NL8001049A - Radarstelsel. - Google Patents

Radarstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8001049A
NL8001049A NL8001049A NL8001049A NL8001049A NL 8001049 A NL8001049 A NL 8001049A NL 8001049 A NL8001049 A NL 8001049A NL 8001049 A NL8001049 A NL 8001049A NL 8001049 A NL8001049 A NL 8001049A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
radar
time
signal
increasing
radar system
Prior art date
Application number
NL8001049A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184541B (nl
NL184541C (nl
Original Assignee
Raytheon Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Raytheon Co filed Critical Raytheon Co
Publication of NL8001049A publication Critical patent/NL8001049A/nl
Publication of NL184541B publication Critical patent/NL184541B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184541C publication Critical patent/NL184541C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S7/00Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
    • G01S7/02Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
    • G01S7/04Display arrangements
    • G01S7/06Cathode-ray tube displays or other two dimensional or three-dimensional displays
    • G01S7/10Providing two-dimensional and co-ordinated display of distance and direction
    • G01S7/12Plan-position indicators, i.e. P.P.I.
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S7/00Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
    • G01S7/02Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
    • G01S7/04Display arrangements
    • G01S7/06Cathode-ray tube displays or other two dimensional or three-dimensional displays
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S7/00Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
    • G01S7/02Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
    • G01S7/28Details of pulse systems
    • G01S7/285Receivers
    • G01S7/292Extracting wanted echo-signals
    • G01S7/2923Extracting wanted echo-signals based on data belonging to a number of consecutive radar periods

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
  • Fluidized-Bed Combustion And Resonant Combustion (AREA)
  • Particle Accelerators (AREA)
  • Measuring Pulse, Heart Rate, Blood Pressure Or Blood Flow (AREA)

Description

e- '? vo 0076
Radarstelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een radarstel-sel en in het bijzonder op een scheepsradar, met een verbeterde visuele detectie van doelen op grote afstand.
Bij de bekende scheepsradar is het zeer lastig 5 doelen op grote afstand visueel te detecteren op een planpositie-indicator (PPï). Bij een gegeven schaalafstandinstelling zijn de echo’s: van doelen op grote afstand veel zwakker dan die op korte afstand. Zonder enige nadere compensatie produceren de video-sig-nalen die worden toegevoerd aan de PPI ten behoeve van de doelen 10 op lange afstand onvoldoende energie om het fosfor van het beeldscherm voldoende op te lichten, teneinde deze oplichtende intensiteit te vergelijken met de oplichtende intensiteit van de doelen op korte afstand. Verder zullen, indien het PPI-beeld is weergegeven met een heeldsignaal met discrete niveaus als resultaat van 15 drempeldetecties, identieke doelen bij verschillende afstanden worden weergegeven bij verschillende tijden omdat de echo’s op grotere afstanden minder oplichten en derhalve gedurende een kortere tijdsperiode boven de drempel blijven. De veraf gelegen doelen verschijnen derhalve als dunne boogjes en zijn dus moeilijk 20 visueel te detecteren.
Het is bekend een z.g. gevoeligheids/tijdsbestu-ring (STCÏ toe te passen, teneinde de versterking voor doelen op korte afstand te verminderen, zodat echo’s kunnen worden gedetecteerd in de aanwezigheid van een sterke zeesluier. Alhoewel het 25 primaire doel van de STC het corrigeren is van het effect van de zeesluier, die het gehele gebied rond het midden van een PPI-heeldscherm verlicht, is het eveneens nuttig gebleken in het compenseren van echo’s bij verschillende afstanden met verschillende amplitudes. Vanwege het begrensde dynamisch bereik van de ontvan-30 ger is: een STC niet de meest effectieve weg voor het compenseren van echo's van verschillende amplituden op grote afstanden.
80 0 1 0 49 2
Bij de bekende scheepsradar zijn de uitgezonden pulsbreedten voor de lange afstand aanzienlijk groter. Zelfs indien deze langere pulsen ten koste gaan van de kortere doelsaf-standen, kunnen zij een acceptabele signaal-ruis-verhouding tot 5 stand brengen voor de doelen op grotere afstand. Alhoewel langere uitgezonden pulsbreedten in hoofdzaak de weergave op het PPI-heeldscherm verbeteren voor de doelen op grotere afstand, geven zij eyenwel geen voldoende oplossing om een algehele weergeefverbe-tering te geven, omdat zij ook de weergave van de doelen op kortere 10 afstand doen toenemen.
Een andere methode voor het verbeteren van de visuele weergave van doelen op grote afstand is nader aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 2.^72.209, warin de pulsen van het weergeefsignaal een langere tijdsduur hebben, teneinde de 15 doelen op grote afstand beter te kunnen detecteren. Deze oplossing geeft evenwel een verstoring aan de visuele weergave van de doelen op korte afstand.
Volgens de uitvinding is het radarstelsel voorzien van middelen voor het cmzetten van een radarechosignaal in 2Q een spanningsgolfvorm met een aantal discrete spanningsniveaus, waarbij deze omzetmiddelen gekoppeld zijn aan middelen voor het toenemen van de tijdsduur van een niveau als een rechtstreekse functie van. afstand en van middelen voor het verschaffen van een visuele indicatie van het uitgangssignaal van de tijd-verlengende 25 middelen. Deze laatstgenoemde middelen kunnen bij voorkeur de tijdsduur doen toenemen van een niveau aan zijn uitgang door het opladen van een teller met informatie, gerelateerd aan de afstand aan het begin van het niveau en het vervolgens gaan tellen, totdat een uitgangspuls het in stand houden van genoemd ene niveau 3Q eindigt. De visuele indicatiemiddelen omvatten bij voorkeur een kathode straalbuis in de vorm van een PPI-buis.
Bij voorkeur is het radarstelsel voorzien van middelen voor het opslaan.van digitale representaties van de spanningsgolfvorm in een eerste tijdsperiode en het vervolgens uitlezen 800 1 0 49 3 i t van de representaties gedurende een tveede tijdsperiode, waarbij ten minste enige instellingen wan de radarafstandsschaal groter is dan die van de eerste tijdsperiode.
Verder omvat het radarstelsel bij voorkeur midde-5 len voor het elimineren van interferentie in de spanningsgolfvorm, alvorens deze te koppelen aan de middelen voor het toenemen van de tijd. Bij voorkeur zijn de middelen voor het elimineren van de interferentie voorzien van middelen voor het opslaan van digitale representaties van de golfvorm, voor het vergelijken van correspon-10 derende afstandsrepresentaties van twee opeenvolgende uitgezonden pulsen en het verschaffen van een actief signaalrepresentatie, alleen indien beide met elkaar vergeleken representaties actief zijn.
Verder kunnen de omzetmiddelen zodanig zijn ingericht, dat deze een eehogolf omzetten in twee signalen, die ten minste twee ver-J 5 schillende amplitudeniveaus voorztellen van de echogolfvorm en waarbij de middelen voor het toenemen van de tijd worden geïnitieerd door het signaal dat het onderste amplitudeniveau weergeeft van de echogolfvorm.
De uitvinding zal onderstaand aan de hand van een 20 uitvoeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening nader worden uiteengezet. Hierin toont:
Fig. 1 een blokdiagram van een radarstelsel, waarin de uitvinding is toegepast; figuren 2A en 2B schematische functionele dia-25 grammen van de radar-video-digitale verwerkingseenheid van het radarstelsel; fig. 3 een grafiek, dat de grootte aangeeft van de pulsverlenging als functie van geheugenadrestelbits, die gerelateerd zijn aan de afstand; 30 fig. ^ een reeks golfvormen ten behoeve van de verwerking van radarsignalen en het temperen daarvan;
fig. 5 een schematisch diagram van een andere uitvoeringsvorm van de koppeling tussen het uitgangsregister van de weergeefeenheid en de pulsverlengingsketen, zoals in fig. 2B
800 1 0 49 u is weergegeven.
In fig. 1 is in blokdiagram een PPI-radarstelsel weergegeven, waarin de uitvinding is verwerkt. Het uitzenden van een radarpuls wordt geïnitieerd door een pulsgenerator 100, die 5 gelijktijdig de radartrekkerpuls koppelt aan de modulator 102 en aan de radarvideodigitaalprocessor 116. De door de modulator opgewekte golfvorm wordt via de omvormer 10^ toegevoerd aan het magnetron 106, waarin deze wordt omgezet in een gepulseerd microgolf-vermogenssignaal. De pulsgenerator, de modulator, de omvormer en 10 het magnetron vormen tezamen de zender 108. De duplexer 110 zorgt ervoor,, dat de microgolf energie vanuit de zender wordt toegevoerd aan de antenne 112, gedurende een deel van de radarpulsperiode en is verder zodanig ingericht, dat de teruggekaatste radarecho's gedurende de resterende radarpulsperiode worden toegevoerd aan de ont-15 vanger 1 A. Bij voorkeur is de antenne bevestigd aan de mast van een schip (ni.et weergegeven], teneinde de radarpulsen zonder enig obstakel uit te zenden en weer te ontvangen. Voor het ronddraaien van de antenne wordt een motor 115 toegepast.
Ihdien een uitgezonden puls een op afstand gele-20 gen schip 116 raakt, wordt een echo gereflecteerd, naar de antenne 112, waarbij deze écho via de duplexer wordt toegevoerd aan de ontvanger 1A. De tijd, verlopen van uitzending tot ontvangst, is evenredig aan de af gelegde afstand. De aan de ontvanger toegevoerde echo’s-, afkomstig van een uitgezonden puls, kan worden ge-25 kenmerkt als een trein van echo's of pulsen van objecten op verschillende afstanden. De ontvangen echo's kunnen worden onderscheiden in doelen die van belang zijn en storingen, die niet van belang zijn. De ontvanger versterkt de terugkomende pulsen en zet deze om in een middenfrequentsignaal (IF) en vervolgens in een 3Q videosignaal, dat wordt toegevoerd aan de processor 116, die nader beschreven is in de figuren 2A en 2B. Het uitgangssignaal omvat twee discrete signaalniveaus, welke achtereenvolgens bemonsterd worden, waarbij elk monster gerelateerd wordt aan een bepaald gebied. Een signaalruisdiscriminatie wordt verkregen door 800 1 0 49 5
Jt 9 het weergeven van actieve signaalindicaties en alleen dan indien twee of meer van vier opeenvolgende monsters een detectie aangeven. Het uitgangssignaal van de schuivende raamprocessor wordt "bemonsterd en vastgehouden. Deze monsters worden gecombineerd tot 5 digitale woorden, die worden opgeslagen in een geheugen voor het naderhand daar weer uitlezen. Elke bit van elk adres correspondeert met een afstandcel. De digitale woorden, die later worden uitgelezen uit het geheugen, worden omgezet in twee continue puls-stromen. Ha het verschaffen van een interferentieverwerping, neemt 10 de tijdsduur van de pulsen toe als functie van de afstand. Het resulterende uitgangssignaal wordt vervolgens toegevoerd aan een visuele indicator 118 en wel op een z.g. PPI-scherm.
In de figuren 2A en 2B is een blokschema gegeven van de radarvideodigitaalprocessor volgens de uitvinding. De in-15 komende radarterugkeersignalen in analoge vorm worden vanuit de ontvanger toegevoerd aan de digitale verwerkingsketen via de lijn 122, die verbonden is met de positieve ingangsklemmen van de span-ningsvergelijkers. 12k en 126. De negatieve ingangsklemmen van de vergelijkers zijn, via de middenaftakkingen van de potentiometers 20 128 en 130 verbonden met de spanning + V, die altijd groter is dan de mogelijke piekwaarde van de signalen op de lijn 122. De andere uiteinden van de potentiometers zijn verbonden met aarde.
Met deze opstelling kunnen de ingangssignalen op de negatieve klemmen van de vergelijkers onafhankelijk van elkaar ingesteld 25 worden tussen 0 en +Y Volt. De vergelijkers 12^ en 126 leveren een lage uitgangsspanning op, die een logische 0 voorstelt, indien het signaal op de positieve klem kleiner is dan het signaal op de negatieve klem, en geeft een hoge uitgangsspanning, die een logische 1 voorstelt,, indien het positieve signaal groter is dan 30 het negatieve signaal. Wanneer het signaal op de lijn 122 groter is dan de spanning op de negatieve ingangsklem van de vergelijker, waarbij de spanning is ingesteld door de respectieve potentiometers, is het uitgangssignaal van de vergelijker gelijk aan de 1-toestand.
In het omgekeerde geval zal, wanneer het signaal op de lijn 122 80 0 1 0 49 6 kleiner is dan het signaal op de negatieve klem, het uitgangssignaal van de vergelijker gelijk zijn aan de O-toestand. De hierboven beschreven drempeldetectie is een analoog-sigitaalomzet-ting in twee discrete niveaus. Indien de potentiometers op de 5 juiste wijze zijn ingesteld, vormen de uitgangssignalen op de lijnen 132 en 13^ een reeks van digitale pulsen, waarbij elke puls overeenkomt met een bepaalde radarecho in de videouitgang van de ontvanger. Opgemerkt wordt, dat, omdat elke puls gerelateerd is aan een bepaalde echo-ontvangsttijd, elke puls een bijbehorend IQ gebied heeft. Bij voorkeur worden de potentiometers 128 en 130 zodanig ingesteld, dat de spanning op de negatieve ingangsklem van de vergelijker 12^ groter is dan de spanning op de negatieve ingangsklem van de vergelijker 126. Omdat de positieve ingangs-klemmen yan de beide vergelijkers gelijk zijn, zal het uitgangs-J5 signaal op de lijn 12b een "Hl HIV:MU"-videosignaal zijn en zal het uitgangssignaal op de lijn 122 een "L0 ÏTIVEAU"-videosignaal zijn. Met andere woorden, kunnen bepaalde echo's in het ontvangen videosignaal voorbij de drempelspanning komen van de vergelijker 126', teneinde te worden omgezet in de digitale puls, terwijl 20 deze niet voorbij de drempelspanning van de vergelijker 12b komen. In elk geval zal een puls op de lijn 132 waarschijnlijk een grotere tijdsduur hebben dan de overeenkomstige puls op de lijn 13^. Het doel van de ΗΓ- en LO-NIVEAU-videosignalen zullen naderhand worden Besproken.
25 De uitgangssignalen van de vergelijkers 12b en 126 worden resp. toegevoerd aan een 3-bitschuifregister 202 en 2Q0, welke registers worden geklokt door de voorrand van het video-monstersnelheidssignaal (VSR-11. De tempering van deze signalen zal naderhand meer in detail worden besproken bij de beschrij-3Q ving van de tij da- en besturingseenheid 300. De drie opgeslagen monsterbits van het schuifregister 200, uitgezonderd het inkomende bitsignaal op de lijn 132, worden zodanig door de EN-poorten 20Vb -g geleid, dat, wanneer twee van de vier bits een logische 1 voorstellen, een logische 1 wordt weergegeven op de ingangsklem van de 8 0 0 1 0 49 * #· 7 NIET-OF-poort 201, teneinde een logisch Q-signaal te leveren op de lijn 205· Meer in het bijzonder wordt in de EN-poort 20Eb de spanning van de lijn 132 opgeteld met het eerste meest recente monsterspanning van de lijn 2Εθ; wordt in de EN-poort 20Ec de 5 spanning van de lijn 132 opgeteld met het tweede meest recente monsterspanning van de lijn 2E1; wordt in de EN-poort 20Ed de spanning van de lijn 132 ópgeteld met het derde meest recente monsterspanning van de lijn 2^2; wordt in de EN-poort 20Ee het eerste meest recente monsterspanning van de lijn 2E0 opgeteld 10 met het tweede meest recente monsterspanning van de lijn 2E1; etc.
Een van de uitgangslijnen van de EN-poort 20Ea is lijn 132; de andere ingang is een PALL-lijn (passeren alle) afkomstig van de tempeer- en besturingseenheid 300. Indien de spanning op de PALL-lijn een logische 1 is, gaan alle logische enen van de lijn 132 15 door de NIET-OF-poort 201. Het resultaat is, dat een logische 1 op de PALL-lijn twee van de vier monstersignalen, zoals hierboven beschreven, blokkeert en gaan de L0 NIVEAU-signalen (met logische O-signaalrepresentatie) rechtstreeks naar de lijn 205. Wanneer nu de afstandssehaalschakelaar 302 ingesteld is: op de driemijlschaal 20 of kleiner, zal het signaal op de PALL-lijn een logische 1 zijn, zodat alle L0 NIVEAÜ-informatie op de lijn 132 aanwezig is op de lijn 205. Indien de afstandsschaalschakelaar op een groter bereik is ingesteld dan de driemijlsinstelling, moeten twee van de vier van de meest recente monstersignalen logische enen zijn voor een 25 actieve signaalrepresentatie,'die aanwezig is bij de volgende ver-werkingsstap- op de lijn 205« De Hl NIVEAU-video, de EN-poorten 206a - g en de NIET-OF-poort 203 functioneren identiek aan de EN-poorten 20.Ea - g en de NIET-OF-poort 201, zoals hierboven beschreven zijn.
3Q De schuifregisters 200 en 202, de EN-poorten 20Ua - g en 206a - g, de NIET-OF-poorten 201 en 203 vormen tezamen de preprocessor 250. Wanneer de voorrand van de YSR-1-spanning een nieuw tijdmonster klokt in de schuifregisters 200 en 202, wordt een nieuw stel (drie van deze monsters zijn bekend) van vier mon- 800 1 0 49 8 sters geëvalueerd. Derhalve wordt volgens de stand van de techniek de preprocessor 250 genoemd een glijdende raamprocessor. Zijn eerste functie is storingen te onderdrukken. Alhoewel een storing voorbij de spanningsdrempel kan komen, zoals eerder is beschre-5 ven, is de statistische waarschijnlijkheid voor twee van de vier monsters aanzienlijk verminderd. De tweede functie van deze preprocessor is, dat de tijdsduur van een afstandscel langer wordt voor de grootste instelling van de afstandsschaal, en dat de uitgezonden pulsbreedte niet bovenmatig toeneemt; d.w.z. niet meer 10 dan een monster dat per afstandscel vereist is, teneinde de waarschijnlijkheid van een doelsdetectie te vergroten. Het is duidelijk, dat, alhoewel de preprocessor is beschreven met betrekking tot een voorkeursuitvoeringsvorm, deze processor eveneens bij voorkeur kan worden toegepast bij het vergroten van het aantal 15 monsters dat gelijktijdig moet worden geëvalueerd en het aantal positieve monsters, dat vereist is om tegemoet te kamen aan de detectiekriteria, variabel te maken.
Het doel van het afstandscelmonster en de vast-houdketens. 136 en 138, de serie-parallelomzetters 1^2 en 1^3, 2Q geheugeninformatieregister 1b6 en het geheugenregister 1U8 en de parallel-serieomzetters 150 en 152 zijn nader uiteengezet in het Amerikaanse octrooischri'ft 1*.107.673. Meer in het bijzonder is het ten zeerste gewenst om in scheepsradars de afstandinstelling te . veranderen. B.v. kan het in open zee gewenst zijn de doelen weer 25 te geven in afstanden tot ^8 nautische mijlen. Wanneer evenwel een grotere nauwkeurigheid is vereist, b.v. bij een manoeuvre om in een dok te komen of bij manoeuvres in mistige havens, is het gewenst een aanzienlijk kortere afstandsinstellingsmogelijk-heid te hebben, b.v. een afstandsinstelling van 0,25 nautische 3Q mijl. Omdat de inschrijfsnelheid in een werkelijk weergeefsysteem omgekeerd evenredig is aan de afstandsinstelling van het radar-toestel, is de aftastsnelheid voor een kortere afstandsinstelling zo snel, dat de elektronenbundel, die het weergeefscherm moet raken, onvoldoende energie heeft om voldoende licht te produceren 80 0 1 0 49 * $> 9 om de achtergrondsverlichting te overwinnen. In het hierboven aangegeven Amerikaanse octrooischrift is aangegeven, dat het gewenst is de gedigitaliseerde radarterugkeersignalen in een geheugen op te slaan met een snelheid die behoort bij de afstandsinstelling 5 om vervolgens te worden uitgelezen met een constante snelheid, die onafhankelijk is van de instelling van de afstand. Deze beschreven niet-werkelijkheidstijdtechniek verschaft een verbeterde helderheid op het scherm met behulp van een eenvoudige detectieke-ten en een videoversterker.
10 Zoals in fig. 2A is te zien worden de voorverwerk te Hl- en LO-HIVEAU-signalen op de lijnen 207 resp. 205 gekoppeld via de monster- en houdketens 138 en 136 met de serie-parallel-omzetters 1^3 en 1U2. Omdat de Hl- en LO-HIVEAU-signalen in deze twee functionele blokken identiek verwerkt worden, zal alleen de 15 LO-WIVEAU-keten beschreven worden. De inkomende LQ-NI VEAIJ-video-signalen op de lijn 205 worden toegevoerd aan de ene ingang van een M-poort 208. Aan de andere ingang van deze poort wordt een SA-3 kloksignaal toegevoerd, welk laatstgenoemd signaal eveneens wordt toegevoerd aan de K-ingang van een J-K flipflop 216. Wan-2Q neer nu het SA-1 signaal een logisch 0-signaal is, is de K-ingang van de flipflop 216 gelijk aan 0 en indien de lijn 205 nul is (aangevende een detectie van de preprocessor 250) zal de ene (negatieve ingang van de EN-poort 208 aan de J-ingang van de flipflop 236 een logische 1 toevoeren. Bij de volgende VSR-0 (complement 25 van YSR-11 klokpuls, zal Q een logisch 0-signaal afgeven. Wanneer het SA-1 signaal een logisch. 1-signaal is, is het ingangssignaal bij K van de flipflop 216 eveneens een logisch 1-signaal en is het signaal op de J-ingang van deze flipflop een logisch 0-signaal. Bij de volgende VSR-0 klokpuls zal derhalve het signaal 30 op de Q-uitgang van de flipflop 216 een logisch 1-signaal zijn.
De tempering van het SA-1 signaal zal naderhand in detail worden besproken met betrekking tot de tempeer- en controle-eenheid 300.
Het is hierbij van belang op te merken, dat de tijdsperiode, indien het'-SA-1 signaal een logisch 0-signaal is, gelijk is aan één 800 1 0 49 10 afstandscel. Omdat de kloksnelheid van het VSR-1 signaal gelijk is of groter is dan het SA-1 signaal,kunnen er meer dan één flipflops 216 zijn om per celafstand te kunnen monsteren, waarbij elke positieve monsterdetectie wordt vastgehouden door de flipflop 5 216 teneinde de afstandscel een indicatiedetectie te geven. Ver der werkt elke flipflop 216 samen met een glijdende raanrpositie van de preprocessor 250, waarbij twee positieve monsters van de vier VSR-1 monstersignalen vereist zijn voor de detectie (aannemende dat PALL - 0). Het LO-NTVEAU videosignaal op de lijn 205 wordt 10 eveneens toegevoerd aan de negatieve ingang van een OF-poort 22b. Wanneer uitsluitend een monster per afstandscel wordt genomen en er is geen eis het monster, afkomstig van het Q-signaal van de flipflop 216, vast te houden op de negatieve ingang van de OF-poort 22b, wordt voorzien in een alternatieve rechtstreekse baan van de 15 lijn 205 naar de serie-parallelomzetter 1^2. De uitgang van de CF-poort 22b is verbonden met een 2-bitschuifregister 232, dat eveneens· wordt geklokt met het SA-1 signaal. Het schuifregister 232 werkt als een serie-parallelomzetter, waarbij de seriebits worden ingevoerd op de negatieve ingang van de OF-poort 22b en waarbij 20 parallelbits- beschikbaar zijn voor het geheugeninformatreregister 1½.
In fig. 2A.is een EH-poort 21Q, een J-K flipflop 218, een OF-poort 228 en een schuifregister 236 aangegeven, die op identieke wijze verbonden zijn met de respectieve inrich-25 tingen 2Q8, 216, 22^ en 232, die bovengaand reeds beschreven zijn. Het verschil in werking is gelegen in de informatie die wordt toegevoerd; hier wordt een SA-O-signaal toegevoerd, dat het omge- , keerde iss van het SA-1-signaal. Wanneer nu informatie wordt bemonsterd en vastgehouden in de flipflop 216, wordt de flipflop 3Q 218 vrijgegeven, en wanneer informatie wordt bemonsterd en vastgehouden in de flipflop 218 wordt de flipflop 216 vrijgegeven. Derhalve wordt de inhoud van de opeenvolgende afstandcellen afwisselend toegevoerd aan de schuifregisters 232 en 236. Hieruit volgt, dat in twee SA-pulsperioden (twee hoge en twee lage), de inhoud 800 1 0 49 11 van vier afstandscellen wordt toegevoerd aan de combinatie van schuifregisters 232 en 236. Zoals reeds eerder is opgemerkt, wordt gedurende dezelfde tijdsperiode, de inhoud van vier HI-NIVEAU-afstandscellen toegevoerd aan de serie-parallelomzetter 1^3.
5 De parallelle bits van de serie-parallelomzet- ters 1^2 en 1^3 worden toegevoerd aan een 8-bit geheugeninforma-tieregister 1½ van fig. 2B. Het geheugeninformatreregister wordt geklokt door een SB-O-signaal, waarvan de tempering nader zal worden besproken met betrekking tot de tempeer- en besturingseenheid 10 300. Evenwel is het nu reeds van belang op te merken, dat het SB-O-signaal een frequentie heeft, die de helft is van het SA-O-sig-naal. Derhalve zal, nadat de vier bits in de serie-parallelomzetter 11*2 zijn toegevoerd en gelijktijdig daarmee vier bits worden toegevoerd aan de serieparallelomzetter 1^-3, de combinatie van 15 acht bits of acht cellen worden toegevoerd aan het register 1^6.
Het aldus verkregen 8-bitwoord bestaat derhalve uit vier van de minst significante bits, overeenkomende met HI-HIVEAU afstandscellen en uit vier van de meest significante bits, overeenkomende met vier LO-HIVEAU-afstandscellen.
20 De 8-bitvoorden, toegevoerd aan het register lk6t worden toegevoerd aan het geheugen 1^8, tezamen met opeenvolgende adressen, geleverd door ADDR, afkomstig van de eenheid 300. Bij elk 8-b.itwoord dat ingeschreven wordt in het geheugen stapt de geheugenadresteller 308 (MAC) een stap verder. De snelheid waarmee 25 cLe woorden in het geheugen worden ingeschreven zal naderhand worden besproken bij de eenheid 30Q. Het maximum-aantal af standscellen of bits voor een uitgezonden radarpulsperiode of aftasting is 256. Omdat er een Hl- en LO-HIVEAU-videosignaal aanwezig is, levert het geheugen A8 voor de opslag 512 bits in 6k 8-bitwoord-3Q adressen.. Het geheugen kan een aantal in cascade geschakelde vrij toegankelijke geheugens (RAM's) omvatten van een type, zoals geleverd wordt door Texas Instruments of een andere geheugeninrich-ting, zoals geleverd door Signetie. Ook kunnen schuifregisters worden toegepast als geheugeninrlchtingen. Gedurende de uitleescyc- 800 1 0 49 12 lus van het geheugen, worden de woorden uitgelezen in dezelfde volgorde als zij waren ingeschreven, maar met een snelheid, onafhankelijk van de afstandsinstelling. Voor elk adres gaat de teller 308 een stap voorwaarts. Voor de kortere afstandsinstellingen, 5 is de uitleessnelheid aanzienlijk lager dan de inleessnelheid, en verschaft derhalve de toegenomen weergave, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift k.107.673. Voor elke woorduitlezing worden de vier bits, die de LO-HIVEAU-videosignalen voorstellen, geklokt in de omzetter 150 en worden de vier bits die de HI-NIVEAU-10 videosignalen voorstellen, geklokt in de omzetter 152. Elk van deze omzetters omvat een ^-naar-1-selector, die, wanneer bestuurd door het logische signaal, SCON, opeenvolgend gaat door de vier beschikbare bits van het geheugen 1hQ met een snelheid die vier maal de snelheid is, waarmee de woorden uit het geheugen 1^8 worden 15 uitgelezen door middel van ADDR. Deze omzetters kunnen eveneens Wbit-schuifregisters omvatten. De uitgangssignalen van de omzetters zijn continue binaire golfvormen.
Het doel van de eerder beschreven preprocessor 25Ο is, het leveren van een ruisdiscriminatie binnen een aftas-2Q tingsperiode,. waarbij twee positieve monsters van de vier monsters van een schuifraam vereist zijn. Dit in tegenstelling tot het doel van het geheugen 160, dat bestemd is voor het leveren van. ruis of een interferentiediscriminatie, door elke afstandscel binnen een aftasting te vergelijken met zijn corresponderende af-25 standscel van de voorafgaande aftasting. Gebaseerd op de relatieve lage waarschijnlijkheid dat willekeurige ruis zal verschijnen in dezelfde afstandscel bij twee opeenvolgende aftastingen, wordt het LO-HIVEAU-uitgangssignaal van de omzetter 150 via de lijn 156 tezamen met het tijdsvertraagde signaal van een radaraftas-30 tingsperiode toegevoerd aan de NIET-EN-poort 159- Om derhalve een logisch 0-signaal te verkrijgen op de leiding 162, welk signaal een maat is van terugkomende echo, moet de afstandscel op de lijn 158 en de daarbij behorende afstandscel van de voorafgaande uitgezonden puls op de lijn 158 beide een logisch 1-signaal zijn. Het 80 0 1 0 49 13 geheugen 160 omvat hij voorkeur een 256 x 1 RAM van het type Fairchild 93^10 of een schuifregister. Het geheugen 1U8 adresseert via de lijn ADDRM de hit in het geheugen 160, welke hit overeenkomt met de afstandscel; hier de omzetter 150. Gedurende de eerste 5 fase van de ADDRM klokpuls, is de inhoud van de hit van het adres beschikbaar voor de HIET-EN-poort 159, om te worden vergeleken met de aanwezige corresponderende afstandseel. Indien gedurende de tweede fase van de ADDRM klokpuls de nu aanwezige afstandscel-hit op de lijn 156 in het geheugen 160 is ingeschreven, blijft het 10 adres hetzelfde voor de heide fasen. Bij een schuifregisterconfi-guratie, omvat het ADDRM-signaal een zodanige klokpuls, dat het geheugen 160 een tijdsvertraging verschaft van een aftasting of êên uitgezonden radarpulsperiode. De IR-VRIJGEEFLIJÏÏ van de eenheid 300 verschaft een logische besturing, zodanig, dat, wanneer 15 de interferentieafkeuringsschakelaar 30¼ in de uit-positie is, de lijn J58 in een logische 1-toestand blijft. De interferentie-afkeuring wordt uitsluitend gegeven voor het LO-WIYEAU-videosig-naal, maar, via de negatieve ingang van de OF-poort 163 geeft het HI-HI'VFAU-videosignaal op de lijn 16¼ vrij.
20 De pulsverlengketen 198 wordt in werking gesteld door een hoog signaal, toegevoerd via de lijn 156, en door een hoog signaal toegevoerd via de lijn 158, welk laatstgenoemd hoog signaal afkomstig is van het geheugen l60, waarbij de heide signalen een terugkeerecho aangeven. Deze twee 1-toestanden op de 25 HIET-EN-poorten 159 veroorzaken.op de lijn 162 een 0-signaal, wat resulteert in een 1-signaal op de lijn l6k3 welk 1-signaal wordt geleverd door de uitgang van de OF-poort 163. De lijn 16U is verbonden met een weergeefuitgangsregister 17¼. De aanwezigheid van een doel op het LO-WITEAU-videosignaal wordt weergegeven op de visuele 3Q indicator 118, welk signaal afkomstig is van de lijn 175, die verbonden is met de Q-uitgang en welke lijn in de 0-toestand is.
Tan het op de lijn 178 aanwezige signaal, dat in de 1-toestand is en afkomstig is van de uitgang Q, wordt de voorrand gedetecteerd door de flipflop l80. Wanneer de J en K met elkaar verbonden zijn, 800 1 0 49 ι4 functioneert de flipflop 180 als een T-flipflop. Wanneer geen actief signaal aanwezig is, levert de lijn 178 een 0-signaal aan de IIIET-ElT-poort 184 en is de lijn 182 in de 1-toestand. Wanneer de lijn 178 naar een logische T-toestand gaat, aangevende dat 5 een echo aanwezig is, "blijft de lijn 182 hoog en gaat de lijn 186 naar een logische 0. Eén flipflop 180 klokpuls later gaat Q naar laag en levert de uitgang van de NIET-EN-poort 184 op de lijn 186 een naar 0 gaand logisch 1-signaal. Het beschreven resultaat is een conventionele detector die op de voorrand van het 10 signaal reageert. De derde ingang van de NIET-EN-poort 184 verkrijgt zijn signaal van de lijn 187, zodat de keten 198 niet opnieuw "bekrachtigd wordt, daar deze reeds "bekrachtigd is. De eenheid 3QQ levert een PS-blokkeersignaal aan de flipflop 180, zodat deze in zijn huidige toestand "blijft, zodat de voorranddetectie 15 en het. "blokkeren van de pulsverlenging voorkomen wordt.
Wanneer de voorrand- van een echo gedetecteerd wordt, wordt dit aangegeven door een negatieve puls op de lijn 18 6; er ontstaan twee gelijktijdige gevallen. In het eerste geval, omdat. J van de flipflop 190 een logische 0-toestand heeft 20 en de lijn 186 verbonden is met K, zorgt de volgende blokpuls ervoor, dat Q naar de 0-toestand gaat. Dit 0-signaal, dat toegevoerd wordt via de lijn 187 aan de negatieve ingang van de OP-poorten 170 en 163,-zorgt voor de continuatie van een actief signaal aan de visuele indicator voor zowel het Hl- en LO-HTVEAU-videosignaal, 25 zelfs indien de aanwezigheid van een echo niet meer aanwezig is op de respectieve lijnen 168 en 162. Deze beschreven pulsverlengings-werking wordt voortgezet, totdat de flipflop 190 teruggesteld is door een signaal, via de lijn 192 afkomstig van de teller 194.
De tweede werking is het toevoeren van een negatieve puls via de 30 lijn 186 aan de teller 194, waarbij deze negatieve puls informatie weergeeft met betrekking tot de afstand. Deze informatie komt van het geheugen 308 en wordt toegevoerd aan de pennen A-D van de teller 194, zoals weergegeven. Het geheugenadres omvat 6 bits (A0-A5) voor de 64 plaatsen in het geheugen, zoals reeds eerder is beschre- 80 0 1 0 49 15 ven. De omgekeerde pulsen van de vier meest significante bits worden toegevoerd aan de teller; de bits worden omgekeerd door de omzetters 306, 307, 308 en 309. Omdat het adres van de informatie evenredig is met de afstand, en het omgekeerde van het adres 5 is toegevoerd, zal bij grote afstand de waarde die wordt toegevoerd aan de teller kleiner worden. Soe groter de afstand des te langer duurt het om de telling uit te voeren.
In fig. 3 is een grafiek weergegeven, waarbij de pulsverlenging afgezet is tegen de afstand. De X-as geeft de om-10 gekeerde tellerbits A5-A2 aan, De corresponderende afstandscellen zijn tussen haakjes aangegeven. De Y-as geeft aan het aantal afstandscellen of uitleesklokpulsen (Koene) alvorens een overdracht plaatsvindt. B.v. zijn, tussen de afstandscellen 128 en 1^3, de geheugenadrestelbits A5 - A2 1000, die, wanneer omgekeerd, een 15 0111 geeft, zoals weergegeven op de X-as. Indien de flipflop 180 een voorrand detecteert tijdens de afstandscellen 128 - 1^3, wordt een 0111-signaal toegevoerd aan de teller 19¼. Zoals op de verticale as is te zien, telt, acht RDCIK-pulsen later, de teller 19Ij· tot 1111, waarna een overdracht wordt opgewekt. Dit overdrachts-20 signaal gaat via twee omkeerversterkers 195 en 196 en de negatieve ingang van de OF-poort 197 naar de flipflop 190, teneinde deze terug te stellen. Deze terugstelling dwingt het uitgangssignaal op de uitgang Q naar een 1-toestand. De radartrekkerpuls (ET), toegevoerd aan de negatieve ingang van de OF-poort 197, garandeert geen 25 pulsverlenging aan het begin van de radaraftastperiode. De signalen, toegevoerd aan de klemmen T en P van de teller 19^, worden geteld. De keten 1-98 detecteert de voorrand van een puls, die een detectie weergeeft op de L0-NI7EAU-video en evenredig daarmee die puls verlengt, alsook de corresponderende HI-KTTEAU-puls als recht-30 streekse functie van de afstand. Het is van belang op te merken, dat de keten 198 wordt bekrachtigd door middel van de voorrand van de puls, zodat indien de duur van de puls op de lijn 168 groter is dan het aangegeven bedrag van de verlenging, de duur van het vertraagde signaalpuls op' de lijn 176 of de lijn 175 niet zal wor- 80 0 1 0 49 16 den veranderd. De Hl- en LO-NIVEAU-videosignalen worden opgeteld in de indicator 118 en gekoppeld aan de videoversterker (niet weergegeven), die gekoppeld is aan de kathode (niet weergegeven) van de kathodestraalhuis (niet weergegeven), teneinde de bundel-5 intensitiet daarvan te moduleren. De Hl- en LO-NIVEAU-vi de os i gn a-len verschaffen een doelsdefinitie op een PPI-scherm, in de vorm van twee intensiteitsniveaus (LO en LO + Hl), behalve het omgevings-niveau, warneer er geen detectie is. De SWG-puls, afkomstig van de eenheid 300 via het register 17^· en toegevoerd aan de indicator 10 118, zorgt voor de opwekking van een afbuiggolfvorm aan het begin van een aftastperiode.
In fig. 5 is een andere uitvoeringsvorm van de koppeling tussen het register 1j4 en de keten 198 van fig. 2B. Zoals reeds eerder is beschreven met betrekking tot fig. 2B, zijn 15 de LO- en de HI-NIVEAU-video-signalen, ingangssignalen voor het register 17^, welke signalen via de lijnen 16h en 172 daaraan worden toegevoerd, en welke signalen afkomstig zijn van de Q-uitgangen en welke signalen worden gekoppeld aan de visuele indicator.
20 In fig. 5 zijn de respectieve Q-uitgangen verbon den met de selector l8i, waarvan de functie is het video NIVEAU-signaal selecteerbaar te maken en welk signaal de pulsverlenging initieert. Het Besturingssignaal VLS (video NIVEAU keuze) afkomstig van de eenheid 300 bepaalt of het HI-NIVEAU-videosignaal op 25 de lijn 179 of het L0-NIVEAU-vi de o s i gnaal op de lijn 178 wordt toegevoerd aan de keten 198. Bij voorkeur wordt, het LO-NIVEAÏÏ-video-signaal toegepast voor het opwekken van de pulsverlenging gedurende de normale werking; de doelen op lange afstand die een verlenging nodig hebben voor een acceptabele visuele detectie mogen 30 niet voorbij de hoge drempelwaarde komen. Evenwel kan het ook voordelig zijn de pulsverlengingsketen te laten starten door het detecteren - van het HI-NIVEAU-videosignaal, in welk geval de signalen worden gedetecteerd op het L0-NIVEAU, maar niet op het HI-NIVEAU. Deze configuratie maakt het mogelijk, dat de versterker van 80 0 1 0 49 17 de ontvanger toeneemt tot een niveau, waarbij enig ontvangerruis zichtbaar wordt op de visuele indicator, zonder de weergave door het verlengen van die ruis te verstoren. Het VSL-signaal kan worden bepaald door de instelling van de afstandsschaalschakelaar 302; 5 b.v. wordt deze voor de 12 mijlsafstand en korter ingeschakeld voor de HI-HIVEAU-bekrachtiging en wordt ingeschakeld voor de langere afstanden op de LO-NIVEAU-detectie. De VRS kan eveneens worden bepaald door een schakelaar (niet weergegeven) in de eenheid 300.
10 Zoals reeds eerder is aangegeven, is het wense lijk in een scheepsradar een voorziening te treffen voor het instellen van een aantal afstandsschaalinstellingen. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn negen van dergelijke instellingen mogelijk, welke instellingen worden verkregen met behulp van de scha-15 kelaar 302, die verbonden is met de eenheid 300, zoals in fig. 2B is aangegeven. De schaalinstellingen zijn aangegeven in onderstaan-de tabel I.
TABEL I
Afstand Gemiddelde Tempeer-coëfficiënten Aantal af-instelling terugkeertijd _Η M K_ standscellen 20 Q,25 nm 3,08 usec 1 2 U8 85 0,5 6,17 1 2 2h 170 0,75 9,26 1 2 16 256 1,5 18,52 1 U 16 256 3 37,01* 1 8 16 256 25 6 7^,07 8 2 32 256 12. 31+8,15 8 k 32 256 2k 296,30 8 8 32 256 bQ 592,59 8 16 32 256
De schakelaar 3Q2 adresseert een besturings-PROM 3Q (niet weergegeven) en maakt deel uit van de eenheid 300. De PROM-uitgangen zijn statisch gestuurde lijnen, die vele van de operationele parameters van het radarstelsel vaststellen. Het is duide- 800 1 0 49 18 lijk, dat de beschrijving die nu volgt, betrekking heeft op de voorkeursuitvoeringsvorm en dat voor de verschillende variaties de PEOM verschillend geprogrammeerd kunnen worden voor het verschaffen van verschillende operationele parameters.
5 Ten eerste: Zoals eerder is aangegeven, is de PALL-lijn in een logische 1-toestand voor de driemijlsafstandin-stelling en lager, d.w.z. het vrijgeven van de functie van de preprocessor 250 voor het verschaffen van een echo-informatie aan de ketens 136 en 13¾ uitsluitend wanneer in twee van de vier monsters 10 wordt gedetecteerd.
Ten tweede: De keten 198 is geblokkeerd door het PS-blokkeringssignaal voor de zesmijlsafstandsinstelling en lager door het terugstellen van de flipflop 180 om een detectie van de voorrand te voorkomen, die anders een pulsverlenging zou 15 initiëren.
Ten derde: De proportionele pulsverlenging kan met de hand geblokkeerd worden met hetzelfde PS-BLOKKERIUGS-contro-le-signaal door de schakelaar 305 in de uit-positie te schakelen.
Ten vierde: Kan om de functies van het geheugen 2Q l6o. te besturen, het IB-BLOKKEER-hesturingssignaal geblokkeerd worden door de schakelaar 3Q1)· in de uit-positie te plaatsen.
De tempeer functies, van de tempeer- en besturingseenheid 300 van de figuren 2A en 2B zullen thans worden besproken onder verwijzing naar fig. k en de tabel I. Zoals reeds eerder is 25 uiteengezet, wordt het ingangssignaal van de processor 116, via de lijn 122 toegevoerd en om te worden opgeslagen in geheugen 38, en wordt uitgevoerd in de werkelijke tijd. Binnen een uitgezonden pulsperiode wordt derhalve de tijdsduur van de inschrijfcyclus, zoals aangegeven in de golfvormen van de figuren UE en UG, be-30 paald door de tijd van de echo voor de langste afstand van een bepaalde afstandschaalinstelling. Aangezien de tijd van een echo bij de twaalfmijlsafstandsinstelling 1^8,15 microseconden is, worden gedurende deze tijd de echo’s in het geheugen 1U6 ingeschreven. Bij een instelling in de vierentwintigmijlsafstand is de echotijd 80 0 1 0 49 19 296»3 microseconden en zullen alle echo's in die tijd in het geheugen 116 worden ingeschreven. De tijdsduur van elke inschrijfcyclus voor elke afstandsinstelling is aangegeven in tahel I in de kolom, "gemiddelde terugkeertijd". Gedurende de inschrijfcyclus, ook wel 5 genoemd de monstercyclus, levert de eenheid 200 een VSR-1-signaal aan de schuifregisters 200 en 202, een SA-1 en een SA-0-signaal aan de ketens 136 en 138 en de omzetters 112 en ll3» een SB-0-signaal aan het register 116 en een ADDR-signaal aan het geheugen 118, zoals in fig. 3 is aangegeven. De inschrijfcyclus "begint 10 op het moment van de radartrekkerpuls, zoals in fig. lA is aangegeven. In de voorkeursuitvoeringsvorm is de pulssnelheidsfrequen-tie 1000 Herz voor de zesmijlsafstandsinstelling en daarboven; voor instellingen, kleiner dan de zesmijlsinstellingen is de pulsher-halingsfrequentie 2000 Hz.
15 Alle temperingen zijn afgeleid van een enkele kristal-gestuurde klokoscillator 301 (KLOK), waarvan de frequentie bepaald wordt door het aantal afstandscellen, dat wordt opgeslagen in de 0,75 mijlsafstandschaalinstelling. Warneer de gemiddelde terugkeertijd 9,26 microseconden is, zoals in de tabel I is aan-20 gegeven, met een. oplossend vermogen in 256 opgeslagen afstandscel-len per video-WIVEAU, wordt een klokfrequentie toegepast, die in dit geval eveneens· de VSR-1-frequentie is van 27.6181 MHz. Opgemerkt wordt, dat met de maximale VSR-1-waarde van 27.6181 MHz en met de respectievelijke werkelijke tijdsechoterugkeringen van 3,08 25 en 6.17 mierodeconden voor de 0.25 en 0.5 mijlsafstanden, uitsluitend 85 en J7Q monsters of afstandscellen aangebracht zijn voor deze respectievelijke instellingen. Verder wordt opgemerkt, dat een snellere klokfrequentie een volledige benutting geeft van de 256 opslagafstandscellen voor deze twee instellingen. Een snelle 30 kloksnelheid evenwel maakt de uitvoering van de processor ingewikkelder en wordt derhalve kostbaar. Voor de 0.75 mijlsinstelling en daarboven worden voor het compleet opvullen van de 61 8-bit-adressen 256 HI-WIVEAU eil 256 'LO-ITIVEAU-afstandscellen opgeslagen in het geheugen 118. Met de 0,25 en 0.5 mijlsafstandsinstellingen 80 0 1 0 49 20 evenwel worden uitsluitend 22 en te van de 8-bitplaatsen gebruikt.
Het VSR-1 signaal voor alle afstandsschaalin-stellingen wordt afgeleid door de KLOK te delen door N, waarbij N is aangegeven in tabel I. B.v. bij de te mijlsschaalinstelling 5 is VSR-1 ongeveer 3·^56 (27.6tel : 8) MHz, zodat in de monster-cyclus van 592.59 mieroseconden, 20te monsters worden genomen of 8 monsters voor elk van de 256 afstandscellen. Bij de twaalfïnijls-afstandinstelling is VSR-1 ongeveer 3-te6 MHz, zodat in de monster-cyclus van 1U8.15 mieroseconden, 512 monsters worden genomen of 2 10 monsters voor elk van de 256 afstandscellen.
In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt de snelheid van het SA-1-signaal en zijn complement SA-O-signaal bepaald door de VSR-1-snelheid te delen door M, waarbij M is aangegeven in de tabel I voor elke afstandsschaalinstelling. Bij gebruikmaking van 15 de voorbeelden uit de voorgaande paragraaf is de frequentie van het SA-1 -signaal voor de U8- en 12-mijlsafstandinstelling 216 resp. h32 k.Hz.. Zoals reeds eerder is beschreven, is de tijdsperiode van 1 afstandscel.gelijk aan de lage of de hoge tijd van het SA-1 of SA-O-puls. Cmdat de LO-NIVEAU-monsters worden genomen 2Q door de flipflops 216 en 218 bij tegengestelde fasen van SA, worden vier LO-HIVEAU-monsters genomen in de keten 136 in twee SA-klokperioden. Gedurende dezelfde twee SA-klokperioden worden vier HI-NIVMU-monsters genomen in de keten 138. De snelheid van het SB.-0 signaal, dat U-bits van het LO-MVEAU en tebits van het HI-25 HIVEAU-videosignaal in het register ite toevoert, wordt verkregen door de SA-kloksnelheid door 2 te delen. Uit de voorbeelden van de te- en 12-mijlsafstandsschaalinstelling volgt, dat SB-0 108 k. Hz. resp. 215 k.Hz. is. Gedurende de inschrijf periode hebben de adressen, geleverd door het geheugen 1U8 via de lijn ADDR, dezelfde 30 snelheid als het SB-O-signaal.
Voor de instelling op de 0.75 mijlsafstand en daarboven is de tijdsduur van de uitleescyclus, zie de figuren iF en te, bepaald door de tijd, nodig voor het verwerken van de 256 afstandscellen, waarbij de snelheid gelijk is aan de KLOK- 80 0 1 0 49 21 snelheid gedeeld door K, en waarbij K is weergegeven in de tabel I. Voor de afstandsinstelling van 0,75 - 3 mijl zijn de KDCLK-0 en BDCLK-1-snelheden ongeveer 1.728 (27.61*81 : 16) MHz, en voor de schaalinstelling van 6-1*8 mijl zijn de snelheden ongeveer 86h 5 k.Hz. (27.61*81 : 32). Omdat de aftastsnelheid (2.000 Hz) voor de 3-mijlsschaalinstelling en daaronder tweemaal de snelheid (1.000 Hz) van de grotere instellingen is, is de RDCEK-snelheid voor de langere afstanden de helft van de snelheid van de 0.75 - 3-mijls-groep, teneinde een visuele weergave te verkrijgen met dezelfde 10 helderheid. De KDCLK-snelheid voor de 0,25 en 0,5-mijlsafstands-instelling is evenredig kleiner, omdat er slechts 85 resp. 170 afstandseellen zijn, die moeten worden weergegeven. Voor de respectieve afstandsschaalgroepen van 0,75 - 3 mijl en 6 - 1*8 mijl en met 256 afstandseellen, die moeten worden verwerkt met de respec-15 tieve RDGLK-snelheden, zijn de tijdsduren van de uitleescycli ongeveer 11*8.15' en 296.3 mieroseconden. Hieruit volgt, dat de snelheid waarmee de afstandseellen worden geleverd door de omzetters 150 en 152 via de lijn SC0N,-dezelfde moeten zijn als de KDCLK-snelheid. Verder blijkt dat. de snelheid, waarmee de afstandscel-20 len worden uitgelezen uit het geheugen 160, eveneens gelijk moeten zijn aan de RDCLK-snelheid om de corresponderende afstands-cellen van aftasting tot aftasting te vergelijken. Tenslotte moet, omdat elke woorduitlezing uit het geheugen 11*8 l*-bits van een ΞΙ-HrVEA.U en l+-hits van een L0-NIVEAU-videosignaal omvat, het adres 2 5 geleverd aan het geheugen 11*8 via de lijn ADDR gedurende de uit-leeacyclus· de snelheid zijn van de EDCEK : 1*.
De uitleescyclus wordt ingezet na voltooiing van de inschrijfcyclus, zoals te zien is in fig. 1*F met betrekking tot fig. 1*E en met betrekking tot fig. 1*H en met betrekking tot 30 fig. 1*G. Het is· van belang op te merken, dat de Hl- en L0-NIVEAU-videoinformatie toegevoerd wordt aan de indicator 118, via de respectieve lijnen 176 en 175 en wel uitsluitend gedurende de uit-leescyclus. Verder wordt de aftasting van de visuele indicator b.v. het PPI-scherm, bekrachtigd door een SVG-signaal op de lijn 177 800 1 0 49 22 aan het "begin van de uitleescyclus. De tijdsduur voor het completeren van de uitleescyclus tot de volgende radartrekkerpuls kan worden "beschreven als een wachtcyclus, wanneer geen ontvanger-video-signaal wordt verwerkt in de processor 116 en geen videouitgangs-5 signaal wordt toegevoerd aan de indicator 118.
Fig. it-B toont een voorbeeld van het ontvangen videoinputsignaal naar de processor 116, zoals dit verschijnt op de lijn T22. De pieken 320 - 327 geven de echo’s weer van de verschillende doelen binnen het gebied dat door de radarantenne wordt 10 afgetast. De spanningen, aanwezig op de negatieve klemmen van de spanningsvergelijkers 126 en 12U van fig. 2, zijn weergegeven in fig. kB, tussen de daarin aangegeven hoge en lage drempels. De figuren en fig. 4d tonen de golfvormen, die resp. verschijnen op de lijnen 132 en 13¾ van fig. 2A voor de drempel zoals in fig.
15 "^B is- aangegeven.. De pulsen van fig.. l)-C zijn van een langere tijds duur dan de corresponderende pulsen van fig. Ud, omdat het ontvangen videosignaal van fig. Hb bij de langere tijdsperiode voorbij de lage drempel komt. Eveneens wordt opgemerkt, dat de piek 32.b de lage drempel passeert en in fig. bc verschijnt, maar niet 20 verschijnt in fig. Ud. Wanneer de keten 198 niet geblokkeerd is, zullen alle pieken of pulsen een pulsverlenging initiëren; in de gewijzigde uitvoeringsvorm met het VLS-signaal, dat de HI-NIVEAU-initiëring van de pulsverlengingsketen bepaalt, zal de piek 32k geen pulsverlenging initiëren. Alhoewel niet op schaal getekend, 25 zal de tijdsduur van de pieken 320 - 323 niet toenemen door de keten 198 en wel om twee redenen. In de eerste plaats zijn de pieken 320 - 323 van relatief lange tijdsduur; wat te verwachten is voor de relatieve sterke echo’s ontvangen van de doelen op korte afstand. In de tweede plaats zou de grootte van de pulsver-30 lenging van de voorranden voor een betrekkelijk klein aantal af-standscellen zijn, vanwege de korte afstand van de doelen (zie fig. 3Ï. Derhalve zal het pulsverlengingssignaal op de lijn 187 van fig, 2B niet verschijnen voor de Hl- en L0-UIYEAU-doelrepresen-taties op de lijnen 168 en 162. De kortere pulsen, speciaal die op 80 0 1 0 49 23 « de HI-NIVEAU-video-lijn, corresponderende met de pieken 325 -327 zullen door de keten 198 verlengd worden. Zoals in fig. 3 is aangegeven, is de grootte van de verlenging asn functie van de afstand van het doel.
800 1 0 49

Claims (20)

  1. 2k
  2. 1. Radarstelsel, gekenmerkt door middelen voor het omzetten van een radar-echosignaal in een spanningsgolfvorm met een aantal discrete spanningsniveaus; middelen voor het vergroten van de tijdsduur van een van de niveaus van de discrete spannings- 5 niveaus als een rechtstreekse functie van de afstand en middelen voor het verschaffen van een visuele indicatie van het uitgangssignaal van genoemde tij dstoenamemiddelen.
  3. 2. Radarstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde tijdstoenamemiddelen voorzien zijn van mid- 10 delen voor het in stand houden van het genoemde in het niveau aan de uitgang van de tijdstoenamemiddelen gedurende een tijd, bepaald door een telinrichting.
  4. 3. Radarstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de telinrichting een digitale waarde wordt toegevoerd 15 aan het begin van het genoemde ene niveau, waarbij deze digitale waarde gerelateerd is aan de afstand, corresponderende met het begin van het genoemde ene niveau. k. Radarstelsel volgens conclusie 3,. met het ken merk, dat visuele indicatiemiddelen een PPI-weergeefscherm is. 2Q 5. Radarstelsel, gekenmerkt door middelen voor het omzetten van een radarechosignaal in een spanningsgolfvorm met een aantal discrete spanningsniveaus; middelen gekoppeld aan de omzetmiddelen voor het elimineren van een interferentie tussen de spanningsgolfvorm; middelen, gekoppeld aan de elimineer-25 middelen voor het toenemen van de tijdsduur van een van de discrete spanningsniveaus als een rechtstreekse functie van de afstand en middelen voor het leveren van de visuele indicatie van het uitgangssignaal van de tijdstoenemende middelen.
  5. 6. Radarstelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, 30 dat de tijdstoenemende middelen voorzien zijn van middelen voor het in stand houden van het ene niveau aan de uitgang van de tijds- 80 0 1 0 49 toenemende middelen gedurende een tijd, bepaald door een tel-inrichting..
  6. 7. Radarstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan de telinrichting een digitale waarde wordt toege- 5 voerd aan het begin van het ene niveau, waarbij · de digitale waarde gerelateerd is aan de afstand, corresponderende met het begin van het ene niveau.
  7. 8. Radarstelsel volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de visuele indicatiemiddelen een PPI-seherm is. 1Q 9, Radarstelsel volgens conclusie 8, met het ken merk, dat de eliminatiemiddelen voorzien zijn van middelen, gekoppeld aan de omzetmiddelen voor het opwekken van digitale representaties van de golfvorm;. middelen, gekoppeld aan de opwekmidde-len voor het opslaan, van de digitale representaties; middelen gekop-15 peld aan de opslagmiddelen voor het vergelijken van de uitgangssignalen van de opwekmiddelen en opslagmiddelen, waarbij de verge-lijkingsmiddelen de interferentie elimineren van de digitale representaties.
  8. 10. Radarstelsel, gekenmerkt door eerste middelen 20 voor het opslaan van digitale representaties van een radarterug-keersignaal; middelen voor het uitlezen van de representaties uit de opslagmiddelen, waarbij de tijdsperiode voor het uitlezen van de representaties uit de opslagmiddelen groter is dan de tijdsperiode voor het uitlezen van de representaties in de opslagmidde-25 len gedurende ten minste enige instellingen van de radarafstands-schaalinstelling; middelen voor het opwekken van een videosignaal in responsie op representaties die uitgelezen zijn uit de opslagmiddelen, waarbij het videosignaal discrete spanningsniveaus bezit, middelen gekoppeld aan de opwekmiddelen voor het elimineren van 30 interferentie in het videosignaal; middelen gekoppeld aan de elimi-neermiddelen voor het toenemen van de tijdsduur van ten minste een niveau van de discrete niveaus als een rechtstreekse functie van de afstand; en middelen gekoppeld aan de tijdstoenemende middelen voor het verschaffen van een visuele indicatie van het uit- 800 1 0 49 gangssignaal van de tijdstoenemende middelen.
  9. 11. Radarstelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de elimineermiddelen voorzien zijn van tweede middelen voor het opslaan van digitale representaties van een radarterug- 5 keersignaal, waarbij de ingangen van de tweede opslagmiddelen gekoppeld zijn aan de uitgang van de opwekmiddelen; middelen voor het vergelijken van de uitgangssignalen van de opwekmiddelen en van de tweede opslagmiddelen; en middelen voor het elimineren van de interferentie van het videosignaal in responsie op de ver-10 g elijkingsmi ddelen.
  10. 12. Radarstelsel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de elimineermiddelen voorzien zijn van middelen voor het "blokkeren van het videosignaal in responsie op de vergelijkings-middelen.
  11. 13. Radarstelsel volgens conclusie 10, met het ken merk, dat de opwekmiddelen voorzien zijn van een parallel-serieom-zetter. 11+. Radarstelsel volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de tijdstoenemende middelen voorzien zijn van middelen 20 voor het in stand houden van het ene niveau aan de uitgang van de tijdstoenemende middelen gedurende een tijd, "bepaald door een telinrichti'ng.
  12. 15. Radarstelsel volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat de visuele indicatiemiddelen een PPI-scherm is.
  13. 16. Radarstelsel, gekenmerkt door middelen voor het omzetten van. een radarechosignaal in een spanningsgolfvorm met een aantal discrete spanningsniveaus; middelen voor het opwekken van digitale representaties van de golfvorm; middelen gekoppeld aan de opwekmiddelen voor het opslaan van de representaties; mid-30 delen voor het uitlezen van de representaties uit de opslagmidde-r len, waarbij de tijdsperiode voor het uitlezen van de representaties· uit de opslagmiddelen groter is dan de tijdsperiode voor het uitlezen van de representaties in de opslagmiddelen tijdens ten minste enige instellingen van een radarafstandsschaalinstelling; 8001049 middelen voor het opwekken van een videosignaal in responsie op representaties uitgelezen uit de opslagmiddelen, waarbij het videosignaal discrete spanningsniveaus bezit; middelen voor het toenemen van de tijdsduur van ten minste een niveau van de dis-5 crete spanningsniveaus als een rechtstreekse functie van de afstand en middelen voor het visueel weergeven van het uitgangssignaal van de tijdstoenemende middelen.
  14. 17. Radarstelsel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de tijdstoenemende middelen voorzien zijn van middelen 10 voor het in stand houden van het ene niveau aan de uitgang van de tijdstoenemende middelen, gedurende een tijd, bepaald door een telinrichting.
  15. 18. Eadarstelsel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de weergeefmiddelen een PPI-scherm omvatten.
  16. 19. Scheepsradarstelsel voor het verbeteren van de visuele detectie van doelen op lange afstand zonder verstoring van de representatie· van de doelen op korte afstand in dezelfde afstandsschaalinstelling, gekenmerkt door middelen voor het uitzenden van een radarpuls; middelen voor het ontvangen van radar-20 signalen; middelen voor het omzetten van de ontvangen radarsigna-len, die overeenkomen met een aantal radarafstanden en met digitale representaties daarvan, waarbij de omzetmiddelen gekoppeld zijn aan de ontvangmiddelen; middelen voor het opslaan van de digitale representaties in een eerste tijdsperiode; middelen voor 25 het uitlezen van de representaties in een tweede tijdsperiode, waarbij de tweede tijdsperiode groter is dan de eerste tijdsperiode voor de kortere afstanden van de radarafstandinstelling en waarbij de tweede tijdsperiode constant is voor ten minste enige afstanden van de radarafstandinstelling; middelen voor het op-30 wekken van hefcvideosignaal in responsie op representaties uitgelezen uit de opslagmiddelen, waarbij het videosignaal discrete spanningsniveaus bezit; middelen, gekoppeld aan de opwekmiddelen voor het elimineren van interferentie in het videosignaal; middelen gekoppeld aan de elimineermiadelen voor het toenemen van de 800 1 0 49 tijdsduur van ten minste een spanningsniveau van liet videosignaal als een rechtstreekse functie van de afstand en middelen voor het visueel weergeven van het uitgangssignaal van de tijdstoenemen-de middelen.
  17. 20. Radarstelsel volgens conclusie 19, met het ken merk, dat de tijdstoenemende middelen voorzien zijn van middelen voor het in stand houden van het ene niveau aan de uitgang van de tijdstoenemende middelen gedurende een tijd, bepaald door een tel-inrichting.
  18. 21. Radarstelsel volgens conclusie 20, met het ken merk, dat de weergeefmiddelen een PPI-scherm omvatten.
  19. 22. Radarstelsel, gekenmerkt door middelen voor het omzetten van een radarechogolfvorm in signalen, die ten minste twee verschillende amplitudeniveaus weergeven van. de echogolfvorm; 15 middelen gekoppeld aan de omzetmiddelen voor het elimineren van interferentie in de signalen; middelen gekoppeld aan de elimineer-middelen voor het toenemen van de tijdsduur van de signalen, als een rechtstreekse functie van de afstand van de echogolfvorm, waarbij de tijdstoenemende middelen worden bekrachtigd door de 2Q signalen, die het lagere amplitudeniveau van de echogolfvorm voorstelt en middelen voor het opwekken van een visuele indicatie van het uitgangssignaal van de tijdstoenemende middelen.
  20. 23- Een verwerkingsstelsel voor een radar, geken merkt door middelen voor het accepteren van signalen, afgeleid van 25 radarechoterugkeersignalen; middelen voor het toenemen van de tijdsduur van de signalen als een rechtstreekse functie van de afstand; en middelenvoor het toevoeren van een uitgangssignaal van de tijdstoenemende middelen aan een signaalkanaal, dat gekoppeld wordt aan een radarweergeefinrichting. 3Q 2b. Een verwerkingssysteem voor een radar, gekenmerkt door middelen voor het accepteren van signalen afgeleid van radarechoterugkeersignalen; middelen gekoppeld aan de acceptatiemidde-len voor het elimineren van interferentie in de signalen, middelen gekoppeld aan de elimineermiddelen voor het toenemen van de 80 0 tijdsduur van de signalen als rechtstreekse functie van de afstand en middelen voor het toevoeren van een uitgangssignaal van de tijdstoenemende middelen aan een signaalkanaal dat gekoppeld is aan een radarweergeefinrichting. 800 1 0 49
NLAANVRAGE8001049,A 1979-02-21 1980-02-20 Stelsel voor het verbeteren van de visuele weergave van met radar gedetecteerde doelen. NL184541C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US1297579 1979-02-21
US06/012,975 US4206461A (en) 1979-02-21 1979-02-21 Radar system with improved visual detection of long range targets

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8001049A true NL8001049A (nl) 1980-08-25
NL184541B NL184541B (nl) 1989-03-16
NL184541C NL184541C (nl) 1989-08-16

Family

ID=21757656

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8001049,A NL184541C (nl) 1979-02-21 1980-02-20 Stelsel voor het verbeteren van de visuele weergave van met radar gedetecteerde doelen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4206461A (nl)
JP (1) JPS55116282A (nl)
AU (1) AU526671B2 (nl)
CA (1) CA1117634A (nl)
DE (1) DE3006276A1 (nl)
DK (1) DK149371C (nl)
ES (1) ES8103384A1 (nl)
FR (1) FR2449900B1 (nl)
GB (1) GB2042843B (nl)
IT (1) IT1146080B (nl)
NL (1) NL184541C (nl)
NO (1) NO149829C (nl)
SE (1) SE444228B (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4330781A (en) * 1979-07-30 1982-05-18 Selenia Industrie Elettroniche Associate S.P.A. Radar indicators with digital processing of video signal
US4490720A (en) * 1981-03-30 1984-12-25 The Bendix Corporation Multipulse signal processing for radar system
US4538149A (en) * 1982-01-18 1985-08-27 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Frequency agile magnetron imaging radar
US4663630A (en) * 1982-11-13 1987-05-05 Tokyo Keiki Company, Ltd. PPI radar apparatus
US4617567A (en) * 1984-09-28 1986-10-14 The Boeing Company Automatic motion compensation for residual motion in a synthetic aperture radar system
JPS61233385A (ja) * 1985-04-08 1986-10-17 Koden Electronics Co Ltd 反響探知装置
US4833475A (en) * 1986-01-27 1989-05-23 Raytheon Company Raster scan radar with true motion memory
US4837579A (en) * 1986-01-27 1989-06-06 Raytheon Company Pulse radar threshold generator
US4845501A (en) * 1986-01-27 1989-07-04 Raytheon Company Radar video scan converter
US4723124A (en) * 1986-03-21 1988-02-02 Grumman Aerospace Corporation Extended SAR imaging capability for ship classification
US5017921A (en) * 1989-12-13 1991-05-21 Grumman Aerospace Corporation Radar system and a method for operating a radar system
JP2567493B2 (ja) * 1990-04-23 1996-12-25 古野電気株式会社 入力信号雑音除去装置
JPH03205582A (ja) * 1990-09-14 1991-09-09 Koden Electron Co Ltd 反響探知装置
JPH03191889A (ja) * 1990-09-14 1991-08-21 Koden Electron Co Ltd 反響探知装置
NO177619C (no) * 1992-12-07 1995-10-18 Isaksen Per Arne Radarsystem
US6380887B1 (en) * 2000-03-08 2002-04-30 Chung-Shan Institute Of Science And Technology Method of reducing clutter and mutual interference in a coherent doppler radar system
WO2015185058A1 (de) * 2014-06-05 2015-12-10 Conti Temic Microelectronic Gmbh Radarsystem mit optimierter speicherung von zwischendaten

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2472209A (en) * 1944-09-06 1949-06-07 William M Hall Cathode-ray circuit
US2510687A (en) * 1944-11-17 1950-06-06 Rca Corp Brightness control for pulse echo position indicator systems
US3310803A (en) * 1964-05-06 1967-03-21 Ericsson Telefon Ab L M Radar apparatus
US3423627A (en) * 1966-01-28 1969-01-21 Trw Inc Particle parameter analyzing system
US3391403A (en) * 1967-02-24 1968-07-02 Westinghouse Electric Corp Digital optimum weighted statistical detector
US3484647A (en) * 1968-01-26 1969-12-16 Honeywell Inc Display apparatus
US3502937A (en) * 1968-11-12 1970-03-24 Minnesota Mining & Mfg Electron beam image intensity control
US3964064A (en) * 1972-09-21 1976-06-15 Brandao Ruy L Data display system having a multilevel video storage device
CA1017039A (en) * 1972-09-21 1977-09-06 Bendix Corporation (The) Data display system having a multilevel video storage device
US4107673A (en) * 1975-09-12 1978-08-15 Raytheon Company Radar system with improved brightness and resolution
US4068233A (en) * 1976-08-13 1978-01-10 Raytheon Company Radar system having interference rejection
US4086579A (en) * 1976-09-10 1978-04-25 Rca Corporation Video digital display device with analog input
US4125834A (en) * 1977-03-14 1978-11-14 Raytheon Company Display range marker processor

Also Published As

Publication number Publication date
DK149371B (da) 1986-05-20
IT1146080B (it) 1986-11-12
JPH0531117B2 (nl) 1993-05-11
ES488757A0 (es) 1981-02-16
NO800454L (no) 1980-08-22
NO149829B (no) 1984-03-19
CA1117634A (en) 1982-02-02
SE8001347L (sv) 1980-08-22
DE3006276C2 (nl) 1987-08-06
DK149371C (da) 1986-11-03
FR2449900B1 (fr) 1985-05-31
IT8047865A0 (it) 1980-02-11
SE444228B (sv) 1986-03-24
GB2042843B (en) 1983-07-27
DE3006276A1 (de) 1980-09-04
FR2449900A1 (fr) 1980-09-19
NO149829C (no) 1984-06-27
AU5508680A (en) 1980-08-28
ES8103384A1 (es) 1981-02-16
US4206461A (en) 1980-06-03
DK72880A (da) 1980-08-22
AU526671B2 (en) 1983-01-27
GB2042843A (en) 1980-09-24
NL184541B (nl) 1989-03-16
NL184541C (nl) 1989-08-16
JPS55116282A (en) 1980-09-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001049A (nl) Radarstelsel.
CA1119280A (en) Radar system with specialized weighting
US5381151A (en) Signal processing for ultra-wideband impulse radar
US3797014A (en) Automatic radar target detection and scan conversion system
US4030096A (en) Automatic target detector
EP2317334A2 (en) Method and program for displaying radar image, and target object detection signal processing device
EP0061941B1 (en) Radar system providing optimized target resolution of both short and long range targets
US6184820B1 (en) Coherent pulse radar system
US4068233A (en) Radar system having interference rejection
JP2002148333A (ja) 改良されたクラスタ目標分解機能のパルス・ドップラ・レーダ・システム
GB2169465A (en) Polar to cartesian scan conversion
JP2554152B2 (ja) 移動目標表示ユニット及びレーダー装置
US5254999A (en) Video signal processor for radar system
EP0036751B1 (en) Improvements in or relating to signal rank detectors
CN110632586B (zh) 一种基于快速fmcw雷达的道路车辆低运算量监测方法
EP0187397B1 (en) Pulse radar apparatus
US4553144A (en) Ground surveillance Doppler radar
US4014018A (en) Pulse radar apparatus
JPS61231474A (ja) 反響探知装置
JP3207579B2 (ja) レーダ装置
Yoo et al. PC-based implement of the maritime radar display unit
JP2776032B2 (ja) 目標識別装置
US5278566A (en) Radar apparatus
JP2655794B2 (ja) レーダシステムのビデオ信号主処理装置
GB2080070A (en) Pulse Doppler Radar Apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee