NL8002115A - Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat. - Google Patents

Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8002115A
NL8002115A NL8002115A NL8002115A NL8002115A NL 8002115 A NL8002115 A NL 8002115A NL 8002115 A NL8002115 A NL 8002115A NL 8002115 A NL8002115 A NL 8002115A NL 8002115 A NL8002115 A NL 8002115A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fuel
refractory material
oxygen
coating
refractory
Prior art date
Application number
NL8002115A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Do Nii Chernoj Metallurgii
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Do Nii Chernoj Metallurgii filed Critical Do Nii Chernoj Metallurgii
Priority to NL8002115A priority Critical patent/NL8002115A/nl
Publication of NL8002115A publication Critical patent/NL8002115A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/02Linings
    • B22D41/023Apparatus used for making or repairing linings
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C21METALLURGY OF IRON
    • C21CPROCESSING OF PIG-IRON, e.g. REFINING, MANUFACTURE OF WROUGHT-IRON OR STEEL; TREATMENT IN MOLTEN STATE OF FERROUS ALLOYS
    • C21C5/00Manufacture of carbon-steel, e.g. plain mild steel, medium carbon steel or cast steel or stainless steel
    • C21C5/28Manufacture of steel in the converter
    • C21C5/42Constructional features of converters
    • C21C5/44Refractory linings
    • C21C5/441Equipment used for making or repairing linings
    • C21C5/443Hot fettling; Flame gunning
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F27FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
    • F27DDETAILS OR ACCESSORIES OF FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS, IN SO FAR AS THEY ARE OF KINDS OCCURRING IN MORE THAN ONE KIND OF FURNACE
    • F27D1/00Casings; Linings; Walls; Roofs
    • F27D1/16Making or repairing linings increasing the durability of linings or breaking away linings
    • F27D1/1636Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining
    • F27D1/1642Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining using a gunning apparatus
    • F27D1/1647Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining using a gunning apparatus the projected materials being partly melted, e.g. by exothermic reactions of metals (Al, Si) with oxygen
    • F27D1/1652Flame guniting; Use of a fuel

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Metallurgy (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Furnace Housings, Linings, Walls, And Ceilings (AREA)
  • Coating By Spraying Or Casting (AREA)

Description

-ï -1- 21261/Vk/mv * ï .¼
Aanvrager: Donetsky nauchno-issledovatelsky institut chernoi metallurgii Donetsk, USSR.
Korte aanduiding: Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat.
5
De uitvinding heeft- betrekking op een werkwijze voor het repareren van een bekleding van een metallurgische eenheid door vlam-gunaiteren van de'bekleding.
De werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast met goed resultaat bij het warm repareren van de bekleding van een metallurgische eenheid, waarvan de temperatuur hoger is dan de verbrandingstemperatuur van brandstof. Zo kan bijvoorbeeld de bekleding van een convertor het best direct na het aftappen van staal en het verwijderen van slak worden gerepareerd, waarbij de temperatuur van de bekleding gelegen is tussen 15 1200 en 1400 °C.
De werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast voor het reconditioneren van metallurgische eenheden met een cylindrische vorm, zoals convertors en gietpannen om staal af te voeren. De werkwijze kan ook worden toegepast voor het onder vlamsproeien van vlakke oppervlakken 20 met inbegrip van die oppervlakken die hellend naar beneden lopen zoals bijvoorbeeld de bekleding van zijwanden en daken van hoogovens, verhittings-organen en andere typen ovens.
Er zijn een aantal werkwijzen bekend voor het nat en halfdroog gunniteren van afgekoelde metallurgische eenheden door het met water 2^ bevochtigen van poedervormige vuurvaste massa’s die aangebracht worden op het bekledingsoppervlak dat gerepareeerd moet worden. Het repareren door het toepassen van deze werkwijze is tijdrovend en de aanbrenging van het vuurvaste materiaal, op deze manier verkregen, heeft slechts een korte bedrijfsduur, omdat met het oog op het verzekeren van de noodzakelijke 20 koude toestandsviscositeit de vuurvaste massa wordt gemengd met toevoeg- stoffen die de vuurvastheid van het samengestelde neerslag verlagen. Wanneer bijvoorbeeld een op magnesiet- of dolomiet.gebaseerde vuurvaste massa wordt gemengd met op siliciumoxyde gebaseerde additieven zal het neergeslagen gunniteringsmiddel verschillen met betrekking tot de chemische samenstelling ^ van de basis-bekleding en bevat additieven die een combinatie vormen met het basis-bekledingsmateriaal zodat er verbindingen onstaan met lagere smeltpunten en met een vuurvastheid die lager is dan van de basis-bekleding met een onvoldoende sterke hechting met de basis-bekleding en met een on- 800 2 1 15 #· J* » -2- 21261/Vk/mv * voldoend· hoge · weerstand ten opzichte van chemische aantasting door slak, welke '.minder is dan de weerstand van de basis-bekleding.
Er is ook een goede vlam-sproeimethode bekend die bestaat uit het aanbrengen van een vuurvast materiaal, brandstof en zuurstof op 5 een bekleding, het doen branden van de brandstof in de zuurstof waarbij de deeltjes vuurvast materiaal worden verhit tot een geplastificeerde toestand voordat deze in botsing komen met de bekleding.
Er is’ ook een werkwijze bekend en een inrichting voor het vlam-sproeien van een convertor-bekleding in horizontale positie. Volgens 10 deze werkwijze wordt een poedervormig vuurvast materiaal en fijn verdeelde brandstof samen toegevoegd. De stromen van het vuurvast materiaal, de brandstof en de zuurstof worden tangentiaal gericht op het bekledingoppervlak van de convertor een en ander zoals beschreven in het Duitse octrooischrift 2.200.667.
15 De tangentiale aanbrenging * van de vlamstroom op het bekledingopppervlèk resulteert echter in een onvoldoende sterke deklaag omdat een aanzienlijke hoeveelheid van het vuurvaste materiaal mee afgevoerd wordt als stof ;door de afvoergassen, vanwege de slechte:brandstofverbran-ding, het ontstaan van een verlaagde druk in het centrum van de wervelende 20 met stof beladen gasstroom en de afzuiging van een deel van het vuurvaste materiaal in deze zone, samen met de verbrandingsgassen.
Bij de tangentiale aanbrenging van de vlam, is de afstand tussen de vlakken van de spuitstukken en het oppervlak van de bekleding te kort om de brandstof volledig te doen verbranden voordat de vlam in 25 aanraking komt met de bekleding, omdat het materiaal niet verhit is tot een geplastificèerde toestand. Daarom is het neergeslagen gunniteermateri -aal sterk gemengd met de deeltjes van het vuurvaste materiaal dat een onvoldoende hechting heeft met de basis-bekleding en met elkaar. Enkele van de niet voldoende verhitte deeltjes hechten niet aan het bekledingsopper-30 vlak en worden mee afgevoerd met de uitstromende afgassen.
Een andere bekende vlamsproeimethode bestaat uit het aanbrengen van een mengsel van een vuurvast materiaal, brandstof en zuurstof loodrecht op of schuin opzichte van het oppervlak van de bekleding.
Het vuurvaste materiaal wordt vervolgens geplastificeerd door een vlam met 35 hoge temperatuur, waarbij onzuiverheden die aanwezig zijn in het vuurvaste materiaal en de brandstof smelten zodat een vloeistoffase wordt gevormd waarbij de deeltjes van het vuurvaste materiaal in de vlam en het oppervlak van de bekleding dat gerepareeerd moet worden, worden bevochtigd. De deel- 800 2 1 15 -3- 21261/Vk/mv ,. ' % tjes van het vuurvaste materiaal dringen dan binnen in het oppervalk van de bekleding onder een hoek van ongeveer 100 graden waarbij een goede hechting wordt verzekerd van het vuurvaste materiaal met de bekleding.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt in technisch opzicht 5 benaderd door een methode waarbij gunniteren met behulp van een vlam wordt uitgevoerd, bestaande uit het richten * van een brandstof, een vuurvaste materiaal en zuurstof met behulp van stromen die loodrecht staan op het oppervlak van de 'bekleding, met welke werkwijze ook een goed resultaat kan worden verkregen. Deze werkwijze wordt uitgevoerd met behulp van een 10 lans met kanalen voor het afzonderlijk toevoeren van samengeperste zuurstof en van · een mengsel van het poedervormige vuurvaste materiaal en brandstof aan de respectievelijke spuitstukken die aangebracht zijn over de omtrek van de lans. Het mengsel van vuurvast materiaal en brandstof wordt geïnjecteerd door de centrale sproeiopening terwijl zuurstof wordt toegevoerd door een ringvormig kanaal tussen de spuitstukken een en ander zoals beschreven in "Metallurg", Moskou,"Metallurgiya" Publishers, 1977, nr. 12 bladzijde 25 en 26.
Een nadeel van deze werkwijze is echter dat geen gelijkmatige verhitting wordt bewerkstelligd van het vuurvaste materiaal en het mogelijk ^ is om· de deeltjes hiervan'te doen komen tegen de bekleding met -dezelfde snelheid omdat de brandstof niet verbrandt’, op een enkel punt, maar over een bepaalde lengte . De stroomsnelheid van de brandstof is afhankelijk van het vuurvaste materiaal, en de deeltjesconcentratie en de temperatuur is niet gelijkmatig over de vlam. De gecombineerde toevoer van de ^ brandstof en het vuurvaste materiaal bewerkstelligt de opbrenging op de bekleding van 60 tot 70¾ van het toegevoerde materiaal. De rest van het vuurvaste materiaal wordt niet verhit tot een geplastificeerde toestand en teruggekaatst door de 'bekleding en als stof meegevoerd met de verbran-
dingsproducten. Het verkregen gunniteemeerslag op de bekleding is niet 3D
sterk vanwege de insluiting van niet voldoende verhitte, vuurvaste materi-aaldeeltjes die niet samensmelten en niet smelten op de basis-bekleding en zodoende wordt de binding tussen de opgebrachte korrels verzwakt.
Verder heeft deze vlam-gunniteermethode het nadeel van onvermijdbare verliezen aan materiaal bij het begin van het gunniteren, omdat het be-^ kledingoppervlak niet is verwarmd tot het plastificeerpunt. Een vuurvast materiaal dat door vlamsproeien is opgebracht en onvoldoende is verwarmd op de basis-bekleding geeft geen voldoende sterke binding hiermee en heeft zodoende een lage sterkte.
800 2 1 15 φ ·*.
-A- 21261/Vk/rav k %
Daarom is een van de doelstellingen volgens de uitvinding het verkrijgen van een werkwijze voor het vlam-gunniteren van een metallurgische bekledingseenheid, waarmee de eigenschappen van het aangebrachte gunniteeraateriaal worden verbeterd en zodoende de gebruiksduur van de 5 metallurgische eenheden.
Een andere niet minder belangrijke doelstelling volgens de uitvinding is het verbeteren van de toepassing van het vuurvaste materiaal en zodoende het verlagen van het verbruik hiervan .-.bij het gunniteren.
Deze en andere doelstelligen worden verwezenlijkt met een 10 werkwijze volgens de uitvinding voor het vlam-gunniteren van de bekleding van een metallurgische eenheid welke werkwijze hierdoor wordt gekenmerkt dat een vuurvast materiaal , een brandstof en zuurstof worden geïnjecteerd in oven in afzonderlijke stromen,het vuurvaste materiaal wordt toegevoerd in een axiaal symmetrische centrale stroom met een snelheid tussen 15 10 en 70 raeter/seconde, zuurstof wordt teogevoerd in een ringvormige stroom aan de buitenkant van de vuurvaste materiaalstroom bij een snelheid tussen 50 en 300 meter/seconde em de brandstof wordt toegevoerd in een ringvormige stroom aan de buitenkant van de zuurstofstroom bij een snelheid van 5-30 meter/seconde, waarbij het vuurvaste materiaal wordt verhit tot een plas-20 tificerende toestand in een vlam met een hoge temperatuur en zodoende aan-gebracht op het oppervlak van de bekleding.
Door de werkwijze volgens de uitvinding wordt het verbranden van de brandstof bewerkstelligd in een klein volume direct nabij de afvoer van de spuitstukken en de toevoer van het vuurvaste-materiaal door een 25 korte vlam met een hoge temperatuur met een snelheid die voldoende is om een snelle verhitting mogelijk te maken van het vuurvaste materiaal tot een geplastificeerde toestand en een binnendringen hiervan in de bekleding met een vereiste snelheid.
Het heeft voordelen om het vuurvaste materiaal onder gebruik-30 making van zuurstof te injecteren omdat dit de opwarmsnelheib van de vuur-·> vaste metaal deeltjes verhoogt. De aanwezigheid van zuurstof rond de deeltjes vuurvast materiaal zal wanneer ze worden geïnjecteerd in een vlam, gevormd met vaste brandstof en gasvormige ontledingsproducten en de oxydatie van de brandstof het verbrandingsprocédé verschuiven naar de vuurvaste materiaal-35 deeltjes. Een ander voordeel is dat de injectie van zuurstof een hogere temperatuur geeft in vergelijking met de temperatuur die ontwikkeld wordt door het injecteren van lucht.
Deze methode van het met een vlam gunniteren van metallur?- 800 2 1 15 -5- 21261/Vk/mv gische eenheden verbetert sterk de eigenschappen van het neergeslagen gunniteermateriaal omdat het de noodzakelijke temperatuursomstandigbeden verzekert voor de aanbrenging en het sinteren van het opgebrachte neerslag en de meevoering van het vuurvaste materaal vermindert waardoor een gro-5 tere binnendringing hiervan in het neerslag mogelijk is, hetgeen bewerkstelligd wordt door een snellere verhitting van de vuurvaste materiaal-deeltjes in de vlam en door een juiste snelheid van binnendringing van de deeltjes in de opgêbrachte laag. De opbrenging bij geschikte temperatuur bewerkstelligt dat het vuurvaste materiaal een sterke laag vormt en dat 10 een goede hechting versmelt op de basis-bekleding. Het voorverhitten van de bekleding bij het begin van het gunniteren, door het injecteren van de brandstof en zuurstof zonder vuurvast materiaal zou ook het verbruik van vuurvast materiaal verminderen. Het gebruik van brandstof en van vuurvast materiaal van verschillende ..deeltjesgrootten, bijvoorbeeld fijn 15 verdeelde brandstofdeeltjes en grotere deeltjes vuurvast materiaal intensiveert de verbranding van de brandstof, intensiveert de verhittings-snelheid van de vuurvaste materiaaldeeltjes in de vlam en geeft aan de deeltjes een hogere kinetische energie om binnen te dringen in de opgebouwde laag.
20 De toepassing van de methode voor het met een vlam gunniteren van een 'bekleding van een metallurgische eenheid volgens de uitvinding geeft een 20-25% stijging van de bedrijfsduur van de deklaag.(een betere werking van de deklaag) en 20% verlaging van het verbruik van het vuurvaste materiaal in vergelijking met de werkwijze waarbij de brandstof en het 25 vuurvaste materiaal samen worden geïnjecteerd.
Deze en andere doelstelligen en verkregen resultaten volgens de uitvinding zullen duidelijker worden uit een uitvoeringsvorm hiervan die hieronder nader zal worden beschreven waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin een lans is aangegeven voor het uitvoeren 30 van de beschreven werkwijze , waarmee het vlam-gunniteren kan worden uitgevoerd.
De werkwijze volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd met behulp van een lans zoals in de tekening is vermeld.
De lans bestaat uit een centrale leiding 1 voor het toevoeren 35 van vuurvast materiaal in een zuurstofstroom, een leiding 2 , een ringvormig kanaal dat gevormd is tudsen leiding 2 en leiding 1 en waardoor zuurstof wordt toegevoerd, een leiding 3, een ringvormig kanaal dat gevormd is tussen leiding 3 en leiding 2 en waarmee brandstof wordt toege- 8002 1 15 -6- 21261/Vk/mv Η* voerd, leidingen 4 en 5 die kanalen vormen voor het toevoeren en afvoeren van koelwater, centrale buisstukken 6 voor het toevoeren van het vuurvaste materiaal, spuitstukken 7 die met de centrale spuitstukken 6 kanalen vormen voor het toevoeren van zuurstof en spuitstukken 8 die met de spuitstukken 7 kanalen vormen voor het toevoeren van de brandstof Het eindvlak van de 5 lans is thermisch· geïsoleerd met behulp van aangebrachte vuurvaste massa 9. De werkwijze volgens de uitvinding kan als volgt worden uitgevoerd.
De·fijngemaakte brandstof wordt toegevoerd via het ringvormige kanaal tussen de leidingen 2 en 3 en via het ringvormige kanaal tussen w de spuitstukken 7 en '8 met een uitstroorasnelheid van 5 tot 30 meter/seconde. 10 Zuurstof wordt toegevoerd via het ringvormige kanaal tussen de leidingen 2 en 1 en via het ringvormige kanaal tussen de spuitstukken 6 en 7 met een uitstroomsnelheid van 50-300 meter/seconde, terwijl het vuurvaste materiaal wordt toegevoerd via de centrale leiding 1 en via het centrale rspuitstuk 6 met een uitstroomsnelheid van 10-70 meter/seconde.
^ De buitenste lagen van de ringvormige 'twee-fasenstroom van 'de brandstof worden vertraagd en ontbrand doordat ze in contact worden gebracht met de gassen van de ovenunit ((laboratory). Zuurstof wordt geïnjecteerd in de nu ontbrande brandstofstroom. Een aanzienlijk verschil in de snelheid van de zuurstof en de brandstof resulteert in een snelle menging en een ?o bijna onmiddellijke verbranding van de brandstof.
De verbranding wordt volledig voordat de vlam in contact komt met de bekleding, waarbij het vuurvaste materiaal kan worden verhit tot een plastificerende toestand in een vlam met een hoge temperatuur voordat het in contact komt met de bekleding.
Bij het begin ,van de gunniteerbewerking wordt de vlam geïnjecteerd met brandstof en zuurstof en over het oppervlak van de bekleding bewogen cm dit te verwarmen tot de vereiste temperaturen, waarna het vuurvaste materiaal wordt aangebracht en de lage stroomsnelheden van de boand-stof en zuurstof worden verhoogd, zodat het vuurvaste materiaal’in de vlam 30 wordt verhoogd tot een bepaalde temperatuur. De vlamstroom die nu gevormd wordt met de brandstof , het vuurvaste materiaal en zuurstof wordt roterend bewogen over het oppervlak van de bekleding over een bepaald patroon om het vuurvaste materiaal aan te brengen, hetgeen lokaal kan gebeuren op de uitgesleten plaatsen van de bekleding of gelijkmatig over het gehele oppervlak 3-* hiervan. Wanneer eenmaal de gespecificeerde dikte van het door gunniteren aangebrachte neerslag is bewerkstelligd wordt de toevoer .van de componenten beëindigd behalve het water, waarbij de kanalen voor het toevoeren van de 800 2 1 15 <" Λ -7- 21261/Vk/mv k -% brandstof wordenleeggeblazen met lucht en de lans uit de oveneenheid wordt genomen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.
5 Voorbeeld I
Een convertor van 350 ton (BOF) werd onderworpen aan een reparatie bij verhoogde temperatuur. De binnendiameter van de convertor was 8,5 gieter. De bekleding bestond uit met teer gebonden magnesiet.
Het gunniteren werd bewerkstelligd met poedervormig magne- 10 siet, met een deeltjesgrootte kleiner <rdan 0,5 mm waarbij het magiesiet 3 werd meegevoerd door : zuurstof. Het zuurstofverbruik hiervoor was 1 m per 100 kg magnesiet.
De brandstof bestond uit poedervormige cokes, welke fracties niet groter waren dan 0,1 mm, welke cokes meegevoerd werd door samenge- 3 15 perste lucht, waarvan het verbruik 1 m per 100 kg cokes bedroeg.
De temperatuur van het oppervlak van de bekleding bij het begin van het gunniteren was 1300 °C.
Eerst werd water toegevoerd om de lans af te koelen en de lans werd vervolgens in de convertor aangebracht. De bekleding van de convertor 20 werd vanuit het centrum gegunniteerd door het roteren van de lans over de longitudinale as, waarbij de vlam loodrecht werd gericht op het oppervlak van de bekleding. Toen de lans eenmaal in de convertor was gebracht werd de brandstof toegevoerd met een snelheid van 150 kg/minuut en de zuur- 3 stof met 230 m /minuut, waarbij de uitstroomsnelheden van de brandstof en 25 de zuurstof ongeveer respectievelijk 10 en 250 meter/seconde bedroegen.
De bekleding werd gelijkmatig verhit gedurende ongeveer 2 minuten om een temperatuur te bereiken van ongeveer 1700 °C op het oppervlak hiervan, hetgeen een goede hechting verzekert van de magnesietdeeltjes op het oppervlak van de bekleding. Toen de temperatuur de bovenvermelde waarde had 30 bereikt werd magnesiet toegevoerd in een hoeveelheid van 500 kg/minuut bij een uitstroomsnelheid van ongeveer 40 meter/seconde en het verbruik van de brandstof werd verhoogd tot 200 kg/minuut, waarbij de uitstroomsnelheid van de brandstof vervolgens werd verhoogd tot 13,5 meter/seconde. Het zuur- 3 stofverbruik bleef ongewijzigd en ongeveer gelijk aan 230 m /minuut. De 35 verbruikte hoeveelheden en de uitstroomsnelheden verzekeren een binnendrin-gingssnelheid van de vuurvaste materiaaldeeltjes in het bekledingsoppervlak van ongeveer 8 meter/seconde. Een hogere fijnheid aan brandstofdeeltjes, in vergelijking met die van het vuurvaste materiaal maakt het mogelijk om de 8002 1 15 -8- 21261/Vk/mv .% brandstof te verbranden over een lengte van 1/4 tot 1/3 van het rechte gedeelte van de vlam, waarbij de lengte van het gedeelte waarin een hoge temperatuur heerst in de vlam wordt verhoogd, de verhitting van de magnesiet-deeltjes wordt geïntensiveerd en wordt verhoogd, de verhitting van de mag-5 nesietdeeltjes wordt geïntensiveerd en het temperatuurspatroon gelijkmatig wordt verbeterd over de vlam. Met name wordt alle magnesiet gelijkmatig verhit in de vlam tot een temperatuur tussen 1750 en 1800 °C, waardoor de binnendringingsdiepte hiervan in de bekleding wordt verhoogd.
De toepassing van magnesiet met een hogere „deeltjesgrootte 10 dan de brandstof bewerkstelligt dat de magnesietdeeltjes een grotere kinetische energie hebben en zodoende wordt de binnendringingsdiepte hiervan in de bekleding verhoogd. Het verbranden van de brandstof met een tekort aan zuurstof resulteert in het feit dat koolstof geïntroduceerd wordt in het gunniteerneerslag zoals cokesresten en deze worden gebonden aan de mag-15 nesietdeeltjes. De opbouw van het neerslag komt zodoende nagenoeg overeen met de chemische samenstelling van de basis-bekleding, waardoor een sterkere hechting wordt bewerkstelligd ten opzichte van de basis-bekleding. Een gelijkmatige. voorverwarming van de bekleding en toevoer van de magnesietdeeltjes aan de op te bouwen laag, welke .unagenoeg verhit worden tot dezelfde 20 temperatuur als de bekleding, zal resulteren in een sterk gebonden opgebrachte -laag. De duurzaamheid van de opgebouwde laag met een gelijke dikte steeg met 4 tot 5 verhittingscycli, hetgeen overeenkomt met een verbetering van de opgebrachte laag met 20¾. Tot ongeveer 90%, hetgeen ongeveer 20% meer is dan volgens -een bekende werkwijze , worden de magnesietdeeltjes 25 toegevoerd aan de bekleding. Het gunniteren werd gestopt nadat de laag een bepaalde dikte had verkregen óp het bekledingsoppervlak. De tijdsduur voor het repareren van een 350-ton convertor door het vlamsproeien bij verhoogde temperatuur bedroeg ongeveer 5 tot 8 minuten.
Voorbeeld II
30 Een convertor van 50 ton (BOF) werd bij verhoogde temperatuur gerepareeerd. De binnendiameter van de convertor bedroeg 2,8 meter . De bekleding was samengesteld uit metteer'gebonden magnesiet.
Het gunniteren werd bewerkstelligd met een poedervormig magnesiet met een deeltjesgrootte die niet meer is dan 0,2 mm. De magnesiet-35 deeltjes werden meegevoerd met zuurstof, waarvan het verbruik 1 bedroeg per 100 kg magnesiet.
De brandstof bestond uit fijngemaakte cokes met een deeltjesgrootte die niet meer was dan 0,08 mm, welke cokes werd meegevoerd door 800 2 1 15 -9- 21261/Vk/mv fi .% 3 samengeperste lucht waarvan het verbruik 1 m per 100 kg cokes. is
De temperatuur van het oppervlak van de bekleding bij het begin van het gunniteren was 1200 °C.
Eerst werd water toegevoerd om de lans af te koelen en de 5 lans werd vervolgens in de convertor aangebracht. Het gunniteren werd bewerkstelligd vanuit het centrum van' de convertor door de lans te roteren over de longitudinale as, waarbij de vlam loodrecht gericht was op het be-kledingoppervlak. Wanneer de afstand tussen de lans en het bekledingsopper-vlak in de convertor van 50 ton 2 keer zo groot was als die in een conver-10 tor vgn 350 ton (in vergelijking met voorbeeld I) was het verbruik van de uitgangsstoffen , de uitstroomshelheden en de dimensies van de buisstukken ingesteld op een zodanige wijze dat de brandstof verbrand werd over 1/3 tot 1/2 van de lengte van het rechte gedeelte van de vlam, om de magnesiet-deeltjes gelijkmatig te verhitten in het rechte gedeelte van de vlam en ^ om te verzekeren dat de binnendringing in de bekleding plaats had met de vereiste snelheid. Toen de lans eenmaal in de convertor was aangebracht werd de brandstoftoevoer verhoogd tot 50 kg/rainuut en de uitstroomsnelheid tot ongeveer 5 meter/seconde terwijl de zuurstoftoevoer werd verhoogd tot 80 m /minuut en de uitstroomsnelheid tot ongeveer 70 meter/seconde. Het bekle- 20 dingsoppervlak werd gelijkmatig verhit gedurende ongeveer 2 minuten ter bewerkstelliging van een temperatuur van 1700 °C. Vervolgens werd magnesiet toegevoerd met een snelheid van 170 kg/minuut en de uitstroomsnelheid was ongeveer 15 meter/seconde en het verbruik van brandstof werd verhoogd tot 70 kg/minuut en de uitstroomsnelheid hiervan tot ongeveer 7 ipeter/seconde.
pc 3 J Het zuurstofverbruik bleef onveranderd op een niveau van 80 ra /minuut.
Deze verbruikssnelheden en afvoersnelheden van de stoffen verzekerden de binnen dringinssfielheitt * * de magnesietdeeltjes in de bekleding van ongeveer 7 meter/seconde. Met het oog op het verhogen van de verbrandigssnelheid en om een gelijkmatige verhitting te verzekeren van de magnesietdeeltjes in 30 de vlam tot de aangegeven temperatuur waren de brandstof deeltjes en de magnesietdeeltjes in dit voorbeeld fijner dan die : in voorbeeld I. Een juiste instelling van het verbruik van de componenten en de uitstroomsneïheden, bewerkstelligd voor de convertor van 50 ton^ gaven dezelfde resultaten als voor de convertor van 350 ton, beschreven in voorbeeld I. In dit voorbeeld 35 werd tot 85 % van de magnesietdeeltjes teruggevonden in de opgebouwde laag. Het gunniteren werd gestopt nadat de laag de gewenste dikte had verkregen, hetgeen bereikt werd na een tijdsduur van 4 tot 16 minuten.
800 2 1 15 -conclusies-

Claims (2)

1. Werkwzije voor het repareren van een bekleding van een metallurgische eenheid door vlam-gunniteren van de bekleding, met het ken-5 merk, dat een vuurvast materiaal, een brandstof en zuurstof worden geïnjecteerd in een oven in afzonderlijke stromen, het vuurvaste materiaal wordt toegevoerd in een axiaal symmetrische centrale stroon met een snelheid tussen 10 en 70 meter/seconde, zuurstof wordt toegevoerd in een ringvormige stroom aan de buitenkant van de vuurvaste materiaalstroom bij een snelheid tussen 10 50 en 300 meter/seconde en de brandstof wordt toegevoerd in een ringvormige stroom aan de buitenkant van de zuurstofstroom bij een snelheid van 5-30 meter/seconde, waarbij het vuurvaste materiaal wordt verhit tot een plastificerende toestand in een vlam bij een hoge temperatuur en zodoende aan -gebracht op het oppervlak van de bekleding. 15
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vuurvaste materiaal wordt meegevoerd door zuurstof. 800 2 1 15
NL8002115A 1980-04-11 1980-04-11 Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat. NL8002115A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002115A NL8002115A (nl) 1980-04-11 1980-04-11 Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002115 1980-04-11
NL8002115A NL8002115A (nl) 1980-04-11 1980-04-11 Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002115A true NL8002115A (nl) 1981-11-02

Family

ID=19835139

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002115A NL8002115A (nl) 1980-04-11 1980-04-11 Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8002115A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4192460A (en) Refractory powder flame projecting apparatus
GB2035524A (en) Flame spraying refractory material
US4487397A (en) Method for flame spraying of gunite on lining of metallurgical units
US5061527A (en) Method and apparatus for spray coating of refractory material to refractory construction
JP3189729B2 (ja) 耐火物補修用溶射装置及び耐火物の溶射による補修法
US6186410B1 (en) Lance for heating or ceramic welding
US3883078A (en) Method and a device for gunniting converter linings
NL8002115A (nl) Werkwijze voor het repareren van de bekleding van een metallurgisch apparaat.
US5401003A (en) Method and apparatus for flame gunning
US3911175A (en) Method and a device for gunniting converter
US4386737A (en) Flame guniting lance
SU943292A1 (ru) Способ факельного торкретировани футеровки металлургических агрегатов
JPS5951857B2 (ja) 粉末耐火物溶射法
JP3551604B2 (ja) 火炎溶射方法
SU964006A1 (ru) Фурма дл факельного торкретировани футеровки металлургических агрегатов
JPS6046062B2 (ja) 溶射用耐火材料
JPH01501412A (ja) 冶金ユニットの火炎噴射グナイティング用羽口
SU1178773A1 (ru) Способ факельного торкретировани футеровки металлургических агрегатов
JP3513963B2 (ja) 火炎溶射補修材料
JPS5836669A (ja) 耐火材料溶射方法及び装置
SU970059A1 (ru) Устройство дл обжига цементного клинкера
JP3370544B2 (ja) 火炎溶射補修方法
JP2886070B2 (ja) 熱間吹付け補修用ノズル
FR2480421A1 (fr) Procede de revetement du garnissage des appareils metallurgiques par projection au jet de flamme et appareil metallurgique traite conformement audit procede
JPS6213407B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn