NL8001313A - Cellensilo. - Google Patents

Description

- 1 - > 4 N/29.524-Jb/hf

Cellensilo.

De uitvinding heeft betrekking op een cellensilo met prismatische hoekzuilen, bestaande uit op de celwanden aangesloten zuilplaten, die de zuilmantel vormen en die met elkaar door middel van de tussen de zuilplaten aangebrachte cel-5 wanden zijn verbonden.

Teneinde geen afzonderlijke hoekzuilen te moeten benutten, waaraan de celwanden door middel van dure aansluit-constructiesworden bevestigd, is reeds bekend (Oostenrijkse octrooischriften 320.929 en 342.256) aan de kopzijden van de 10 celwanden zuilplaten te lassen, die aan hun zijdelings voorbij de wand uitstekende, omgezette randstroken haakvormig zijn omgebogen en met de zuilplaten van de naburige celwanden door middel van de in elkaar grijpende haken worden verbonden. De in elkaar gehaakte zuilplaten vormen op deze wijze 15 de mantel van de hoekzuilen, welke evenwel tengevolge van de losse steekverbinding, nog met beton of met een mengsel van kunsthars en droog grind moeten worden gevuld, teneinde de vereiste sterkte te verkrijgen. Door het vullen van de holle hoekzuilen ontstaat evenwel een niet meer demonteerbare con-20 structie, hetgeen een belangrijk nadeel betekent. Verder ontstaan door de haakverbindingen wiggen aan het buitenoppervlak van de hoekzuilen, zodat het gevaar bestaat, dat de silo-inhoud in deze wiggen vast komt te zitten en bij het ledigen van de silo niet volledig wegvloeit. Daar de zuilplaten aan 25 de kopzijde van de celwanden zijn vastgelast, is een aanpassing van de wanddikte van de zuilmantel aan de statische eisen niet zonder meer mogelijk. Er moeten derhalve gedeeltelijk te dikke zuilplaten worden toegepast of extra versterkingen worden aangebracht, welke de constructie natuurlijk 30 duurder maken. Het eenvoudige in elkaar haken van de zuilen uit de, aan de celwanden vastgelaste zuilplaten leidt voorts tot een slechts geringe weerstand tegen trek van de hoekzuilen, zodat bijvoorbeeld voor silo's, waarbij in de ledige toestand met een aanzienlijke windbelasting moet worden gere- .

35 kend, de toepassing van extra trekankers of dergelijke noodzakelijk wordt.

Bij een andere bekende siloconstructie (Duitse ter inzage gelegde octrooiaanvrage 22 47 799) worden de, in het 800 1 3 13 4· - 2 - hoekgebied van een cel samenkomende, celwanden met elkaar verbonden met behulp van hoekprofielen, waarbij de celwanden tussen de benen van deze hoekprofielen steken. De benen van naburige hoekprofielen zijn hierbij door middel van bouten, 5 die door de tussen deze benen stekende celwanden zijn gevoerd, met elkaar verbonden. De koppen, respectievelijk de moeren van deze bouten moeten in verband met de optredende belastingen zo dicht mogelijk bij het hoekgebied van de hoekprofielen worden aangebracht, waardoor weer het wegvloeien van 10 de silo-inhoud vanuit het hoekgebied op nadelige wijze wordt belemmerd. Verder zijn de hoekprofielen slecht geschikt om de optredende trekkrachten tussen de celwanden over te dragen. De door de inhoud van de silo op de ene celwand uitgeoefende drukkracht, die loodrecht werkt op de drukbelasting van de 15 aansluitende celwand, veroorzaakt een draaimomentbelasting van de benen van de hoekprofielen, die deze tengevolge van hun vorm slecht kunnen opnemen. Naarmate de zuildwarsdoorsnede in verband met de op te nemen krachten groter moet worden gekozen, wordt de toepassing van de hoekprofielen nadeliger, 20 daar deze te oneconomisch moeten worden gedimensioneerd. Bovendien kunnen tussen de hoekprofielen en de hiertussen stekende celwanden nauwelijks momenten worden overgedragen, daar de, de hoekprofielen tegen de celwanden trekkende, bouten slechts een plaatselijk aanliggen van de hoekprofielen tegen 25 de celwanden kunnen waarborgen. Tussen de buitenwanden van de dubbelwandige celwanden zijn namelijk slechts afstandshulzen in het gebied van de bouten aangebracht, terwijl de kopzijden in het overige gebied open zijn.

De uitvinding beoogt een cellensilo van de in de 30 aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren zijn opgeheven en waarbij een eenvoudige silo-opbouw met prismatische hoekzuilen wordt verschaft, die zowel de optredende belastingen met een gering materiaal-verbruik kan opnemen, als aan alle eisen wat betreft het omlaagvloeien van 35 de inhoud van de silo vanuit de hoekgebieden kan voldoen.

Hiertoe wordt de cellensilo volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de zuilplaten althans ongeveer loodrecht staan op de bissectrice van de door de aangesloten celwanden ingesloten hoek en naar buiten omgezette, evenwijdig 40 aan de aansluitende celwand verlopende, aansluitflenzen be- 8001313

A

- 3 - zitten.

Door de bijzondere uitvoering van de zuilplaten en hun ligging loodrecht op de bissectrice van de door de aangesloten celwanden ingesloten hoek, worden de zuilplaten in 5 hoofdzaak slechts op trek belast, waardoor ook bij grote dwarsdoorsneden van de hoekzuilen met relatief geringe plaatdikten volstaan kan worden. Verder treden in het zuilgebied slechts stompe hoeken op, zodat de inhoud van de silo ook in het hoek-gebied zonder enig probleem omlaag kan vloeien. Voorts ontstaan 10 tussen de aansluitflenzen van een zuilplaat betrekkelijk grote afstanden, hetgeen er toe leidt, dat tussen de voor het bevestigen van de zuilplaten aan de celwanden toegepaste bouten door de inhoud van de silo geen bruggen kunnen worden gevormd. Bij het ledigen van de verschillende cellen wordt dus met 15 zekerheid gewaarborgd, dat de inhoud van de silo niet in het hoekgebied van de zuilen blijft vastzitten.

Teneinde bij het vastschroeven van de aansluitflenzen van de zuilplaten aan de celwanden voldoende grote krachten te kunnen uitoefenen, kunnen de celwanden aan de kop-20 zijde in het gebied van de aansluitflenzen van de zuilplaten een vierzijdige buis omvatten, die door trekbouten voor het bevestigen van de aansluitflenzen wordt doorlopen.

Deze vierzijdige buis neemt de bij het aantrekken van de trekbouten op de celwand uitgeoefende drukkrachten op, 25 welke voor het verkrijgen van een goede verbinding tussen de celwanden en de zuilplaten noodzakelijk zijn. Door de toegepaste vierzijdige buizen kan ook een voldoende wrijvende verbinding tussen de celwanden en de aansluitflenzen over het gehele oppervlak van deze aansluitflenzen worden verkregen.

30 Uit het voorgaande blijkt, dat een cellensilo vol gens de uitvinding niet slechts eenvoudig kan worden opgebouwd en ook weer zonder moeilijkheden kan worden gedemonteerd, doch dat voorts aan alle eisen wat betreft de belastbaarheid wordt voldaan zonder dat de hoekzuilen moeten worden 35 gevuld of extra moeten worden versterkt. Daar de zuilplaten bovendien niet aan de kopzijden van de celwanden zijn vastgelast, kan ook geen scheeftrekken bij het lassen optreden,hetgeen' richtwerkzaamheden noodzakelijk zou maken. Tengevolge van de hiermede verbonden, het materiaal veel meer sparende, montage wordt het verdere voordeel verkregen, dat zowel de 8001313

Is ·* - 4 - celwanden als de zuilplaten een voor de montage aangebrachte deklaag kunnen bezitten, zonder dat gevaar bestaat, dat deze deklaag bij de montage van de silo wordt beschadigd. Nog een ander voordeel, dat volgens de uitvinding wordt bereikt, be-5 staat uit de gunstige stapelbaarheid van de afzonderlijke constructie-elementen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van een cellensilo volgens de uitvinding op vereenvoudigde wijze weer-10 geeft.

Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een hoekzuil van een cellensilo volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II - II in fig. 1.

15 Zoals in het bijzonder uit fig. 1 blijkt, worden de prismatische hoekzuilen van de niet nader weergegeven cellensilo gevormd uit zuilplaten 1, die met de daartussen liggende celwanden 2 zijn verbonden door middel van trek-bouten 3, die deze celwanden doorlopen. Hiertoe bezitten de 20 zuilplaten 1 naar buiten omgezette, aan de aansluitende celwanden 2 evenwijdige, aansluitflenzen 4, die zijdelings tegen de celwanden 2 rusten en een goede verbinding tussen de zuilplaten 1 en de celwanden 2 waarborgen. Voor het opnemen van de door de trekbouten 3 via de aansluitflenzen 4 op de 25 celwanden 2 uitgeoefende drukkrachten omvatten de celwanden 2 aan de kopzijde vierzijdige buizen 5. Deze vierzijdige buizen 5 vormen bovendien een gedeelte van een raamwerk, waaraan de gladde buitenplaten 6 van de celwanden 2 zijn bevestigd. In plaats van de weergegeven gladde celwanden 2 kunnen van-30 zelfsprekend ook geprofileerde wandplaten worden toegepast, welke evenwel aan de kopzijden aansluitstukken, bijvoorbeeld in de vorm van een vierzijdige buis, voor de zuilplaten 1 moeten dragen.

Daar de zuilplaten 1 ongeveer loodrecht op de bis-35 sectrice van de, door twee naburige celwanden ingesloten, hoek staan en de zijwanden van de zuilmantel tussen de celwanden vormen, worden slechts stompe hoeken gevormd, welke het wegvloeien van de inhoud van de silo ondersteunen. Het betrekken van de celwanden 2 in de hoekzuilconstructie leidt 40 tot een hoge stabiliteit van de verbinding tussen de hoek- 8001313 - 5 - zuilen en de aansluitende celwanden 2, waarbij verder een eenvoudige demontage mogelijk blijft. De boutverbinding garandeert voorts een weerstand tegen trek, daar de zuil-platen 1 ten opzichte van de wandelementen in de hoogte-5 richting verplaatst zijn aangebracht. Het is evenwel ook mogelijk, de zuilplaten 1 over de hoogte van de hoekzuilen te laten doorlopen.

Daar de celwanden pas bij de montage van de silo met de zuilplaten 1 worden verbonden, is men bij de keuze van 10 de plaatdikte voor de zuilplaten vrij, zodat voor elk geval passende hoekzuilen met verschillende sterkte kunnen worden opgebouwd, waarbij vanzelfsprekend de dikte van de zuilplaten overeenkomstig het belastingverloop bij toenemende zuilhoogte kan afnemen. De plaatdikte voor de zuilplaten kan hierbij 15 relatief gering worden gehouden, daar deze platen tengevolge van hun bijzondere uitvoering en aanbrenging in hoofdzaak slechts op trek worden belast.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manie-20 ren binnen het kader der uitinding kan worden gevarieerd.

t 8001313

Claims (2)

1. Cellensilo met prismatische hoekzuilen, bestaande uit op de celwanden aangesloten zuilplaten, die de zuilmantel vormen en die met elkaar door middel van de tussen de zuilplaten aangebrachte celwanden zijn verbonden, met het 5 kenmerk, dat de zuilplaten (1) althans ongeveer loodrecht staan op de bissectrice van de door de aangesloten celwanden (2) ingesloten hoek en naar buiten omgezette, evenwijdig aan de aansluitende celwand (2) verlopende, aansluit-flenzen (4) bezitten. 10

2. Cellensilo volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de celwanden (2) aan de kopzijde in het gebied van de aansluitflenzen (4) van de zuilplaten (1) een vierzijdige buis (5) omvatten, die door trekbouten (3) voor het bevestigen van de aansluitflenzen (4) wordt doorlopen. 800 1 3 13