NL8002008A - Geprofileerde paal. - Google Patents

Geprofileerde paal. Download PDF

Info

Publication number
NL8002008A
NL8002008A NL8002008A NL8002008A NL8002008A NL 8002008 A NL8002008 A NL 8002008A NL 8002008 A NL8002008 A NL 8002008A NL 8002008 A NL8002008 A NL 8002008A NL 8002008 A NL8002008 A NL 8002008A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
post
profile
head
head plate
Prior art date
Application number
NL8002008A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bbc Brown Boveri & Cie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bbc Brown Boveri & Cie filed Critical Bbc Brown Boveri & Cie
Publication of NL8002008A publication Critical patent/NL8002008A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/32Foundations for special purposes
    • E02D27/42Foundations for poles, masts or chimneys

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Description

i -i VO 0311
Geprofileerde paal.
De uitvinding "betreft een geprofileerde paal voor het aahbrengen in de grond met aan het "boveneinde een aansluiting voor de verbinding met de hoekstijl van een mast.
Dergelijke palen vinden vooral toepassing "bij funde-5 ringen voor masten voor vrijdragende leidingen. De hiervoor toegepaste palen zijn voorzien van een open, bij voorkeur dubbel. T-vormig profiel. Ook worden echter wel palen toegepast met een hol profiel, waarvan. de paalschachten aaneengelast zijn uit twee of meer staalprofielen. Dergelijke palen worden tot op de gewenste diepte, bij voorkeur tot J0 onder hun Boveneinde in de grond geheid. Hierbij is het mogelijk, elke paal aanvullend te voorzien van een betoncanmanteling. Het beton wordt daarbij gevuld in een tussen paalschacht en grond ronom open blijvende holte. Deze holte ontstaat bij het heien door een aan het ondereinde van de paalschacht bevestigde paalvoet of paalschoen. Het boveneinde 15 van de paal wordt met de hoekstijl van een mast verbonden. Deze kracht-overbrengende aansluitende verbinding tussen hoekstijl en paal wordt bij voorkeur via een staalbetonkop tot stand gebracht. Voor het vormen van deze staalbetonkop wordt het onderste stijleinde en het bovenste paaleinde - welke beide zijn voorzien van pennen - door beton omgeven 2Q waar wapeningen doorheen reiken. Een dergelijke verbinding tussen paal en hoekstijl is echter zeer kostbaar.
Bij andere, ook reeds bekende mastf underingen worden de boveneinden van de palen met de ondereinden van de maststijlen eventueel met behulp van verbindingselementen, aaneengelast.
25 Dergelijke lasverbindingen zijn echter zeer problema tisch, omdat zij op het werk zélf moeten worden uitgevoerd. Aangezien de las.werkzaamh.eden bij verschillende weersomstandigheden moeten worden uitgevoerd zijn die verbindingen dikwijls op grond van daarbij optredende fouten of zwakke plaatsen onbetrouwbaar, zodat dit ten koste 3Q van de stabiliteit van de masten gaat. Daarenboven kunnen op het werk tot stand gebrachte lasverbindingen slechts oppervlakkig gecontroleerd worden, zodat fouten in de lasnaden dikwijls niet worden geconstateerd.
Doel van de uitvinding is nu een profielpaal met aansluiting aan het boveneinde, waarbij de hoekstijl van een mast via een 800 2 0 08 2 eenvoudige mechanische verbinding aan de paal dusdanig bevestigd kan worden, dat een optimale, aan alle statische eisen voldoende maatfun-dering mogelijk wordt.
Dit doel wordt bij een paal van de in de aanhef ver-5 melde soort bereikt, doordat daarbij volgens de uitvinding aan het boveneinde van de paal voor het vormen van een kap ten minste een, van verbihdihgsplaten voorziene kopplaat aangebracht is, waarop ten minste in bepaalde bereiken een. voetplaat geplaatst is en losneembaar vast-gehouden wordt, waarop de hoekstijl van de mast, eventueel met tussen--1Q . voeging van een verhindingsplaat steun neemt en bevestigd is.
Voor de verbinding van paal en hoekstijl wordt op het omhoog gerichte kopvlak. van de paal een kap geplaatst. Deze wordt gevormd door de kopplaat, aan de onderzijde waarvan verbindingsstrippen bevestigd zijn. Deze strippen worden vastgeschroefd aan de buiten-15' vlakken van de paal.
De voetplaat, welke op de kopplaat ligt, is hieraan bij voorkeur vastgeschroefd. De te ondersteunen hoekstijl van een mast kan, rechtstreeks, op de voetplaat bevestigd worden. Het is evenwel ook mogelijk, de hoekstijl via een verhindingsplaat op de voetplaat te 2Q plaatsen en vast te houden. Hiertoe wordt de verhindingsplaat in een sleuf aan. het ondereinde van de hoekstijl ingezet en aanvullend aan de hoekstijl vastgelaat. De verhindingsplaat wordt bij voorkeur loodrecht op de voetplaat aangebracht, waarbij zijn op de voetplaat rustende rand hieraan is vastgelast.
25 Bij een uitvoeringsvorm van de paal volgens de uit vinding zijn aan de onderzijde van de kopplaat ten minste twee verbin-dingsplaten. op een bepaalde afstand evenwijdig aan elkaar en tegenover-elkaarliggend aangebracht. De afstand tussen deze beide verbindings-strippen is· iets· groter, dan de maximale afstand tussen de beide flen-3Q zen van de paal. Elke verbindingsstrip wordt vastgeschroefd aan een flens van de paal.
Aan de onderzijde van de kopplaat is aanvullend een verstijvingsplaat vastgelast, welke evenwijdig aan het lijf van de paal loopt en daaraan vastgeschroefd is. De met de paal te verbinden 35 hoekstijl heeft een hoekvormig profiel. Die stijl is aan zijn ondereinde in zijn langsas voorzien van een sleuf, waarin de verbindings- 800 2 0 08 i i 3 plaat ingevoegd is en langs de gemeenschappelijke aanraakplaatsen aan de hoekstijl is vastgelast.
Op voordeel "biedende wijze wordt de voetplaat aan de kopplaat vastgeschroefd. Hiertoe zijn kop- en voetplaat op over-5 eenkomstige plaatsen voorzien van ronde "boringen. De in de kopplaat aangebrachte "boringen zijn aanzienlijk groter dan die in de voetplaat.
Bij een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding zijn de in kop- en voetplaat aangebrachte "boringen langwerpig. In het "Bijzonder- verlopen de langwerpige gaten in de voetplaat loodrecht op IQ. die in- de kopplaat.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de voetplaat voorzien van ten minste twee sleuven, terwijl de kopplaat voor het vastschroeven aan de voetplaat op overeenkomstige plaatsen is voorzien van een aantal loodrecht op sleuven • 35 langwerpige gaten.
Door de volgens- de uitvinding voorgestelde paal-hoekstijlverhinding is het mogelijk, de aan de mast optredende krachten volledig in de paal en. van daaruit naar de grond te leiden.
N De paal-hoekstij lverbinding volgens de uitvinding le- 2Q vert een ten minste even grote draagkracht voor de mast, als door de verhinding van paal en hoekstijl met een "betonkop "bereikt wordt. Bovendien is: de volgens de uitvinding voorgestelde verbinding aanzienlijk eenvoudiger tot stand te brengen en daarenboven voordeliger.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de 25. tekening, waarin uitsluitend, bij wijze van voorbeeld enkele uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding zijn weergegeven, nog nader worden toegelicht. Daarbij komen ook. nog verdere voordelen naar voren.
Fig.- 1 toont een paal-hoekstijlverbinding volgens de _ uitvinding; 3Q fig. 2 is een verticale doorsnede van de paal-hoek stijlverbinding volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een verticale doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1; fig. 1* toont een verbinding tussen twee palen en een 35 hoekstijl; fig. 5 is een horizontale doorsnede met onderaanzicht 800 2 0 08
It van de paal-hoekstij1 verbinding volgens de lijn T-V in fig. 3; fig. 6 toont een vereenvoudigde verbinding tussen paal en hoekstijl.
De in fig. 1 weergegeven verbinding tussen paal en 5 hoekstijl omvat in hoofdzaak een kap - welke üit een kopplaat 1 en twee verbindingsstrippen 2 gevormd wordt - een voetplaat 3, een verbin-dingsplaat k, een paal 5 en een hoekstijl 6.
Met de volgens de uitvinding voorgestelde verbinding is de,, in fig. 1 ten dele weergegeven,, paal 5 verbonden met de hoek-JO . stijl 6 van een mast. De paal 5 heeft een open profiel, in het bijzonder een dubbel T-profiel. De paal 5 wordt gevormd, door twee flenzen T en een lijf 8. Het paalprofiel is bij voorkeur gewalst. De flenzen T kunnen echter ook. loodrecht* aan weerszijden van het lijf aan de langsrand daarvan, vast gelast* zijn. De in fig. 1 weergegeven paal 5 15 is reeds.· totaan zijn Boveneinde in de grond 9 ingeheid. De kap, welke het kernstuk vormt van de verbinding tussen paal 5 en hoekstijl 6 wordt, zoals reeds vermeld, gevormd door de kopplaat 1. Deze kopplaat J is op het opwaarts gerichte kopvlak van de paal 5 gelegd. De afmetingen ervan zijn zodanig gekozen, dat die kopplaat over de paal 5, 20 in het bijzonder voorbij de beide flenzen 7 daarvan uitsteekt. Aan beide randen van. de kopplaat 1, welke tot voorbij de beide flenzen 7 uitsteken, is telkens aan de onderzijde een verbindingsstrip 2 bevestigd. Beide verbindingsstrippen 2 zijn zodanig met de kopplaat 1 verbonden, dat zij elk in esnloodvlak op de onderzijde van de kopplaat liggen.
25 , Toorts zijn de beide verbindingsstrippen zodanig aan de onderzijde van de kopplaat 1 bevestigd, dat hun afstand tot de beide flenzen 7 van de paal 5 zeer gering is. De afstand tussen de beide verbindingsstrippen wordt zodanig gekozen, dat deze iets groter is, dan de maximale afstand tussen de van elkaar af gekeerde buitenzijden van de beide 30 flenzen. 7· De beide evenwijdig aan. de flenzen verlopende verbindingsstrippen 2 worden ter bevestiging van de kap op paal 5 daaraan vastgeschroefd. Hiertoe is elk. van de Beide verbindingsstrippen in twee onderling loodrechte vlakken voorzien .van twee langwerpige gaten 10.
De beide flenzen 7 bevatten op corresponderende plaat-35 sen ronde boorgaten 10. Het is mogelijk, ook de flens 7 van langwerpige gaten te voorzien. Wanneer de kopplaat 1 bij de montage meteen in de gewenste stand op de paal 5 kan worden gezet, kunnen zowel de verbindings- 80 0 2 0 08 I * 5 strippen 2 als de flenzen T zijn voorzien van eenvoudige, ronde boringen. Het aanbrengen van langwerpoge gaten 10 in de beide verbindings-strippên 2 is slechts noodzakelijk en heeft eerst nut, wanneer bij de . montage van de kopplaat toleranties vereffend moeten worden.
5 Bij de in fig. 1 weergegeven verbinding tussen paal 5 en hoekstijl 6 .zijn de afmetingen, van de toegepaste voetplaat 3 iets geringer gekozen, dan. de 'afmeting van de kopplaat 1. Het is uiteraard ook mogelijk, de voetplaat 3 even groot uit te voeren als de kopplaat 1.
De voetplaat 3 is symmetrisch ten opzichte van het lijf 8 op de kop-JCL . plaat 1 geplaatst. Blijkens de figuren 2·en 3 zijn voet- en kopplaat aan elkaar, geschroefd. Voor deze verbinding is zowel de voet- als de kopplaat aan weerszijden-van het lijf voorzien van ronde boringen 12.
Zoals uit de figuren' 2 en-3 blijkt, zijn de boringen. 12 aan de kopplaat 1 aanmerkelijk groter, dan.de boringen 12 van de voetplaat 3. De 15 paal 5 kan niet steeds, nauwkeurig, d.w.z,. overeenkomstig de gewenste hellingshoek in de grond-9 ingeheid worden. Tengevolge van uiteenlopende eigenschappen .van de grond kan het voorkomen, dat de paal 5 iets meer of minder dan de beoogde stand helt. In dergelijke gevallen kan de voetplaat 3 niet rechtstreeks op de kopplaat. 1 gelegd worden. Ten-2Q einde de om bovengenoemde redenen optredende toleranties te kunnen vereffenen, worden tussen kopplaat 1 en voetplaat 3 vul- of wigplaten 13 ingevoegd. Deze zijn op daarvoor geschikte plaatsen eveneens van boringen 12 voorzien voor het doSrlaten van voorspanschroeven 11, waarmee de voetplaat.3. aan de kopplaat. 1 bevestigd wordt. Aangezien de bo-25 ringen^12 van de kopplaat 1 aanmerkelijk groter zijn dan de boringen 12 van de voetplaat 3, kan deze voetplaat desgewenst over een bepaalde afstand, die echter niet groter mag zijn dan de diameter van de boring 12. yan de kopplaat 1,. ter vereffening van toleranties verplaatst worden., De glij-vast voorgespannen schroeven worden van de bovenzijde 30 . van de voetplaat uit dSSr de boringen 12 ingestoken en aan de onderzijde van de kopplaat door middel van moeren aangehaald.
Om er voor te zorgen, dat de voor het aanhalen van de schroeven 11 toegepaste moeren niet door de groter uitgevoerde boringen 12 van de kopplaat 1 heen glijden, is tussen die kopplaat en de 35 moeren een onderlegschijf 1¼ aangebracht, die voor het doorlaten van de schroeven 11 eveneens van boringen 12 is voorzien. De diameter van deze 800 2 0 08 6 boringen is echter slechts in geringe mate groter dan de diameter van de schroefschacht. Bij behoefte kan ook telkens tussen de kop van de schroef 11 en de voetplaat 33 een onderlegschijf 1U aangebracht worden.
Blijkens de figuren 2 en 3 is aan de onderzijde van 5 de kopplaat 1 een verstijvingsplaat 15 bevestigd. Deze is bestemd 'ter verstijving van de kopplaat. De versti jvingsplaat 15 is zodanig aan de kopplaat vastgelast, dat deze evenwijdig aan en op geringe afstand van het lijf 8 van de paal 5 verloopt en is .hieraan bevestigd, in het. -. bijzonder vastgeschroefd. Voor het vastschroeven van het lijf 8 aan ia. de versti jvingsplaat 15 worden ook hier voorspanschroeven 11 toegepast.
De boringen in de versti jvingsplaat 15 voor het vastschroeven kunnen reeds bij de vervaardiging van de kopplaat, waarbij ook de versti jvingsplaat aan. de onderzijde vastgelast wordt, geboord worden. Het is echter ook. mogelijk, die boringen achteraf op het werk af te krassen en daar 15"· te boren. Bij voldoend stevige uitvoering van de kap kan de verstij-vingsplaat 15 komen te vervallen.
Zoals uit de figuren 1 - 3 blijkt, is op het bovenvlak van de voetplaat 3 de verbindingsplaat. k aangebracht en bevestigd. Bij de hier weergegeven uitvoeringsvorm is die verbindingsplaat aan 20, . de voetplaat 3 vastgelast. De verbindingsplaat U is zodanig op de voetplaat 3 bevestigd, dat deze in een vlak met het lijf 8 van de paal 5 ligt. Yia deze verbindingsplaat U neemt de hoekstijl 6 van een mast steun op de voetplaat 3.
De hoekstijl 6 heeft een hoekvormig profiel. Aan zijn 25 ondereinde is die hoekstijl voorzien van een volgens zijn langsas verlopende sleuf 16. De breedte van deze sleuf 16 komt overeen met de dikte van de verbindingsplaat H. Deze is met zijn bovenste bereik in die sleuf 16 ingevoegd en aanvullend aan de hoekstijl 6 vastgelast. Door de bovenbeschreven wij ze van aanbrengen van de verbindingsplaat h 30 en van de sleuf wordt bereikt, dat ook de langsas van de hoekstijl 6 in een vlak met het lijf 8 van de paal 5 ligt.· Hierdoor wordt bijzonder een grote draagkracht voor de mast bereikt.
De sleuf 16 wordt reeds bij vervaardiging van de hoekstijl in de langsas ingesneden. Het vastlassen van de verbindingsplaat 35 U aan de hoekstijl en aan de voetplaat 3 geschiedt eveneens reeds tijdens de vervaardigingsfase. Hetzelfde geldt, zoals reeds gezegd, voor 800 2 0 08 t ψ 7 de aan de kopplaat bevestigde verbindingsstrippen 2 en de verstijvings-plaat 15. Op het werk behoeven voor de verbinding van paal en hoekstijl nog slechts schroefverbindingen tot stand gebracht te worden.
In fig. 1* is de verbinding van twee palen 5 met een 5 hoekstijl 6 verduidelijkt. Het kernstuk van de verbinding wordt ook weer gevormd door een kap, welke bestaat uit een kopplaat 1 en twee aansluit strippen 2. De beide met de hoekstijl te verbinden palen 5 hebben elk een dubbel T-profiel. Zij zijn totaan hun boveneinde zo- · danig in de grond geheid, dat hun leide lijven 8 op een bepaalde,·ge- 10- . wenste afstand evenwijdig aan elkaar verlopen en de beide flenzen 7 van elk van de beide palen 5 telkens in een vlak ligt. De kopplaat 1 is op de omhoog gekeerde kopvlakken van de beide platen 5 gelegd. De afmetingen van die kopplaat 1 zijn zodanig gekozen, dat de kopplaat beide palen afdëkt en er ten minste aan weerszijden van de flenzen en-15 kele centimeters buiten.uit.steekt. De kopplaat 1 is via de beide er aan bevestigde verbindingsstrippen aan de palen 5 bevestigd. Aan weerszijden van de flenzen 7 is aan de, tot voorbij de palen reikende, onderzijde van de kopplaat 1 telkens een verbindingsstrip 2 bevestigd. De beide strippen 2 zijn loodrecht tegen de onderzijde van de 2Q kopplaat 1. gelast. De inwendige, afstand tussen de beide strippen 2 is slechts enkele millimeters groter, dan de afstand tussen de van elkaar afgekeerde, buitenste zijden van de beide flenzen 7 van de paal.5.
Elke verbindingsstrip 2 is ten minste zo lang, dat deze zich telkens over twee in een vlak liggende flenzen 7 uitstrekt.
25 Zodls reeds opgemerkt, worden de beide verbindingsstrippen 2 aan de flenzen J van de palen 5 vastgeschroefd.
Hiertoe is elke las. in bij voorkeur twee loodrecht op elkaar staande vlakken, in het bijzonder in het bereik van de beide flenzen 7, voorzien van langwerpoge gaten 10. De langsrichting van 31 deze langwerpige gaten 10 is evenwijdig aan de langs assen van de palen 5. De flenzen 7 van de palen 5 zijn op overeenkomstige plaatsen voorzien van ronden boringen 1Ό voor het vastschroeven.
Voor dit vastschroeven worden ook in dit geval voor-spanschroeven 11 toegepast, welke van buiten door de met elkaar stro-35 kende, langwerpige gaten en boringen gestoken en aan de tegengestelde zijde door middel van moeren aangehaald worden. De in de strippen 2 aan- 800 2 0 08 8 gebrachte, langwerpige gaten dienen ook bij deze uitvoeringsvorm de mogelijkheid te bieden, eventueel optredende toleranties te vereffenen.
Blijkens fig. ^ is op de kopplaat 1 de voetplaat 3 5 gelegd. Bij deze uitvoeringsvorm is de voetplaat 3 kleiner, dan de kopplaat 1. Het is echter ook mogelijk, de voetplaat groter, d.v.z. in . het bijzonder even groot, als de kopplaat uit te voeren. De voetplaat 3 is zodanig op de kopplaat "1-'geplaatst,-'dat'deze"tussen-de'beide lijven 8 van de palen 5 plaats vindt en van'deze-beide"ongeveer'dezelfde'af-IQ stand heeft:. Ook bij het in fig. 4 .weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de voetplaat 3 vastgeschroefd aan de kopplaat 1.
Blijkens fig. 5, waarin de kopplaat 1 in onderaanzicht is weergegeven, is die: kopplaat in het bereik van de opgezette voetplaat 3 voorzien.van twee reeksen, langwerpige gaten, welke beide 15 reeksen op bepaalde afstand uit elkaar liggen.
. De op de kopplaat 1 liggende voetplaat 3 is in het bereik van de langwerpige gaten voorzien van twee sleuven 30. Deze beide sleuven zijn slechts enkele millimeters korter, dan de voetplaat 3. Ih de. kopplaat 1 zijn de langwerpige gaten 10. zodanig aangebracht, 2Q dat hun langsassen loodrecht, op de langsassen van de sleuven 30 liggen.
Op de voetplaat 3 zijn over de sleuven 3 aanvullend twee önderlegschijven 1¾ gelegd. Deze zijn op corresponderende plaatsen van ronde boringen 12 voorzien. Voor het vastschroeven van de voetplaat 3 aan de kopplaat 1 worden van de bovenzijde van de onderleg-25 schijven ik uit voorspanschroeven door de boringen, langwerpoge gaten en sleuven IQ, 32 en 30 gestoken, en aan de tegengestelde zijde door middel van moeren aangehaald. Aangezien de breedte van de langwerpige gaten en sleuven IQ en 30 groter is, dan de diameter van de schroef-koppen 13: moet met die önderlegschijven. het door de langwerpige gaten 30 en sleuven 10 en 30 heenglijden van de schroeven 11 verhinderd worden.
Teneinde bij de montage optredende toleranties te kunnen vereffenen, is het ook hierbij mogelijk, vul- of wigplaten -welke hier echter niet zijn weergegeven - tussen kopplaat 1 en voetplaat 3 aan te brengen. Deze zijn, voor zover zij de langwerpoge gaten 35 en sleuven afdekken op corresponderende plaatsen van boringen of langwerpige gaten voorzien, om aldus de schroeven 11 te kunnen doorlaten.
800 2 0 08 9
De in de kopplaat 1 aangehrachte langwerpoge gaten. 10 en de in de voetplaat 3 aangebrachte sleuven 30 veroorloven aanvullende verplaatsing . van de voetplaat, zodat ook op deze wijze extra toleranties kunnen worden vereffend en het vastschroeven van de voetplaat 3 aan de kopplaat 5 1 niettemin mogelijk wordt.
Blijkens fig.. 5-is aan de onderzijde van de kopplaat 1 een extra verstijvingsplaat 15 vastgelast, waarvan de zijranden aan de strippen 2 Bevestigd zijn.. Bij voorkeur is de verstijvingsplaat 15 aan die strippen 2-vastgelast. De genoemde verstijvingsplaat 15 ver-1Q. hoogt de draagkracht van de kopplaat 1. De onderhegrenzing daarvan ligt Bij voorkeur in een vlak met de onderhegrenzing van de strippen 2.
Blijkens fig. k is in het midden van de voetplaat de verhindingsplaat 1+ vastgelast. Deze wordt Bij voorkeur zodanig op de voetplaat, geplaatst,. dat die verhindingsplaat in een vlak ligt met de 15 verstijvingsplaat 151 De omhoog gekeerde verhindingsplaat h is met zijn Bovenbereik.in de sleuf van de hoekstijl 6 ingevoegd. Deze heeft, evenals hij de in fig. 1 weergegeven hoekstijl 6, een hoekvormig profiel. De voor het opnemen van de verhindingsplaat aangehrachte sleuf Bevindt zich aan het ondereinde van de hoekstijl en verloopt in de 2Q langshartlijnrichting daarvan. De in de sleuf van de hoekstijl 6 ingevoegde verhindingsplaat 4 is aanvullend aan de hoekstijl vastgelast. Door deze verbinding van voetplaat 3 met hoekstijl 6 wordt bereikt, dat de langsas van de hoekstijl in een vlak evenwijdig aan de heide lijven 8 van de palen 5 verloopt,· zodat aldus een bijzonder goede draagkracht 25 voor de mast Bereikt wordt.
Fig. 6 toont een vereenvoudigde uitvoeringsvorm van de uitgevonden paal-hoekstijlverhinding. Voor de mastfundering wordt ook hierbij weer een paal 5 toegepast met.dubbel T-profiel, welke tot-aaa zijn boveneinde in de grond 9 ingeheid is. De verbinding tussen 3Q . paal 5 en hoekstijl 6 vindt hierbij ook weer plaats via een kap, welke wordt gevormd door een kopplaat 1 en twee verbindingsstrippen 2. De afmetingen van de kopplaat 1 zijn hierbij zodanig gekozen, dat die kopplaat de paal 5 volledig afdekt en ten minste opzij enkele centimeters tot voorbij de flenzen 7 uitsteekt. De strippen 2 zijn op dezelfde 35 wijze met de kopplaat 1 verbonden, als de strippen 2 volgens fig. 1.
' Voor het houvast van de kopplaat 1 op de paal 5 worden hierbij de strippen aan de flenzen 7 vastgeschroefd. Hiertoe zijn 800 2 0 08 10 die flenzen 7 en de verbindings strippen 2 van ronde, respectievelijk langwerpige gaten 10 voorzien, zoals ook toegepast bij de in fig. 1 weergegeven paal-hoekstijlverbinding. Bij de hier weergegeven uitvoeringsvorm wordt geen voetplaat 3 toegepast. De kopplaat 1 vervult 5 aanvullend de taak van voetplaat. Op de kopplaat 1 is een verbindings-plaat geplaatst en vastgelast. Bij voorkeur wordt deze verbindingsplaat- h zodanig aangebracht, dat die plaat in een vlak met het lijf van de paal 5 ligt. De met de-paai 5"te''verbinden*hoekstiji~bevat*' *'—--- aan zijn ondereinde ook weer een sleuf--16^-welke in' langsrichting"vah ' "-------- · 1Q. de hoekstijl 6 verloopt. De breedte van deze sleuf 16 correspondeert met de dikte van de plaat b. Deze plaat is met zijn bovenste bereik in die sleuf 16 geplaatst en aanvullend aan de hoekstijl 6 vastgelast.
Evenals bij de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm kan aan de onderzijde van de kopplaat.. 1 een verstijvingsplaat 15 wor-15· den vastgelast, welke evenwijdig aan het lijf 8 van de paal 5 verloopt en hieraan vastgeschroefd is.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden en tot hetgeen, in de tekening is weergegeven. Veeleer is het ook mogelijk een. paal-hoekstijlverbinding 2Q . volgens de uitvinding zodanig uit. te voeren, dat de verbindingsplaat b geheel komt te -vervallen en de hoekstijl rechtstreeks met de voetplaat 3 verbonden wordt. Voorts kan bij het in fig. 6 weergegeven uitvoerings-voorbeeld ook de verbindingsplaat k vervallen en de hoekstijl 6 rechtstreeks krachtoverbrengend aansluitend aan de kopplaat 1 bevestigd 25 worden.
800 2 0 08

Claims (11)

1. Profielpaal, bestemd voor toepassing in de grond met een zich «a-w het hoveneinde bevindende aansluiting ter verbinding met de hoekstijl van een mast, met het kenmerk, dat aan het boveneinde van de paal (5) voor het vormen van een kap ten minste een van verbindings-5 ' strippen (2) voorziene kopplant (1) aangebracht is, waarop ten minste in bepaalde bereiken een voetplaat (3) is geplaatst en er losneembaar aan wordt vastgehouden, waarop de hoekstijl (6) van een mast, eventueel met tussenvoeging van een. verbindingsplaat (k), steun neemt en bevestigd is. 10 -2. Profielpaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsstrippen (2) voor het vormen van de kap aan de onderzijde van de kopplaat (1) bevestigd zijn, waarbij die kopplaat (1) de bodem van de kap vormt, terwijl de kap op de paal (5) geplaatst is, en de randen ervan althans gebiedsgewijs om het profiel van de paal (5) 15' grijpen.
3. Profielpaal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindings strippen (2) de randen van de kap vormen, welke losneembaar aan de buitenvlakken van de paal (5) bevestigd zijn. k. Profielpaal volgens ten minste een der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de kopplaat (1) ten minste twee op bepaalde afstand evenwijdig aan elkaar verlopende verbindingsstrippen (2) bevestigd zijn, welke zijn voorzien van langwerpige gaten (10) voor houvast aan de paal (5)·
5. Profielpaal volgens ten minste een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat ten minste de buitenvlakken van de paal (5) ter bevestiging van de verbindingsstrippen, zijn voorzien van boringen of langwerpige gaten (10).
6. Profielpaal volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kopplaat (11) aan zijn onderzijde 30 is voorzien van een verstijvingsplaat (15), welke aan de paal (5) vastgeschroefd is.
7· Profielpaal volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voetplaat (3) in het midden op de kopplaat (1) ligt en daaraan vastgeschroefd is. 800 2 0 08
8. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voetplaat (3) een contour heeft, welke ten hoogste gelijk is aan die van de kopplaat (1).
9. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de hoekstijl (6) een hoekvormig profiel heeft. TO. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoekstijl (6) aan zijn ondereinde in zijn langsas is voorzien van. een sleuf (16), waarin de verhindings-10 plaat (k) ingevoegd en aan de hoekstijl (6) "bevestigd is.
11. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsplaat (U) loodrecht en in het midden op de voetplaat (3) aangebracht is.
12. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsplaat (h) krachtoverbren-gend aansluitend aan de voetplaat (3) bevestigd is.
13. Profielpaal volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat kopplaat en voetplaat (1 en 3) met het oog op het vastschroeven zijn voorzien van boringen (12), welke 20 in de kop-plaat (l) aanzienlijk groter zijn, dan in de voetplaat (3). 1^. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kopplaat én de voetplaat (1 en 3) zijn voorzien van langwerpige gaten (12), waarbij die langwerpoge gaten (12) van de voetplaat (3) loodrecht staan op de langwerpige 25 gaten (12) van de kopplaat (1).
15. Profielpaal volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voetplaat (3) met het oog op het vastschroeven aan de kopplaat (1) is voorzien van ten minste twee sleuven (30), terwijl de kopplaat (1) een aantal loodrecht op de sleu-30 ven (30) langwerpige gaten (12) bevat. 800 2 0 08
NL8002008A 1979-04-04 1980-04-03 Geprofileerde paal. NL8002008A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19792913530 DE2913530C2 (de) 1979-04-04 1979-04-04 Vorrichtung zum Verbinden eines Eckstiels eines Freileitungsmastes mit einem Stahlrammpfahl
DE2913530 1979-04-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002008A true NL8002008A (nl) 1980-10-07

Family

ID=6067425

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002008A NL8002008A (nl) 1979-04-04 1980-04-03 Geprofileerde paal.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE2913530C2 (nl)
NL (1) NL8002008A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111576471A (zh) * 2020-05-31 2020-08-25 福州大学 装配式耗能中空夹层钢管混凝土柱脚及其施工方法

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2771112B1 (fr) * 1997-11-18 2000-02-04 Lefebvre Jean Ets Dispositif et procede de liaison d'un pieu metallique ancre dans le sol, avec un element de superstructure

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1978193U (de) * 1967-09-15 1968-02-01 Starkstromanlagen Gemeinschaft Gruendungspfahl fuer die gruendung von fahrleitungsmasten.
DE6804743U (de) * 1968-10-30 1969-03-20 Peiner Masch Schrauben Gruendungspfahl fuer fahrleitungsmasten
DE6809848U (de) * 1968-11-29 1969-04-03 Bbc Brown Boveri & Cie Gruendungspfahl fuer mast, insbesondere fahrleitungsmast

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111576471A (zh) * 2020-05-31 2020-08-25 福州大学 装配式耗能中空夹层钢管混凝土柱脚及其施工方法

Also Published As

Publication number Publication date
DE2913530A1 (de) 1980-10-16
DE2913530C2 (de) 1986-02-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7454872B2 (en) Concrete post anchor
US3831329A (en) Building construction system
CA2105660C (en) Supporting element for use in casting concrete floors
US3782126A (en) Stressed skin safety trenching box
US4524864A (en) Belt conveyor gap stringer support system
US5906076A (en) Removable support for concrete slab construction and method
US4569501A (en) Cambered truss header for a shoring structure
WO1995000732A1 (en) Supporting element
GB2090900A (en) Wall formwork
US6438920B1 (en) Hybrid truss and system of fabricating with hybrid truss
US10309068B2 (en) Prefabricated bridge including steel abutments
US3960357A (en) Form support means for use with performed girders
NL8002008A (nl) Geprofileerde paal.
JPH0721166B2 (ja) 橋梁高欄補修用足場構造及び橋梁高欄補修用足場の吊り金具構造
GB2248643A (en) Fence post assemblies
JP6102614B2 (ja) 建物の基礎構造
JP3140435B2 (ja) 法面設置用階段及びその設置方法
JP2006283317A (ja) プレキャストコンクリート版を使用したプレストレストコンクリート床板及びその構築方法
JP2689849B2 (ja) コンクリートの打継ぎ方法
JPS625452Y2 (nl)
NL8701500A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een door heipalen ondersteunde fundering.
EP1099805B1 (en) Structural support
GB2026646A (en) Structural Joint for a Building Framework
AU713640B3 (en) A wall structure
NZ790163A (en) A joint edge protection apparatus - fully bridged wave plates