NL8001057A - Informatiesignaalregistreerstelsel. - Google Patents

Description

16. ^ ««

Inform tiesignaalregistreerstelsel

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op stelsels van de soort, waarbij een informatiesignaal en hulpsig-nalen direkt worden geregistreerd op een roterend registreermedium.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een stelsel, 5 waarbij een hoofdinformatiesignaal direkt wordt geregistreerd langs een hoofdinformatiebaan in een periode, waarbij hulpsigna-len worden geregistreerd laggs hulpsignaalbanen op een wijze, zodanig dat er geen interferentiestoring is tussen het hoofdinformatiesignaal en de hulpsignalen.

10 Volgens een registreer- en reproduceerstelsel uit de

Nederlandse octrooiaanvrage 77.03865 van aanvrager worden in het registreerstelsel daarvan putten gevormd in overeenstemming met het hoofdinformtiesignaal zoals een televisievideosignaal, geregistreerd langs een spiraalvormige baan op een registreermedium 15 van platte schijfvorm, zonder het vormen van een groef daarin, terwijl bij het weergeefstelsel een weergeefstift loopt over en langs deze baan om daardoor het geregistreerde informatiesignaal weer te geven» Bij dit eerdere stelsel worden hulpsignalen geregistreerd op of in de nabijheid van een baan van het informa-20 tiesignaal zoals een videosignaal, op een roterende schijf. Op het tijdstip van het weergeven worden de informatiesignalen weergegeven samen met het videosignaal en baanservoregeling wordt zo uitgevoerd, dat de weergeefstift nauwkeurig loopt langs de baan in overeenstemming met de weergegeven hulpsignalen.

25 Door het gebruik van dit stelsel is er, aangezien de registreerbaan geen groef heeft, geen mogelijkheid hoe dan ook dat de weergeefstift of het registreermedium worden beschadigd en de stift kan lopen over hetzelfde deel van de baan op herhaalde wijze gedurende een aantal malen, waardoor een speciale reproduk-30 tie zoals stilstand, langzame beweging of snelle beweging bij de 800 1 0 57 2 * * weergave mogelijk wordt.

Bij het bovengenoemde stelsel worden/ teneinde geen storing te vormen ten opzichte van het informatiesignaal, de hulp-signalen geregistreerd gedurende een periode overeenkomend met bij-5 voorbeeld de duur van het horizontale synchronisatiesignaal van een televisievideosignaal. Dan wordt in het geval dat bij gebruik van het bovenbeschreven stelsel een informatiesignaal en een geluidssignaal worden geregistreerd, teneinde weergave mogelijk te maken met onderlinge verwisselbaarheid met een registreermedium 10 waarop een televisievideosignaal is geregistreerd als een informa tiesignaal, het hulpsignaal geregistreerd in het tijdinterval (hierna aangegeven als een kunstmatige horizontale synchronisatiesig-naalduur) overeenkomend met het horizontale synchronisatiesignaal van het televisievideosignaal. Het te registreren geluidssignaal 15 wordt omgezet in een digitaalsignaal door modulatie zoals impuls- codemodulatie of verschiModulatie en wordt verder digitaal gemoduleerd (gecodeerd) door een digitale modulatiemethode zoals gewijzigde frequentiemodulatie.

De registreerwerking is tot nu toe uitgevoerd door fre-20 quentiemodulatie van de draaggolf met het informatiesignaal. Om deze reden kan in het geval waar er twee kanalen zijn voor het geluidssignaal, het geluidssignaal gemakkelijk worden geregistreerd op en worden weergegeven vanaf het registreermedium met een breed dynamisch gebied en hoge kwaliteit. Wanneer echter het aantal 25 kanalen van het geluidssignaal bijvoorbeeld vier kanalen wordt, wordt de transmissiebitsnelheid twee-maal die van het geval bij twee kanalen. Om deze reden moet de frequentie van de draaggolf in dit geval worden ingesteld op een aanzienlijk hoge waarde op het tijdstip van frequentiemodulatie en een aanzienlijke brede band 30 wordt vereist voor het registreren en weergeven. In de praktijk echter is er een grens aan de breedte van de registreer/weergeef-band tengevolge van de karakteristieken van het registreermedium zelf en de onderdelen van het registreertoestel en het weergeef-toestel.

35 Indien verder bijvoorbeeld, zelfs in het geval van twee 800 1 0 57 ï * 3 geluidssignaalkanalen, het registreermedium van schijfvorm wordt ontworpen met een kleine diameter, en een geluidssignaal van dezelfde tijdinhoud als in het geval van een grote diameter wordt geregistreerd op dit kleine medium, kan de signaalregistreer/weer-5 geefband niet zeer breed worden gemaakt.

In zulke gevallen blijkt een mogelijke oplossing het direkt registreren van een signaal, verkregen door digitale modulatie zonder het uitvoeren van frequentiemodulatie op het tijdstip van registreren. Wanneer zulk een direkte. registreermethode wordt 10 gebruikt is de vereiste band voor het registreren en weergeven niet zo breed als die, vereist in het geval waar de frequentiemodulatie-methode wordt gebruikt. Om deze reden is het bovenbeschreven probleem opgelost.

Wanneer echter het signaal verkregen door digitale modu-15 latie, direkt op deze wijze wordt geregistreerd verschijnt een ongewenste frequentiecomponent in het frequentiespectrum van het geregistreerde en weergegeven signaal beneden bij een laagfrequent-zone, welke een frequentie omvat, die dezelfde is als de hulpsig-naalfrequentie zoals hierna in detail in verband met de tekening 20 zal worden besproken. Aldus verkrijgt men tussen deze ongewenste frequentiecomponent en het hulpsignaal wederzijdse interferentie, waardoor de registreer- en weergeefkarakteristieken worden verstoord en baanregeling van de weergeefstift in het weergeefstelsel niet stabiel in bepaalde gevallen kan worden uitgevoerd.

25 Aldus omvat een maatregel, welke een oplossing voor dit probleem schijnt te zijn, het comprimeren van het digitaal gemoduleerde signaal in tijdbasis, zodat het niet aanwezig zal zijn in de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur en dit te maken tot een blok in elke periode overeenkomend met één horizontale 30 aftastperiode teneinde de bovengenoemde wederzijdse interferentie te voorkomen. Wanneer echter wordt verhinderd dat een informa-tiesignaal aanwezig is in de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur op deze wijze, is het moeilijk om te zorgen dat een kloksignaal voor demodulatie in het weergeefstelsel wordt gesynchro-35 niseerd met een kloksignaal voor modulatie in het registreerstel- 800 1 0 57

Jb » 4 selo Aangezien verder een deel, waarin een signaal niet bestaat, wordt toegevoegd aan het digitale signaal met twee waarden, wordt de registratie een van een totaal van drie waarden. In dit geval kan signaaltransmissie niet even stabiel worden uitgevoerd als 5 in het geval van het registreren van slechts twee waarden. Nog een ander probleem is dat een breed frequentiegebied vereist is voor de signaaltransmissie.

Het is aldus een algemeen doel van de uitvinding te voorzien in een beter informatiesignaalregistreerstelsel, waarbij de 10 bovengenoemde moeilijkheden en problemen zijn overwonnen.

Een specifiek doel van de uitvinding is te voorzien in een stelsel dat een signaal zodanig registreert, dat gedurende een kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur, waarin een hulpsignaal wordt geregistreerd op de hulpsignaalbaan, een onge-15 wenste frequentiecomponent, welke interferentie zou leveren met de hulpsignaalfrequentie, niet worden geleverd in de nabijheid van de hulpsignaalfrequentie op de hoofdbaan.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.

20 Figuur 1 toont een blokschema van een uitvoeringsvorm van het informatiesignaalregistreerstelsel volgens de uitvinding.

Figuur 2(A) en 2(B) tonen golfvormen respectievelijk van een PCM-signaalgolfvorm en een MFM-signaalgolfvorm in het geval dat de logische waarden van het PCM-signaal allemaal de eenheid 25 zijn.

Figuur 2 CC) toont een grafiek van het frequentiespectrum van een modulatoruitgang in hetzelfde geval.

Figuur 3(A) en 3(B) tonen golfvormen respectievelijk van een PCM-signaalgolfvorm en een MFM-signaalgolfvorm in het ge-30 val waar de logische waarden van het PCM-signaal afwisselend 1 en 0 herhalen.

Figuur 3(C) toont een grafiek van het frequentiespectrum van de modulatoruitgang in hetzelfde geval als bij figuren 3(A) en 3 (B).

35 Figuren 4(A) en 4(B) zijn golfvormen van een PCM-signaal- 80 0 1 0 57 * 4 5 golfvorm en een MFM-signaalgolfvorm in het geval dat de logische waarden van het PCM-signaal willekeurig zijn.

Figuur 4(C) is een grafiek van het frequentiespectrum van de modulatoruitgang in hetzelfde geval als bij figuren 4(A) 5 en 4(B).

Figuur 5 is een golfvorm van een digitaalsignaal overeenkomend met een gebruikelijk videosignaalformaat.

Figuren 6(A) en 6(B) zijn golfvormen van een registrerend hoofdinformatiesignaal en een hulpsignaal volgens het stelsel van 10 de uitvinding.

Figuur 7 toont vergroot en in perspectief de stand van een weergeefstift lopend over een registreermedium, waarop signalen zijn geregistreerd door het stelsel volgens de uitvinding.

Figuur 8 toont een blokschema van een uitvoering van 15 een weergeefstelsel voor het weergeven van signalen vanaf een re gistreermedium waarop de signalen zijn geregistreerd door het stelsel volgens de uitvinding.

Volgens figuur 1 wordt een analoog geluidssignaal toegevoerd aan een ingangsklem 11 van het stelsel en toegevoerd naar 20 een analoog/digitaal (A/D) omzetter 12, waar het wordt omgezet in parallel-digitaalsignalen. Deze parallelle digitale signalen worden toegevoerd naar een parallel/serie-omzetketen 13 waar zij parallel/serie worden omgezet door het gebruik van een kloksig-naal uit een hoofdoscillator 16. Van hier wordt een signaal,dat in 25 impulscode is gemoduleerd (PCM-signaal) bijvoorbeeld, afgevoerd en dan toegevoerd aan een modulator 14, waar het door het gebruik van het kloksignaal uit de hoofdoscillator 16 digitaal wordt gemoduleerd (gecodeerd) door bijvoorbeeld gewijzigde frequentiemodulatie (MFM).

30 Alternatieve modulatiewijzen zijn mogelijk. Bijvoorbeeld kan men PCM-verschilmodulatie gebruiken. In plaats van MFM kan een digitale modulatiewijze worden gebruikt zoals niet-terugkeer-tot-nul (NR2), niet-terugkeer-tot-nul omgekeerd (NRZI), fasecode-ring (PE), groep-gecodeerde registratie (GCR) en 3-positiemodulatie 35 (3PM). De rechthoekige uitgangsgolf van de modulator 14 wordt 80 0 1 0 57 * » 6 toegevoerd als een modulatiesignaal direkt naar een lichtmodula-tor 15 zonder frequentiemodulatie te ondergaan.

Hier wordt in het geval dat bijvoorbeeld het ingaande PCM-signaal van de modulator 14 een signaal is, waarbij de logi-5 sche waarden allemaal "1" (eenheid) zijn zoals aangegeven in figuur 2(A), het uitgaande MFM-signaal daarvan een rechthoekige golf zoals aangegeven in figuur 2(B). In het bijzonder wordt de frequen-* tie van het MFM-signaal een frequentie, welke de helft is van de frequentie (welke gelijk is aan de frequentie van het digitale 10 signaal aangegeven in figuur 2(A)) van de klokimpulsen uit de hoofdoscillator 16. Daarom is in het geval dat de klokimpulsfrequentie 6,4 MHz is, het uitgaande MFM-signaal een signaal met een frequentie van 3,2 MHz. Het frequentiespectrum van het MFM-signaal is zoals aangegeven in figuur 2(C). Bij de grondgolf is een fre-15 quentie van een derde hogere harmonische golf van een frequentie van 9,6 MHz, een vijfde hogere harmonische golf van een frequentie van 16 MHz, en zijn er hogere harmonische golven van de orde van (2 m = 1) (waarbij m gelijk is aan 3 of een geheel getal groter dan 3).

20 In het geval dat bijvoorbeeld het ingaande PCM-signaal van de modulator 14 een signaal is, waarbij overeenkomstig figuur 3(A) de logische waarden afwisselende herhalingen zijn van "1" en "0", is het uitgaande MFM-signaal daarvan een rechthoekige golf overeenkomstig figuur 3(B). De frequentie van dit MFM-signaal wordt 25 1/4 van de klokimpulsfrequentie. Daarom heeft zijn frequentiespectrum als aangegeven in figuur 3(C) in het geval van een klokimpulsfrequentie van 6,4 MHz, een grondgolf met een frequentie van 1,6 MHz, een derde hogere harmonische golf van 4,8 MHz, een vijfde hogere harmonische golf van 8,0 MHz en hogere harmonische componenten 30 van hogere oneven orde.

Wanneer dus de herhalingsfrequentie van het uitgaande MFM-signaal van de modulator 14 een enkele frequentie is, is deze herhaalde frequentie de grondgolf en een component van een frequentie lager dan deze, bestaat niet.

35 In feite echter varieert het PCM-signaal, aangelegd als 80 0 1 0 57 r % 7 ingang aan de modulator 14, tengevolge van het geluidssignaal, aangelegd aan de ingangsklem 11 o Als resultaat is de variatie van de logische waarden een willekeurig digitaal signaal zoals getekend in figuur 4(A). Wanneer een PCM-signaal van deze soort wordt 5 ingevoerd als ingang naar de modulator 14, wordt de golfvorm van zijn uitgaande MFM-signaal als aangegeven in figuur 4(B). In het geval van een klokimpulsfrequentie van 6,4 MHz bijvoorbeeld, omvat deze golfvorm een combinatie van rechtshoekgolven met frequenties van 1,6 MHz, 2,13 MHz en 3,2 MHz. Het frequentiespectrum 10 van een signaal van deze aard is aangegeven in figuur 4(C)r en omvat een component van aanzienlijk lage frequentie.

Anderzijds hebben de hulpsignalen voor het volgen van de baan als hierna beschreven dezelfde frequenties (511,4 kHz en 715,9 kHz bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding) als de sig-15 nalen gebruikt voor het registreermedium, waarop het videosignaal is geregistreerd (hierna aangegeven als de videoschijf zodat het registreermedium geregistreerd door het stelsel volgens de uitvinding, onderling verwisselbaar kan worden weergegeven door ook de inrichting voor het weergeven van de videoschijf. Het signaal van 20 het frequentiespectrum van figuur 4(C) heeft echter frequentie componenten, welke dezelfde zijn als de frequenties van de bovengenoemde hulpsignalen en frequenties in de nabijheid daarvan.

Indien daarom het bovengenoemde MFM-signaal en de hulpsignalen respectievelijk worden geregistreerd op en weergegeven vanaf de 25 hoofdbaan en de hulpsignaalbanen aangrenzend daaraan of gedeel telijk de hoofdbaan overlappend, zou interferentie optreden tussen de hulpsignalen en de bovengenoemde frequentiecomponenten. Echter wordt bij het registreerstelsel volgens de uitvinding het optreden van deze interferentie voorkomen op de hierna te beschrijven wijze.

30 Een signaal van enkele frequentie en van hoge frequentie uit de hoofdoscillator 16 wordt toegevoerd naar een regelsignaal-generator 17 waar een regelsignaal met de horizontale aftastpe-riode van een televisievideosignaal of een dicht daarbij gelegen periode wordt opgewekt. Dit regelsignaal wordt toegevoerd naar 35 een hulpsignaalopwekketen 18 en naar een duur-signaalopwekketen 19 S0 0 1 0 57 « * 8 voor het opwekken van een signaal (hierna een duursignaal genoemd) met een tijdperiode of duur overeenkomend met de duur van het horizontale synchronisatiesignaal.

De hulpsignaalopwekketen 18 wekt in een toonsalvo-toe-5 stand eerste en tweede hulpsignalen fpl en fp2 op met onderling verschillende enkele frequenties, elke periode van een duur overeenkomend met de horizontale aftastduur van het videosignaal en buitendien alleen binnen de kunstmatige horizontale synchronisatie-signaalduur, welke gelijk is aan het verschil, verkregen door 10 het aftrekken van een duur overeenkomend met het bestaan van een kleurensalvosignaal van de horizontale onderdrukkingsduur. De frequenties van deze eerste en tweede hulpsignalen fpl en fp2 worden gekozen op waarden, welke respectievelijk gelijk zijn aan die van de eerste en tweede hulpsignalen, gebruikt voor de bovenge-15 noemde videoschijf in verband met de onderlinge verwisselbaar heid daarmee. Als een voorbeeld van deze frequenties worden de frequenties van de hulpsignalen fpl en fp2 gekozen op waarden, welke respectievelijk 1/5 en 1/7 van de kleurensubdraaggolffre-quentie 3,58 MHz van het kleurenvideosignaal zijn, dus 715,9 kHz 20 en 511,4 kHz. Buitendien levert de hulpsignaalopwekketen 18 als uitgang een derde hulpsignaal fp3 bij elke periode van een omwenteling van een oorspronkelijke registreerschijf 32 als hierna beschreven.

De aldus opgewekte hulpsignalen fpl, fp2 en fp3 worden 25 toegevoerd naar een schakelketen 20, waardoor het hulpsignaal fp3 passeert zoals het is en waarin de hulpsignalen fpl en fp2 afwisselend worden geschakeld elke periode van êën omwenteling van een originele registreerschijf 32 en aldus afwisselend worden toegevoerd opvolgend naar een lichthoeveelheidsregelsignaalopwekketen 30 21 en een lichtmodulator 22.

Het duursignaal geleverd als uitgang door de duursignaal-opwekketen 19 wordt toegevoerd aan de parallel-serie-omzetketen 13. Deze parallel-serie-omzetketen 13 werkt tengevolge van het duursignaal voor het omzetten van een daarin toegevoerd continu digi-35 taalinformatiesignaal als ingang, in een digitaalseriesignaal, dat 80 0 1 0 57 * * 9 is gecomprimeerd in tijdbasis zodat voor elke horizontale aftast-periode dit digitale informatiesignaal niet bestaat in de duur overeenkomend met het horizontale synchronisatiesignaal en op andere tijdstippen bestaat en dat buitendien zo is aangepast, dat 5 in deze horizontale synchronisatiesignaalduur een digitaalsignaal van een enkele frequentie bestaat.

Een laserlichtbundel uitgezonden uit een laserlichtbron 23, wordt gereflecteerd door een spiegel 24 en doorgelaten door een lichtmodulator 25 voor lichthoeveelheidsinstelling. De aldus 10 ingestelde bundel wordt geprojecteerd op een halve spiegel 26 welke een deel van het licht doorlaat naar een lichtmodulator 22 en een ander deel van het licht reflecteert naar een andere lichtmodulator 15. Het uitgaande MFM-signaal uit de modulator 14 wordt als een hoofdinformatiesignaal toegevoerd naar de boven-15 genoemde lichtmodulator 15 voor het moduleren van de lichtbundel, gereflecteerd door de halve spiegel 26. De resulterende uitgang wordt geprojecteerd als een eerste gemoduleerde lichtbundel op een spiegel 27, waardoor deze wordt gereflecteerd en gevoerd door een polarisatieprisma 29. Het aldus door het prisma 29 doorgela-20 ten licht wordt gereflecteerd door een spiegel 30, passeert dan door een objectieflens 31 en wordt gefokusseerd op een lichtgevoelig middel, aangebracht als een bekleding op een oorspronkelijke registreerschijf 32, gemaakt van een materiaal zoals glas en wordt geregistreerd op het hoofdspoor. De lichtbundel, welke pas-25 seert door de bovengenoemde halve spiegel 26, wordt gemoduleerd in de lichtmodulator 28 door de bovengenoemde hulpsignalen en de resulterende uitgang wordt ingevoerd in het polarisatieprisma 31 als een tweede gemoduleerde lichtbundel en wordt gereflecteerd door de spiegel 30, loopt door de objectieflens 31 en wordt gefo-30 kusseerd op de oorspronkelijke registreerschijf 32 en wordt ge registreerd op de hulpsignaalbaan.

De oorspronkelijke schijf 32, welke is gemonteerd op een draaitafel 33, wordt geroteerd met een rotatiesnelheid van 900 omwentelingen per minuut door een motor 34. De oorspronkelijke schijf 35 32, de draaitafel 33 en de motor 34 vormen een geheel en worden 800 1 0 57 ♦ * 10 continu getransporteerd met een specifieke spoed in de pijlrich-ting X door een transportmechanisme (niet getekend). Als resultaat worden het bovengenoemde MFM-signaal en de hulpsignalen geregistreerd langs een spiraalbaan op de oorspronkelijke schijf vanaf 5 zijn buitenomtrek naar zijn centrale deel toe respectievelijk door de eerste en tweede gemoduleerde lichtbundels.

Buitendien omvat een verplaatsingspositiedetector 35 een potentiometer en is aangebracht voor het detecteren van de ver-plaatsingspositie tengevolge van de bovenbeschreven transportbe-10 weging als de oorspronkelijke schijf 32 en de draaitafel 33 worden getransporteerd in de bovengenoemde pijlrichting X en voor het leveren van een uitgaande gelijkspanning aansprekend op de verplaatsingspositie. Deze gedetecteerde gelijkspanning wordt gevoerd via een gelijkspanningsversterker 36 en toegevoerd naar 15 de genoemde lichtmodulator 25 voor lichthoeveelheidsinstelling daar door voor het regelen van de sterkte van de lichtbundel vanuit de laserlichtbron 23 in overeenstemming met de positie in de radiale richting van de oorspronkelijke schijf 32 van de lichtbundelvlek, gefokusseerd op de schijf 32. Door deze inrichting en werking 20 van het registreertoestel wordt compensatie geleverd teneinde het effect van verschil in relatieve lineaire snelheid te elimineren tengevolge van de positie van de lichtbundelvlek in de radiale richting van de oorspronkelijke schijf 32.

De lichthoeveelheid-regelsignaalopwekketen 21 dient voor 25 het opwekken van een regelsignaal voor het verminderen van de in tensiteit van de laserbundel vanuit de laserlichtbron 23 slechts in de perioden, waarin de hulpsignalen bestaan ten opzichte van de laserbundelsterkte in de andere perioden en voor het leveren van dig regelsignaal naar de lichtmodulator 25 voor het instellen 30 van de lichthoeveelheid. Als resultaat is de bundelsterkte van de lichtbundel welke is gepasseerd door de lichtmodulator 25 in de perioden overeenkomend met de perioden waarin de hulpsignalen bestaan, afgenomen ten opzichte van de bundelsterkte daarvan in de andere perioden, waardoor registratie geheel wordt uitgevoerd in 35 uniforme toestand.

800 1 0 57 11

De oorspronkelijke schijf 32, belicht met het licht op de bovenbeschreven wijze, wordt onderworpen aan een bekend ont-wikkelproces en een bekend schijffabrikageproces, waarna een voltooide geregistreerde schijf is verkregen. De geregistreerde 5 schijf omvat bijvoorbeeld een schijfsubstraat van polyvinylacetaat (PVAC) waarin de putten zijn gevormd in de spiraalbaan, een metalen bekleding gevormd op het schijfsubstraat voor het vormen van een elektrode, en een dielektrische bekledingsfilm, gehecht aan de metalen bekleding. De schijf kan worden uitgevoerd met een 10 elektrodewerking door gebruik van een ander materiaal in plaats van het aanbrengen van een metalen bekledingsfilm.

Hier zijn zoals beschreven, de logische waarden van het uitgaande MFM-signaal van de modulator 14 variërend op willekeurige wijze in het algemeen en het frequentiespectrum daarvan 15 is aangegeven in figuur 4(C). Aldus heeft dit signaal componenten met dezelfde frequentie als de frequenties 715,9 kHz en 511,4 kHz van de bovenbeschreven eerste en tweede hulpsignalen fpl en fp2. Buitendien worden de hulpsignalen geregistreerd met een registreer-niveau, dat met ongeveer 20 dB is verminderd ten opzichte van het 20 registreerniveau van het MFM-signaal als het hoofdinformatiesig- naal zodat zoals bovengenoemd, de gehele registratie uniform zal worden uitgevoerd. Wanneer daarom, zoals blijkt uit figuur 4(C), de hulpsignalen en het MFM-signaal tegelijk worden geregistreerd op banen, welke elkaar gedeeltelijk overlappen, worden de laagfre-25 quentcomponenten van het registreerniveau van de hulpsignalen en het registreerniveau van het MFM-signaal praktisch van dezelfde orde en kunnen de hulpsignalen normaal niet worden weergegeven.

Aldus is een maatregel voor het overwinnen van dit probleem het voorkomen dat het MFM-signaal bestaat tijdens de hori-30 zontale synchronisatiesignaalduur PH zoals aangegeven in figuur 5 en het registreren van de hulpsignalen op de hulpsignaalbanen in deze duur PH in overeenstemming met het formaat van het videosignaal. Evenwel wordt een signaal overeenkomend met het horizontale synchronisatiesignaal in deze duur PH geregistreerd op de negatieve 35 zijde ten opzichte van de referentiespanning REF VOLT en de lo- 80 0 1 0 57 » « 12 gische waarde 1 van het MFM-signaal wordt geregistreerd op de positieve zijde. Evenwel is de stabiele weergave van deze refe-rentiespanning moeilijker in het geval van een direkt registreer-stelsel dan in het geval van een frequentiemodulatiestelsel. Buiten-5 dien is de horizontale aftastfrequentie in een videoformaat van een kleurenvideosignaal van een NTSC-stelsel bijvoorbeeld 15,734 kHz. Wanneer een signaal van 1,6 MHz tot 3,2 MHz wordt geregistreerd in overeenstemming hiermee, wordt de verhouding van de maximum frequentie 3,2 MHz tot de minimum frequentie 15,734 kHz 10 gelijk aan 203,4 : 1. Voor nauwkeurig registreren en weergeven van een signaal van deze aard moeten de frequentie- en fasekarakter-istieken vlak zijn over een zeer breed frequentiegebied. Het is daarom moeilijk in de praktijk om stabiel en afdoende te registreren en te reproduceren in de horizontale synchronisatiesignaalduur op 15 deze wijze door het gebruik van de direkte registreermethode door het voorkomen dat het MFM-signaal bestaat.

Aldus wordt bij het registreerstelsel volgens de uitvinding als boven beschreven, een signaal uit de synchronisatie-duursignaalopwekketen 19 toegevoerd naar de parallel-serie-omzet-20 keten 13 zodat een signaal waarin een rechthoekig golfsignaal van een enkele frequentie (bijvoorbeeld van 1,6 MHz bij de onderhavige uitvoeringsvorm van de uitvinding) bestaat in de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur (de duur overeenkomend met andere tijden dan de kleursalvosignaalduur in de horizontale on-25 derdrukkingsduur) TH in het MFM-signaal overeenkomstig figuur 6(A), wordt uitgevoerd vanuit de modulator 14. In deze kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur TH wordt een hulpsignaal fpl of fp2, dat is gedwongen een verhoogde cosinusgolfvorm aan te nemen teneinde niet een hoogfrequentcomponent te bevatten zoals 30 aangegeven in figuur 6(B), geregistreerd.

Aldus wordt door het gebruik van het registreersysteem volgens de uitvinding een signaal met enkele frequentie geregistreerd ook binnen het kunstmatige horizontale synchronisatiesignaal TH. Aldus treedt het probleem, aanwezig in het geval dat een sig-35 naai wordt verhinderd te bestaan in die duur als beschreven in 800 1 0 57

* J

13 samenhang met figuur 5, niet op. Aangezien verder de waarde van de referentiespanning niet wordt ingesteld, kan de amplitude van het signaal volledig zwaaien van positief naar negatief en wordt het signaal geregistreerd en weergegeven met een grote signaal-ruis-5 verhouding.

Een verder voordelig kenmerk is dat, aangezien de frequentie van het signaal geregistreerd in de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur TH, een enkele frequentie is, een frequentiecomponent lager dan de grondgolf van de enkele frequentie 10 niet bestaat zoals hiervoor beschreven bij figuren 2 en 3. Om deze reden verschijnt geen interferentie tussen het signaal met de enkele frequentie en de hulpsignalen.

De eerste uitvoeringsvorm van de schijf volgens de uitvinding verkregen door registratie door middel van het boven-15 genoemde registreersysteem, zal nu worden beschreven aan de hand van figuur 7. Het oppervlak 41 van die delen van de schijf 40, waarin putten niet zijn gevormd, is vlak en niet voorzien van een geleidingsgroef. Putten 42 van de hoofdbaan worden gevormd in de schijf 40 in overeenstemming met het MFM-signaal. In figuur 7 ziet 20 men slechts een deel van de signaalbaanomlopen tl, t2 en t3 over eenkomend met de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur, waarin het signaal van de enkele frequentie (1,6 MHz) is geregistreerd bij de opeenvolging van putten 42.

Bij de onderhavige uitvoeringsvorm van de uitvinding 25 worden de putten 42 zo gevormd, dat één van de randlijnen van elke baan praktisch samenvalt met de meest nabije randlijn van de aangrenzende baan. Dit betekent, dat de aangrenzende banen tl, t2, t3, .... zo zijn gevormd dat zij opvolgend aangrenzend zijn.

Op centrale posities (samenvallend met de randlijnen van 30 de banen bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding) ongeveer midden tussen de hartlijnen van de wederzijds aangrenzende banen tl en t2, t2 en t3, .... zijn hulpsignaalputten 43 en 44 gevormd respectievelijk overeenkomend met de bovengenoemde hulpsignalen met frequenties fpl en fp2.

35 Het ondervlak 51 van de stift heeft een deel van maximum 800 1 0 57 14 breedte, dat groter is dan de baanspoed van de schijf 40, en een elektrode 52 is bevestigd aan het achtervlak van de stift bij de achterrand van het bodemvlak 51. Wanneer de schijf 40 roteert in de pijlrichting Y, loopt de weergeefstift 50 relatief langs het 5 oppervlak van de schijf 40, waarbij de elektrostatische capaciteit tussen de elektrode 52 en een elektrisch geleidende laag, welke het gehele oppervlak van de schijf bedekt, varieert tengevolge van de putten 42, zodat het hoofdinformatiesignaal geregistreerd door de putten 42, wordt weergegeven.

10 Tegelijkertijd worden de hulpsignalen met frequenties fpl en fp2, geregistreerd door de putten 42 en 44, ook weergegeven door de elektrode 52. In het geval dat het midden van de elektrode 52 afwijkt van de hartlijn van de baan, verschijnt een niveauverschil in de weergegeven hulpsignalen en baanservowerking wordt 15 uitgevoerd door een regelketen.

Een signaal vooraf geregistreerd op de schijf 40 en daarna afgenomen als zwakke variaties van elektrostatische capaciteit door de bovengenoemde weergeefstift 50, wordt omgezet in een elektrisch signaal volgens een bekende techniek. Dan wordt een 20 deel van dit elektrische signaal ingevoerd via een ingangsklem 61, gepasseerd door een versterker 62 en respectievelijk toegevoerd naar een specifieke frequentiedetectieketen 63 en een poort-keten 64.

De specifieke frequentiedetectieketen 63 heeft parallel 25 verbonden met betrekking tot de ingang, een banddoorlaatfilter om slechts de frequentiecomponent te filteren met rechthoekige golf en van enkele frequentie als ingevoerd en geregistreerd binnen de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur van de geregistreerde rechthoeksgolf van het hoofdspoor en een bandelimineer-30 filter voor het onderdrukken van slechts deze enkele frequentie component. De speciale frequentiedetectieketen 63 wekt impulsen op, verkregen door het vergelijken van het niveau van de uitgangssignalen van deze filters als poortimpulsen voor het openen van de poortketen 64 alleen tijdens een duur overeenkomend met de kunst-35 matige horizontale synchronisatiesignaalduur in het weergegeven 800 1 0 57 * * 15 signaal. Door deze werking wordt het weergegeven signaal vanuit de versterker 62 gevoerd door de poortketen 64, waaraan deze poort-impulsen zijn toegevoerd, slechts in het tijdinterval overeenkomend met de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur en wordt 5 toegevoerd aan een baanregelsignaalopwekketen 65.

Deze baanregelsignaalopwekketen 65 omvat twee banddoor-laatfilters voor het respectievelijk scheiden van signalen fpl en fp2 voor het volgen van de baan, twee detectieketens voor het respectievelijk detecteren van de uitgangssignalen uit deze band-10 doorlaatfilters, een verschilversterker gevoed met de uitgangssig nalen van deze detectieketens, en een schakelketen voor het afwisselend omschakelen van de transmissiebanen vanaf de twee detectieketens naar de verschilversterker gedurende elke periode van een omwenteling van de schijf 40 tengevolge van het bovengenoemde derde 15 referentiesignaal. Deze baanregelsignaalopwekketen 65 levert als uitgang een baanregelsignaal, dat vanaf de verschilversterker wordt gestuurd naar een uitgangsklem 66. Dit baanregelsignaal wordt toegevoerd aan een bewegingsmechanisme (niet getekend) voor het bewegen van de weergeefstift 50 in de radiale richting van de schijf 20 op een zodanige wijze, dat de weergeefstift continu langs de hart lijn van de hoofdbaan op de schijf loopt.

Zelfs gedurende het tijdinterval, waarbinnen de weergeefstift 50 het normale volgen van de baan uitvoert, bij het volgen van de schijf 40 volgens een uitvoeringsvorm van het informatie-25 signaalregistreermedium volgens de uitvinding, worden de rechthoeks- golf van enkele herhaalde frequentie geregistreerd langs de hoofdbaan en signalen fpl en fp2 voor het volgen van registratie langs de hulpbaan aan beide zijden of één zijwaartse zijde grenzend aan de hoofdbaan, welke wordt gevolgd, tegelijk weergegeven. Aangezien 30 echter de rechthoeksgolf is gekozen met een herhalingsfrequentie, welke niet componentgrootheden bevat van de frequentiebanden van de signalen fpl en fp2 voor het volgen, is er geen optreden van wederzijdse interferentie tussen deze weergegeven rechthoeksgolf en de weergegeven signalen fpl en fp2 voor het volgen.

35 Enerzijds zijn, gedurende het tijdinterval waarin de weer- 800 1 0 57 16 geefstift 50 een duur weergeeft anders dan de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaal-duur van een signaal reeds geregistreerd langs de hoofdbaan signaalcomponenten van de frequentie-banden van de signalen fpl en fp2 voor het nalopen aanwezig in 5 het signaal, weergegeven vanaf de hoofdbaan. Aangezien echter de signalen fpl en fp2 voor het volgen niet zijn geregistreerd langs de hulpbanen, is er geen optreden van wederzijdse interferentie hoe dan ook tussen het signaal weergegeven vanaf de hoofdbaan en de weergegeven signalen voor het volgen. Buitendien worden tijdens de-10 ze weergeefduur poortimpulsen niet opgewekt, zelfs wanneer de fre quentiecomponenten van de signalen voor het volgen in het signaal, weergegeven vanaf de hoofdbaan, met een tijdinterval anders dan de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur worden ingevoerd. Daarom kan baanregelwerking worden uitgevoerd op een nor-15 male wijze zonder nadelig effect daarop.

Bij het registreerstelsel volgens de uitvinding in figuur 1 behoeft het signaal, geregistreerd binnen de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur, niet een rechthoeksgolf te zijn met een enkele herhalingsfrequentie, maar kan een rechthoeksgolf zijn 20 met kleine frequentiefluctuatie of een ander signaal, dat kan worden beschouwd te zijn van een enkele herhalingsfrequentie.

In dit verband kan, onder voorwaarde dat de hulpsignalen zeer weinig effect hebben op het MFM-signaal en de laagfrequentcom-ponenten op afdoende wijzen kinnen worden verwijderd door middel van 25 het weergeefstelsel, registrerend worden uitgevoerd binnen een duur of periode afwijkend van de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur. In dit geval wordt natuurlijk een signaal, dat niet een interferentiefrequentiecomponent zal leveren binnen een hulpsig-naalfrequentieband, zoals het bovengenoemde signaal van enkele 30 frequentie, geregistreerd op de hoofdbaan binnen de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur.

De uitvinding is verder niet beperkt tot die uitvoeringsvormen, zodat verscheidene variaties en wijzigingen binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn.

35 80 0 1 0 57

Claims (8)

1. Informatiesignaalregistreerstelsel met organen voor het opwekken van hulpsignalen voor baanregeling en organen voor het registreren van een hoofdsignaal langs een hoofdbaan op 5 een registreermedium en hulpsignalen langs hulpsignaalbanen aan grenzend aan de hoofdbaan, met het kenmerk, dat organen (13, 16, 19. aanwezig zijn voor het opwekken van een rechthoeksgolfsignaal met een speciale frequentie bestaande binnen een kunstmatige synchronisatie signaalduur in elke speciale periode en met bijna geen 10 frequentiecomponent gelijk aan of in de nabijheid van de frequen ties van de hulpsignalen, en organen (12 tot 14) voor impulscode-modulatie of verschilmodulatie van een informatiesignaal, verder digitaal moduleren van het informatiesignaal, en het verkrijgen van een digitaal informatiesignaal bestaande in een ander tijdin-15 terval dan binnen de kunstmatige synchronisatiesignaalduur ter wijl het digitale informatiesignaal wordt geregistreerd als het hoofdsignaal.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hulpsignalen (fpl, fp2) slechts worden geregistreerd in een tijd- 20 interval overeenkomend met de kunstmatige synchronisatiesignaal duur (TH) waarbinnen het rechthoeksgolfsignaal van de speciale frequentie bestaat.

3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het rechthoeksgolfsignaal van de speciale frequentie een rechthoekig 25 golfvormsignaal is van een enkele frequentie hoger dan de fre quenties van de hulpsignalen.

4. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het informatiesignaal een geluidssignaal is.

5. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 30 specifieke periode een periode is overeenkomend met een horizon tale aftastperiode van een standaardkleurentelevisievideosignaal en de kunstmatige synchronisatiesignaalduur een duur is overeenkomend met het tijdinterval dat resulteert uit het aftrekken van een tijdinterval waarin een kleuren- salvosignaal bestaat, van 35 de horizontale onderdrukkingsduur van het horizontale synchronisatie- 800 1 0 57 signaal van het kleurentelevisievideosignaal.

6. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de digitale modulatie een modulatie is, gekozen uit een gewijzigde frequentiemodulatie (MFM), niet-terugkeer· -tot-nul (NRZ), 5 een niet-terugkeer-tot-nul omgekeerd (NRZI), fasecodering (PE), groepgecodeerde registratie (GGR) en 3-positiemodulatie (3PM).

7. Informatiesignaalregistreerstelsel met organen voor het opwekken van eerste en tweede hulpsignalen voor baanregeling van frequenties welke afwisselend verschillen gedurende elke pe- 10 riode van omwenteling van een registreermedium en organen voor het registreren van een hoofdsignaal langs een hoofdbaan op het registreermedium en het respectievelijk registreren van de eerste en tweede hulpsignalen afwisselend langs de hulpsignaalbanen aangrenzend aan de hoofdbaar^edurende elke periode van een omwen-15 teling van het registreermedium, met het kenmerk, dat organen (13, 16, 19) aanwezig zijn voor het opwekken van een rechthoeksgolf-signaal van een specifieke frequentie bestaande binnen een kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur in elke horizontale af-tastperiode van een standaardtelevisievideosignaal en met vrijwel 20 geen frequentiecomponent gelijk aan en in de nabijheid van de fre quenties van de hulpsignalen, en organen (12 tot 14) voor impuls-codemodulatie of verschilmodulatie van een geluidssignaal, verder digitaal moduleren van het resulterende signaal, en het verkrijgen van een digitaal geluidssignaal bestaande in een ander tijdinter-25 val dan de kunstmatige horizontale synchronisatiesignaalduur, waarbij het digitale geluidssignaal wordt geregistreerd als het hoofdsignaal.

8. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 800 1 0 57