NL8001742A - Filterelement en vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

*··Α - T/tj/lh/6

Filterelement en vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op filters. Alhoewel de produkten volgens de uitvinding in het algemeen bruikbaar zijn als filters, bijvoorbeeld voor tabaksrook of dit mx van sigaretten, sigaren, pijpen of dergelijke·' is, 5 zijn filters voor sigaretten in het bijzonder commercieel belangrijk, en is de volgende beschrijving in hoofdzaak op sigarettenfilters betrokken.

Alhoewel de filterdoelmatigheid een belangrijke eigenschap is voor sigarettenfilters, moet regelmatig een 10 compromis getroffen worden voor het verkrijgen van een commercieel aanvaardbare combinatie van andere eigenschappen, waaronder de drukval, de smaak, hardheid, aanblik een kosten. Een cellniose-acetaatfilter kan bijvoorbeeld een relatief lage filterdoelmatigheid hebben, die vergroot 15 kan worden door de dichtheid van het filtermateriaal te verhogen of de lengte van het filtermateriaal te vergroten, maar dit alleen ten koste van een commercieel onaanvaardbare uitzonderlijk hoge. drukval.

Luchtverdunning is populair geworden voor het 20 . compenseren van de-relatief lage filterdoelmatigheid van sigarettenfilters met een' commercieel aanvaardbare drukval.

Deze techniek maakt gebruik van ventilatielucht om de rooks broom te verdunnen en dus de teer en' andere ongewenste tabaksrookbestanddelen die in de mond worden gezogen. De 25 ventilatielucht kan door perforaties' in hét papier binnendringen dat. het filter met de tabakskolom van de sigaret verbindt, en wanneer hét filter ontwikkeld is met extra papier,- wordt een luchtdoorlatend papier' gebruikt.

Luchtverdunning is een economische wijze voor 30 het op geregelde wijze verminderen van het leerniveau, waardoor eveneens een vermindering in de ongewenste gasfase bestanddelen zoals CO en NO wordt bereikt. Een nadeel van luchtverdunning is smaakverlies, in het bijzonder met sigaretten met een laag teergehalte. Een commercieel be- -2- vredigende smaak kan in bepaalde gevallen worden bereikt door smaakverrijking van de sigarettentabak, maar blijkbaar niet bij teerniveaus minder dan 5 mgs.

Daar tabak tabaksrook filtert, zijn filters voor-5 gesteld waarin tabak aanwezig is om de smaak van de gefilterde rook te verbeteren'. In dergelijke bekende filters is tabak ookwel toegepast als fijne deeltjes granules, die verdeeld aangebracht zijn in een matrix- van het primaire filtermateriaal (zoals bijvoorbeeld beschreven in de 9 10 Amerikaanse octrooischriften nos 2.948.282 en 3.353.543) of als een afzonderlijke korte kolom van losse gehakte tabak, gelijk aan de tabakskolom van de sigaret, en daarvan gescheiden door een verbrandingsonderdrukkingsschijf (bijvoorbeeld zoals in de Amerikaanse octrooischriften nos . 15 3.288.145 en. 4.091.821) of door ander filtermateriaal (bij voorbeeld zoals in het Amerikaanse octrooischrift no. 3.858.587). Gebleken'is dat deze constructies lastig en/of .duur: zijn voor produktie op grote schaal, of niet-doeltref-fend voor het commercieel vervaardigen van een aanvaardbare 20 smaak bij zeer lage.-teergehaltes, in het bijzonder met. luchtverdunning ..

De huidige uitvinding verschaft een rookfilter dat een coherent.-blad. van gebonden' tabak omvat dat tot een axiaal langwerpig filter is verzameld, waarbij het blad 25 tenminste aan één vlak voorzien' is van groeven die zich in langsrichting van het filter uitstrekken; waarbij deze groeven een groot oppervlak vormen waarmee de 'rook in kon-takt komt die 'daardoor van smaak 'wordt verrijkt door de tabaksgeur aan. het blad te onttrekken. Het blad kan ver-30 vaardigd zijn van een sterk en/of smaakverrijkt tabaksmengsel, voor het. verkrijgen van een' gewenste 'smaak.

In filters volgens de 'uitvinding welke de voorkeur hebben, loopt een axiaal langwerpig orgaan van vezelachtig filtermateriaal, zoals cellulose-acetaatvezel, coaxiaal 35 met het gebonden tabaksorgaan; één van de organen is een staafvormige kern, die door de andere wordt omhuld. Terwijl het gebonden tabaksorgaan één van deze coaxiale gedeelten kan zijn, is deze bij voorkeur het kerngedeelte. In elk < 800 1 742 * -3- geval kan het vezelachtige filtermateriaalorgaan een trekweerstand hebben die groter is dan die van het gebonden tabaksorgaan, waardoor rook in hoofdzaak door deze laatste geleid zal worden om de tabakssmaakverrijking van de rook 5 te optimaliseren.

Filters volgens de uitvinding kunnen gemakkelijk en eenvoudig vervaardigd worden met een continu geautomatiseerd proces waarin het gebonden tabaksorgaan geproduceerd wordt uit een continue baan van het coherente gebon- 10. den tabaksblad^ De continu in langsrichting voortbewegende baan kan eerst continu van indrukkingen worden voorzien met in langsrichting verlopende groeven, en.dan samengepakt worden tot een axiaal, langwerpige vorm waarvan de langsas zich in langsrichting van de groeven uitstrekt. De voort-15 bewegénde samengepakte van indrukkingen voorziene baan kan dan continu door een verhitte 'ömsloten ruimte worden geleid waar stoom of verhit*gas in de samengepakte van indrukkingen voorziene^ haan wordt -geleid om deze tot een continu zelfdragend lichaam te binden, dat dan bij voorkeur afgekoeld 20' wordt tot ongeveer de kamertemperatuur.

Voor. de vervaardiging van een filter van coaxiale gedeelten .zoals boven beschreven,. kan hét vezëlachtige filtermateriaalgedeelte uit gebonden continu draadachtige vezel, bijvoorbeeld van.cellulose-acetaat bestaan. Bij 25 voorkeur -wordt de draadachtige 'vezel continu in een buis-vorm toegevoerd tot om een voortbewegend gebonden tabakslichaam dat op de boven beschreven wijze is gevormd, waarbij deze twee lichamen, dan door een verhitte omsloten ruimte worden geleid waar stoom of verhit gas in hét vezel- 3-0 achtige f iltermateriaal wordt geleid om dit. tot een samenhangende stabiele buis te verbinden, dat de 'gebonden tabaks-kern omgeeft. In een alternatieve 'uitvoeringsvorm is de werking omgekeerd, dat wil zeggen eerst wordt een continue staaf van een vezélachtig filtermateriaal gevormd die daar-35 na omhuld wordt door een buisvormig gebonden tabakslichaam.

In elk geval, de resulterende voortbewegende continue dubbele filterstaaf wordt dan bij voorkeur afgekoeld tot ongeveer kamertemperatuur.

η η n 1 7 A2 • "4"

In alle gevallen wordt de continu voortbewegende staaf, welke het samengenomen gegroefde blad van gebonden tabak omvat in dwarsrichting gesneden tot geschikte filterlengten.

5 De filters volgens de huidige uitvinding zijn geschikt om gebruikt te worden met luchtverdunnung of ventilatie en kunnen dan, zelfs met lage teergehalten, gefilterde tabaksrook geven met een commercieel aanvaardbare smaak, wanneer rook' en ventilatielucht die daardoor heen 10 bewegen, in kontakt komen met een groot oppervlak van de gebonden tabak en daardoor in belangrijke mate verrijkt worden met tabakssmaak. Geventileerde filters volgens de uitvinding hebben ook een goed CO verwijderings'vermogen en dus een goede teer/CO-verhouding in de gefilterde rook.

15 Hierna wordt de uitvinding beschreven aan de hand van een voorbeeld van de uitvinding.

Figuur 1 is een vergroot perspectivisch aanzicht 'van een sigaret met. een filter volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een schema van een werkwijze en pro-20 duktielijn voor de vervaardiging van dit filter.

Figuur ie een gedeeltelijk bovenaanzicht van een: baan .coherent gebonde tabaksblad nadat dit het indruk--kingsstatian. ie gepasseerd en voordat het het vormstation van de .produktielijn zoals getoond in figuur 2 is binnen-25 getreden..

Figuur 4 is een eindaanzicht op grotere schaal van het filter van de sigaret van figuur 1.

Figuren 5 en 6 zijn met figuur 4 overeenkomende eindaanzichten op grotere schaal, waarin verdere filters 30 volgens de uitvinding worden getoond.

Figuur 7 is een vergrote 'gedeeltelijke doorsnede van een gedeelte van de produktiel'ijn van figuur 2.

Figuur 8 is een vergrote gedeeltelijke doorsnede van een ander gedeelte van de produktielxjn van figuur 2. 35 Figuur 9 is een met figuur 4 overeenkomend vergroot eindaanzicht, dat weer een ander filter toont volgens de uitvinding.

In figuur 1 is te zien dat een filtersigaret 10 800 1 742 ψτ -% -5- een tabakskolom 12 en een filter 14 volgens de uitvinding omvat. De tabakskolom 12 en het filter 14 zijn met de einden tegen elkaar aan bevestigd door een buitenste wikkel . van conventioneel vloeipapier 16 met luchtverdunningsperfo-5 raties 18 in de omtrek.

Het filter 14 is samengesteld uit drie coaxiale langwerpige organen (figuur 4),een staafvormig kernorgaan 20 dat omhuld wordt door een buisvormig tussenliggend orgaan 22, dat weer omhuld wordt door een buitenste omwikkel-1Q; orgaan 24, bestaande uit een buis van conventioneel luchtdoor latend papier. Elk orgaan 20,22 en 24 heeft over de gehele lengte een continue dwarsdoorsnede en is in stevig kontakt met het of de aangrenzende orgaan of organen, om tenminste nagenoeg een axiale passage vart rook en ventila-15 tielucht daartussen te voorkomen.

Het kernorgaan 20 van het filter 14 is een coherent blad van gebonden tabak dat uniform van indrukkingen is voorzien die bestaan uit evenwijdige in langsrichting verlopende groeven waarna het blad samengenomeri is en met 20 zichzelf verbonden tot een zelfdragende stabiele staaf waarvan de- langs as zich evenwijdig uitstrekt aan de inge-drükte groeven^ Hoewel de staaf evengoed in een' elke ‘gewenste geometrische:vorm gemaakt kan worden, is in figuur 4 een cirkelvorm weergegeven.

25 Gebonden tabaksblad, dat geschikt is om gebruikt te worden-.in de- huidige uitvinding is commercieel verkrijgbaar materiaal dat vervaardigd is van tabaksafvalprodukten, zoals het tabaksstof.,· schraapsel en dergelijke,' dat gevormd wordt ti jdens primaire 'en' secondaire bewerking van tabak 30 tot sigaretten.. Verschillende werkwijzen voor het vervaardigen van gebonden tabaksblad worden in de handel toegepast, waaronder het sleurieproces waarin afvaltabaksdeeltjes en enige toevoegingen in water worden opgelost om een dikke pasta te vormen die uitgegoten' en gedroogd wordt op een 35 bewegende roestvast stalen band zodat een coherente gewonden tabaksblad wordt gevormd. Gebonden tabaksblad dan met één van de bekende technieken is vervaardigd, is geschikt om in de huidige uitvinding toeg'epast te worden.

-6-

Het tussenliggende orgaan 22 van het filter 14 is van vezelachtig filtermateriaal en heeft een weerstand die groter is dan die van het kernorgaan 20, zodat door het filter ètromende lucht in hoofdzaak door het gebonden 5 tabaksorgaan wordt geleid. Een dergelijk orgaan 22 kan gevormd worden door een continue bundel van cellulose-acetaatvezels die met elkaar zijn verbonden tot een zelfdragend stabiel rookdoorlatend lichaam, dat de kronkelige baan bepaald voor Het doorlaten van de rook daardoorheen.

10 Aandere vezelachtige filtermaterielen kunnen ook worden gebruikt, bijvoorbeeld een draadachtig polyetheen of poly-propeenvezel, of niet-geweven vezels van het type zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften nos 2.297.041 en 3.552.40-0.

15 Een uiterlijk van het einde van het filter 14 anders dan in figuur4, kan worden bereikt door een geschikte vormgeving van de kern. 20 tijdens de vervaardiging van het 'filter.. Voorbeelden van dergelijke modificaties worden weergegeven in figuur 5 en 6, waarin met delen van figuur '20 4 overeenkomende delen dezelfde 'referentienummers hebben als die in figuur 4,-gevolgd door resp. de. indexen "a” en "b".

.Figuur .2-,3,.7 en 8 tonen een werkwijze volgens - de uitvinding, waarin een continue baan 30 van gebonden 25 tabakfcrlad. van een voorraadrol 32 eerst door een paar over de amtrek van groeven voorziene indrukrollen 34 wordt geleid voor het vormen van een baan 3'0.a (figuur 3) die uniform ingedrukfc is met een' reeks evenwijdige in langs richting verlopende groeven- 36. Het indrukken vergroot het oppervlak 30 van het blad en vergemakkelijkt de 'daaropvolgende bewerking. De ingedrukte .baan wordt door een trechter 38 geleid waarin (figuur 7) deze tot een staaf wordt gevormd waarvan de langsas zich evenwijdig aan de 'groeven 36 uitstrekt.

De samengenomen baan wordt dan door een kanaal 35 42 van een warmteverbindingskop 40 geleid. Een inlaat 54 .

leidt naar een kanaal 42 voor het toelaten van stoom of een andere hete damp of gas, bijvoorbeeld lucht, daarin. De kop 40 omvat bij voorkeur verwarmingselementen (niet getoond) 800 1 742 -7- om deze op 400-450°F (200-230°C). Het hete (bijvoorbeeld 500-505°F is gelijk 26Q-29Q°C) gas of de hete damp bij voorkeur naar het kanaal 42 geleid in tegenstroom met de baan van de gebonden tabak (bijvoorbeeld onder een hoek van ' 5 ongeveer 45° ten opzichte van het kanaal 42) en verlaat de kop door de mond van het kanaal 42. Het kanaal 42 heeft een doorsnede met de vorm en afmetingen die gewenst is voor het te vervaardigen kernorgaan. Bij het door het kanaal 42 gevormde omsloten gebied bewegen van de samen-10 genomen baan wordt deze blootgesteld aan een heet gas of hete damphehandeling en wordt gebonden tot een zelfdragende staaf 30b met een gewenste dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld cirkelvormig (figuur 4), driehoekig (figuur 5), of rechthoekig (figuur 6).

15 De staaf 30b loopt dan bij voorkeur door een koelkop 46, waar de staaf gekoeld wordt door ingespoten lucht, of dergelijke tot ongeveer de kamertemperatuur om de w stabiliteit te verbeteren. De staaf 30b beweegt dan door een langwerpige trekinrichting 48 waarvan het langskanaal 20 ongeveer dezelfde, dwarsdoorsnede heeft als de staaf 30b waarbij- deze inrichting de staaf in de juiste vorm houdt gedurende een. periode die voldoende lang is om te 'verzekeren dat de dimensionale stabiliteit gehandhaafd blijft tijdens de daaropvolgende bewerkingen'.

25 De-uit de trekinrichting 48 komende staaf 30b <'> wordt (figuur 8) door een buis 50 geleid die zich uitstrekt door een luchttransportinrichting 52 en een conventioneel vulmonster. 54. Voor het. binnenkomen in de buis 50, kan op fr staaf 301a een laag plastLciseentiddel', bijvoorbeeld tri-30 acetine, worden aangebracht om hét stevige 'kontakt daarvan met de daarna gevormde omhullende buis van een vezelachtig materiaal te verzekeren; een der'gel'ijk plasticiseermiddel kan van- een smaakstof zijn voorzien om een gewenste smaak aan het uiteindelijke filter te geven.

35 De luchttransportinrichting 52 heeft een kanaal 56 dat de buis 50 opneemt, en een luchtinlaat 58 die naar het kanaal 56 leidt en door de wand van de buis 50 om luchtonderdruk benedenstrooms in de buis te leiden onder pnn1 -8- ongeveer 18° ten opzichte van de hartlijn van de buis voor het verkrijgen van een luchtstroom die in dezelfde richting verloopt als de stang 30b. Hierdoor wordt een zuiging gevormd bij de inlaat van de buis 50, die de staaf naar 5 binnen-trekt.Een continu vezelbundel 60, bijvoorbeeld een cellulose-acetaatbundel, met een meervoud aan met elkaar verbindbare geplasticiseerde vezels, die geactiveerd kunnen worden door heet gas of in hete stoom, wordt continu in de trechter van het stopmondstuk 54 gevoerd, die zich 10 om de buis 50 omgeeft, en wordt dus tot een buisvorm samengenomen om het buitenoppervlak van de buis 50 heen. De uit het stopmondstuk 54 komende samengenomen bundel wordt om de staaf 30b gebracht, die uit de buis 50 komt. De staaf 30b en de omhullende mantel van vezel daaromheen worden dan 15 continu door een hitte-bindkop 62 getrokken en een koelkou 64 door de inrichting 66 (figuur 2). De warmbindkop 62 (figuur' 8) komt overèen met de kop 40, en heeft een langs-.kanaal 68 en een inlaat 70 voor het toevoegen van stoom of heet gas, zoals lucht, in hét kanaal 68. Het kanaal 68 20 heeft, een grotere diameter dan het kanaal 42 van de kop 40, om de-samengestelde staaf, die daar doorheen beweegt, op te nemen. .Bij* het door het kanaal 68 bewegen, van de staad, wordt het buitenste vezelbundelgedeélte van de samengestelde staaf blootgesteld aan een stoom- of heet gasbehandeling 25 in het door het kanaal bepaalde 'omsloten gebied en dit materiaal, wordt gebonden tot eéri zelfdragende filterbuis 60a welke de gebonden tabakskern 3Öb, die tegen zachtworden wordt'beschermd daar de langs hét buitenoppervlak daarvan stromen van ducht uit-de iichtinrihhting 52. Bij het door 3.0 de koelkop 64 bewegen, wordt de buis 60a gekoeld door ingespoten lucht af dergelijke tot ongeveer' de kamertemperatuur om de dimensionele stabiliteit te verbeteren.

De samengestelde staaf welke 'de inrichting 66 verlaat, wordt door een andere koelkop 72 geleid en omwik-35 keld met conventioneel luchtdoorlatend vloeipapier 74 in een inrichting 76 voor het vormen van de gerede filter- . staaf, die dan in dwarsrichting gescheiden wordt door snijmiddelen 78, tot geschikt lengten 14.

8001742 -9-

Modificaties van de boven beschreven filters en de werkwijzen voor het vormen daarvan zijn volgens de uitvinding mogelijk. In een andere uitvoeringsvorm kan het vezelachtige filtermateriaal dus weggelaten worden, en 5 kan het gebonden tabakskernorgaan vergroot worden om de gehele ruimte in de wikkel in te nemen. In bepaalde uitvoeringsvormen kan de luchtdoorlatende wikkel weggelaten wordenr hetgeen resulteert in een uniforme maximale luchtverdunning zonder de variabelendie optreden bij poreuze 10. wikkels,. .

Een ander filter volgens de uitvinding wordt in figuur 9 getoond; dit filter 114 heeft een staafvormige kern 120 van vezelachtig filtermateriaal, dat omhuld wordt door een buis 122 van gebonden tabak; de buis 122 die ver-15 vaardigdL kan zijn van een samengenomen, in langsrichting gegroefd blad van gebonden tabak, zoals voor de kern van het filter van figuur 4, heeft weer een buitenste wikkel *124. van conventioneel luchtdoorlatend vloeipapier. Hiertoe kan eerst een continue staaf van vezelachtig filtermateriaal 20 worden gevormd .door een continue vezelbundel van draadachtige vezels in langsrichting door een omsloten gebied te geleiden waar heet gas of hete stoom in de samengenomen vezelbundel wondt geïnjecteerd, om deze tot. een zelfdragende stabiele staaf te., binden. Daarna kan een continue baan .van coherent 25. gebonden tabakblad, dat uniform ingedrukt is met een reeks evenwijdige,, in langsrichting verlopende groeven, dan samengenomen worden tot een, buis vorm; die de voorgevormde staaf van vezelachtig filtermateriaal omgeeft, waarbij de resulterende samengestelde 'staaf dan door een' omsloten 30 gebied geleid kan worden waar een heet gas of hete 'stoom in de samengenomen baan wordt gebracht om dit tot eén zelfdragende stabiele buis te binden, welke de vez'elachtige filterstaaf omgeeft.

In weer een andere modificatie volgens de uit-35 vinding worden tenminste één coherent, in langsrichting gegroefd blad van gebonden tabak en tenminste één (eventueel op overeenkomstige wijze gegroefd) coherent blad van vezelachtig filtermateriaal.zoals cellulose-acetaat samengedrukt 80 01742 -10- en met elkaar verbonden tot een uit lagen bestaande, één geheel vormende staaf. Een samengesteld orgaan van dit type kan gevormd worden met een aanpassing van de werkwijze van figuur 2, door gelijktijdig continue banen van de 5 coherente bladmaterialen op elkaar door de indrukrollen 34, de trechter 38, de bindkop 40, en de koelkop 46 te leiden..

Wanneer de rook in hoofdzaak door het gebonden tabaksdeel beweegt, dat er van het begin af aan donker uitziet:,, kan het verkleuren van het vezelachtige filter-10 materiaal dat optreedt bij conventionele filters minder zichtbaar zijn, en kan het eindaanzicht van het filter voor en an het roken in verregaande mate gelijk zijn.

Alhoewel filters volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt zijn in combinatie met luchtverdunning, 15 hebben deze ook nut bij het verschaffen van een tabaks-smaakverrijkte gefilterde rook, in conventionele filtersigaretten zonder luchtverdunning.

• Y · 800 1 742

Claims (19)

1. Rookfilter gekenmerkt door een tot een axiaal langwerpig filterorgaan samengenomen coherent blad van gebonden tabak, waarbij van het blad tenminste één vlak 5 voorzien is van zich in langsrichting van het orgaan uit-strekkende groeven- 2* Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het filterorgaan van gebonden tabak grenst, aan, coaxiaal is met, en zich in dezelfde richting uitstrekt als een 10 ander filterorgaan van vezelachtig filtermateriaal.. 3. filter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gebonden tabaksorgaan een door het andere orgaan omhulde kern is* 4* Filter volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat de kern een staaf is met een cirkelvormige dwarsdoorsnede* 5* Eilter volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kern een staaf is met een driehoekige dwarsdoorsnede. 20 -6. -Filter volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kern eear-staaf met een vierkante dwarsdoorsnede.

7. Filter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gebonden, tabaks orgaan een kern van het andere orgaan omhult. 25 8* Filter volgens conclusie 1, gekenmerkt door tot een staafvorm samengenomeri, op elkaar liggende lagen van het blad en ander'vezelachtig filtermateriaal.

9. Filter volgens ëën van de conclusies 2-8, ·' met het kenmerk, dat het gebonden tabaksgedeelte minder 30 doorstroomweerstand heeft dan het' resterende gedeelte. IQ. Filter volgens ëën van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dit zelfdragend en dimensioneel stabiel is zonder een wikkel.

11- Filter volgens ëën van de voorgaande conclu— 35 sies, met een luchtdoorlatende wikkel.

12. Filtersigaret met een tabaksstaaf, met het kenmerk, dat hiermee een filter volgens êë'n van de voorgaande conclusies is verbonden door een mondstukwikkel. 800 1 742 -12-

13. Filtersigaret volgens conclusie 12, met een filter volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de mond-stukwikkel geperforeerd is.

14. Filtersigaret met een tabaksstaaf, met het 5 kenmerk, dat deze verbonden is met een filter volgens ëên van de conclusies 1-11. . 15. Werkwijze voor het vervaardigen van een rookfilter gekenmerkt door het continu in langsrichting voortbewegen van rookfiltermateriaal dat in langsrichting 10 gegroefd, coherent, gebonden tabaksblad omvat, het continu samennemen van het materiaal om een axiaal langwerpig filterorgaan te vormen waarbij de groeven zich in langsrichting daarvanuit strekken, en het in dwarsrichting tót afzonderlijke lengten doorsnijden van het resulterende 15 filterorgaan.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, gekenmerkt door de stap van het indrukken van groeven in tenminste ’ëên vlak van het gebonden tabaksblad.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, 20 met het kenmerk, :dat de groeven tenminste nagenoeg uniform. en evenwijdig zijn- -IS. Werkwijze volgens conclusie 17, met het — kenmerk^ dat. de- groeven zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan die. langsas· van het blad en de . staaf uitstrekken. . 25 :i9r. Werkwijze volgens één van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat het gebonden tabaksblad continu samengenomen wordt voor het vormen van een axiaal langwerpiger kern en-een continue toevoer van ander, vezelachtig filtermateriaal continu coaxiaal samengenomen wordt om 30 de kern voor het vormen van de 'filterstaaf. 2Q. Werkwijze volgens één van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat het gebonden tabaksblad continu coaxiaal samengenamen wordt om een continue kern van ander vezelachtig filtermateriaal voor het vormen van de filter-35 staaf..

21. Werkwijze 'volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de kern een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft. 800 1 742 s? -13-

22. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de kern een niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.

23. Werkwijze volgens één van de conclusies 5 19-22, met het kenmerk, dat het gebonden tabaksblad samen- genomen wordt om een kleinere doorstroomweerstand te vertonen dan het resterende gedeelte van het filter.

24. Werkwijze volgens êën van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat lagen van het gebonden tabaks- 10 blad met tenminste ëén laag ander vezelachtig filtermate-riaal gelijktijdig continu samengenomen wordt voor het vormen van de filterstaaf.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat tenminste êën laag van ander vezelachtig 15 fiifcermateriaal ook van in langsrichting verlopende groeven is voorzien;

26. Werkwijze volgens conclusie 25, gekenmerkt 'door heb gelijktijdig indrukken van groeven in het gebonden tabaksblad en andere vezelachtige materialen.

27. Werkwijze volgens één van de conclusies 15-26, met het... kenmerk, dat het gebonden tabaksblad verhit wordt door heet gas daarin in te leiden, terwijl het samengenomen wordt.

28. Werkwijze volgens· ëén van de conclusies .25- 19-23, met het-kenmerk, dat het andere vezelachtige filter- mat eri aal verhit wordt door heet gas daarin in te leiden, terwijl dit-. samengenomen wordt..

231. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28, met het kenmerk., dat de continu gevormde filter staaf afge-30 koeld wordt voordat deze in afzonderlijke stukken wordt gesneden.

30. Werkwijze volgens één van de conclusies 15-29, met het kenmerk,dat de continu gevormde filter'staaf ontwikkeld wordt met luchtdoorlatend vloeipapier voordat 35 deze in dwarsrichting in afzonderlijke stukken wordt gesneden . 8001742