelaten.
De figuren 3 en 4 laten delen van een staalgiet-30 pan zien aan de bodem waarvan de draaischuifsluiting is aangebracht. Deze delen zijn de stalen mantel 1 van de pan en de vuurvaste laag 2. In een ronde opening in de mantel 1 is een flens 6 met een geleidingsbus 7 gelast. De geleidings-bus 7 dient op bekende wijze voor het centreren en vasthouden 35 van een van een gat voorziene steen 3 en een inloopbus 4 die de vuurvaste in de gietpan aangebrachte delen van de bodem-sluiting vormen.
De afgebeelde sluiting is als èên geheel met een 8002509 -4- aantal groeven 8 bevestigd aan het flensdeel 6. De sluiting vertoont een stationair sluitgedeelte met de grondplaat 10 waarin de vuurvaste bodemplaat 12 is geplaatst en waaraan een glijdring 14 is vastgeschroefd zoals is aangegeven met 5 een streepstippellijn.
Op de glijdring 14 is het draaibare sluitgedeelte gelegerd, dat in hoofdzaak bestaat uit een draaikrans 16, een deksel 30, een drukplaat 20, de vuurvaste schuifplaat 24 en bij elke boring in de schuifplaat een uitloopbus 26, 10 26'. ;
In de getekende geopende stand van de draaischuif-sluiting vormen de vuurvaste delen 4, 12, 24 en 26 een doorgaand ten opzichte van de rotatieas 9 van het draaibare deel radiaal verschoven liggend doorstroomkanaal 5 voor de 15 in de pan aanwezige smelt. Door draaiing van het draaibare sluitgedeelte, waarbij de naar elkaar toe gekeerde, platte vlakken van de platen 12 en 24 langs elkaar glijden, wordt de sluiting gedeeltelijk of geheel gesloten. De schuifplaat 24 kan één, zoals getekend twee of ook meer doorstroomboringen 20 met verschillende diameter vertonen, op welke openingen telkens een uitloopbus aan de onderzijde aansluit. In het onderhavige geval gaat het om zogenaamde wissel-uitstrocm-bussen 26, 26' die elk met behulp van een bajonetring 28, 28' in een vatting 27 van de drukplaat 20 worden vastgehouden. 25 De instroombus 4 is op bekende wijze ten opzichte van de van een gat voorziene steen 3,de geleidingsbus 7, de grondplaat 10 en de bodemplaat 12 afgedicht met behulp van een vuurvaste mortel. Tussen de schuifplaat 24 en de wissel-uitstroombussen 26, 26' is, zoals aangegeven, een vuurvaste 30 afdichtring aangebracht. De bodemplaat 12, de schuifplaat 24 evenals de bussen 26 en 26' zijn in het onderhavige geval voorzien van een ommanteling van metalen plaat. De platen 12 en 24 vertonen dezelfde omtrek en zijn in bijbehorende uitsparingen 13 respectievelijk 23 in de grondplaat 10 35 respectievelijk de drukplaat 20 passend geplaatst en door middel van draaibare excenterbouten 15 respectievelijk 25 vastgeklemd. De vereiste boring tegen draaiing van de in het algemeen ronde platen wordt verkregen door afgesneden segmentvormige gedeelten aan de omtrek en een overeenkomstige 800 25 09 -5- vormgeving van de uitsparingen 13 en 23.
De roterende aandrijving van het draaibare sluit-gedeelte vindt plaats aan de omtrek van de draaikrans 16, die in het onderhavige geval is voorzien van kettingtanden 5 17, waarop een aandrijfketting 18 aangrijpt (figuur 1 tot 4).
Men kan natuurlijk ook overeenkomstig figuur 6 een vertanding 17' voor een aandrijving door middel van een rondsel of een andere bekende aandrijving toepassen. Bijvoorkeur kan het draaibare sluitgedeelte in beide draairichtingen over een 10 willekeurige hoek worden verdraaid.
Bij de draaischuifsluiting volgens de uitvinding is vooral de omstandigheid van doorslaggevend belang, dat aan het draaibare sluitingsgedeelte de draaikrans 16 en het daaraan losmaakbaar bevestigde starre deksel 30 samen een 15 huis of een soort draaikorf vormen, waar binnen een speciale drukplaat 20, die de vuurvaste schuifplaat 24 opneemt, enerzijds met de draaikrans 16 in rechtstreekse rotatiein-grijping is en anderzijds via veerorganen 40, in het onderhavige geval 4, wordt gesteund door het huis. Het genoemde 20 huis, dat met de draaikrans 16 op de stationaire glijdring 14 radiaal en axiaal wordt geleid, vormt een vaste basis voor het aanbrengen van de aandrukkracht tussen de schuifplaat 24 en de bodemplaat 12. De drukplaat 20 is in het inwendige van het huis in zekere mate "zwevend" gelegerd en de draai-25 momenten enerzijds en de aandrukkrachten anderzijds grijpen volledig onafhankelijk van elkaar op de drukplaat 20 aan.
Aan de draaikrans 16 is bijvoorkeur een scharnier 31 geschroefd, waaraan via de scharnieras 32 het deksel 30 scharnierend is bevestigd. Tegenover het scharnier zijn twee 30 voetstukken 33 voor het verankeren van oogschroeven 34, 35 bevestigd, met behulp waarvan het deksel 30 vastgetrokken kan worden tegen de draaikrans 16. Een om de oogschroeven heen leidende ribbe aan het deksel 30 vormt aan het kopse eind aanslagvlakken 36 waarmee het deksel vlak aanligt tegen 35 de draaikrans 16, zodat een volledig starre verbinding tot stand komt. Verder bestaat echter tussen het deksel en de draaikrans een beluchtingsspleet 37 die slechts door de genoemde vlakken 36 wordt onderbroken. Voor het doorlaten van de uitstroombussen respectievelijk de vatting 27 daarvoor is in o η n 9 * no -6- het deksel 30 een opening 38 aanwezig. Er wordt hier nog opgemerkt dat de drukplaat 20 met de vatting 27 niet roteert ten opzichte van het deksel,zodat de opening 38 overeenkomstig klein kan worden gehouden wat weer een bij-5 zonder stijve constructie van het deksel toelaat.
De vier veerorganen 40 die verder aan de hand van figuur 5 nog nader worden beschreven, zijn elk in een opneembus 52 van het deksel 30 geschroefd. Dankzij deze goed warmtegeleidende verbinding kunnen schadelijk warmte-10 stuwingen bij de veerorganen worden vermeden. De veerorganen 40 zijn bijvoorkeur symmetrisch verdeeld rondom de draaias 9 aangebracht en wel radiaal om het randbereik van de schuifplaat 24. Met voordeel bevinden zich de oplegplaatsen, zoals figuur 1 en 2 laten zien, op een cirkel in radiale 15 richting binnen de rand van de plaat. Hierdoor worden kantelmomenten bij het instellen van de aandrukkracht van de afzonderlijke veerelementen vermeden en als gevolg hiervan krijgt men een betrouwbaar vlak aanliggen respectievelijk een gelijkmatige vlaktedruk tussen de vuurvaste platen.
20 Voor het hanteren van het deksel 30 bij het openen en sluiten is tegenover het scharnier 31 een greep 39 aangebracht .
Op de plaatsen waar de drukplaat 20 tegen de veerorganen 40 aanligt, zijn geharde schijven 29 in de 25 drukplaat 20 ingelaten. Voor de rechtstreekse overbrenging van de rotatie van de draaikrans 16 op de drukplaat 20 zijn in de draaikrans twee meenemers 19 op tegenover elkaar liggende plaatsen aangebracht en de drukplaat 20 is van radiale uitsteeksels 21, 22 voorzien, die over de genoemde meenemers 30 grijpen. Daarbij grijpt de ene meenemer 19 passend in een boring van het uitsteeksel 21, terwijl het andere uitsteeksel 22 vorkvormig is uitgevoerd respectievelijk in de richting van de diameter waarop de meenemers 19 liggen een speling vertoont. Daardoor is enerzijds gezorgd voor een centrering 35 van de drukplaat 20 ten opzichte van de draaiingsas 9, anderzijds kunnen de in bedrijf optredende warmte-uitzettin-gen van de platen spanningsvrij worden opgenomen. Het uitsteeksel 21 dient bovendien als ophanging voor de drukplaat 20 wanneer voor het verwijderen en weer inbouwen van de 8002509 -7- vuurvaste delen het deksel 30 is geopend (figuur 6). Hier-voor^et doelmatig, wanneer de de meenemers 19 verbindende diameter van de draaikrans evenwijdig aan de scharnieras 32 ligt. Het verwisselen van de vuurvaste delen, in het bij-5 zonder van de platen 12 en 24, vindt zoals bekend is, plaats bij liggende pan respectievelijk verticaal staande panbodem. Het draaibare deel wordt in de in figuur 1, 2 en 6 afgeheelde stand gedraaid, waarin de sluiting is geopend en de scharnieras 32 verticaal staat. Het deksel 30 10 laat zich thans na het losmaken van de oogschroeven 34, 35 als een deur openen respectievelijk naar buiten zwaaien (figuur 6). Voor het meestal noodzakelijke vrijbranden van het doorstroomkanaal 5 door middel van een zuurstoflans is het van voordeel, wanneer zoals afgebeeld, het scharnier 15 31 aan de omtrek van de draaikrans 16 zodanig is aangebracht, dat de afstand tot het (excentrisch) liggende doorstroomkanaal 5 in de vol geopende stand van de sluiting het grootste is. In dit geval kunnen namelijk de verschillende verrichtingen aan het doorstroomkanaal bij een zo groot mogelijke 2 0 afstand tot het geopende, hete deksel plaats\rinden. Een losmaken van de rotatie-aandrijving van de draaikrans 16 is natuurlijk niet nodig.
Bij open deksel kan de drukplaat 20 gemakkelijk worden verwijderd, waarna de vuurvaste platen 12 en 14 toe-25 gankelijk zijn en eventueel met de bus 4 kunnen worden verwisseld. Na het verwisselen wordt de drukplaat weer ingehangen, het deksel 30 wordt gesloten en vastgetrokken met behulp van de oogschroeven 34, 35. De veerelementen 40 blijven steeds in de bussen 52 aan het deksel. Ze moeten 30 alleen in verband met diktetoleranties van de vuurvaste platen, telkens na het aantrekken van het deksel op een vastgesteld draaimoment respectievelijk op de vereiste aandrukkracht opnieuw worden ingesteld.
De drukplaat 20 is alleen via de uitsteeksels 35 21 en 22 in aanraking met de meenemers 19 en via punt- opleggingen (schijven 90) in aanraking met de veerelementen 40 en vertoont verder ten opzichte van de omgevende metaal-delen speling. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd, dat de warmtestroom naar de omgeving en daardoor de warmtebelasting 800 2 5 09 -8- vooral van de huisdelen 16 en 30 evenals in het bijzonder de veerorganen 40 vergelijkingsgewijs gering blijft. De warmteinwerking beperkt zich dus tot op de snel en eenvoudig te verwisselen delen en de sterkte en vormvastheid van de 5 overige delen blijft gewaarborgd.
De uit de tekeningen zichtbare, losmaakbare verbinding tussen het flensdeel 6 en de grondplaat 10 van de draaischuifsluiting draagt bovendien ertoe bij, dat de in bedrijf optredende vervormingen van de mantel van de 10 pan zo weinig mogelijk worden overgedragen op de dragende delen van de sluiting, in het bijzonder de grondplaat 10.
De verbinding vindt plaats via een cirkelvormige, met het doorstroomkanaal 5 concentrische veer of een centreerribbe 11, die in een ringvormige groef in de flens 6 grijpt en 15 waar doorheen de bevestigingsschroeven 8 steken. Deze verbinding vormt gelijktijdig de centrering evenals de axiale ondersteuning tussen de delen, dat wil zeggen de grondplaat 10 is buiten de ribbe 11 vrijdragend. De ribbe 11 ligt bijvoorkeur radiaal binnen de draaikrans 16 dat wil zeggen 20 deze ribbe heeft een betrekkelijk kleine diameter, waardoor slechts een smalle verbindingsbasis tussen de panmantel en de schuifsluiting bestaat, waarop nauwelijks nadelige vervormingen kunnen worden overgebracht.
Een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm van een 2d veerorgaan 40 is in figuur 5 in langsdoorsnede afgeheeld.
Dit veerorgaan vertoont een van buitenschroefdraad 22 voorziene bus 41 die in de opneembus 52 van het deksel 30 is geschroefd. De bus 41 vertoont aan het ene kopeinde een aanslagvlak 43 en aan het andere naar de buitenzijde van het 30 deksel gekeerde einde een instelkop 44. In het inwendige van de bus 41 is een stoter 54 in langsrichting beweegbaar geleid, van welke stoter het bovenste afgeronde eind voor aanligging tegen de schijf 29 van de drukplaat 20 tot buiten het aanslagvlak 43 uitsteekt. De stoter 45 vertoont een kraag — 35 46. Tussen deze kraag en een in de instelkop 44 geschroefde schroeftap 48 is een paket schotelveren 47 onder spanning aangebracht. De schroeftap 48 dient voor het instellen van de \op de stoter 45 werkende voorspanning van de veren en is in de instelstand in axiale richting geborgd door een gespleten ring 800 2 5 09 -9- 49. De binnenboring van de bus 41 wordt tenslotte door een ingeperst deksel 50 afgesloten.
Telkens na het sluiten en vasttrekken van het deksel 30 worden de veerorganen 40 op een van tevoren 5 bepaald draaimoment dat op de instelkop 44 werkt aangetrokken. Bijvoorkeur is de voorspanning van de veerelementen 47 groter dan de bij het genoemde draaimoment door de stoter op de schijf 29 uitgeoefende aandrukkracht en er blijft tussen het aanslagvlak 43 en de schijf 29 een speling s aan-10 wezig. Deze situatie komt overeen met de betrekkelijk koude toestand telkens bij het in bedrijf nemen van de gesloten sluiting. Wanneer later de sluiting wordt geopend en de smelt door het kanaal 5 naar buiten stroomt, treedt vooral zeer snel een intensieve verwarming van de vuurvaste platen 15 12 en 24 op en daarmee gaat gepaard een dikte-uitzetting van het materiaal. Daardoor wordt de voorspanning van de veerelementen 47 overwonnen en de speling s wordt opgeheven, waarna na korte tijd de schijven 29 vlak aanliggen tegen de aanslagvlakken 43. Men heeft dan een volledig stabiele klem-20 kracht op de sluiting, waarbij door het steunen van de drukplaat 20 op het huis de draaikrans 16 daarvan axiaal wordt aangedrukt tegen de glijdring 14 en zo extra wordt gestabiliseerd tegen 'knikbewegingen"ten gevolge van de draaiende aandrijving.
25 Dankzij de starre verbinding tussen het deksel en de draaikrans via het scharnier 31 en de schroeven 34, 35 en aanslagvlakken 36,echter telkens opnieuw ingestelde veerorganen 40 krijgt men noodzakelijkerwijs steeds weer dezelfde aandrukomstandigheden op de glijdvlakken (afdichtvlakken) 30 tussen de platen 12 en 24 ook bij ten gevolge van de vervaardiging optredende verschillen in dikte van deze plaat.
Daar de mate waarover de stoter 45 tot buiten het koDse aanslagvlak 43 uitsteekt en daardoor de begin speling s (figuur 5) met voordeel iets kleiner wordt gekozen dan de 35 in bedrijf te verwachten thermische dikte-uitzetting van de platen 12 en 24, treedt de genoemde harde "steuning"van de drukplaat 20 door het opheffen van de speling s snel en 1 betrouwbaar op. Echter zelfs dan, wanneer aanvankelijk nog % een kleine speling s blijft bestaan, wordt door de starre 8002509 -10- aanslagvlakken 43 in ieder geval een gevaarlijk uit elkander wijken van de platen 12, 24 respectievelijk een "naar binnen trekken" van de smelt tussen deze platen met zekerheid vermeden. Dit maakt het mogelijk dat men toe kan met 5 slechts weinig (bijvoorkeur vier) veerorganen 40, waarbij de drukplaat 20 zorgt voor een goede drukverdeling over de schuifplaat 24.
Zoals in het voorgaande reeds is uiteengezet, kan men ook een ander aantal en een andere opstelling van de 10 doorstroomboringen in de schuifplaat met aansluitende uitstroombussen kiezen, waarbij dan het aanbrengen van de veerorganen 40 om de draaias 9 heen op overeenkomstige wijze moet worden aangepast. In principe zou ook een andere opbouw met betrekking tot het huis mogelijk zijn,doordat bijvoorbeeld 15 de draaikrans en het deksel via instelbare veerorganen onder spanning worden gebracht en de drukplaat rechtstreeks rust op het deksel. Voor de roterende aandrijving van het draaibare sluitingsgedeelte kan men naar keuze bijvoorbeeld gebruik maken van een electromotor of van een hydraulische 20 aandrijving.
v, f i *.r
L
80 0 2 5 09

Claims (15)

1. Draaischuifsluiting voor metallurgische vaten, in het bijzonder staalgietpannen, met een stationaire een vuurvaste bodemplaat bevattend sluitgedeelte en een ten opzichte hiervan draaibaar sluitgedeelte, dat een op het 5 stationaire gedeelte gelegérde draaikrans en een verend tegen de bodemplaat aanliggende vuurvaste schuifplaat vertoont, met het kenmerk, dat het draaibare sluitinggedeelte is uitgevoerd als huis met een star, losmaakbaar aan de draaikrans (16) bevestigd deksel (30) en dat dit gedeelte 10 in het inwendige een de schuifplaat (24) opnemende drukplaat (20) bevat, die rechtstreeks in rotatieingrijping met de draaikrans (16) is en via veerorganen (40) steunt op het huis (16, 30).
2. Draaischuifsluiting volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de veerorganen (40) zijn aangebracht in het deksel (30) en dat het deksel door middel van klemor-ganen (34, 35) aanslagvlakken (36) star met de draai krans (16) kan worden verbonden.
3. Draaischruifsluiting volgens conclusie 2, met 20 het kenmerk, dat de veerorganen (40) in opneembussen (52) van het deksel (30) goed warmtegeleidend zijn ingelaten.
4. Draaischuifsluiting volgens een of meer der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de veerorganen (40) verdeeld rondom de draaias (9) van het draaibare 25 sluitingsgedeelte in het radiale randbereik van de schuifplaat (24), bijvoorkeur op een cirkel in radiale richting binnen de rand van de plaat zijn aangebracht.
5. Draaischuifsluiting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tussen het deksel (30) en de draaikrans 30 (16) een vrije beluchtingsspleet (37) aanwezig is die slechts door plaatselijke oplegvlakken (36) is onderbroken.
6. Draaischuifsluiting volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de drukplaat (20) I met uitzondering van de rotatieaangrijpplaatsen (19, 21, 22) 35 en de oplegplaatsen (29) van de veerorganen (40), ten opzichte 800 2 5 09 -12- van het huis (16, 30) en het stationaire sluitingsgedeelte (10, 14) speling vertoont.
7. Draaischuifsluiting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat ten behoeve van de rotatieingrijping 5 tussen de drukplaat (20) en de draaikrans (16) twee mee-nemers (19) aanwezig zijn die op eenzelfde diameter IV-IV van de draaikrans tegenover elkaar liggen.
8. Draaischuifsluiting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de drukplaat (20) ten behoeve van de 10 aangrijping van de meenëmers (19) twee uitsteeksels (21, 22) vertoont, waarvan het ene (21) passend en de andere (22) met in de richting van de genoemde diameter IV-IV aanwezige speling om de meenemers grijpt.
9. Draaischuifsluiting volgens conclusie 7, met 15 het kenmerk, dat het deksel (30) met de draaikrans (16) door een zijdelings scharnier (31) is verbonden en dat de genoemde diameter IV-IV evenwijdig aan de scharnieras (32) ligt.
10. Draaischuifsluiting volgens conclusie 9, met 20 het kenmerk, dat de plaats van het scharnier (31) aan de omtrek van het draaibare sluitingsgedeelte zodanig is gekozen, dat in de vol geopende stand van de sluiting een zo groot mogelijke afstand tot het doorstroomkanaal (5) aanwezig is.
11. Draaischuifsluiting volgens een of meer der 25 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drukplaat (20) met tenminste een vatting (27) voor het opnemen van een onder op de schuifplaat (24) aansluitende, vuurvaste uitstroombus (26) is uitgerust.
12. Draaischuifsluiting volgens een of meer der 30 voorgaande conclusies, waarbij een grondplaat van het stationaire sluitinggedeelte met een in de metalen wand van het vat vast aangebracht flensgedeelte door middel van schroeven losmaakbaar is verbonden, met het kenmerk, dat de verbinding tot stand komt via een cirkelvormige, ten opzichte van het 35 doorstroomkanaal (5-)—concentrische daardoor heen gaande schroeven (8) vertonende groef- en veerverbinding (11) tussen de grondplaat (10) en flensgedeelte (6), welke verbinding zowel het axiale oplegvlak als de centrering tussen de beide / delen (10, 6) levert. \ 8002509 1 4 -13-
13. Draaischuifsluiting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de groef-veerverbinding (11) met de steekcirkel van de schroeven (8) in radiale richting binnen de draaikrans (16) ligt.
14. Draaischuifsluiting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat drukveerorganen (40) aanwezig zijn die een bus (41) met buitenschroefdraad (42) vertonen, welke bus aan het kopeinde een aanslagvlak (43) en aan het tegenover liggende eind een instelkop 10 (44) vertonen en in het inwendige waarvan een tot buiten het aanslagvlak (43) uistekende stoter (45) in axiale richting beweegbaar is, waarbij tussen de stoter en de bus tenminste één veerelement (47) onder spanning is aangebracht.
15. Draaischuifsluiting volgens conclusie 14, 15 met het kenmerk, dat de veerelementen (47) tussen een kraag (46) van de stoter en een van schroefdraad voorziene tap (48) onder spanning zijn gebracht, welke tap ten behoeve van het instellen van de voorspanning van de veerelementen in de instelkop (44) is geschroefd. O 8002509
NLAANVRAGE8002509,A 1979-05-25 1980-04-29 Draaischuifafsluiter voor een metallurgisch vat. NL184878C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH489179A CH640442A5 (de) 1979-05-25 1979-05-25 Drehschiebeverschluss fuer metallurgische gefaesse, insbesondere stahlgiesspfannen.
CH489179 1979-05-25

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8002509A true NL8002509A (nl) 1980-11-27
NL184878C NL184878C (nl) 1989-12-01

Family

ID=4284332

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8002509,A NL184878C (nl) 1979-05-25 1980-04-29 Draaischuifafsluiter voor een metallurgisch vat.

Country Status (24)

Country Link
US (1) US4480771A (nl)
JP (1) JPS55158878A (nl)
AR (1) AR219670A1 (nl)
BE (1) BE883426A (nl)
BR (1) BR8003236A (nl)
CA (1) CA1141539A (nl)
CH (1) CH640442A5 (nl)
CS (1) CS220770B2 (nl)
DE (1) DE3013975A1 (nl)
ES (1) ES491396A0 (nl)
FI (1) FI66552C (nl)
FR (1) FR2457141A1 (nl)
GB (1) GB2052703B (nl)
GR (1) GR67732B (nl)
IL (1) IL60052A (nl)
IN (1) IN151295B (nl)
IT (1) IT1127049B (nl)
LU (1) LU82463A1 (nl)
MX (1) MX150724A (nl)
NL (1) NL184878C (nl)
PL (1) PL133008B1 (nl)
SE (1) SE445182B (nl)
YU (1) YU108680A (nl)
ZA (1) ZA803119B (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6045030B2 (ja) * 1979-04-13 1985-10-07 日本鋼管株式会社 扉式ロ−タリ−ノズル
CH653933A5 (de) * 1981-05-19 1986-01-31 Stopinc Ag Schiebeverschluss fuer schmelzegefaesse.
CH654769A5 (de) * 1981-07-15 1986-03-14 Stopinc Ag Drehschiebeverschluss fuer einen schmelzebehaelter.
US4543981A (en) * 1981-11-26 1985-10-01 Uss Engineers & Consultants, Inc. Sliding gate valves
US4561573A (en) * 1982-08-20 1985-12-31 Flo-Con Systems, Inc. Valve and replaceable collector nozzle
DE3347901C2 (de) * 1982-12-14 1987-02-05 Nippon Kokan K.K., Tokio/Tokyo, Jp Drehduesenanordnung fuer metallurgische behaelter
DE3347903C2 (de) * 1982-12-14 1987-01-22 Nippon Kokan K.K., Tokio/Tokyo, Jp Drehduesenanordnung fuer metallurgische behaelter
GB2133505B (en) * 1982-12-14 1987-04-15 Nippon Kokan Kk Rotary nozzle system for metallurgical vessels
JPS59228971A (ja) * 1983-06-13 1984-12-22 Nippon Kokan Kk <Nkk> 扉式ロ−タリ−ノズル
CH665149A5 (de) * 1984-04-13 1988-04-29 Stopinc Ag Feuerfestes verschlussteil und schiebeverschluss fuer den ausguss an metallschmelze enthaltenden behaeltern.
DE3500865A1 (de) * 1985-01-12 1986-07-17 Stopinc Ag, Baar Schiebeverschluss, insbesondere fuer stahlschmelze enthaltende gefaesse
US4887748A (en) * 1986-12-29 1989-12-19 J. W. Hicks, Inc. Apparatus and method for attachment of submerged nozzle to lower plate of sliding gate valve mechanism for a continuous casting operation
JPS63215366A (ja) * 1987-03-03 1988-09-07 Nkk Corp 扉式ロ−タリ−ノズル
JPH0252165A (ja) * 1988-08-12 1990-02-21 Nippon Rootarii Nozuru Kk ロータリーノズル
KR101005647B1 (ko) * 2002-03-25 2011-01-05 스토핑크 아크티엔게젤샤프트 야금용기용 슬라이드 게이트 및 야금용기용 슬라이드 게이트를 작동시키기 위한 방법
JP4448323B2 (ja) * 2003-12-24 2010-04-07 品川リフラクトリーズ株式会社 溶融金属の注湯量制御装置
RS53188B (en) * 2011-07-08 2014-06-30 Refractory Intellectual Property Gmbh & Co. Kg FIRE-RESISTANT CERAMIC SLIDING PANEL AND ASSOCIATED SLIDING PANEL ASSEMBLY
CN105903943B (zh) * 2016-05-30 2018-04-17 江苏国能合金科技有限公司 一种非晶薄带设备旋转式中间包铁水承装铸锭装置
CN109877306B (zh) * 2017-11-10 2021-12-24 维苏威集团有限公司 包括卡口式自由集液管口的底板组件
EP4197669A1 (de) * 2021-12-17 2023-06-21 Refractory Intellectual Property GmbH & Co. KG Schiebeverschluss für ein metallurgisches gefäss sowie ein wechselausguss

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE547568C (de) * 1932-04-08 Julius Grub Dipl Ing Bodenverschluss fuer Giesspfannen
LU37533A1 (nl) * 1959-06-15
US3511471A (en) * 1968-01-19 1970-05-12 Concast Inc Ladle stopper
US4063668A (en) * 1971-06-07 1977-12-20 United States Steel Corporation Ladle gate valve
CH553610A (de) * 1971-06-09 1974-09-13 Bieri Hans Verschlusseinrichtung fuer die am boden angeordneten auslassoeffnungen von giesspfannen oder zwischenbehaeltern.
JPS5035485B2 (nl) * 1971-11-12 1975-11-17
BE792424A (fr) * 1971-12-10 1973-03-30 Interstop Ag Guide de registre amovible destine a une fermeture a registre disposee sur des recipients contenant des masses fondues liquides
JPS49104837A (nl) * 1973-02-12 1974-10-03
JPS5127409B2 (nl) * 1973-02-12 1976-08-12
AT330969B (de) * 1973-03-13 1976-07-26 Brohltal Deumag Ag Drehverschluss fur eine im boden einer giesspfanne angeordnete auslassoffnung
IT1004615B (it) * 1973-10-16 1976-07-20 Sirma Soc Italiana Otturatore con organo mobile azio nabile in movimento angolare parti colarmente per il controllo del flusso di metalli fusi da conteni tori o siviere
US3912134A (en) * 1974-04-29 1975-10-14 Danieli Off Mecc Rotary sliding gate valve for molten metal
GB1515922A (en) * 1975-06-04 1978-06-28 Danieli Off Mecc Bottom pouring vessel with rotary sliding gate valve for molten metal
US4314659A (en) * 1978-06-19 1982-02-09 Flo-Con Systems, Inc. Rotary valve
JPS6045030B2 (ja) * 1979-04-13 1985-10-07 日本鋼管株式会社 扉式ロ−タリ−ノズル

Also Published As

Publication number Publication date
CH640442A5 (de) 1984-01-13
JPS6143150B2 (nl) 1986-09-26
BR8003236A (pt) 1980-12-30
IN151295B (nl) 1983-03-26
ES8102487A1 (es) 1981-02-16
PL133008B1 (en) 1985-04-30
DE3013975C2 (nl) 1987-07-16
JPS55158878A (en) 1980-12-10
IL60052A0 (en) 1980-07-31
GB2052703B (en) 1983-03-09
CA1141539A (en) 1983-02-22
YU108680A (en) 1983-02-28
US4480771A (en) 1984-11-06
FR2457141B1 (nl) 1983-11-04
FI801302A (fi) 1980-11-26
GR67732B (nl) 1981-09-16
MX150724A (es) 1984-07-05
LU82463A1 (de) 1980-10-08
IT8048680A0 (it) 1980-05-14
AR219670A1 (es) 1980-08-29
NL184878C (nl) 1989-12-01
FI66552C (fi) 1984-11-12
DE3013975A1 (de) 1980-12-04
SE8003717L (sv) 1980-11-26
IT1127049B (it) 1986-05-21
SE445182B (sv) 1986-06-09
FI66552B (fi) 1984-07-31
ZA803119B (en) 1981-05-27
FR2457141A1 (fr) 1980-12-19
CS220770B2 (en) 1983-04-29
BE883426A (fr) 1980-09-15
PL224280A1 (nl) 1981-02-13
GB2052703A (en) 1981-01-28
IL60052A (en) 1984-02-29
ES491396A0 (es) 1981-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8002509A (nl) Draaischuifsluiting voor metallurgishe vaten.
NL8501726A (nl) Vuurvaste plaat voor een schuifklep en werkwijze voor de montage ervan.
US3912134A (en) Rotary sliding gate valve for molten metal
US5698129A (en) Sliding gate valve for a metallurgical vessel
HU176341B (en) Bottom-pouring ladle with gate valve structure
CA1165116A (en) Rotary sliding closure unit and liquid melt container employing the same
KR890002242B1 (ko) 야금용기용 회전슬라이딩 게이트밸브
NL8400045A (nl) Draaiafsluiter voor vloeibare gesmolten materialen, in het bijzonder gesmolten metalen.
JPH0661611B2 (ja) 揺動可能な摺動弁閉鎖装置の耐火板対およびその使用方法
JPH0149585B2 (nl)
JPS6258816B2 (nl)
CA1270371A (en) Sliding gate valves for the outlet of metallurgical vessels
US4953760A (en) Slide-gate pouring appliance for ladles and similar devices
US4618126A (en) Swivelling sliding closure unit
GB2169530A (en) Sliding gate valves
JPH02504241A (ja) 溶融液体用スライドバルブ開閉装置
US4393985A (en) Ladle shroud support assembly
JPH0138592B2 (nl)
JPS6362309B2 (nl)
CA1284267C (en) Method and apparatus for significantly decreasing undesired variationin the alignment of adjustable continuous caster mold walls
US20050040572A1 (en) Tightening device for a refractory plate of sliding closure on the spout of a vessel for molten metal
AU653987B2 (en) Vessel outlet
US5038977A (en) Pair of refractory blocks for a rotary slide valve closure
US4978040A (en) Rotary nozzles
JPH02263563A (ja) 回転スライド式弁装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed