NL8002048A - Overbrenginrichting voor een stapel betonnen dakpannen. - Google Patents

Description

1 - 1 - * ^ N.0. 28.818

Overbrenginrichting voor een stapel betonnen dakpannen,

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overbrengen van een stapel dakpannen vanuit een stapelstation, bestaande uit een lichaam, dat stapsgewijs draaibaar is om een vertikale as en dat voorzien is van opneemkamers voor gestapelde dakpannen, die 5 over een deel van hun lengte vrij buiten de omtrek van het lichaam uitsteken, naar een transport en/of verpakkingsstation, waar de stapel dakpannen op een kant staande worden neergezet, welke overbrenginrichting voorzien is van een verplaatsbare grijper, die de stapel dakpannen in het stapelstation vastgrijpen aan de buiten het lichaam uitstekende 10 randen van de dakpannen en de stapel vanuit een in hoofdzaak vertikale stand kan overbrengen naar een in hoofdzaak horizontale of hellende stand in het transport- en/of verpakkingsstation.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift 1.756.3½.

15 Bij de vervaardiging van betonnen dakpannen komen de dakpannen vanuit de produktielijn in het stapelstation. Tijdens het stapelen staat het lichaam stil. Een ondersteuning voor een stapel in een opneem-kamer beweegt stapsgewijs omlaag, totdat de opneemkamer gevuld is. Dan wordt het lichaam verdraaid tot een volgende opneemkamer aansluit op de 20 produktielijn. Zo worden alle opneemkamers gevuld met dakpannen.

De dakpannen worden in de produktielijn zodanig vervaardigd, dat de onderrand van de dakpannen vooraar/Ligt. D.w.z. dat deze onderranden bij het stapelen het dichtst bij het hart van het stapelstation liggen.

Vanuit het stapelstation worden de stapels opgenomen uit de opneem-25 kamer en overgebracht naar een transport- en/of verpakkingsstation.

De bekende overbrenginrichting plaatst iedere stapel zodanig op een horizontale of hellende ondergrond, dat de onderranden van de dakpannen omlaag zijn gericht. Door de vorm van de grijper kan dit niet anders, omdat de grijper vanaf de buitenzijde om de stapel heengrijpt, 30 Wanneer nu de stapel dakpannen wordt omgeven door een folieverpakking, zoals tegenwoordig gebruikelijk is, dan vormt zich tijdens de opslag condens in de verpakking. Dit condenswater verzamelt zich onder in de verpakking nabij de op een dak zichtbare onderranden van de dakpannen.

Dit. condenswater veroorzaakt kalkaanslag op de zichtbare onderranden 35 van de dakpannen.

800 2 0 48 _ 2 -

Daarom is het in de praktijk gebruikelijk de stapel vó6r het verpakken te keren, hetgeen een extra bewerking betekent.

De uitvinding beoogt een overbrenginrich.ting te verschaffen, waarbij dit keren overbodig wordt en die ook verder eenvoudiger is uitgevoerd 5 dan de bekende inrichting.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de grijper een platte U-vormige gedaante heeft, waarvan de evenwijdige benen voorzien zijn van klemorganen, die kunnen aangrijpen op de randen van de stapel en waarvan de bodem onder de stapel ligt, welke grijper verbonden is 10 met een draagarm, die verdraaibaar is om een in hoofdzaak horizontale as, om de stapel vanuit de vertikale stand in het stapelstation over te brengen naar een horizontaal of hellende stand in het transport-en/of verpakkignsstation.

Door de platte U-vormige gedaante van de grijper kan de stapel 15 zodanig in het transport- en/of verpakkingsstation worden neergelegd, dat de onderranden van de dakpannen aan de bovenzijde komen.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening voor een uit-voeringsvoorbeeld nader worden toegelicht, waarin: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht toont van het einde van 20 de produktielijn, het stapelsstation en een deel van de overbrengin-richting volgens de uitvinding; fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont van het stapelsstation, . de overbrenginrichting volgens de uitvinding en het verpakkingsstation; en 25 fig. 3 en 4 perspektivische aanzichten tonen van de overbrenginrichting volgens de uitvinding in de beide eindstanden.

Het einde van de produktielijn is in fig. 1 aangegeven met 1.

Hierop verplaatsen zich verharde betonnen dakpannen 2, met de randen, die op een dak aan de onderzijde liggen, vooraan. Deze onderranden 30 zijn dus op een dak altijd zichtbaar. Het produktieproces is zodanig ingericht, dat de onderranden naar voren wijzen.

De dakpannen 2 komen in een bekend stapelstation, bestaande uit een lichaam 3, dat stapsgewijs draaibaar is om een vertikale as.

Dit lichaam 3 bevat een viertal opneemkamers, waarin zich draag-35 organen voor een stapel bevinden. Wanneer de eerste dakpan 2 op het draagorgaan ligt, beweegt dit een stapje omlaag, zodat de tweede dakpan op de eerste komt te liggen, enzovoort, totdat een stapel van de gewenste hoogte is gevormd. Het lichaam 3 roteert dan over 90°, zodat 800 2 0 48 - 3 - ·. st een volgende opneemkamer gevuld kan worden vanaf de produktielijn 1.

Afhankelijk van de opstelling van de overbrenginrichting volgens de uitvinding wordt één van de gevormde stapels uit het stapelstation gepakt en overgebracht naar een horizontale of hellende ondergrond, 5 het zgn. verpakkingsstation, aangegeven met 4.

Hier wordt de stapel bijvoorbeeld omhuld met een folie (niet-weergegeven).

Dit alles behoort tot de stand van techniek.

Bij de bekende overbrenginrichting zijn de beide evenwijdige 10 grijperarmen met elkaar verbonden door een brug, die om de stapel heen grijpt.

Deze bekende grijper kan de stapel dus alleen maar zodanig neerleggen op de ondergrond van het verpakkingsstation 4, dat de onderranden van de pannen op de ondergrond liggen.

15 Na het aanbrengen van een folieverpakking kan tijdens de opslag condenswater ontstaan, dat zich verzamelt onder in de folieverpakking en aanleiding kan geven tot kalkafzetting op de benedenranden van de dakpannen.

Om dit te vermijden moet men dus vóór of na het verpakken de stapel 20 keren.

De overbrenginrichting volgens de uitvinding is in feite zeer eenvoudig van constructie, en maakt bovendien het extra omkeren van de stapel overbodig.

De overbrenginrichting is stationair opgesteld en bestaat uit een 25 basisframe 5, alsmede uit een grijperkonstruktie 6, die om een horizontale as 7 ten opzichte van het basisframe 5 beweegbaar is.

Het grijperdeel van de grijperkonstruktie 6 bestaat uit twee evenwijdige grijperarmen θ, die aan één einde zijn verbonden door een dwarsverbinding 9, dus een U-vormig grijperdeel.

30 De naar elkaar toe gerichte zijden van de grijperarmen 8 kunnen voorzien zijn van op zich bekende klemmiddelen, zoals opblaasbare slangen of dergelijke, met behulp waarvan de stapel kan worden vastgeklemd.

De werking blijkt zonder meer uit dë figuren 2, 3 en 4.

Doordat de grijperarmen 8 alleen onde^fstapel met elkaar zijn 35 verbonden, wordt de stapel vanzelf zodanig neergelegd op het verpakkingsstation 4·, dat de onderranden van de dakpannen 2 aan de bovenzijde liggen.

De grijperkonstruktie 6 kan met allerlei bekende middelen verdraaid worden om de as 7, bijvoorbeeld met behulp van een hydraulische vijzel 10, 800 2 0 48 ► - - - » met een zuigerstang 11, die aan een einde als tandheugel 12 is uitgevoerd, die kan samenwerken met een (niet-weergegeven) tandsegment, dat vast verbonden is met de grijperkonstruktie 6.

Vanzelfsprekend zijn andere aandrijvingen mogelijk.

800 2 0 48

Claims (3)

1. Inrichting voor het overbrengen van een stapel dakpannen vanuit een stapelstation, bestaande uit een lichaam, dat stapsgewijs draaibaar is om een vertikale as en dat voorzien is van opneemkamers voor gestapelde dakpannen, die over een deel van hun lengte vrij buiten 5 de omtrek van het lichaam uitsteken, naar een transport- en/of verpak-kingsstation, waar de stapel dakpannen op een kant staande worden neergezet, welke overbrenginrichting voorzien is van een verplaatsbare grijper, die de stapel dakpannen in het stapelstation kan vastgrijpen aan de buiten het lichaam uitstekende randen van de dakpannen en de sta-10 pel vanuit een in hoofdzaak vertikale stand kan overbrengen naar een in hoofdzaak horizontale of hellende stand in het transport- en/of verpakkingsstation, met het kenmerk, dat de grijper een platte U-vormige gedaante heeft, waarvan de evenwijdige benen voorzien zijn van klemorganen, die kunnen aangrijpen op de randen van 15 de stapel en waarvan de bodem onder de stapel ligt, welke grijper verbonden is met een draagarm, die verdraaibaar is om een in hoofdzaak horizontale as, om de stapel vanuit de vertikale stand in het stapelstation over te brengen naar een horizontaal of hellende stand in het transport- en/of verpakkingsstation.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak horizontale as gelagerd is in een stationair basisframe.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aandrijfmiddelen samenwerken met de draagarm om deze om de 25 in hoofdzaak horizontale as te verdraaien. / 800 2 0 48