NL8002133A - Met de hand te leiden elektrisch-pneumatische boor- hamer. - Google Patents

Description

# v !» * YO 0376

Met de hand te leiden eiektris ch-pneumatische boorhamer.

De uitvinding heeft betrekking op een met de hand te leiden elektrisch-pneumatische boorhamer, waarbij het draaimoment van de elektromotorisch aangedreven aandrijfas via een drijfwerk wordt overgedragen op de leicylinder van de aandrijfzuiger en de 5 slagzuiger, en door de slagzuiger wordt verschaft aan het gereedschap j waarbij het aangedreven tandwiel aan de metalen leicylinder op afstand van het achtereinde daarvan is aangebracht.

Bij de bekende boorhamers van deze soort is het tandwiel als een afzonderlijk onderdeel aangebracht aan de leicylinder 10 (Duits Auslegeschrift 1.503-220, Amerikaans octrooischrift 3.161.2^2).

Een belangrijk criterium van de bruikbaarheid van boorhamers van de onderhavige soort is het lage gewicht daarvan· bij een tegelijkertijd grote stevigheid, omdat deze boorhamers worden 15 toegepast bij het ruwe werken op een bouwplaats en daarbij ook op ladders en boven het hoofd, d.w.z. zodanig benut, dat het de bediener bij een toenemend gewicht van het toestel steeds moeilijken valt, dit betrouwbaar en gedurende een langere tijd met de hand te leiden. Op grond hiervan zijn alle onderdelen van de boorhamer 20 dus ook de leicylinder, berekend op een minimale wanddikte.

Tot nu toe wordt de leicylinder veelal vervaardigd uit een smeed-stuk, een gietstuk of een geperst, d.w.z. vervormd buisstuk met een aansluitende verspanende bewerking. Aan de zodoende vervaardigde leicylinder wordt het aangedreven tandwiel als afzonderlijk on-25 derdeel aangebracht en-verbonden met de leicylinder. Een derge- lijke vervaardigingswerkwijze vereist een nauwkeurige passing van zowel de tandwielboring als de cylinderlegerzitting. De cylinder-legerzitting moet op zijn beurt een betrekkelijk grote axiale afmeting bij een betrekkelijk grote wanddikte van de leicylinder 30 hebben, teneinde een betrouwbare zitting te verzekeren op het man- telvlak van deze leicylinder. De ondervinding heeft aangetoond, dat de leicylinder desondanks wordt vervormd door het oppersen van het tandwiel, zodat de boring van de leicylinder in een aanvullende vervaardigingsgang moet worden bijgewerkt om de voor de loop van 35 <ie slagzuiger schadelijke vervormingen (inbuigingen, krommingen en 800 2 1 33 -2- asymmetrieën) weer op te heffen. Ook is gebleken, dat bij langer gebruik, d.w.z. over een aantal jaren, ook na een oorspronkelijk nauwkeurige passing een speling van bet tandwiel kan optreden door de voortdurende trillingen van de slaande hamer. Bovendien betekent 5 de betrekkelijk lange legerzitting van het tandwiel, evenals de vereiste grote wanddikte van de lei cylinder, een ongewenste vergroting van het gewicht.

Met betrekking tot de gemakkelijke hanteerbaarheid van de boorhamer is het verder van belang, dat deze zo kort mogelijk is.

10 Er bestaat derhalve bij de betrokken constructeurs het streven om deze boorhamers zodanig uit te voeren, dat het tussen de ankeras en de leicylinder aangebrachte drijfwerk axiaal de leicylinder overlapt. Dit betekent echter, dat het kegelvormige aandrijftandwiel en derhalve ook het aangedreven tandwiel (kegelvormig tandwiel) 15 zich op afstand bevindt vanaf het achtereinde van de leicylinder.

Uitgaande hiervan ligt aan de uitvinding de opgave ten grondslag om een boorhamer van de in de aanhef vermelde soort zodanig verder te ontwikkelen, dat deze bij een verdere gewichtsver-' mindering kostensparend kan worden vervaardigd.

20 Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat de leicylinder en het tandwiel worden gevormd door een enkel , uit hetzelfde materiaal bestaand vormstuk.

Bij een dergelijke uitvoering is, zoals duurzaamheids-onderzoekingen hebben aangetoond, de levensduur tegen de verwach-25 tingen in niet verkort, maar eerder verlengd. Dit is des te verrassender, aangezien volgens de vakkennis als gevolg van de extreme dwarsdoorsnede-verschillen van het materiaal in het bereik van het tandwielgedeelte van de leicylinder, de bekende negatieve structuurveranderingen, zoals scheurvorming en vermindering van de taaiheid 30 zijn te vrezen.

Verdere uitvoeringen van de uitvinding zijn te ontlenen aan de volgconclusies.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

35 De boorhamer heeft een buitenste huis 10 en een binnenhuis 11. Het huis 10 is zodanig uitgevoerd, dat het door de bedienaar 800 2 1 33 λ -3- met een hand aan een aan de achterzijde aangebrachte handgreep kan worden geleid, en met de andere hand aan een in hoofdzaak ter hoogte van de gereedschapsspil aangebrachte radiale handgreep kan worden vastgehouden of geleid. In een ten opzichte van de boorhartlijn 5 a-a coaxiale leicylinder 13 is een door een drijfstang 16 aangedreven aandrijfzuiger 14 gelegerd, alsmede een slagorgaan 15. De in het luchtkussen bo door de heen en weergaande aandrijf zuiger 1*+ opgewekte, afwisselende drukminima en -maxima, doen het slagorgaan 15 trillen in de leicylinder 13, welk slagorgaan met de eindzijde 10 van de schacht 15b daarvan, via een element 26 axiale slagen geeft aan het gereedschap 27. Volgens de tekening bevindt het slagorgaan zich in een voorste eindstand, die het orgaan bij een falende werkdruk kan brengen of wanneer de gereedschapshouder 28 met het gereedschap 27 in een voorste eindstand gegrendeld ligt en zo-15 doende het element 26 buiten het slagbereik ligt van het slagorgaan 15. Het zodoende buiten bedrijf gestelde slagorgaan is gegrepen door remringen 2k. Een coaxiaal legerstuk 20 is via een flens 20a door middel van schroeven 22 bevestigd aan de leicylinder 13.

Het legerstuk 20 omsluit de gereedschapsspil 21, waarin het element 20 26 begrensd axiaal verschuifbaar is opgenomen. In het axiale tril- lingsbereik van het slagorgaan 15 is in de leicylinder 13 een lei-huls 23 aangebracht voor de schacht 15b. Het draaimoment van de loodrecht op de boorhartlijn a-a staande aandrijfas van de aandrijf-motor wordt via een kegelvormig tandwieldrijfwerk overgedragen aan 25 de leicylinder 13. De as 25a van het kegelvormige aandrijftandwiel 25 bevindt zich in hoofdzaak ter hoogte van het luchtkussen Uo. Dienovereenkomstig bevindt het kegelvormige tandwielgedeelte 13a van de leicylinder 13 zich op een betrekkelijk grote afstand A vanaf het achtereinde van de leicylinder 13. De uit de leicylinder en het 30 legerstuk 20 bestaande, door het kogelieger 17 en het naaldleger 18 opgenomen constructieve eenheid, verschaft dankzij de meenemers 19 het draaimoment aan de gereedschapsspil 21, die in schroefaan-grijping staat met de gereedschapshouder 28. De leicylinder 13 en het aangedreven kegelvormige tandwiel 13a worden gevormd door een 35 enkel, uit een zelfde materiaal bestaand vormstuk 13, 13a. Bij het in de tekening weergegeven uitvoeringsvcorbeeld bevindt het kegelvormige tandwielgedeelte 13a zich op een grotere afstand A vanaf 800 2 1 33 4 Λ -b- het achtereinde dan vanaf het voorste einde daarvan. Het vormstuk kan door koud vervormen zijn vervaardigd uit een cylindrisch voor-vormstuk, waarvan de lengte en diameter kleiner zijn dan de lengte en de diameter van de te vervaardigen leicylinder. Ook het ver-5 vaardigen van het vormstuk met een precisiegietverkwijze voldoet.

800 2 1 33

Claims (3)

1. 2. Boorhamer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vormstuk (13, 13a) volgens de weg van de vervorming is vervaardigd van staal.
2. 3. Boorhamer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 het vormstuk (13, 13a) is vervaardigd volgens de weg van het koud vervormen. h. Boorhamer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vormstuk (13, 13a) een gietstuk is.
3. 5. Boorhamers volgens een der voorgaande conclusies, met .20 het kenmerk, dat het aan de leicylinder (13) gevormde tandwiel (13a) een kegelvormig tandwiel is. » 80 0 2 1 33