NL8000807A - Inrichting voor het vastzetten in geheel of gedeeltelijk geopende toestand van een deksel voor een bak van een container. - Google Patents

Description

1 * 'n.O. 28.727 Η

Inrichting voor het vastzetten in geheel of gedeeltelijk geopende toestand van een deksel voor een bak van een container.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastzetten ingeheel of gedeeltelijk geopende toestand van een deksel voor een bak van een container, welk deksel scharnierend ten opzichte van de bak is aangebracht onder tussenkomst van zijdelingse armen, die één ge-5 heel vormen met het deksel en elk aan één uiteinde roteerbaar zijn verbonden met een as, die één geheel vormt met een zijwand van de bak.

Men gebruikt vaak dergelijke containers, die uit metaal of de laatste tijd uit kunststofmateriaal zijn vervaardigd, in het bijzonder voor het verzamelen van industrueel en huishoudelijk afval.

10 Het is voor dergelijke containers reeds bekend te voorzien in veren, die tussen de uiteinden van de zijarmen van het deksel en de bak zijn aangebracht op zodanige wijze dat het deksel ten opzichte van de bak worden ingesteld en dat het mogelijk is het deksel terug te brengen naar de sluitstand van de bak.

15 In het Franse octrooischrift 77.17101 is een dergelijke inrichting met veren beschreven waarbij het plaatsen en het in evenwicht houden van het deksel op de bak van de container mogelijk is.

Het is onder andere noodzakelijk bij dergelijke containers te voor-' zien in een mogelijkheid tot vastzetten van een deksel in geheel ge-20 opende stand en in gedeeltelijk geopende stand, in het algemeen halfgeopende stand. Aldus voorziet bijvoorbeeld voor rollende bakken van een container met een inhoud van 1100 liter de Duitse norm DIN 30700 in dergelijke mogelijkheden tot vastzetten van het scharnierende deksel op de bak.

25 Bij metalen containers wordt dit vastzetten in het algemeen ver zekerd door een volgorgaan met veer aangebracht op de bak welk orgaan samenwerkt met pennen aanwezig op het deksel. Een dergelijke uitvoering vraagt veel ruimte, is hinderlijk voor het afvoeren van continu afval in de container en kan moeilijk worden beschermd tegen corrosie. Boven-30 dien vereist het op zijn plaats brengen van een dergelijke inrichting een relatief lange en ingewikkelde instelling.

De uitvinding stelt een inrichting voor voor het vastzetten van een deksel in gedeeltelijk geopende toestand, in het bijzonder halfgeopende toestand en/of geheel geopende toestand, die eenvoudig is en op 35 goedkope wijze kan worden toegepast en waarbij de nadelen van de bekende inrichtingen worden vermeden. Bovendien is de inrichting 8 0 0 Ö 8 0 7 f ί» 2 volgens de uitvinding uitgevoerd om met hetzelfde resultaat te worden gebruikt voor metalen containers als voor containers uit kunststofmate-riaal.

De inrichting volgens de uitvinding heeft in hoofdzaak het kenmerk, 5 dat hij in combinatie ten minste êên vooruitspringende ribbe op de binnenwand van het deksel bezit en een nok, die elastisch kan worden gedeformeerd, die naar boven vooruitspringend is aangebracht in hoofdzaak in het midden van de bovenrand van de bak tegenover de sluitrand, waarbij de ribbe of elk van de ribben kan samenwerken met genoemde nok op 10 zodanige wijze dat hij wordt gedeformeerd en daarlangs passeert tijdens een beweging veroorzaakt door het openen van het deksel, welke nok zo is uitgevoerd,dat hij een aanslag vormt voor de overeenkomstige ribbe en de terugkeer vermijdt van het deksel naar de sluitstand terwijl deze teruggaande beweging wordt verzekerd door de enkele werking van de 15 terugbrengveren van de armen van het deksel.

Volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien in een ribbe in de nabijheid van het vrije uiteinde van het deksel waardoor het vastzetten van het deksel in de volledig geopende stand mogelijk is, en een ribbe die in hoofdzaak op de halve ronding van het deksel is aangebracht en 20 die het stopzetten ervan in in hoofdzaak halfgeopende toestand mogelijk maakt.

Het zal duidelijk zijn dat de goede werking van de inrichting volgens de uitvinding in grote mate afhangt van de eigenschappen ervan in het bijzonder van het verende effect van het materiaal gebruikt voor 25 het vormen van de nok. In feite moet deze voldoende elastisch defor- meerbaar zijn opdat hij wordt gedeformeerd tijdens een openingsbeweging. van het deksel, die met de hand wordt veroorzaakt door een gebruiker, en anderzijds moet hij voldoende stij-f zijn om niet te worden gedeformeerd door druk van de rand onder invloed van de terugbrengveren van de 30 armen van het deksel.

Het heeft volgens de uitvinding de voorkeur materialen te kiezen die een elasticiteitsgrens bezitten van ongeveer 100 N/mm^ en een weerstand tegen buiging ("un module de flexion") van ongeveer 2800 N/mm^.

35 Van de materialen die bruikbaar zijn voor de uitvinding kunnen in het bijzonder worden genoemd polyoxymethyleen (Ρ0Μ) en polyamiden (PA).

Volgens een bijzonder voordelig kenmerk van de uitvinding is de nok 8000307 Η 5 van de vastzetinrichting voorzien van middelen die het mogelijk maken de stand ervan op de bak van de container te regelen. Deze regelmiddelen kunnen in het bijzonder worden gevormd door op afstand van elkaar liggende gaten op afstand van een montage-opening van de nok 5 op de wand van de bak, waarbij het regelen wordt verzekerd na het klinken van de nok op de wand van de bak met behulp van een klinknagel gebracht in het montagegat, door het op zijn plaats aanbrengen van een zelf-tappende schroef in het gat overeenkomend met de gewenste stand.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de nok de vorm van een 10 gedeeltelijk opengewerkte sector met zijden van ongelijke lengte, waarbij de montage-opening is aangebracht in de nabijheid van de punt van de sector en de regelopeningen zijn verdeeld over een naaf op afstand van de montage-opening.

Het aanbrengen van de nok op de wand van de bak heeft bij voorkeur 15 op zodanige wijze plaats dat de wrijvingszones van de ribben op de nok iets terugliggen ten opzichte van de uitwendige vorm van de nok om een zijdelingse kracht te vermijden als gevolg van de reactie van de helling van de nok op de ribben van het deksel.

De verschillende standen van de nok op de bak verkregen dankzij de 20 regelmiddelen maken het in het bijzonder mogelijk de dimensionele afwijkingen tussen de 'verschillende deksels en de houders te compenseren, de verankeringskracht tussen de bak en het deksel te regelen rekening houdend met de kracht van de terugbrengveren van het deksel en de handkracht, die moet worden uitgeoefend voor het openen, 25 en de regeling te wijzigen als de ribben of de nok zijn gesleten of ook als de terugbrengveren van het deksel een verschillende kracht hebben.

Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven, wordt de uitvinding hier nader besproken.

De fig. 1 en 2 tonen een vooraanzicht respectievelijk een 30 zijaanzicht van een rollende bak van 1100 liter, waarbij delen zijn weggelaten om de plaatsing van de inrichting volgens de uitvinding weer te geven.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van de nok van de inrichting volgens de uitvinding.

35 Fig. 4 toont een doorsnede over de lijn IV-IV in fig. 3.

Fig. 5 toont een doorsnede van de inrichting volgens de uitvinding aangebracht op een container.

In de fig. 1 en 2 is de inrichting volgens de uitvinding weergegeven op een container in de vorm van een rollende bak met een 40 inhoud van 1100 liter.

8000307 - 4 ' r "

De container· omvat in hoofdzaak een bak 1 en eeii deksel 2 dat scharnierend is bevestigd op de bak dankzij zijarmen 3, die één geheel vormen met het deksel en elk scharnierend zijn verbonden met één uiteinde met een as 4, die één geheel vormt met de zijwand van de 5 houder 1.

Veren zijn geplaatst tussen de uiteinden van de zijarmen 3 van het deksel 2 en de bak 1, voor het plaatsen van het deksel ten opzichte van de bak en een terugkeer van het deksel naar de sluitstand van de bak mogelijk is te maken.

10 Men kan bijvoorbeeld voor elk van de armen een spiraalvormige terugbrengveer toepassen die op zijn plaats is gebracht in een huis 5 op de scharnieras 4 aan het uiteinde van elk van de armen 3, als beschreven in het Franse octrooischrift 77.17101.

De uitvinding is niet beperkt tot de toepassing van dergelijke 15 terugbrengveren en kan worden verwezenlijkt wat ook de gebruikte terugbrengveren zijn voor het terugbrengen van het deksel naar de gesloten stand op de bak.

De inrichting volgens de uitvinding omvat op het deksel ribben die vooruitspringen vanaf de inwendige wand van het deksel.

20 In het weergegeven voorbeeld is de inrichting voorzien van een ribbe 6 aanwezig in de nabijheid van het vrije uiteinde van het deksel en een ribbe 7 ongeveer aangebracht op de halve ronding van het deksel.

Elk van deze ribben 6 en 7 kan samenwerken met een nok 8, die 25 elastisch deformeerbaar is en uitspringend naar boven is aangebracht, in hoofdzaak in het midden van de bovenrand 9 vaji het deksel tegenover dè openingsrand ervan. .

Een voorkeursuitvoering van de nok en het aanbrengen ervan op de overeenkomstige wand van de bak is weergegeven in de fig. 3 tot 5.

30 Zoals het beste blijkt uit fig. 3 heeft de nok de vorm van een gedeeltelijk opengewerkte sector met zijden van ongelijke lengte 10 en 11, waarbij de rand 12 een groot aantal op afstand van elkaar liggende uitsteeksels 13 bezit.

In de nabijheid van zijn punt bezit de nok 8 een montage-opening 35 14, die is bedoeld voor het doorlaten van een klinknagel 5 (fig. 5).

De nok 8 bezit verder op een naaf 16 een aantal regel-openingen 17 in één waarvan een zelftappende schroef 18 is geplaatst (fig. 5).

De nok 8 is bij voorkeur door injectie gevormd uit polyoxymethyleen (Ρ0Μ).

40 Voor het aanbrengen van de nok 8 brengt men eerst een klinknagel 15 8 0 0 0.8 0 7 5 s \ in de montage-opening 14, vervolgens laat men de nok 8 scharnieren om deze klinknagel totdat een bevredigende stand voor de nok 8 is verkregen, waarna men de zelf-tappende schroef 18 plaatst in de gekozen opening 17, waardoor de nok wordt vastgezet op de wand van de bak.

5 Het monteren heeft bij voorkeur plaats, als aangegeven in fig. 3, op zodanige wijze plaats dat elk van de ribben 6 of 7 in aanraking komt met de nok tussen de uitsteeksels 13, dat wil zeggen enigszins teruggetrokken ten opzichte van de uitwendige vorm van de nok, waardoor een zijdelingse kracht wordt vermeden als gevolg van de reactie van de hel-10 ling van de nok op elk van de ribben.

Tijdens het met de hand openen van het deksel komen de ribben 6 en 7, geplaatst op het deksel, in aanraking met de nok 8, deformeren deze en passeren dan daarlangs.

Als vervolgens het deksel wordt losgelaten houden zijn terugbreng-15 veren hetzij de ribbe 7 tegen de nok 8 en het deksel bevindt zich in halfgeopende toestand, hetzij als het openen volledig is geweest, de ribbe 6 tegen de nok 8.

8000807 -. %

Claims (8)

1. Inrichting voor het vastzetten in gedeeltelijk of geheel geopende stand van een deksel of een bak van een container, welk deksel scharnierend is aangebracht ten opzichte van de bak onder tussenkomst van zijarmen die één geheel vormen met het deksel en elk aan een einde 5 roteerbaar zijn verbonden met een as die één geheel vormt met een zijwand van de bak, waarbij veren aanwezig zijn tussen de uiteinden van de zijarmen van het deksel en de bak op zodanige wijze dat een terugkeer van het deksel naar de sluitstand mogelijk is,methet kenmerk, dat de inrichting in combinatie tenminste een 10 vooruitstekende ribbe omvat op de inwendige wand van het deksel, en een nok, die elastisch deformeerbaar is, en die vooruitspringend naar boven in hoofdzaak in het midden van de bovenrand van de bak is geplaatst tegenover de openlngsrand, waarbij de ribbe of elk van de ribben kan samenwerken met genoemde nok op zodanige wijze dat bij deze 15 deformeert en daarlangs beweegt tijdens een beweging veroorzaakt door het openen van het deksel, welke nok zo is uitgevoerd dat hij een aanslag vormt voor de overeenkomstige ribbe en het teruggaan van het deksel naar de sluitstand verhindert terwijl deze teruggaande beweging wordt verzekerd door de enkele invloed van de terugbrengveren van de 20 armen van het deksel.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat hij een ribbe bezit in de nabijheid van het vrije uiteinde van het deksel en een ribbe aangebracht in hoofdzaak op de halve ronding van het deksel.

3. Inrichting volgens* één van de conclusies 1 en 2,mét het kenmerk, dat de nok is voorzien van middelen waarmede het mogelijk is de stand ervan op de bak van de container te regelen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde regelmiddelen worden gevormd door op afstand van elkaar lig-30 gende openingen op afstand van een montage-opening voor de nok op de wand van de bak, waarbij het regelen wordt verzekerd na het klinken van de nok op de wand van de bak onder tussenkomst van een klinknagel gebracht in de montage-opening, door een zelf-tappende schroef te plaatsen in de opening overeenkomend met de gewenste stand.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de nok de vorm heeft van een gedeeltelijk opengewerkte sector met zij-• den met ongelijke lengte, waarbij de montage-opening is aangebracht in de nabijheid van de punt van de sector, en de regelopeningen op afstand liggen op een naaf op afstand van de montage-opening. 8 0 0 0 8 0.7 7 ' v *

6. Inrichting volgens êên of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de nok is uitgevoerd door injectie van polyoxymethylëen.

6 ,

7. Container in het bijzonder rolbak omvattende een bak en een 5 deksel die scharnierend is aangebracht ten opzichte van de bak, met het kenmerk, dat hij een inrichting bezit volgens éên of meer van de voorgaande conclusies.

8 0 0 0 3 0.7 . »