NL8001491A - Besturingsinrichting voor een centrale-verwarmings- systeem. - Google Patents

Description

' * *

N/29.50ö-St/ÖO

Vadstena Pumpar AB te Vadstena, Zweden.

Besturingsinrichting voor een centrale-verwarmingssysteem.

De uitvinding betreft een besturingsinrichting voor een centrale-verwarmingssysteem, omvattende twee met elkaar verbonden huizen, waarvan er één een aftakklep bevat voor het aftakken van warm water uit de hoofdverdeel- of ketelsectie van het systeem en waarvan het 5 andere dient voor de aansluiting van een groepverdeelsectie van het systeem en een circulatiepomp kan bevatten, welke huizen van daarin gevormde kanalen en aansluitopeningen voor de aansluiting van de heengaande leidingen en retourleidingen van de respectieve secties zijn voorzien.

De uitvinding beoogt een dergelijke besturingsinrich-10 ting van eenvoudige en gemakkelijk hanteerbare vorm te verschaffen, die goedkoop kan worden gefabriceerd en rechtstreeks in het buizensysteem dichtbij de te besturen sectie kan worden gemonteerd.

Voorts beoogt de uitvinding een dergelijke besturingsinrichting te verschaffen, die een ongewenste warmtelek van het klephuis 15 in de hoofdverdeelsectie naar het huis voor de aansluiting van de groepverdeelsectie verhindert.

De besturingsinrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de beide huizen op elkaar zijn aangesloten via tenminste één mechanisch warmte-blokkeringsorgaan, dat de betrokken kanalen van het 20 ene en van het andere huis met elkaar verbindt en dat vervaardigd is van een materiaal, met een warmtegeleidingscoëfficiënt kleiner dan X = 1,00 kcal/m h °C.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de besturingsinrichting volgens de uitvinding afgebeeld, bij de bespreking 25 waarvan nog andere bij voorkeur toegepaste constructieve bijzonderheden naar voren zullen komen.

Figuur 1 is een vooraanzicht van de inrichting,· figuur 2 is een langsdoorsnede volgens de lijn II-II van figuur 1 als gezien in de pijlrichting;

50 figuur 3 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III

van figuur 1 als gezien in de pijlrichting; en figuur 4 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van figuur 1 als gezien in de pijlrichting.

De afgebeelde inrichting omvat een huis 1, dat bij g η n 1 l o 1 - 2 - voorkeur door een spuitgietproces of dergelijke is vervaardigd. Het huis 1 heeft van aansluitflenzen 2 en 3 voorziene openingen, waarbij de flens 2 dient voor de verbinding van de inrichting met de heengaande leiding van de hoofdverdeelsectie, ook wel ketelsectie genoemd, van een 5 centrale-verwarmingssysteem, terwijl de flens 3 dient voor de verbinding van de retourleiding van deze sectie. In het huis 1 is een aftakklep 4 ondergebracht, die van het twee-weg- of van het drie-wegtype kan zijn en die dient om warm water van de ketel af te nemen.

De inrichting omvat voorts een tweede huis 5, dat 10 bij voorkeur eveneens door spuitgleten is vervaardigd en dat van flenzen 6 en 7 voorziene aansluitopeningen heeft. De flens 6 dient voor de verbinding van de heengaande leiding van een groepverdeelsectie van het genoemde centrale-verwarmingssysteem, terwijl de flens 7 dient voor de verbinding van het huis 5 met de retourleiding van deze sectie. In het ge-15 tekende uitvoeringsvoorbeeld is in het huis 5 voorts een circulatiepomp 8 voor de groepverdeelsectie ondergebracht.

De beide huizen 1 en 5 zijn met elkaar verbonden via een mechanische warmteblokkeringsinrichting, die als geheel door 9 is aangeduid en die vervaardigd is van een materiaal met een lage warmte-20 geleidingscoëfficiënt, welke lager is dan X =1,00 kcal/m h °C, en bij voorkeur lager is dan X = 0,30 kcal/m h °C.

Zoals in de figuren 2, 3 en 4 is te zien, zijn in de huizen 1 en 5 kanalen gevormd. Het huis .1 heeft twee inlaatkanalen 10 en 11 en twee uitlaatkanalen 12 en 13, terwijl het huis 5 "twee zuig-25 kanalen 14 en 15 en twee drukkanalen 16 en 17 heeft.

Het retourwater van de groepsectie wordt door de pomp 9 van het huis 5 aangezogen en stroomt door de inlaatopening van de flens 7 en de kanalen15 en 16 van dit huis naar het kanaal 10 van het huis 1. Vanuit dit kanaal 10 wordt het water via de klep 4 aan het kanaal 30 13 van het huis 1 af gegeven. Daar wordt dit retourwater met het warme water gemengd, dat door de opening van de flens 2 toestroomt en vervolgens door het kanaal 11 en de klep 4 het kanaal 13 bereikt. Het gemengde water wordt door de opening van de flens 3 van het huis 1 afgevoerd. Een deel van het warme water, dat door de opening van de flens 2 toestroomt, 55 stroomt ook via de kanalen 11 en 12 naar het kanaal 14, vanwaar het warme water door de pomp 8 naar het kanaal 17 en de opening van de flens 6 wordt gedreven.

Een deel van het retourwater van de groepverdeelsectie stroomt rechtstreeks via de opening 7, het kanaal 15, de pomp 8 en het 800 1 4 91 Τ- Λ - 5 - kanaal 17 naar de opening 6. Als de klep 4 geheel is gesloten, stroomt al het warme water rechtstreeks van de opening van de flens 2 door de kanalen 11 en 15 naar de opening van de flens 5 en stroomt al het retourwater van de groepverdeelsectie van de opening van de flens 7 via het kanaal 15# de 5 pomp 8 en het kanaal 17 naar de opening van de flens 6. In andere gevallen treedt een vermenging van vers warm water en retourwater op en wel afhankelijk van de instelling van de klep 4.

In figuur 2 is aangegeven, hoe de mechanische warmte-blokkeringsinrichting kan zijn vervaardigd. Tussen de beide kanalen 12 en 15 14 van de huizen 1 en 5 en ook tussen de beide kanalen 10 en 16 van deze . huizen is telkens een terugslagklep geplaatst, die tevens voor de warmte-blokkering zorgt. De klephuizen 18 en 19 en de klepschotels 20 en 21 van deze terugslagkleppen zijn vervaardigd van een materiaal, dat de bovengenoemde lage warmtegeleidbaarheid heeft en bijvoorbeeld een kunststof of 20 een composiet materiaal is. Het materiaal van deze terugslagkleppen is derhalve niet-metallisch en niet-kristallijn, daar zulke materialen te hoge warmtegeleidingscoëffici'énten hebben.

De mechanische warmteblokkeringsinrichting volgens de uitvinding verhindert op effectieve wijze de ongewenste warmte-over-25 dracht van het huis 1 in de hoofdverdeelsectie naar het huis 5 In de groepverdeelsectie.

Om de blokkering van de warmte-overdracht tussen de beide huizen 1 en 5 verder te verbeteren, kunnen deze huizen zelf ook van een materiaal worden vervaardigd, dat dezelfde lage warmtegeleidbaarheid 30 heeft als boven aangegeven voor het materiaal van de warmteblokkeringsinrichting.

800 1 4 91

Claims (4)

1. Besturlngsinrichting voor een centrale-verwarmings-systeem, omvattende twee met elkaar verbonden huizen, waarvan er één een aftakklep bevat voor het aftakken van warm water uit de hoofdverdeel- of 5 ketelsectie van het systeem en waarvan het andere dient voor de aansluiting van een groepverdeelsectie van het systeem en een circulatiepomp kan bevatten, welke huizen van daarin gevormde kanalen en aansluitope-ningen voor de aansluiting van de heengaande leidingen en retourleidingen van de respectieve secties zijn voorzien, met het kenmerk, 10 dat de beide huizen (1 en 5) op elkaar zijn aangesloten via tenminste êên mechanisch warmte-blokkeringsorgaan (l8.~ 21), dat de betrokken kanalen (10, 12 en 16, 14) van het ene en van het andere huis met elkaar verbindt en dat vervaardigd is van een materiaal met een warmtegeleidingscoëffi-ciënt kleiner dan X =1,00 kcal/m h °C.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de warmte-blokkeringsinrichting is vervaardigd van een materiaal, waarvan de warmtegeleidingscoëfficiënt kleiner is dan X =0,30 kcal/m h °C.

3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat de beide huizen (1 en 5) van een materiaal zijn vervaardigd, dat dezelfde lage warmtegeleidingscoëfficiënt heeft als het materiaal van de warmte-blokkeringsinrichting,

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3* met het kenmerk, dat het of elk warmte-blokkeringsorgaan voor de 25 verbinding van de betrokken kanalen (respectievelijk 10, 16 en 12, 14) van de beide huizen (1 en 5) terugslagkleppen (18, 20 en 19, 21) bevat, die voor de warmteblokkering zorgen. 3 0 0 1 4 91