NL8001155A - Steun- en vasthoudinrichting voor een kantelbare voertuiglaadbak of dergelijke. - Google Patents

Steun- en vasthoudinrichting voor een kantelbare voertuiglaadbak of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL8001155A
NL8001155A NL8001155A NL8001155A NL8001155A NL 8001155 A NL8001155 A NL 8001155A NL 8001155 A NL8001155 A NL 8001155A NL 8001155 A NL8001155 A NL 8001155A NL 8001155 A NL8001155 A NL 8001155A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sphere
damping
roller
cup
ball
Prior art date
Application number
NL8001155A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189660C (nl
NL189660B (nl
Original Assignee
Leisinger Hans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Leisinger Hans filed Critical Leisinger Hans
Publication of NL8001155A publication Critical patent/NL8001155A/nl
Publication of NL189660B publication Critical patent/NL189660B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189660C publication Critical patent/NL189660C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/04Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with a tipping movement of load-transporting element
    • B60P1/28Tipping body constructions
    • B60P1/283Elements of tipping devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pivots And Pivotal Connections (AREA)
  • Vibration Prevention Devices (AREA)

Description

^ -ί VO 0151
Steun- en vasthoudinrichting voor een kantelbare voertuiglaadbak of dergelijke.
De uitvinding betreft een steun- en vasthoudinrichting voor, naar keus naar verschillende zijden kantelbare voertuiglaadbakken of dergelijke, waarbij de kantelscharnieren als bolscharnieren uitgevoerd zijn en aan die bolscharnieren, waarom de kanteling dient 5 plaats te vinden, een telkens onder de bol grijpende, dóór de bol- kom reikende steekpen of dergelijke losneembaar aangebracht is.
Dergelijke steun- en vasthoudinrichtingen, welke in verschillende uitvoeringen reeds bekend zijn, doen vooral dienst voor het dempen van de relatieve bewegingen tussen laadbak enerzijds en 10 voertuigchassis anderzijds, en daardoor teven van het trillingsge- raas, dat speciaal bij onbelaste laadbakken of dergelijke in verhoogde mate kan optreden. Tevens dienen deze vasthoud- en steunin-richtingen echter het heffen van de laadbak of dergelijke tot in de verschillende kantelinrichtingen praktisch onbelemmerd mogelijk te 15 maken.
Bij de in de aanhef vermelde, als bolscharnieren uitgevoerde kantelscharnieren grijpt in de oplegstand van de laadbak onder de bol een steekpen ter borging. Haar gelang van de gewenste kantel-richting worden door aan de betrokken zijde deze steekpennen of 20 -bouten verwijderd. Bij deze bolscharnieren is weliswaar voorzien in een bepaalde demping van het geraas, doordat de binnenzijde van de bolkom bekleed is met kunststof. 3ij relatieve bewegingen tussen bolkom en bol treedt echter desondanks, op grond van de speling tussen steekpen en bol geraas op, en doen zich stoten voor, die be-25 halve tot ongewenst lawaai op nadelige wijze op de duur ook nog tot beschadiging van de steekpen en zelfs van de laadbak kunnen leiden. Bovendien kunnen er mettertijd ook beschadigingen voorkomen aan de klepscharnieren en -sluitingen.
Doel van de uitvinding is nu, bij een, als bolscharnier uitge-50 voerd, kantelscharnier effektieve demping van relatieve bewegingen tussen de bolkom en de bol, respectievelijk de steekpen te bereiken en daardoor in het bijzonder ook demping van het optredende lawaai.
Om dit doel te bereiken wordt, volgens de uitvinding in het bijzonder voorgesteld, dat aan de bolkom een dempingslichaam uit 800 1 1 55 - 2 - samendrukbaar, elastisch materiaal is aangebracht, dat tegen de zich in de bolkom bevindende bol ongeveer aan een van de bolkom af gekeerde zijde in de vasthoudstand onder druk aan ligt. Het dem-pingslichaam vormt daarbij voor de bol respectievelijk de bolkom 5 een ligplaatslichaam, dat door zijn elasticiteit de bol praktisch zonder speling vastlegt. Daardoor worden de scharnierdelen ten opzichte van elkaar vastgelegd, waardoor de tussen de bol en een voor het borgen van de verbinding toegepaste steekpen aanwezige speling ten minste gedempt wordt en praktisch géén nadelige uitwerkingen, 10 in het bijzonder wat betreft ongewenst rammellawaai, meer kan op treden. Anderzijds kan door de elastische uitvoering van het dem-pingslichaam, na het uittrekken van de betrokken steekpen, het uit de ligplaats loskomen van de bol-kom-legering met het oog op het heffen van de laadbak of dergelijke plaats vinden, 15 Op voordeel biedende wijze bestaat volgens de uitvinding, het dempingslichaam uit tegen olie bestendig, in het bijzonder weervast, elastisch materiaal, b.v. rubber of kunstrubber. Daardoor is het dempingslichaam tevens goed bestand tegen de bij dergelijke voertuigen optredende hoge belastingen en ongunstige omgevingsin-20 vloeden.
Aangezien, zoals gewenst, het dempingslichaam, in tegenstelling met de bol en de bolkom, een aan slijtage onderhevig onderdeel is, is het bij voorkeur losneembaar en uitwisselbaar bevestigd.
Bij een steun- en vasthoudinrichting, waarbij de bolkom van 25 het bolscharnier aan de kantelbare laadbak- of dergelijke en de bol stationair aan het voertuiggestel van het voertuig aangebracht zijn, is er op voordeelbiedende wijze in voorzien, dat het dempingslichaam, bij zich in de bolkom bevindende bol onder die bol, ten dele een ligplaats innemend, grijpt en in het bijzonder onder 30 de grootste horizontale boldiameter aangebracht is. Dit is een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm.
Bij voorkeur grijpt, als dempingslichaam, in de werkzame stand een wals of dergelijk rotatielichaam onder de bol, waarbij de as van die wals of dergelijke bij voorkeur ongeveer horizontaal 35 georiënteerd is. Een dergelijk dempingslichaam is eenvoudig te ver- 80 0 1 1 55 * * - 3 - vaardigen en biedt daarenboven het voordeel, dat het op elkaar aangepast zijn van het dempingslichaam aan de bol wat betreft de langsoriëntering van het dempingslichaam zonder nadeel voor de werking binnen bepaalde grenzen kan worden gevariëerd. Eén en ander 5 is vooral ook voor de praktijktoepassing bijzonder gunstig.
Overeenkomstig een verdere, nadere uitwerking volgens de uitvinding is de dempingswals op de wijze van een rol althans in één richting draaibaar en wel in de zin van afrolling over de bol bij het innemen van de ligplaats door die bol in de bolkom. Daardoor 10 kan noodzakelijke druk voor het innemen van de ligplaats, welke ge woonlijk afkomstig is van het gewicht van de laadbak of dergelijke, verminderd worden, terwijl voor het uit de ligplaats komen een grotere kracht nodig is, zodat het ongewenst verlaten van de ligplaats in verregaande mate wordt vermeden. Om dit verschil in 15 draaibaarheid van de dempingswals te bereiken kan die dempingswals zijn voorzien van een vergrendeling ter verhindering van draaiing van die wals bij het door de bol verlaten van zijn ligplaats.
Een eenvoudige en doelmatige uitvoeringsvorm van een vergrendeling wordt nader gekenmerkt, doordat voor het vergrendelen van 20 de éne draairichting een grendelhefboom op de dempingswals aan grijpt, waarvan de aanlegkopzijde een grotere afstand van de legering van de grendelhefboom heeft, dan de rechtstreekse radiale afstand tussen de hefboomlegering en de bovenzijde van de dempingswals, waarbij de grendelhefboom schuin naar de te vergrendelen 25 draairichting gericht is.
Eventueel kan de grendelhefboom bij zijn vrije einde zijn voorzien van een contrarol. Daardoor kan bij het vergrendelen van de dempingswals een gunstige verdeling van de last over het oppervlak van de dempingswals worden bereikt, zodat het risico voor be-30 schadiging is verminderd.
Een doelmatige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding onderscheidt zich, doordat de vergrendeling in het inwendige van het dempingslichaam is aangebracht. Hierdoor is de betrouwbare werking daarvan, óók bij ongunstige omstandigheden, b.v, bij vuil of derge-35 lijke, verzekerd, 8001155 - 4 -
Volgens een verder voorstel overeenkomstig de uitvinding kan als vergrendeling een klink-vergrendeling toegepast zijn, die bij voorkeur coaxiaal ten opzichte van de dempingswals of dergelijke aangebracht is. Klink-vergrendelingen zorgen in de éne draairich-5 ting voor een bijzonder betrouwbare vergrendeling, welke gepaard gaat met slechts kleine draaihoeken.
Een verdere, nadere, voordelige uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding kan hierin bestaan, dat de dempingswals wat betreft zijn ingrijpdiepte onder de bol instelbaar is. Daardoor kan 10 de dempingswerking en de bij het innemen van de ligplaats en het daaruit komen benodigde kracht gevariëerd worden. Bij voorkeur is daartoe de dempingswals, met het oog op de verstelbaarheid van die ingrijpdiepte, gelegerd aan een zwenkbeugel, in langwerpige gat-ge-leidingen of dergelijke. Ook kunnen daardoor slijtage-verschijnse-15 len aan de dempingswals vereffend worden.
Volgens een nadere uitwerking overeenkomstig de uitvinding heeft het oppervlak van de dempingswals, ter vergroting van de contactlijn met de bol, in zijn ligplaatsstand in langsdoorsnede een concave contour. Hierdoor kan, bij betrekkelijk geringe ligplaats-20 diepte, niettemin een betrekkelijk grote vasthoudkracht bereikt worden.
Een aanvullende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, die met bolscharnieren alsmede het volgens de uitvinding voorgestelde dempingslichaam bijzonder voordelig is, kan hierin bestaan, dat in 25 de bol speciaal, ongeveer van het hoogste punt daarvan uitgaande, telkens tenminste één, van ondersnijdingen voorziene groef in de kantelrichting ingewerkt, bij voorkeur ingefreesd, is, terwijl aan de bolkom een dienovereenkomstig, onder die·· ondersni jdingen grijpend uitsteeksel is aangebracht, dat in die groef reikt. Daardoor 30 is een eventueel aanvullende borging van de bolscharnier-verbin- ding verkregen, waardoor het afvallen van de laadbak of dergelijke, in het bijzonder wanneer deze gekanteld wordt, vermeden wordt.
Nadere maatregelen overeenkomstig de uitvinding, welke verdere uitwerkingen van de uitvindingsgedachte betreffen, staan vermeld 35 in de thans volgende beschrijving van een, uitsluitend bij wijze 80 0 1 1 55 * * - 5 - van voorbeeld voor de uitvinding in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeeld en voorts ook in de daarachtervolgende conclusies.
Fig. 1 is een zijaanzicht van een voertuig met laadbak; 5 fig. 2 is een aanzicht van een steun- en vasthoudinrichting in hoofdzaak in richting A in fig. 1, bij om een zijlangsas gekantelde laadbak; fig, 3 is een in hoofdzaak met fig. 2 corresponderend aanzicht, doch bij neergelaten laadbak; 10 fig. 4 is een dwarsdoorsnede van een kantelscharnier met dem- pingslichaam; fig. 5 is een buitenaanzicht van opzij van een bolscharnier met vergrendeling; fig. 6 toont, enigszins geschematiseerd, een dempingslichaam 15 met vergrendeling; en fig. 7 toont het uiteinde van een dwarsdrager met de bol van een bolscharnier.
Een vrachtwagen 1 is voorzien van een chassis of voertuigge-stel 2, dat een laadbak 3 draagt. Deze laadbak is naar keus naar 20 verschillende zijden kantelbaar gelegerd. Hiertoe doen bolscharnie- ren 4 dienst, welke telkens ongeveer bij de hoekbereiken van de laadbak 3 aangebracht zijn. De bolscharnieren 4 zijn met het oog op het kantelen door middel van steekpennen 5 te ontgrendelen.
Daarbij wordt aan die zijde, waarnaartoe de kanteling plaats dient 25 te vinden, de arrêtering door de steekbouten of -pennen 5 gehand haafd, terwijl aan de tegenovergelegen zijde de steekpennen 5 losgenomen worden. Voor het heffen van de laadbak grijpt op de bodem daarvan in het midden een hefcilinder 6 aan.
In fig. 2 is, bij het verwijzingscijfer 7» een dwarsdrager te 30 zien, aan de beide uiteinden waarvan de telkens bij een bolschar nier behorende bollen 8 aangebracht zijn. De bijbehorende bolkom is aan de laadbak 3 bevestigd. Bij onliggende laadbak 3 (fig. 3) grijpt de bolkom 9 over de bol 8 en ligt met een aangepaste uitvor-ming, b.v. uit kunststof, op een deel van het boloppervlak van de 35 bol 8 (vergelijk ook fig. 4). Deze uitvoraing 10 is in een in 8001155 - 6 - dwarsdoorsnede ongeveer vierkant huis 11 met een opening 12 voor de bol 8 ingezet. Het huis 11 bevat een voorbij het bolprofiel buitenwaarts uitstekend hemd 13» dat met elkaar strokende gaten 14 voor het opnemen van een steekpen 5 bevat.
5 Volgens de uitvinding is nu aan de, als geheel met het verwij- zingscijfer 9 aangeduide, bolkom, in het bijzonder aan het huis 11 daarvan, een dempingslichaam 15 uit samendrukbaar, elastisch materiaal aangebracht. Dit lichaam ligt tegen de zich in de bolkom 9 bevindende bol 8, ongeveer aan een van de bolkom 9 af gekeerde 10 zijde, onder druk in de vasthoudstand aan. Hierdoor wordt een lig plaatsverbinding tussen de bol 8 enerzijds en de bolkom 9 anderzijds bereikt, waarbij de bol 8 tussen het uitgevormde gedeelte of de uitvorming 10 en het elastisch aandrukkende dempingslichaam 15 aan een ongeveer tegenovergelegen zijde praktisch bewegingsvrij 15 vastgehouden wordt. Rammelgeraas, dat speciaal bij lege laadbak 3 door het tegen de steekpen 5 aan slaan van de bollen 8 kan optreden wordt daardoor vermeden.
Tussen de steekpennen 5 en he bolkom dient namelijk een zekere speling aanwezig te zijn, teneinde de steekpennen 5 te kunnen 20 lostrekken respectievelijk te kunnen insteken. Uit de figuren 3 en 4 blijkt, dat het dempingslichaam 15 bij zich in de bolkom 9 bevindende bol 8 onder die bol grijpend ten dele een ligplaats inneemt en speciaal onder de groocste, horizontale boldiameter aangebracht is en ook dieper ligt, dan het tegenovergelegen zwenkmiddelpunt M. 25 Als dempingslichaam 15 doet in het onderhavige geval een wals 16 of dergelijk rotatielichaa® dienst. De as daarvan is hierbij ongeveer horizontaal en evenwijdig aan de losneembare steekpen 5 aangebracht, Hierdoor wordt de beschikbare ruimte gunstig benut, terwijl tevens een gunstige plaatsing ten opzichte van de steekpen 5 30 is verkregen. Het is echter ook mogelijk, het dempingslichaam 15, speciaal ook bij een andere soort borging, door een steekpen 5, of een andere wijze van borging aan te brengen. Het is b.v. ook mcge-lijk, het dempingslichaam evenwijdig aan de langsrichting van de dwarsdrager 7 aan te brengen. De wals 16 kan, zoals uit fig. 4 35 blijkt, in een huisuitstulping 17 van het bolkom-huis 11 gelegerd 8001155 IT * - 7 - zijn. Hierbij blijkt ook, dat deze huisuitstulping 17 in dwarsdoorsnede over meer dan de halve doorsnede van de wals over die als dempingslichaam 15 dienst doende wals 16 heen grijpt, zodat de wals 16 er niet uit kan vallen. Anderzijds is echter de wals 16 5 ook gemakkelijk uitwisselbaar, doordat deze uit de huisuitstulping binnenwaarts losgetrokken wordt. Die wals kan daarbij door de inwendige holte enigszins worden samengedrukt. Anderzijds is echter ook bij normale werking, dat wil zeggen bij het innemen van de ligplaats 11, het uit die ligplaats komen, via de bol 8 een betrouw-10 ' bare legering verzekerd.
Het dempingslichaam 15 kan, overeenkomstig een nadere uitwerking volgens de uitvinding, althans in één richting draaibaar zijn en wel in de zin van afrollen over de bol 8 bij het innemen van zijn ligplaats in de bolkom 9* Daartoe kan de dempingswals 16 zijn 15 voorzien van een vergrendeling 18 voor het vergrendelen van draai ing van de wals 16 bij het verlaten van de ligplaats door de bol 8. Hierdoor wordt het gemakkelijk innemen van de ligplaats en anderzijds aanvullende borging tegen het ongewenst losraken uit zijn ligplaats, respectievelijk een nog betere bevestiging van de bol 8 20 tussen dempingslichaam 15 en uitgevormd gedeelte 19 bereikt.
Eij de in de figuren weergegeven, als bolscharnieren 4 uitgevoerde zwenklegers 19 zijn de dempingswalsen 16 aan de van elkaar af gekeerde zijden van tegenoverelkaargelegen bollen 8 aangebracht.
Hun telkens tegen de bol 8 aan liggende plaatsen zijn bij het inne-25 men van de ligplaats door bolkom 9 en "bol 3 in he afrolrichting - dat wil zeggen in pijlrichting Pf 1 - draaibaar en in de tegengestelde richting vergrendeld.
Een eenvoudige uitvoeringsvorm van een vergrendeling 18 is weergegeven in fig. 6. Hierbij doet voor die vergrendeling van de 30 éne draairichting een op de dempingswalsen 16 aangrijpende grendel- hefboom 20 dienst, waarvan de aanlegkopzijde 21 een grotere afstand heeft van de legering 22, dan de rechtstreekse radiale afstand tussen de hefboomlegering 22 en de bovenzijde van de dempingswals 1é bedraagt. De grendelhefbocm 20 ligt daarbij in de uit-35 gangsstand, schuin tegen de te vergrendelen draairichting in (pf 2) 8001155 - 8 - tegen de dempingswals 16 aan. De dempingswals 16 is hier draaibaar op een pen of bout 23 gelegerd. Die wals kan in pijlrichting Pf 1 praktisch onbelemmerd draaien, terwijl in tegengestelde richting de grendelhefboom 20 met de dempingswals 16 praktisch met de rand 5 werkzaam wordt en die wals belemmert te draaien. In de figuren 3 en 5 zijn dergelijke vergrendelingen 18, in enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm, weergegeven. Daarbij is de grendelhefboom 20 bij zijn vrije einde voorzien van een contrarol 24, die een iets meer over een oppervlak werkzame en daardoor een de dempingswals meer 10 ontziende belasting van die dempingswals 16 bewerkstelligt. Hier blijkt tevens, dat de legering 22 van de grendelhefboom, respectievelijk van de contrarol 24, tussen twee, met het huis 11 van de bolkom 9 verbonden wangen 25 aangebracht is. In tegenstelling met hetgeen in fig. 5 is weergegeven, kan de vergrendeling 18 bij voor-15 keur naar buiten toe, b.v. ingekapseld door delen van het huis, on dergebracht zijn, teneinde het risico van vervuiling en daardoor eventueel ook nadeel voor de goede werking tegen te gaan.
Een enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm van een vergrendeling 18a is links in fig. 3 weergegeven. Deze vergrendeling is als 20 klink-vergrendeling 18a uitgevoerd en coaxiaal ten opzichte van de dempingswals 16 aangebracht. Opgemerkt wordt in dit verband nog, dat de vergrendeling 18 respectievelijk 18a of ook andere soorten vergrendelingen, even goed binnen het dempingslichaam 15 kunnen zijn ondergebracht. Vermeld worden in dit verband ook klemrollen-25 vergrendelingen. Ook bij draaibare legering van de dempingswals 16 kan deze door verwijdering van de pen 23, respectievelijk van de excenteras 26, gemakkelijk uitgewisseld worden.
De dempingswals 16 kan, wat betreft zijn ingrijpdiepte onder de bol 8, ingestelbaar zijn. Daartoe kunnen b.v, de wangen 25 als 30 zwenkbeugels uitgevoerd zijn of ook kunnen de pennen of bouten 23 gelegerd zijn in door langwerpige'gaten gevormde geleidingen of dergelijke. Overeenkomstig een gewijzigde uitvoeringsvorm kan de dempingswals 16 voor het verstellen van de ingrijpdiepte en/of van de aandrukkracht ook gelegerd zijn op een excentrisch gelegerde, 35 verdraaibare en vastzetbare as 26. De excenteras 26 is in dat ge- 8001155 * - 9 - val M3 voorkeur voorzien van een aangrijpvoorziening voor gereedschap, b.v. een veelhoekvormige omtreksoppervlak, in het bijzonder een zeskant, voor aangrijping met een schroefsleutel en aanvullend nog van een contramoer. De excenteras 26 is vooral ook goed te 5 zien in de figuren 2, 3 en 5·
Naast een wals 16 als dempingslichaam 15, kan óók een in dwarsdoorsnede veelhoekvormig lichaam of een bol met een daardoorheen reikende as of dergelijke toegepast worden. Ook kan het dempingslichaam 15, speciaal een dempingswals 16, ter vergroting van 10 de contactlijn met de bol 8 in de ligplaatsstand in langsdoorsnede een concave contour hebben. Het dempingslichaam bestaat in het bijzonder uit oliebestendig, weervast, elastisch materiaal, b.v. uit rubber, kunststof of kunstrubber.
In de figuren 3 en 7 zijn nog nadere uitwerkingen ter borging 15 van de verbinding tussen bolkom 9 en bol 8 weergegeven. Daarbij is in de bol 8, speciaal van ongeveer het hoogste punt daarvan uitgaande, telkens ten minste één, van ondersnijdingen 27 (figuur j) voorziene groef 28 in de kantelrichting ingewerkt, bij voorkeur ingefreesd. Als contrastuk bevat de bolkom 9 sen, onder de ondersnij-20 dingen 27 grijpend uitsteeksel 29, dat in de groef 28 reikt.
Aangezien dergelijke laadbakken 3 gewoonlijk in drie ten opzichte van elkaar telkens 90° verdraaide richtingen kantelbaar zijn, wordt de in fig. 7 weergegeven uitvoeringsvorm toegepast. Overeenkomstig de beide voor een bolscharnier 4 als zwenkleger voorkcmen-25 de kantelinrichtingen zijn daarbij, uitgaande van een gemeenschap pelijk uitgangspunt aan de bovenzijde van de bol dienovereenkomstige groeven aangebracht. Aan het gemeenschappelijke einde aan het uitgangspunt van deze groeven 28 bevindt zich een met de grootste omtrek van het uitsteeksel 9 corresponderende opening, zodat dit 30 uitsteeksel 29 bij een dienovereenkomstige kantelbeweging om een andere as onbelemmerd uit de groeven 28 kan treden. Anderzijds grijpt echter ook reeds na een kleine zwenkhoek het uitsteeksel 29 achter de ondersnijdingen 27, zodat het bolscharnier 4 dan een betrouwbare verbinding tussen de bol 8 en ae bolkom 9 heeft. Ook bij 35 het eventueel ontbreken of het uitvallen van een steekpen of -bout q π n 11 5 5 - 10 - 5 ^ordt hierdoor verhinderd, dat de kantelverbinding losraakt. Er is aldus een aanvullende borging tegen het afvallen van de gehele laadbak 3 verkregen. Voordelig is hierbij, dat in alle kantelrich-tingen de borging ingrijpt.
5 Alle in de beschrijving, de conclusies en de tekening vermel de, respectievelijk weergegeven bijzonderheden kunnen zowel afzonderlijk als ook in willekeurige combinatie met elkaar voor de uitvinding essentiëel zijn.
800 1 1 55 4

Claims (22)

1. Steun- en vasthoudinrichting voor naar keus naar verschillende zijden kantelbare voertuiglaadbakken of dergelijke, waarbij de kantelscharnieren als bolscharnieren uitgevoerd zijn en aan die bolscharnieren, waaromheen de kanteling dient plaats te vinden, * 5 een telkens onder de bol grijpende, dóór de bolkom reikende steek- pen of -bout of dergelijke, losneembaar aangebracht is, met het kenmerk, dat aan de bolkom (9) een dempingslichaam (15) uit samendrukbaar, elastisch materiaal aangebracht is, dat tegen de zich in de bolkom (9) bevindende bol (8) ongeveer aan een van de bolkom 10 (9) af gekeerde zijde in de vasthoudstand onder druk aan ligt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dempingslichaam (15) bestaat uit oliebestendig en in het bijzonder weervast, elastisch materiaal, b.v. rubber of kunstrubber. 3« Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bolkom van 15 het bolscharnier aan de kantelbare laadbak en de bol stationair aan het rijgestel van het voertuig aangebracht zijn, met het kenmerk, dat het dempingslichaam (15) bij zich in de bolkom (9) bevindende bol (8) onder die bol, ten dele een ligplaats innemend, grijpt en in het bijzonder onder de grootste horizontale boldiame-20 ter aangebracht is.
4. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als dempingslichaam (5) een wals (16) of dergelijk rotatielichaam in de werkzame stand onder de bol (8) grijpt, waarvan de as bij voorkeur ongeveer horizontaal georiënteerd is.
5. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van de dempingswals (16) evenwijdig aan de losneembare steekpen aangebracht is.
6. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dempingswals (16) op de wijze van een rol 30 althans in één richting draaibaar is en wel in de zin van afrollen over de bol (8) bij het door die bol innemen van zijn ligplaats in de bolkom (9).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de draaibare dempingswals (16) is voorzien van een vergrendeling (8) 8001155 - 12 - voor het vergrendelen van draaiing van die wals (16) bij het innemen van de ligplaats door de bol (8).
8, Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de dempingswalsen (16) van tegenoverelkaargelegen zwenklegers (19) 5 telkens aan de van elkaar af gekeerde zijden van de bollen aange bracht zijn en hun telkens tegen de bol (8) aan liggende plaatsen bij het innemen van de ligplaats door de bolkom (9) en door de bol (8) in de afrolrichting draaibaar en in de tegengestelde richting vergrendeld zijn. 10 9· Inrichting volgens tenminste één der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de vergrendeling (18, 18a) in het inwendige van het dempingslichaam (15) ondergebracht is.
10. Inrichting volgens tenminste één der conclusies 6-9» met het kenmerk, dat als vergrendeling een klinkvergrendeling (18a) is 15 toegepast, welke bij voorkeur coaxiaal ten opzichte van de dem- pingswals (16) of dergelijke aangebracht is·.
11. Inrichting volgens tenminste één der conclusies 6-9» met het kenmerk, dat ter vergrendeling van de éne draairichting op de dempingswals een grendelhefboom (20) aangrijpt, waarvan de aanleg- 20 kopzijde (21) een grotere afstand van de legering (22) van de grendelhefboom (20) heeft, dan de rechtstreekse radiale afstand bedraagt tussen de hefboomlegering (22) en de bovenzijde van de dempingswals (16), waarbij de grendelhefboom (20) schuin tegen de te grendelen rijrichting gericht is.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 25 grendelhefboom (20) bij zijn vrije einde is voorzien van een con- trarol (24).
13. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dempingswals (16), wat betreft zijn in-grijpdiepte onder de bol (8), instelbaar is.
14. Inrichting volgens conclusie 13» met het kenmerk, dat de dempingswals (16) voor het instellen van de ingrijpdiepte aan een zwenkbeugel, in door langwerpige gaten gevormde geleidingen of dergelijke gelegerd is.
15. Inrichting volgens conclusie 13» met het kenmerk, dat de 35 dempingswals (16) voor het instellen van de ingrijpdiepte en/of de 8001155 - 13 - aandrukkracht gelegerd is op een excentrisch gelegerde, verdraaibare en vastzetbare as (26).
16. Inrichting volgens conclusie 15» met het kenmerk, dat de, de dempingswals (16) dragende, excenteras (26) is voorzien van een 5 aangrijpvoorziening voor gereedschap, bij voorkeur een veelhoek vormig omtreksvlak, in het bijzonder een zeskant, voor een schroef-sleutel en aanvullend bij voorkeur van een contramoer.
17. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van de dempingswals (16) of dergelijke 10 ongeveer in de rijrichting georiënteerd is.
18. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het oppervlak van de dempingswals (16) of dergelijke ter vergroting van de contactlijn met de bol (8) in de ligplaatsstand in langsdoorsnede een concave contour heeft. 15 19· Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als dempingslichaam (15) is voorzien in een, in dwarsdoorsnede veelhoekvormig lichaam of een bol of dergelijke, met daar doorheen reikende as.
20. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat het dempingslichaam (15) losneembaar en uit wisselbaar bevestigd is.
21. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bolkom (9) in dwarsdoorsnede ongeveer vierkant huis (11) heeft met een opening (12) voor de bol (8) en een 25 daar in gelegerd, komvormig en bij voorkeur uit kunststof bestaand uitgevormd gedeelte- (10).
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het in de werkzame stand over de bol (8) grijpende bolkom-huis (H) is voorzien van een voorbij het bolprofiel uitstekende hemd (13)» 30 waarin de steekpen gelegerd, respectievelijk te legeren is.
25. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dempingslichaam (15) is gelegerd binnen een er, in vorm aansluitend overheen grijpende, huisuitstulping (17) of dergelijke.
24. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, enn1155 - 14 - met het kenmerk, dat in de hol (8), in het bijzonder van zijn ongeveer bovenste punt uitgaande, telkens tenminste één, van ondersnij-dingen (27) voorziene groef (28) in de kantelrichting ingewerkt, bij voorkeur ingefreesd is, en aan de bolkom (9) een corresponde-5 rend, onder die ondersnijdingen (27) grijpend uitsteeksel (29) is aangebracht, dat in die groef (28) reikt,
25, Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat twee haaks op elkaar staande, van een gemeenschappelijk uitgangspunt aan de bolbovenzijde uitgaande groeven (28) overeenkomstig de bei-10 de mogelijke kantelrichtingen aan het bolscharnier aangebracht zijn, en aan het gemeenschappelijke einde aan het uitgangspunt van die groeven (28) een met de grootste omtrek van het uitsteeksel (29) aan de kom corresponderende opening aangebracht is, % 800 1 1 55
NL8001155A 1979-02-27 1980-02-26 Vrachtvoertuig voorzien van een kantelbare laadbak, alsmede een bolscharnier, een laadbak en een chassis kennelijk bestemd voor het vrachtvoertuig. NL189660C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2907676 1979-02-27
DE2907676A DE2907676C2 (de) 1979-02-27 1979-02-27 Abstütz- und Haltevorrichtung für wahlweise nach verschiedenen Seiten kippbare Ladepritschen o.dgl. von Fahrzeugen

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8001155A true NL8001155A (nl) 1980-08-29
NL189660B NL189660B (nl) 1993-01-18
NL189660C NL189660C (nl) 1993-06-16

Family

ID=6064042

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001155A NL189660C (nl) 1979-02-27 1980-02-26 Vrachtvoertuig voorzien van een kantelbare laadbak, alsmede een bolscharnier, een laadbak en een chassis kennelijk bestemd voor het vrachtvoertuig.

Country Status (6)

Country Link
AT (1) AT382126B (nl)
BE (1) BE881859A (nl)
CH (1) CH643495A5 (nl)
DE (1) DE2907676C2 (nl)
FR (1) FR2450174A1 (nl)
NL (1) NL189660C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4238590C2 (de) * 1992-11-16 1996-05-09 Leisinger Hans Adolf Masch Abstützvorrichtung für eine Ladepritsche eines Fahrzeuges
DE10305838A1 (de) * 2003-02-12 2004-08-26 Hein, Marco Ladeflächen-Fahrzeug
ITBO20050291A1 (it) * 2005-04-29 2006-10-30 Hydro Metal S R L Dispositivo per il bloccaggio di pianali ribaltabili di veicoli industriali e similari
DE202010002751U1 (de) 2010-02-24 2010-06-10 Leisinger Deutschland Gmbh Abstütz- und Haltevorrichtung für wahlweise nach verschiedenen Seiten kippbare Ladepritschen

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1162797A (fr) * 1955-12-09 1958-09-17 Dispositif de verrouillage pour bennes basculant de deux et de trois côtés
DE1776675U (de) * 1958-08-23 1958-10-30 Meiller Fahrzeuge Fahrzeug mit kippbruecke.
CH413615A (de) * 1964-08-17 1966-05-15 Popp Albert Kippbrücke für Fahrzeuge, insbesondere Lastwagen

Also Published As

Publication number Publication date
CH643495A5 (en) 1984-06-15
DE2907676C2 (de) 1980-12-11
DE2907676B1 (de) 1980-04-17
AT382126B (de) 1987-01-12
NL189660C (nl) 1993-06-16
BE881859A (fr) 1980-06-16
NL189660B (nl) 1993-01-18
FR2450174B1 (nl) 1983-04-15
ATA70780A (de) 1986-06-15
FR2450174A1 (fr) 1980-09-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6834903B2 (en) Tailgate ramp system
US9255625B2 (en) Attachment device for attaching slinging or lashing means
US20170051540A1 (en) Automotive latch including bearing to facilitate release effort
KR100336383B1 (ko) 고정을 위한 지지 장치
NO841741L (no) Selvlaasende hengsel
CN105102747B (zh) 耳轴门铰链
EP0243276A1 (fr) Dispositif et élément de manutention-roulage pour conteneurs ou analogues
US3805324A (en) Pivot means for folding doors
NL8001155A (nl) Steun- en vasthoudinrichting voor een kantelbare voertuiglaadbak of dergelijke.
RU170576U1 (ru) Универсальный вагон-платформа сочлененного типа
US5816765A (en) Vehicle with improved multi-positionable flatbed
US6513194B2 (en) Pivot connection adjustment assembly
FR3073887B1 (fr) Dispositif de securite d`acces a une galerie souterraine.
KR101695753B1 (ko) 부싱회전장치 및 이를 갖춘 래들
JP2022507350A (ja) スライドドアを案内するための装置
KR20210046281A (ko) 탑차의 컨테이너 도어 자동 열림 및 닫힘 유지 장치
US3669218A (en) Portable steps for a vehicle or the like
US10906468B1 (en) Swiveling drop ladder for vehicle tailgate
NL8900890A (nl) Voertuig voor het transport van wissellaadbakken.
EP1697184B1 (en) Support leg arrangement
FR3110181A1 (fr) Dispositif de trappe à vantail et garde-corps déployables
DE19843949A1 (de) Heckträger für ein Kraftfahrzeug mit einer Heck- oder Kofferraumklappe
US6564414B1 (en) Portable ramp with pad
DE19620145C2 (de) Fahrwerk, insbesondere für Kettenzüge, Lastaufnahmemittel und/oder Schleppkabel
JP2020513093A (ja) 折り畳み式支持アセンブリおよびその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20000226