NL8002042A - Werkstukoverdrachtsinrichting. - Google Patents

Werkstukoverdrachtsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8002042A
NL8002042A NL8002042A NL8002042A NL8002042A NL 8002042 A NL8002042 A NL 8002042A NL 8002042 A NL8002042 A NL 8002042A NL 8002042 A NL8002042 A NL 8002042A NL 8002042 A NL8002042 A NL 8002042A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
drive means
transfer
shaft
oscillator
Prior art date
Application number
NL8002042A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Emerson Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emerson Electric Co filed Critical Emerson Electric Co
Publication of NL8002042A publication Critical patent/NL8002042A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B41/00Component parts such as frames, beds, carriages, headstocks
    • B24B41/005Feeding or manipulating devices specially adapted to grinding machines
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q7/00Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting
    • B23Q7/04Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting by means of grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Feeding Of Workpieces (AREA)
  • Manipulator (AREA)

Description

y t
P & C
LW 3731-14 Ned.
Werkstukoverdrachtsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een werkstukoverdrachtsinrich-ting, die werkzaam is om een werkstuk tijdens de overdracht tussen werkstations om te keren.
Er is behoefte aan een verbeterde samenstel-overdrachtsinrichting, 5 die in staat is op nauwkeurige wijze werkstukken op te nemen en te plaatsen op aangegeven plaatsen. Een dergelijke inrichting is nodig bij vervaar-didings- en samenstellingshandelingen, waar werkstukken achtereenvolgens worden bediend op diverse werkstations en daartussen moeten worden overgedragen. Daarnaast kan men eisen dat de werkstukken worden omgekeerd 10 of op andere wijze roteerbaar uitgericht worden tijdens de overdracht tussen werkstations. Het gebruik van dergelijke overdrachtsinrichtingen is niet nieuw. Diverse bekende inrichtingen hadden dergelijke overdrachts-mogelijkheden, maar vereisten primaire en secundaire overdrachtsinrichtingen, die in tendem werkten om een overdracht compleet te maken. Nog 15 andere inrichtingen vereisten een voorprogrammering van hun regelelementen, ter verkrijging van een continue overdrachtsactiviteit, of waren in structureel opzicht complex en vereisten zich uitbreidende opneemhulp-eenheden om hun overdrachts- en plaatsingsacties te voltooien. Vele bekende onderdelen hanterende inrichtingen waren langzaam in bedrijf en niet in 20 staat tot een snelle massabeweging van werkstukken, zoals dit vereist is bij sterk geautomatiseerde samenstellingshandelingen. Andere bekende inrichtingen gebruikten ingewikkelde koppelsystemen en van buiten af toegankelijke nokopstellingen, die zware en langzaam bewegende onderdelen bezaten.
Sommige bekende inrichtingen, waar de ene as zowel een rotationele als 25 een axiaal geleidende beweging onderging om een boogvormige overdracht van een werkstuk te bewerkstelligen, hadden het ongewenste probleem van een ondoeltreffende afdichting om de roterende en verschuivende uitgangsas.
Voorbeelden van werkstukoverdrachtsinrichtingen, industriële robots en andere mechanische maipulatoren, die de bekende stand der techniek 30 typeren zijn: Amerikaans octrooischriften nrs. 2,904,192? 2,927,365? 2,997,186? 3.692,194? 3,951,271 en 4,113,115.
De onderhavige uitvinding verschaft een werkstukoverdrachts-inrichting, bevattende een door een motor aangedreven hoofdaandrijfas en overdrachtsmiddelen, die gemonteerd zijn voor opname, overdracht en 35 plaatsing van betreffende werkstukken tussen werkstations, welke inrichting gekenmerkt is door aandrijfiniddelen die op aandrijvende wijze in ingrijping brengbaar zijn met de aandrijfas en een voor rotatie geïndexeerd uitgangs- 80 0 2 0 42 - 2 - middel bezit, gemonteerd voor oscillatie om een as, welke aandrijfmiddelen een oscillatormiddel bevatten en een indexeermiddel, dat daarmede op aandrijvende wijze verbonden is, welke overdrachtsmiddelen een aantal overdrachtsarmorganen bezitten en gemonteerd zijn op dit geoscilleerde 5 en geïndexeerde uitgangsmiddel teneinde de werkstukken tijdens de overdracht tussen werkstations om te keren.
In een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt gebruik gemaakt van een stationaire oscillatorinrichting van het type met een parallele as. De vertikaal uitgerichte uitgangsas, die oscilleert 10 over een gewenste hoeveelheid rotatie, drijft een aan de bovenzijde ervan gemonteerd indexeermechanisme van het rechthoekige type aan. Eeb koppelings-samenstel wordt gebruikt tussen de uitgangsas van de oscillator en de montagegrondplaat van het op roteerbare wijze gemonteerde indexeermechanisme teneinde de horizontale oscillerende beweging naar de indexeerinrichting 15 over te dragen. Het koppelingssamenstel is instelbaar ter verschaffing van de noodzakelijke instellingen ten aanzien van de tijdsduur en slag voor de overdrachtsinrichting.
Een alternatieve uitvoering van de onderhavige uitvinding maakt gebruik van een zogenaamde oscillatorinrichting van het rechthoekige type.
20 Een juk is gemonteerd bij het ene einde aan de roterende indexeerinrichting en bij het andere einde via een vertikale hefboom verbonden met de oscillerende zij-uitgangsas van de oscillator. Dezelfde uiteindelijke omkerings- en overdrachtsactie voor een werkstuk wordt verkregen met deze alternatieve vorm.
25 De geopenbaarde overdrachtsinrichting is in belangrijke mate compact in vergelijking met bekende systemen; het maakt gebruik van kleinere en goedkopere componenten. Het gebruik van opgesloten doosnokken in plaats van van buiten toegankelijke nokopstellingen produceert een afhankelijk overdrachtssamenstel met een redelijk voorspelbare levens-30 duur. Het bezit een minimum aantal bewegende onderdelen, voornamelijk wegens het gebruik van een gemeenschappelijke ingangsas voor de vertikaal uitgerichte, nok bediende oscillator- en indexeerinrichting. Bovendien wegens het gebruik van een indexeerinrichting, die horizontaal geoscilleerd wordt teneinde in de onmiddellijke nabijheid te zijn van de 35 betreffende werkstations, kan een arm met een zeer kleine radius worden gebruikt op de overdrachtsarmen, welke gemonteerd zijn aan de indexeerinrichting. Dit gebruik van betrekkelijk korte overdrachtsarmen produceert tamelijk lage koppels op de betreffende werkstukonderdelen tijdens hun 800 2 0 42 ^ -t - 3 - overdracht en derhalve kan de overdracht van zeer delicate werkstukken worden opgenomen. De overdrachtsinrichting is belangrijk sneller dan bekende inrichtingen en bezit duidelijke voordelen in nauwkeurigheid.
Bovendien is de overdrachtsinrichting in staat om een werkstuk 5 zowel horizontaal over te brengen over een gewenste afstand/ terwijl dit gelijktijdig wordt omgekeerd/ en is in staat om snel en nauwkeurig delicate werkstukken over te brengen tussen werkstations zonder gevaar voor beschadiging als gevolg van de ongewenst grote koppels.
Voorts bezit de overdrachtsinrichting slag- en faselnstel-10 mogelijkheden.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van enige in de figuren der bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 geeft een totaal bovenaanzicht, waarin de omgevings 15 lay out getoond wordt, waarin de overdrachtsinrichting bedienbaar is; fig. 2 toont een doorsnede gedeeltelijk dn aanzicht van de werkstukoverdrachtsinrichting, waarbij de werkzame standen van bepaalde componenten ervan tijdens beweging tussen een "opneem-" en een "plaatsings-" stand worden geïllustreerd; 20 fig. 3 geeft een bovenaanzicht van de in fig. 2 weergegeven overdrachtsinrichting, en laat de ligging van bepaalde componenten zien tijdens het "opneem"-gedeelte van een werkcyclus; fig. 4 geeft een ander bovenaanzicht van de inrichting, soortgelijk aan fig. 3, maar waarbij de componenten worden weergegeven zoals 25 zij normaal zich voordoen in de tussengelegen werkstand, weergegeven in fig. 2; fig. 5 toont een ander bovenaanzicht, soortgelijk aan fig. 3, maar waarbij de inrichting wordt weergegeven zoals deze zal verschijnen tijdens het "plaatsings"-gedeelte van een werkcyclus; 30 fig. 6 geeft een bovenaanzicht van het instelbare koppelings- samenstel van de overdrachtsinrichting volgens de uitvinding; fig. 7 geeft een langsaanzicht van het koppelingssamenstel. weergegeven in fig. 6; fig. 8 geeft een aanzicht in perspectief van een werkstuk en 35 een gedeelte van een overdrachtsarm, waarbij bepaalde componenten uitvoeriger worden weergegeven; en fig. 9 geeft een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de overdrachtsinrichting.
Onder verwijzing thans naar de tekeningen, waarin gelijke - 4 - verwijzingscijfers overeenkomstige elementen aangeven, wordt in fig. 1 een illustratie gegeven van de nokken bediende omkerings- en plaatsings-overdrachtsinrichting volgens de uitvinding, in het algemeen aangegeven met verwijzingscijfer 20. De overdrachtsinrichting 20 wordt daar weer-5 gegeven in een typerende onderdelen samenstellingsmontering, omvattende een roterend, multipel station, samenstelkiesplaat 22, van waaruit werkstukonderdelen worden opgepikt op het respectieve werkstation A, en een bandtransporteur 24 zonder einde, waar de overgedragen werkstukken worden neergezet, zoals bij het werkstation B. Zoals te zien is in fig. 2 10 bestaat de overdrachtsinrichting 20 in het algemeen uit een bovenste gedeelte of indexeer-aandrijfinrichting 26, een aanpassingseenheid 27, en een onderste gedeelte of oscillatoraandrijfinrichting 28, die gemonteerd is aan een overdrachtssteunkolom 30. De kolom 30 is normaal in gebruik en vormt geen deëL van de uitvinding.
15 Inwendig van de overdrachtskolom 30 wordt een met kons-ante snelheid door een motor aangedreven aandrijfas 32 ondersteund, die via een askoppelstuk 34 een hoofdingangsas 36 aandrijft. De hoofdas 36 is zowel voor de indexeerinrichting 26 als de oscillator 28 gemeenschappelijk en bevat een onderste asgedeelte 38 en een bovenste asgedeelte 40, die 20 stevig met elkaar gekoppeld zijn door een tweede koppelorgaan 42. De hoofdas 36 roteert in de richting van de in figuren 2 en 3 weergegeven pijlen (het zal duidelijk zijn dat voor het gemak van het samenstellen de hoofdas 36 van de voorkeursuitvoeringsvorm twee secties bevat, maar dat een aandrijfas uit één stuk zou kunnen worden gebruikt).
25 Het eerste aandrijf middel of oscillatoraandrijfinrichting 28, toegepast in de voorkeursuitvoeringsvorm, is een voorbelaste, in een doos opgesloten nokmechanisme van het type met evenwijdige as en in het bezit van een oscillerende uitgangsas 44, die evenwijdig uitgericht is op de ingangsas 38 (figuren 3-5). Bekende inrichtingen, die typerend 30 zijn voor de oscillatorinrichting 28, worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften nrs. 2,986,949 en 3,525,268. De in de oscillator 28 gebruikte, niet-weergegeven specifieke nok is op algemeen bekende wijze zodanig ontworpen, dat de uitgangsas 44 van de oscillator naar achteren en naar voren oscilleert over een gewenste mate van rotatie, hier gekozen 35 als een algemene referentiehoek $ (zie fig. 1).
Aan de bovenzijde van de oscillator 28 is de aanpassingseenheid 27 gemonteerd bevattende eei.voor de adaptor bestemd huis (spacer housing) 48, een vierpuntsleger 50 gebruikt om de gewenste starheid te verschaffen, 800 2 0 42 » ♦ - 5 - en een montageplaat 52. Het huis 48 is een integrale eenheid gevormd uit een onderplaat 54 die star gemonteerd is aan de oscillator 28 door van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen 56 en een vertikaal zijwand-gedeelte 58 van gelijkmatige dikte en cilindrische vorm. De zijwand 58 5 is onderbroken bij afbreekranden 60a en 60b van de wand (fig. 4 en 5).
Het leger 50 is op verschillende plaatsen bevestigd aan de zijwand 58 van het huis door bevestigingsmiddelen 62, terwijl de montageplaat 52 op soortgelijke wijze bevestigd is aan het leger 50 door middel van bevestigingsmiddelen 64. Dienovereenkomstig is de montageplaat 52 in 10 staat om relatief ten opzichte van de stationaire oscillator 28 en het huis 48 te roteren. Het askoppelstuk 42 is gelegen tussen de onderplaat 54 en de montageplaat 52.
Een basisfreem 65 van het indexeermechanisme 26 is gemonteerd aan de roteerbare montageplaat 52 door middel van bevestigingsmiddelen 66 15 en is in staat om horizontaal te roteren tezamen met de plaat 52 ten opzichte van het huis 48 en de oscillator 28. Een asafdichting 68 dicht het bovenste ingangsasgedeelte 40 af wanneer dit loopt door de montageplaat 52. Het tweede aandrijforgaan of indexeeraandrijfinrichting 26 van de voorkeursuitvoeringsvorm is het algemeen bekende type met rechte 20 hoek van een in een doos of kastje opgesloten nokmechanisme, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2,999,311 en 3,049,017. De indexeeraandrijving 26 heeft een zijuitgangsas 70, die onder rechthoeken uitgericht is ten opzichte van de as 36, die een roterende ingang met konstante snelheid verschaft.
25 Zoals het beste te zien is in de figuren 2-7 verbindt een oscillatorarmkoppelstangsamenstel, alsmeen aangegeven met het verwijzings-cijfer 72, de uitgangsas 44 van de oscillator 28 met de roteerbare montageplaat 52 en dus met het daardoor gedragen indexeerorgaan 26. Meer in het bijzonder bevat het koppelstangsamenstel 72 een stuurorgaan 74, dat 30 gespied is in de oscillatoruitgangsas 44, eindigt in een vingergedeelte 76 en een vertikaal stuurgedeelte 78 bezit. Een op speciale wijze gevormde oscillatorkoppelarm 80 bezit een passend kraaggedeelte 81, dat zwenkbaar bevestigd is aan het stuurgedeelte 78 en eveneens een zich naar buiten toe uitstrekkend hoeksteungedeelte 82, waarin gesleufdé instelopeningen 35 84 (fig. 6) gevormd zijn. Een koppelhoeksteun 86 is bevestigd via beves tigingsmiddelen 88 aan het hoeksteungedeelte 82 van de koppelarm 80 en draagt een onder perspassing aangebrachte pen 90, waaraan draaibaar gemonteerd is het ene einde van een oscillatorkoppelstang 92. Een stuur- 800 2 0 42 - 6 - blok 94 is star bevestigd via een bevestigingsmiddel 95 aan de onderste zijde van de montageplaat 52 op een plaats binnen de begrenzingen van het huis 48. Het blok 94 draagt een met perspassing aangebrachte pen 96, waarmede scharnieren het andere einde van de oscillatorkoppelstang 92 5 gemonteerd is.
Zoals kan worden waargenomen in fig. 6 stellen de instelsleuven 84 op het hoeksteungedeelte 82 van de arm 80 de bevestigingsmiddelen 88 in staat, wanneer zij losgedraaid zijn, om daarlangs te worden verschoven totdat de gewenste positie (waarvan de uiterste standen in fig. 6 met 10 stippellijnen zijn weergegeven) van de koppelhoeksteun (86) tot stand ~ is gebracht, waarvoor de noodzaak later zal worden uiteengezet. Daarenboven is de ingestelde plaatsing (met stippellijnen in fig. 6 weergegeven) van de vinger 76 van het stuurorgaan 74 tot stand gebracht door gebruik van een paar van schroefdraad voorziene stoporganen 98 gedragen door 15 respectieve vleugelorganen 100 gevormd aan de oscillatorkoppelarm 80, welke instelling eveneens later zal worden toegelicht. Het hierboven beschreven koppelstangsamenstel 72 werkt dus om de oscillatie (gemeten door hoek y) van de uitgangsas 44 naar de montageplaat 52 over te zetten en uiteindelijk aan de gehele indexeeraandrijving 26.
20 Zoals het beste te zien is in de figuren 2-5 is een vertikaal uitgerichte overdrachtsarmsamenstel van het revolverdraaibanktype, algemeen aangeduid met verwijzingscijfer 102, star bevestigd aan de uitgangsas 70 van het indexeerorgaan 26. Het overdrachtsarmsamenstel 102 bevat een montagekraag 104 vastgespied aan de uitgangsas 70, een montageplaat 106 25 die op betrouwbare wijze bevestigd is aan de montagekraag 104, en vier zich naar buiten toe uitstrekkende overdrachtsarmen 108. Rlke arm 108 is gelijkelijk verwijderd over intervallen van 90° rondom de montageplaat 106 en bevestigd daaraan door bevestigingsmiddelen 110. Elke overdrachts-arm 108 eindigt aan het buitenste einde ervan in een ü-vormig, in de 30 vorm van een handgreepachtig gedeelte 112 voorzien van een paar onder veerbelasting staande vasthoudelementen 114. De grijpers 112 en elementen 114 werken samen om een werkstuk 116 tijdens de overdracht ervan (zie fig. 8) te grijpen. Zoals duidelijk zal zijn voor een deskundige kunnen de overdrachtsarmgrijpgedeelten 112 en vasthoudelementen 114 worden 35 vervangen zoals een particuliere samenstellingssituatie zou kunnen dicteren, net andere wel bekende vormen van zogenaamde opneem- en plaatsingsinrichtingen zoals mechanische, hydraulische, met samengeperste lucht, magnetische of vacuüm bekrachtigde opneemeenheden.
800 2 0 42 * -+ - 7 -
Het overdrachtsarmsamenstel 102 is roteerbaar geïndexeerd in 90° segmenten (met de klok meegezien in fig. 2) door de werking van het indexeerorgaan 26. Men zal zich herinneren dat de hoofdingangsas 36 met de klok mee draait (figuren 2, 4) en met konstante snelheid. Voorts 5 drijft de as 36 het indexeerorgaan 26 aan zelfs terwijl laatstgenoemde bezig is horizontaal te roteren (zowel in een aan de klok tegengestelde richting als in een richting met de klok mee, zie pijlen in fig. 4) relatief ten opzichte van de oscillator 28. Aldus wanneer de draaiings-richting van de gehele indexeereenheid 26 dezelfde is als die van de hoofd-10 aandrijfas 36 dan zijn de respectieve snelheden van rotatie additief.
Zonder enige vorm van compensatie zou dit kunnen resulteren in een vergrote indexeringsnelheid voor het overdrachtsarmsamenstel 102. Echter wanneer hun respectieve rotatierichtingen tegengesteld zijn zijn de respectieve rotatiesnelheden subtractief, hetgeen zou kunnen resulteren in een 15 afnemende indexeersnelheid. Aldus moet de in het indexeerorgaan 26 toegepaste, (niet-weergegeven) nokeenheid zo worden ontworpen, door gebruik te maken van algemeen bekende nokontwerpmethoden, dat het hierboven beschreven additieve en subtractieve rotatiesnelheidsprobleem van het indexeerorgaan 26 met betrekking tot de hoofdas 36 wordt gecompenseerd. Via een juist 20 nokontwerp kunnen de rotationele uitgang van het indexeerorgaan 26 en dus het armsamenstel 102 uniform gemaakt worden over alle gedeelten van een werkcyclus. Dit is zo onverschillig het feit dat het indexeerorgaan zelf roteerbaar oscilleert om de as 36 in plaats van te zijn gemonteerd op stationaire wijze zoals het de typische montagemethode is voor dergelijke 25 nokbediende mechanismen. Dit de rotationele snelheidscompenserende probleem zou op alternatieve maar minder gewenste wijze kunnen worden opgelost door het gebruik van algemeen bekende methoden door gebruik te maken van een compenserend mechanisch koppelingssamenstel, dat uitwendig van het huis 48 gemonteerd is.
30 Het zal duidelijk zijn, dat de adaptoreenheid 27, die de indexeer- aandrijving 26 verenigt met de oscillatoraandrijving 28, niet nodig kan zijn bij bepaalde samenstelinstallaties, waarin de fase of de slag-instelling niet een probleem zijn. Bijvoorbeeld de aanpaseenheid 27 en het oscillatorkoppelstangsamenstel 72 zou kunnen worden vervangen door een 35 roteerbare montageplaat soortgelijk aan de montageplaat 52 te monteren, maar in de vorm van een sector van een inwendige tandkrans en voorzien van geschikte legers, rechtstreeks aan de bovenzijde van de oscillator 28. Vervolgens zou de indexeereenheid kunnen worden bevestigd aan de gewijzigde montageplaat, terwijl een tandwiel (spur gear) gespied aan de 800 2 0 42 - 8 - oscillatoruitgangsas 44 aandrijvend de tandkranssector van de gewijzigde montageplaat zou kunnendoen oscilleren, en aldus ook het indexeerorgaan 26. De hoofdaandrijfas 36 zou nog steeds het indexeerorgaan 26 aandrijven zoals in de voorkeursuitvoeringsvorm. Een zekere instelling zou kunnen 5 worden verkregen door het spoortandwiel vast te pinnen aan de uitgangsas 44 via onverschillig welke van een aantal angulair versprongen instelgaten.
Thans overgaande tot een beschrijving van de werking van de over-drachtsinrichting 20, zoals te zien in fig. 3, welke voor de doeleinden van deze beschrijving het starten of het opneemgedeelte -van'een werkcyolus- — 10 illustreert, heeft de.actie van de hoofdaandrijfas 36.gemaaktdat.de ' -uitgangsas 44 van de oscillator 28 roteert naar de meest met de klok mee draaiende positie. Dit fungeert om op soortgelijke wijze te doen roteren via het oscillatorkoppelstangsamenstel 72, de montageplaat 52 en indexeer-inrichting 26 naar hun respectieve meest met de klok meedraaiende posities, 15 waardoor het grijporgaan 112a van de overdrachtsarm 108A (zie fig. 2) is gelegen bij het werkstation A (fig. 3) en bezig is het werkstuk 106a van de keuze plaat 22 af op te nemen. (Zie de gestippelde lijnpositie voor het armsamenstel 102 in fig. 1, geïdentificeerd met de verwijzingsletter "X":.
20 Een verder met de klok meedraaiende rotatie van de hoofdas 36 maakt dat de oscillatoruitgangsas 44 van rotatierichting verandert en begint om het koppels-angsamenstel 72, de plaat 52 te doen oscilleren, waarbij het indexeerorgaan 26 en het koppelstangsamenstel 72 de in fig. 4 weergegeven positie benaderen. De nieuwe, vaste lijnpositie voor het arm-25 samenstel 102 in fig. 1 wordt geïdentificeerd door de referentieletter "Y". Zoals te zien is in fig. 2 maakt een dergelijke verdere rotatie van de as 36 dat het nieuwe gedeeltelijk geroteerde indexeerorgaan 26 om het over-drachtsarmsamenstel 102 te indiceren, dat is vertikaal roteren. Dit heeft het effect van het in staat stellen van de overdrachtsarm 108a om het 30 werkstuk 116a van de kiesplaat 22 af op te nemen en vertikaal te doen stijgen, en om te beginnen de lege overdrachtsarm 108b te doen roteren naar de pick-up positie nabij het volgende werkstuk 116b. De arm 108b zal het werkstuk 116b aangrijpen nadat eenmaal de keuzeplaat 22 met de klok mee roteert (fig. 3) teneinde het werkstuk 116b te bewegen in de positie en 35 zodra de inrichting 20 roteert terug naar de keuzeplaat 22. Men zal zich herinneren dat tijdens één horizontale overdrachtsbeweging over een hoeky door oscillator 28, vanuit werkstation A naar B, het overdrachtsarmsamenstel 102 slechts 90° roteert. Deze verdere rotatie van het armsamenstel 102 800 2 0 42 1 * - 9 - is weergegeven in figuren 2 en 4, waarbij het armsamenstel 102 ongeveer 45° met de klok mee gedraaid is vanuit de in fig. 3 weergegeven positie.
Deze rotatie van het armsamenstel 102 begint aan de omkeringsactie van het werkstuk 116a over 180°, welke wordt bewerkstelligd in twee segmenten 5 van 90°, zodanig dat wanneer het werkstuk 116a uiteindelijk overgedragen is aan de baan 24 van de transporteur, het omgekeerd is (zie fig. 2).
Een voortgezette verdere rotatie van de as 36 maakt dat de oscillatoruitgangsas tegen de klok in gaande rotatie van de koppelstang 72, de plaat 52 en het indexeerorgaan 26 voltooit, terwijl die componenten 10 hun betreffende meest tegen de klok ingedraaide posities bereiken, zoals weergegeven in fig. 5. Daar ziet men dat de overdrachtsarm 108d een nieuw omgekeerd werkstuk 116d in het werkstation B geplaatst heeft. Het armsamenstel 102 is bewogen naar de met stippellijnen weergegeven positie, geïdentificeerd door verwijzingsletter "Z" in fig. 1. Het zal duidelijk 15 zijn, dat het omgekeerde werkstuk 116d het werkstuk is, dat opgepikt is vanaf de plaat 22 juist voorafgaande aan het werkstuk 116a.
Een nog verdere rotatie van de uitgangsas 36 met konstante snelheid zal maken dat de oscillatoruitgangsas 44 opnieuw van rotatie-richting verandert en zal beginnen te oscilleren het samenstel 72, de 20 plaat 52 en het indexeerorgaan 26 in anti klok staande richting. Deze rotatie gaat door totdat het einde van de volledige zwenking over een hoek λ terug naar de positie van die componenten weergegeven in fig. 3, of terug naar de positie "X" in fig. 1 voor het armsamenstel 102. Het zal duidelijkzijn, dat gedurende de zojuist beschreven teruggaande 25 zwenking van de inrichting 20, vanaf het werkstation B naar A de overdrachtsarmsamenstel 102 niet indiceert. Dit komt omdat de (niet-weergegeven) nok van het indexeerorgaan 26 een drempelgedeelte bezit tijdens dit gedeelte van een werkcyclus. Dienovereenkomstig veroorzaakt een voortgezette rotatie van de as 36 geen rotationele indexering van het 30 armsamenstel 102 totdat een nieuw werkstuk opgepikt is bij het station A en een omkering van richting van de oscillatoruitgangsas 44 (terug naar een richting tegen de klok in) start een nieuwe werkcyclus. Dienovereenkomstig wordt een werkstukonderdeel opgepikt bij het station A niet volledig overgedragen naar station B totdat de tweede horizontale zwaai 35 naar station B bewerkstelligd is, en dat onderdeel twee opeenvolgende rotaties over 90° heeft ondergaan.
Omdat verschillende samenstellingsstructuren verschillen in de afstand tussen werkstations of wegens verandering in werkstukdimensies, moet de effectieve werkslag of -lengte van een overdrachtsarmsamenstel 102 800 2 0 42 - 10 - instelbaar zijn afhankelijk van de aanwezige condities. Eveneens moet de fase van de horizontale oscillatie, die aan de plaat 52 en het indexeer-orgaan 26 geproduceerd wordt, instelbaar zijn om de verschillende samen-stellingsstructuren op te vangen. Deze instellingen worden mogelijk ge-5 maakt door instellingen aan het oscillatorkoppelingssamenstel 72 (zie fig. 6). De slag van het overdrachtssamenstel 102, d.w.z. de effectieve afstand tussen de werkstations A en B kan desnoods worden ingesteld door de bevestigingsmiddelen 88 los te maken en de koppelingshoeksteun 86 te verschuiven langs sleuven 84 totdat de .gewenste .positie van de hoeksteun ^ -10 86 tot stand gekomen is. Deze slaginstelling verkort of verlengt.de.'v.:;-, ' effectieve afstand tussen de koppelarm 80 van de oscillator en taatsblok 94. In feite verandert dit de referentiehoek X met zeg 5° meer of minder rotatie bijvoorbeeld,en verlengt dus of verkort de werkelijke slag van het overdrachtsarmsamenstel 102. Elke bijkomende verandering in de slag 15 kan uiteraard verschaft worden door de lengte van elke overdrachtsarm 108 te veranderen. De fase van de inrichting 20 kan worden ingesteld door de stoporganen 98 in te stellen teneinde de vinger 76 aan het stuurorgaan 74 dichter naar het ene of het andere vleugelorgaan 100 aan de koppelarm 80 te verplaatsen. Deze instelling heeft het effect dat het aantal 20 X graden voor de horizontale oscillatie van het indexeerorgaan 26 desgewenst eerder of later kan beginnen. Dit zou worden gedaan om de overdrachts-inrichting 20 in fase te plaatsen met de bewegingen van de kiesplaat 22 en de transporteur 24.
Het zal duidelijk zijn dat de (niet-weergegeven) specifieke 25 nokken gebruikt bij oscillatoraandrijvingen 28 en in indexeerorgaan 26 zodanig moeten worden ontworpen onder gebruikmaking van algemeen bekende methoden dat bijna nul-snelheden geproduceerd worden voor de overdrachts-armen 108 bij him "pick-up" en "plaatsings"posities. Dit is noodzakelijk om de mogelijkheid tot beschadiging te jreduceren bij delicate werkstukken.
30 De meerderheid van de rotationele indexeerverplaatsing voor het overdrachtsarmsamenstel 102 zou men moeten doen plaatsvinden bij zeer hoge snelheden tijdens het middengedeelte van de 90° verplaatsing, die het ondergaat.
Het zal eveneens duidelijk zijn, dat de overdrachtsinrichting 20 35 kan worden toegepast in verschillende samenstelstructuren dan weergegeven in fig. 1. Bijvoorbeeld zou de inrichting 20 kunnen werken tussen twee samenstel-kiesplaten, of tussen twee transporteursporen, of uit twee delen bestaande toevoerstortgoten, of diverse werkstations van een ander type, 800 2 0 42 - 11 - of een combinatie van één of meer hiervan.
Een alternatieve uitvoeringsvorm, waarnaar in het algemeen met verwijzingscijfer 118 verwezen wordt, is geïllustreerd in fig. 9. In plaats van gebruik te maken van een oscillator van het type met een evenwijdige 5 as, zoals oscillatorinrichting 28 in de eerste uitvoeringsvorm, bezit deze alternatieve uitvoeringsvorm een rechthoekige of zogenaamde rollenoverbren-gingsoscillatorinrichting 120. De oscillator 120 bezit een oscillerende zijuitgangsas 122, die werkt onder rechte hoeken met de ingangsas 36. Een montagekraag 124 is gespied aan de uitgangsas 122 en draagt, een zich-naar 10 boven uitstrekkende oscillatorhefboom 126, welke eindigt in een ^roteerbaar::: : : daaraan gemonteerde rol 128. Het instelkoppelingssamenstel 72 van de eerste uitvoeringsvorm is, in deze alternatieve vorm, vervangen door een juk 130,. dat stevig bevestigd is aan de montageplaat 52 en zo geplaatst is, dat de rol 128 van de oscillatorhefboom 126 wordt opgenomen. De overige compo-15 nenten van deze alternatieve uitvoeringsvorm 118 zijn dezelfde als in het eerste uitvoeringsvoorbeeld.
In bedrijf wordt de hefboom 126 van deze alternatieve uitvoeringsvorm .118 gedwongen te oscilleren tussen de extreme randposities (gestippeld weergegeven in fig. 9) door de uitgangsas 124. Deze oscillatie wordt op 20 haar beurt overgedragen door de rol 128 naar het juk 130 en naar de montageplaat 52, waaraan het is bevestigd. Het eindresultaat is dat het indexeer-orgaan 26, gemonteerd aan de plaat 52, dezelfde mate van oscillatie (hoek^) ondergaat als die welke geproduceerd wordt door de oscillator 28 met evenwijdige as en koppelingssamenstel 72. Instellingen in de werking van het 25 overdrachtsarmsamenstel 102 kunnen worden bewerkstelligd door de plaatsing van het juk 130 op de plaat 52 te veranderen, of door de positie van de kraag 124 aan de as 122 te veranderen of door de diameter van de rol 128 te veranderen.
Men zal dus inzien, dat de nokbekrachtigde omkeer- en overdrachts-30 verplaatsingsinrichting een verbetering is ten opzichte van de constructief complexe en veel grotere inrichtingen van de bekende stand der techniek.
Via het gebruik van een enkele ingangsas om gemeenschappelijk een oscillator-aandrijving en een roteerbare indexeeraandrijving aan te drijven, bezit de onderhavige overdrachtsinrichting een minimum aan onderdelen en is con-35 structief gezien compact. Via het gebruik van een indexeerorgaan, dat regelbaar geoscilleerd wordt om dicht in de buurt te zijn van de respectieve werkstations, kunnen de overdrachtsarmen op het overdrachtsarmsamenstel van het revolverdraaibanktype van gereduceerde lengte zijn in vergelijking 800 2 0 42 - 12 - met bekende inrichtingen. Dit resulteert in gereduceerde koppels uitgeoefend op de over te dragen werkstukken, waardoor hogere overdrachtssnelheden mogelijk worden, dit alles zonder vrees op beschadiging van delicate werkstukken. Eveneens als gevolg van het gebruik van voorbelaste in doos of 5 kast opgesloten nokken voor de oscillator- en indexeerinrichtingen, wordt een verhoogde nauwkeurigheid verkregen ten opzichte van bekende inrichtingen. Bovendien maakt het gebruik van dergelijke opgesloten nokinrichtingen een vergrote en bepaalbare levensduur mogelijk als gevolg van afwezigheid van slijtage door uitwendige vervuiling, dus-anders^dan-de-van..buiteni_______ 10 toegankelijke nok- en koppelingsopstellingen-van de bekende inrichtingen.· 800 2 0 42

Claims (9)

1. Werkstukoverdrachtsinri dating, bevattende een door een motor aangedreven hoofdaandrijfas en overdrachtsmiddelen, die gemonteerd zijn voor opname, overdracht en plaatsing van betreffende werkstukken tussen 5 werkstations, welke inrichting gekenmerkt is door aandrijfmiddelen die op aandrijvende wijze in ingrijping brengbaar zijn met de aandrijfas en een voor rotatie geïndexeerd uitgangsmiddel bezit, gemonteerd voor oscillatie om een as, welke aandrijfmiddelen een oscillatormiddel bevatten en een indexeermiddel, dat daarmede op aandrijvende wijze'verbonden is,'welke 10 overdrachtsmiddelen een aantal overdrachtsorganen-bezitten en gemonteerd...... ' zijn op dit geoscilleerde en geïndexeerde uitgangsmiddel teneinde de werkstukken tijdens de overdracht tussen werkstations om te keren.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het aandrijf-orgaan een eerste aandrijfmiddel bevat, dat op aandrijvende wijze in 15 ingrijping is met de hoofdaandrijfas, en een uitgangsas bezit, die oscilleert over een voorgeselecteerde mate van rotatie, een tweede aandrijf-middel, dat op aandrijvende wijze in ingrijping is met de hoofdaandrijfas en een uitgangsas bezit, die roteerbaar geïndexeerd is over gewenste segmenten van rotatie, welk tweede aandrijfmiddel roteerbaar gemonteerd 20 is op het eerste aandrijfmiddel, middelen die de oscillerende uitgangsas van het eerste aandrijfmiddel verbinden met het roteerbaar gemonteerde tweede aandrijfmiddel teneinde het oscilleren van laatstgenoemde te sturen, welk overdrachtsmiddel een overdrachtsarmsamenstel bevat, dat in ingrijping is met de geïndexeerde uitgangsas van het tweede aandrijfmiddel.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aandrijf- orgaan oscillatoraandrijfmiddelen bevat voorzien van een oscillerende uitgangsas, en indexeeraandrijfmiddelen voorzien van een uitgangsas en een basisframe, dat roteerbaar gemonteerd is aan het oscillatoraandrijfmiddel; waarbij de motorisch aangedreven hoofdaandrijfas gekoppeld is met zowel het 30 oscillator- als het indexeeraandrijfmiddel, en een rotationele invoer verschaft aan beide aandrijfmiddelen; middelen, die de uitgangsas van het oscillatoraandrijfmiddel verbinden met het basisframe van het roteerbaar gemonteerde indexeeraandrijfmiddel teneinde het oscilleren van het indexeeraandri j fmiddel te besturen tussen posities die dicht in de buurt gelegen 35 zijn van aangrenzende werkstations; waarbij het overdrachtsmiddel een overdrachtsarmsamenstel bevat, dat een veelheid van overdrachtsarmlichamen bezit, welk samenstel verbonden is met de uitgangsas van het indexeeraandri j fmiddel en waarvan de indexering via roteerbare segmenten gestuurd 800 2 0 42 - 14 - wordt, terwijl elk der overdrachtsarmlichamen bedienbaar is, wanneer zowel het indexeeraandrijfmiddel'als het overdrachtsarmsamenstel worden geoscilleerd door het oscillatoraandrijfmiddel en wanneer het overdrachtsarm-samenstel voor rotatie geïndexeerd wordt door het indexeeraandrijfmiddel 5 teneinde een werkstuk op te pikken bij een eerste werkstation, dit tijdens de overdracht om te keren en te plaatsen bij een tweede werkstation.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met hetkenmerk, dat het verbindingsmiddel een huis bevat, dat gemonteerd is op het oscillatoraandrijf-middel, een montageplaat roteerbaar gelégerd iri dit huis en ingericht om 10 het indexeeraandrijforgaan te- dragen/ en -eeir oscillatorkoppelingsamenstel, dat de uitgangsas van het oscillatoraandrijfmiddel verbindt met de roteerbare montageplaat.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met hetkenmerk, dat het oscillatorkoppelingsamenstel instelmiddelen bezit voor het tot stand brengen van 15 een geselecteerde fase en slag van de inrichting.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het oscillatoraandrij fmiddel een opgesloten nokbekrachtigd mechanisme is, dat een uitgangsas bezit, die werkt, waarbij zij evenwijdig ten opzichte van de hoofdaandrijfas uitgericht is.
7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het indexeer aandri j fmiddel een opgesloten "nokbekrachtigd mechanisme is, dat een uitgangsas bezit, die werkt onder rechte hoeken met de hoofdaandrijfas.
8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de motorisch aangedreven hoofdaandrijfas een veelheid van met elkaar gekoppelde segmenten 25 bevat.
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het overdrachtsmiddel gemonteerd is voor het horizontaal overdragen en gelijktijdig vertikaal omkeren van een werkstuk, welk aandrijforgaan een eerste aandrijfmiddel bevat dat op aandrijvende wijze in ingrijping te brengen 30 is met de hoofdaandrijfas en werkzaam indien aangedreven door die as teneinde een eerste uitgangsmiddel te doen oscilleren, een tweede aandrijf-middel, dat op aandrijvende wijze in ingrijping is met de hoofdaandrijfas en werkzaam is wanneer zij daardoor aangedreven wordt teneinde op roteerbare wijze een tweede uitgangsmiddel te indexeren, welk tweede uitgangs-35 middel werkzaam is in een vlak loodrecht op het werkvlak van het eerste uitgangsmiddel; middelen, die het oscillerende eerste uitgangsmiddel verbinden met het tweede aandrijfmiddel, waardoor het tweede aandrijfmiddel zowel op aandrijvende wijze geoscilleerd wordt door het eerste uitgangs- 8 0 0 2 0 42 - 15 - middel als roteerbaar aangedreven wordt door de aandrijfas; en waarbij het overdrachtsmiddel een uit vele segmenten bestaande overdrachtsarm-samenstel bevat, dat gemonteerd is aan het geïndexeerde tweede uitgangs-middel. 5 > 800 2 0 42
NL8002042A 1979-04-11 1980-04-08 Werkstukoverdrachtsinrichting. NL8002042A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/029,064 US4260324A (en) 1979-04-11 1979-04-11 Cam-actuated swing turnover and transfer placing apparatus
US2906479 1979-04-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002042A true NL8002042A (nl) 1980-10-14

Family

ID=21847029

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002042A NL8002042A (nl) 1979-04-11 1980-04-08 Werkstukoverdrachtsinrichting.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4260324A (nl)
JP (1) JPS55140420A (nl)
BE (1) BE882721A (nl)
CA (1) CA1154043A (nl)
DE (1) DE3013822A1 (nl)
FR (1) FR2453710A1 (nl)
GB (1) GB2047582A (nl)
IT (1) IT1143134B (nl)
NL (1) NL8002042A (nl)
SE (1) SE8002536L (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5117590A (en) * 1988-08-12 1992-06-02 Shin-Etsu Handotai Co., Ltd. Method of automatically chamfering a wafer and apparatus therefor
CN112405323A (zh) * 2019-08-21 2021-02-26 青岛泰德汽车轴承股份有限公司 轴连轴承外圈研磨装置

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE463180C (de) * 1925-04-17 1928-07-26 Wilhelm Zierold Selbsttaetig wirkende pneumatische Vorrichtung zum Abnehmen einheitlich geformter Werkstuecke, insbesondere zu facettierender Uhrglaeser von einem in einer Buechse o. dgl. angeordneten Stapel und Zufuehren zu dem Werktisch der Bearbeitungsmaschine
US2776764A (en) * 1953-09-21 1957-01-08 Gerrard & Co A J Apparatus for handling coil strip material
US2927365A (en) * 1954-05-17 1960-03-08 Westinghouse Electric Corp Lead wire threading machine
US2904192A (en) * 1956-11-23 1959-09-15 Gen Electric Lamp transfer apparatus
US3039497A (en) * 1959-01-16 1962-06-19 Westinghouse Electric Corp Filament-transferring and orienting apparatus
US3049017A (en) * 1959-02-04 1962-08-14 Commercial Cam & Machine Co Indexing cam structure
US2997186A (en) * 1959-11-09 1961-08-22 Gen Electric Lamp transfer mechanism
US2986949A (en) * 1959-11-27 1961-06-06 Commercial Cam & Machine Co Indexing cam structure
US3252588A (en) * 1964-04-17 1966-05-24 Gen Electric Lamp turnover and transfer device
US3525268A (en) * 1969-05-14 1970-08-25 Commercial Cam & Machine Co Parallel shaft cam drive
DE2057515A1 (de) * 1969-11-24 1971-06-03 Steelweld Ltd Mechanische Handhabungsvorrichtung
JPS4921672Y1 (nl) * 1970-08-21 1974-06-10
US3692194A (en) * 1971-07-16 1972-09-19 Tokyo Shibaura Electric Co Automatic lamp filament-transferring equipment
CH572788A5 (nl) * 1974-01-11 1976-02-27 Manigley Charles & Cie
US3999664A (en) * 1974-06-26 1976-12-28 Houdaille Industries, Inc. Tool changer with dual axis of rotation
DE2442865C3 (de) * 1974-09-06 1979-07-05 Hagenuk Vormals Neufeldt & Kuhnke Gmbh, 2300 Kiel Vorrichtung, insbesondere Manipulator, zum raschen Bewegen und genauen Positionieren eines Laststellglieds längs eines vorgegebenen Weges
US3975817A (en) * 1974-10-09 1976-08-24 Houdaille Industries, Inc. Fluid-actuated tool changer with dual axis of rotation
SE416452B (sv) * 1975-06-16 1981-01-05 Asea Ab Industrirobot
JPS52155765A (en) * 1976-06-18 1977-12-24 Yachiyo Kougiyou Kenkiyuushiyo Industrial robot

Also Published As

Publication number Publication date
GB2047582A (en) 1980-12-03
US4260324A (en) 1981-04-07
CA1154043A (en) 1983-09-20
FR2453710A1 (fr) 1980-11-07
IT8048368A0 (it) 1980-04-09
JPS55140420A (en) 1980-11-01
BE882721A (fr) 1980-07-31
SE8002536L (sv) 1980-10-12
IT1143134B (it) 1986-10-22
DE3013822A1 (de) 1980-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0001649B1 (de) Glasformmaschine mit mehreren Stationen
US20130092510A1 (en) Apparatus and method for loading food articles
US4527446A (en) Cam-actuated robotic manipulator system
US3894631A (en) Egg transfer mechanism
US20030010603A1 (en) Continuous motion robotic manipulator
AU2002332859B2 (en) Rotary pick and place technology
JP4077044B2 (ja) 缶体製造装置
NL8002042A (nl) Werkstukoverdrachtsinrichting.
EP2010441A2 (en) Conveyor diverter
US3991885A (en) Path control means for a swivel operated article transfer device
US5713236A (en) Pick and place transfer
NL1006715C2 (nl) Productoverdraaginrichting alsmede een samenstel omvattende een dergelijke productoverdraaginrichting.
US4491451A (en) Work handling assembly for depositing a workpiece into the die space of a drop-forging press
JP3539537B2 (ja) 多関節ロボット
JPH10212025A (ja) 卵のような丸い易損性物品の転送装置
CN208593787U (zh) 具有缓存区的物料传送设备及其物料传送系统
US3941240A (en) Apparatus for operating automatic conveyors
EP0687629A1 (en) Machine for packaging fragile cylindrical products, particularly cigarettes
US5701781A (en) System and method for controlling movement of a transfer system
US3269515A (en) Fruit processing apparatus
JPH0741987B2 (ja) 揺動式パレツト移送装置
EP0337574B1 (en) Device for assembling (disassembling) a packing unit consisting of four file mechanisms
JPS61241092A (ja) 位置矯正装置を備えたロボツトハンド
EP0481828A1 (en) Composite reciprocatory movements
JPH05169379A (ja) ロボット

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed