NL8002101A - Inrichting voor het vormen van lagen van zakken bij het brengen daarvan op een platform of pallet. - Google Patents

Description

-1- *

Inrichting voor het vormen van lagen van zakken bij het brengen daarvan op een platform of pallet.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van lagen van zakken bij het brengen daarvan op een platform of pallet.

Een van de moeilijkste problemen bij het op een pallet 5 aanbrengen van zakken, dat wil zeggen het vormen van stapels van afzonderlijke lagen zakken op een platform of pallet, is het vormen van de afzonderlijke lagen van de op elkaar te stapelen zakken op een zo kompakt en nauwkeurig mogelijke wijze om niet slechts een goede stabiliteit van de op elkaar ge-10 stapelde zakken te verzekeren, maar om eveneens een verpakking te verkrijgen met de minimale totale afmetingen, hetzij voor de opslag ervan in een bedrijf of tijdens het transport ervan.

Een verdere moeilijkheid is dan om na het vormen van 15 een laag elke laag van zakken aan te brengen op het pallet of op een reeds daarop aangebrachte laag zakken en wel in een nauwkeurige stand en zonder dat tijdens de overbrenging de zakken een andere stand in gaan nemen, waardoor de onderlinge stand, waarin zij werden gebracht, zal worden verstoord.

20 Het doel van de uitvinding is nu het verschaffen van een sterke en betrouwbare inrichting, die in staat is de boven genoemde moeilijkheden op te heffen.

Dit doel wordt nu bereikt door middel van een inrichting omvattende; een te openen vloer van een transporteur, die 25 wordt ondersteund door een in hoogte instelbaar frame; zij-en voorwanden met onderlinge instelmiddelen en een achterste aanslag ongeveer in het midden van het frame, waarbij de transportvloer wordt gevormd door een voorste en een achterste helft en afzonderlijke regelmiddelen zijn aangebracht voor de 30 twee helften van de vloer voor het achtereenvolgens meedelen van een voorwaartse beweging in de ene richting aan beide helften vanuit een laad-stand naar een los-stand, en een openende beweging in tegengestelde richtingen aan de twee helften van de -doer wanneer deze zich in de los-stand bevinden.

35 Bij voorkeur zal de voorste helft van de transportvloer deel uitmaken van een eerste kontinue eindloze transporteur, 800 2 1 01 * -2- die door de regelmiddelen in een enkele richting kan worden bediend, terwijl de achterste helft deel uitmaakt van een tweede transporteur, die door middel van de afzonderlijke regelmiddelen in elke richting kan worden aangedreven.

5 Beide helften van de transportvloer kunnen dus tezamen worden verplaatst vanuit de laad-stand van de zakken naar de los-stand en wanneer zij deze stand bereiken kan de voorste helft van de vloer in dezelfde verplaatsingsrichting verder worden bewogen, terwijl de achterste helft tegelijkertijd 10 in tegengestelde richting kan worden verplaatst voor het openen van de vloer en het lossen van de daarop gevormde laag zakken.

Het is gunstig wanneer zowel de voorste als de achterste helft van de te openen transportvloer worden gevormd 15 door een stel evenwijdig lopende draaibare rollen, die zijn aangebracht dwars op de bewegingsrichting van de vloer.

Deze en verdere kenmerken van de inrichting volgens de uitvinding, benevens de werking ervan en de verkregen voordelen worden nu nader toegelicht aan de hand van een beschrij-20 ving van een uitvoeringsvorm, weergegeven in de tekening, . waarin: fig. 1 schematisch een zijaanzicht en gedeeltelijke doorsnede toont over de inrichting; fig..2 een bovenaanzicht en gedeeltelijke doorsnede 25 toont over de inrichting van fig. 1; en fig. 3-5 schematisch verschillende opeenvolgende fasen tonen van de werking van de inrichting.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding maakt deel uit van een installatie voor het aanbrengen van zakken op 30 een stationair platform of pallet. In de tekening is de inrichting volgens de uitvinding in het algemeen aangeduid met 10.

De inrichting omvat een frame 11 uit plaatmetaal, dat de gehele inrichting ondersteunt. Het frame 11 is door middel 35 van rollen 12 in vertikale richting verschuifbaar ondersteund in twee vertikale geleiders 13 en het frame kan omhoog of omlaag worden gebracht door middel van een ketting 14,die wordt aangedreven door middel van een niet weergegeven elektromotor, die zich bijvoorbeeld bij de bovenzijde van de geleiders be-40 vindt.

800 2 1 01 *k -3-

Een eerste paar eindloze kettingen 15 en een tweede paar eindloze kettingen 16 zijn aangebracht nabij de twee zijwanden van het frame 11. Beide paren kettingen verplaatsen zich in vertikale vlakken en wel het eerste paar 15 op een 5 hoger niveau dan het tweede paar 16. Over een deel 15a lopen de kettingen van het bovenste paar 15 in horizontale richting iets boven een overeenkomstig deel 16a van het onderste paar kettingen 16, terwijl het horizontale deel 16a langer is dan het horizontale deel 15a.

10 Het paar kettingen 15 wordt aangedreven door middel van een reduktiemotor 17, waardoor dit paar kettingen in één enkele richting kan worden verplaatst, terwijl het paar kettingen 16 wordt aangedreven door een verdere reduktiemotor 18, waardoor dit paar kettingen in beide richtingen kan worden aange-15 dreven.

Het paar kettingen 15 draagt, over een zekere lengte, een stel rollen 19, die vrij draaibaar zijn in de verbindings-pennen van de schakels van de kettingen. Dit stel rollen 19 vormt een eerste voorste helft van een transportvloer.

20 Het paar kettingen 16 drijft een rollenpaar 20 aan, die een tweede achterste helft van de transportvloer vormt.

Wanneer de rollenbaan 20 zich in zijn teruggetrokken stand bevindt, als weergegeven in de figuren 1 en 3, kunnen de rollen 19 door middel van de kettingen 15 op een zodanige 25 plaats worden gebracht, dat zij een voorste uitbreiding vormen van de rollenbaan 20, waarbij de rollen zich alle op hetzelfde niveau bevinden. Uitgaande van deze stand en door een geschikte regeling van de motoren 17 en 18 kunnen de rollen 19 en de rollenbaan 20 tezamen worden verplaatst naar een voorste 30 stand zoals weergegeven in fig. 4. Vanuit deze stand kunnen door de verplaatsing van de kettingen 15 in dezelfde richting als bij de voorafgaande verplaatsing en door het verplaatsen van de kettingen 16 in tegengestelde richting de rollen 19 worden gescheiden van de rollenbaan 20, als weergegeven in 35 fig. 5, waardoor de transportvloer wordt geopend.

Ter plaatse van de voorste ofwel los-stand van de transportvloer, gevormd door de rollen 19 en de rollenbaan 20, zijn op de wanden van het frame 11 twee zijwanden 21, 22 aangebracht, zie fig. 2. Elke zijwand is beweegbaar en kan vanuit 40 een teruggetrokken stand verplaatst worden naar de hartlijn 800 2 1 01 -4- V* van de transportvloer toe, door middel van een pneumatische cilinder 23 respektievelijk 24. Verder is bij de voorzijde een voorwand 25 aangebracht, die door middel van zijdelingse armen is aangebracht op de zijwanden van het frame 11 en die 5 instelbaar is door middel van de klemmen 26.

Ongeveer in het midden van het frame 11 is een aanslag-plaat 28 gemonteerd, die verdraaibaar is om psrmen 27 en die vanuit een omhoog gebrachte stand als weergegeven in fig. 1, kan worden verplaatst naar een lagere stand door middel van 10 een pneumatische cilinder 29 en een hefboom 30.

De inrichting voor het brengen van de zakken op het pallet omvat eveneens een aangedreven rollenbaan 31, waarmee de op het pallet aan te brengen zakken worden toegevoerd en waarbij een geschikte inrichting 32 van bekend type de zakken al 15 dan niët over 90° kan verdraaien ofwel zonder verdraaiing de zakken toe kan voeren overeenkomstig een vooraf vastgesteld programma. De zakken komen dan terecht op een andere rollenbaan 33, die op de eerste baan volgt en van waaraf een duw-orgaan 34 de zakken door middel van meer dan één duwende be--20 weging op de transportvloer brengt, die wordt gevormd door de rollen 19 en de rollenbaan 20, zodat de zakken in de laad-stand terechtkomen, totdat een laag is gevormd volgens het bepaalde programma.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat elke 25 laag ten eerste uit twee zakken, die in lengterichting dwars op de hartlijn van de vloer lopen en uit drie zakken waarvan de hartlijnen evenwijdig lopen met de hartlijn van de transportvloer. Voor opeenvolgende lagen wordt de richting van de zakken omgekeerd, dat wil zeggen dat in de ene laag de in dwars-30 richting liggende zakken zich bevinden bij het voorste einde van het pallet en de andere driehakken bij het achtereinde, terwijl in de volgende laag de zakken, evenwijdig lopend met de langsas van de transportvloer, zich bevinden bij het voorste einde van het pallet en de in dwarsrichting lopende zakken 35 bij het achtereinde van het pallet.

Wanneer alle zakken voor het vormen van één laag door de duwinrichting 34 vanaf de rollenbaan 33 overgebracht zijn op de vloer, die voor de helft wordt gevormd door het stel rollen 19 en voor de andere helft door de'rollenbaan 20,wordt 40 de gehele vloer verplaatst door middel van de motoren 17 en 80 0 2 1 01 -5- % 18 vanuit de laad-stand naar de los-stand (fig. 4) boven een platform of pallet 35, dat vooraf op zijn plaats is gebracht hetzij met de hand of automatisch. Tijdens de overdracht van de zakken vanuit de laad-stand naar de los-stand, wordt de 5 aanslagplaat 28 omhoog gebracht en de twee zijwanden 21, 22 worden volledig teruggetrokken, zodat zij de verplaatsing van de zakken niet kunnen tegengaan.

Wanneer de laag zakken, gevormd op de rollen 19 en de rollenbaan 20 zich in de los-stand bevindt als weergegeven in 10 fig. 4, worden de zijwanden 21 en 22 bediend door middel van de pneumatische cilinders 23 en 24, zodat zij de zakken naar de hartlijn van de transportvloer drukken, waardoor de laag zakken zo kompakt mogelijk wordt gemaakt en de zakken 'zo goed mogelijk in lijn komen te liggen.

15 Dan wordt de aanslagplaat 28 omlaag gebracht door middel van de pneumatische cilinder 29, zodanig dat deze plaat aan komt te liggen tegen de achterzijde van de laag zakken in de los-stand. Het frame 11 met de transportvloer in de los-stand wordt nu omlaag gebracht totdat de vloer aanligt tegen de er-20 onder liggende laag zakken, die vooraf op het platform 35 wérd aangebracht, waardoor de onderliggende laag zo vlak mogelijk wordt gemaakt. Hierna wordt het gehele frame 11 enkele millimeters omhoog gebracht en de motoren 17 en 18 worden dan bediend zodat het paar kettingen 15 en daarmee de rollen 25 19 naar voren toe worden verplaatst, terwijl het paar kettin gen 16 en de rollenbaan 20 naar achteren toe wordt getrokken. Op deze wijze wordt de vloer, waarop zich de laag zakken bevindt, geopend vanuit het midden en de zakken komen te rusten op de eronder liggende laag, ofwel op het platform 35 30 zelf indien zij de eerste laag vormen. Tijdens het openen van de vloer waarop de laag zakken is aangebracht (fig. 5) zullen de voorwand 25 en de achterste aanslagwand 28 de zakken vasthouden, terwijl de rollen 19 en de rollenbaan 20 in tegengestelde richtingen onder de zakken worden weggetrokken. 35 Op déze wijze zal de geloste laag nauwkeurig terechtko men op de eronder liggende laag en bij het lossen van de laag zullen de zakken de neiging hebben zich naar het midden toe samen te drukken, daar zij worden tegengehouden door de wanden 21, 22 en 25 en door de aanslagplaat 28 en omdat de vloer 40 vanuit het midden wordt geopend.

800 2 1 01 -6- * ’

Na het lossen van een laag zet de rollenbaan’20 zijn beweging voort totdat deze de volledig teruggetrokken stand bereikt terwijl het paar kettingen 15 de rollen 19 naar hun oorspronkelijke stand terug brengt als weergegeven in de fi-5 guren 1 en 3/ in welke stand de rollen 19 een voorste uitbreiding vormen van de rollenbaan 20. De vormingstransport-vloer, gevormd door de bij elkaar gebrachte helften, is nu gesloten in zijn laad-stand zodat een nieuwe cyclus voor het vormen van een laag zakken kan beginnen.

10 Het zal duidelijk zijn dat slechts een mogelijke uit voeringsvorm van de uitvinding is weergegeven en beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Zo behoeven de twee helften van de transportvloer niet 15 noodzakelijkerwijs elk de vorm te hebben van een stel rollen, maar in plaats daarvan kunnen zij ook de vorm hebben van twee beweegbare banden. Verder zou de voorste helft van de vloer eveneens in beide richtingen kunnen worden aangedreven, zodanig dat dit deel vanuit de toestand bij geopende vloer terug-20 gebracht kan worden naar de toestand bij gesloten vloer, waarbij de zakken geladen kunnen worden.

800 2 1 01

Claims (8)

1. Inrichting voor het vormen van lagen van zakken bij het brengen daarvan op een platform of pallet, met het kenmerk, dat de inrichting omvat: een te openen vloer 5 van een transporteur, die wordt ondersteund door een in hoogte instelbaar frame; zij- en voorwanden met onderlinge instel-middelen en een achterste aanslag ongeveer in het midden van het frame, waarbij de transportvloer wordt gevormd door een voorste en een achterste helft en afzonderlijke regelmiddelen 10 zijn aangebracht voor de twee helften van de vloer voor het achtereenvolgens meedelen van een voorwaartse beweging in de ene richting aan de beide helften vanuit een laad-stand naar een los-stand, en een openende beweging in tegengestelde richtingen van de twee helften van de vloer wanneer deze zich 15 in de losstand bevindt.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de voorste helft van de transportvloer deel uitmaakt van een eerste kontinue eindloze transporteur, die door de regelmiddelen in een enkele richting kan. worden bediend, 20 terwijl de achterste helft deel uitmaakt van een tweede transporteur die door afzonderlijke regelmiddelen in beide richtingen kan worden verplaatst.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t he t kenmerk, dat de twee helften van de transportvloer elk 25 worden gevormd door een stel evenwijdige draaibare rollen, die zijn aangebracht dwars op de verplaatsingsrichting van de vloer.

4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat de voorste helft van de transportvloer wordt ge- 30 vormd door een stel rollen, die zijn aangebracht in de ver-bindingspennen van de schakels van een eerste paar kettingen terwijl de achterste helft van de vloer wordt gevormd door een rollenbaan, die wordt aangedreven door een tweede paar kettingen.

5. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijwanden zijn aangebracht op de zijdelen van het frame en zodanig kunnen worden verplaatst dat zij naar de hartlijn van de transportvloer toe bewegen wanneer de transportvloer zich in zijn los- 40 stand bevindt. 8002 1 01 0 -8-

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorste wand instelbaar is.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de achterste aanslag wordt gevormd door een plaat, die in dwarsrichting in het frame is gemonteerd tussen de laad-zone en de los-zöne en die ver-zwenkt kan worden tussen een omhoog gebrachte stand waarin hij de doorgang tussen de twee zönes vrijlaat naar een laag-10 ste stand waarin hij de doorgang afsluit.

8. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 1 800 2 1 01