NL8000686A - Inrichting voor het uitbranden van schroot. - Google Patents
Inrichting voor het uitbranden van schroot. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000686A NL8000686A NL8000686A NL8000686A NL8000686A NL 8000686 A NL8000686 A NL 8000686A NL 8000686 A NL8000686 A NL 8000686A NL 8000686 A NL8000686 A NL 8000686A NL 8000686 A NL8000686 A NL 8000686A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chambers
- burn
- chamber
- cooling
- water
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C21—METALLURGY OF IRON
- C21C—PROCESSING OF PIG-IRON, e.g. REFINING, MANUFACTURE OF WROUGHT-IRON OR STEEL; TREATMENT IN MOLTEN STATE OF FERROUS ALLOYS
- C21C5/00—Manufacture of carbon-steel, e.g. plain mild steel, medium carbon steel or cast steel or stainless steel
- C21C5/56—Manufacture of steel by other methods
- C21C5/562—Manufacture of steel by other methods starting from scrap
- C21C5/565—Preheating of scrap
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C22—METALLURGY; FERROUS OR NON-FERROUS ALLOYS; TREATMENT OF ALLOYS OR NON-FERROUS METALS
- C22B—PRODUCTION AND REFINING OF METALS; PRETREATMENT OF RAW MATERIALS
- C22B1/00—Preliminary treatment of ores or scrap
- C22B1/005—Preliminary treatment of scrap
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P10/00—Technologies related to metal processing
- Y02P10/20—Recycling
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Metallurgy (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Geology (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Manufacture And Refinement Of Metals (AREA)
- Incineration Of Waste (AREA)
- Waste-Gas Treatment And Other Accessory Devices For Furnaces (AREA)
- Gasification And Melting Of Waste (AREA)
- Processing Of Solid Wastes (AREA)
Description
N.O. 28.621
Inrichting voor het uitbranden van schroot»
De uitvinding betreft een inrichting voor het uitbranden van schroot voor het terugwinnen van staalschroot, die de hoofdonderdelen omvat zoals deze in conclusie 1 zijn aangegeven. Met zo’n schrootuitbrandinrichting kan met een hoge rentabiliteit staal-5 schroot van een zeer goede kwaliteit verkrijgen, in het bijzonder zonder zwavelgehaltes, ook wanneer autowrakken worden uitgebrand, zonder een overmatig lawaai, zonder gevaarlijke afvalstoffen, zonder luchtverontreiniging en zonder waterverontreiniging. De inrichting is daardoor milieu-vriendelijk en buitengewoon economisch.
10 Volgens de uitvoeringsvorm volgens conclusie 2 kan een bij zonder gunstige bedrijfswijze en ruimtelijke opstelling van uit-brandkamers, naverbranders en verbrandingsgasreinigingsinrichtin-gen worden verkregen.
Bij de verdere uitvoeringsvorm volgens conclusie 3 wordt de 15 ruimte aan de beladingskant voor de uitbrandkamers met de daarvoor gelegen koelkamers daarvan benut, terwijl aan de tegenover gelegen kant, aldus bij de achterkant van de uitbrandkamers de brandings-gasreinigingsinrichting kan worden ondergebracht.
Volgens conclusie fy wordt een bijzondere uitvoeringsvorm van 20 de gemetselde bekleding van de uitbrandkamers voorgesteld.
De opstelling van de poort volgens conclusie 5 waarborgt een op ruimte besparende wijze onderbrenging van de poort zonder dat de werkingsdaarvan wordt henadeeld.
De maatregel volgens conclusie 6 verzekert de inrichting te-25 gen eventueel optredende explosies.
Volgens conclusie 7 is een zo gelijkmatig mogelijke verhitting van de binnenruimte van de uitbrandkamer mogelijk, bij een gelijktijdig doelmatige bestuurbaarheid van de brander.
Volgens conclusie 8 wordt een bijzondere uitvoeringsvorm van 30 de bekleding van de koelkamers voorgesteld.
Volgens conclusie 9 is ook de poort van de koelkamers op ruimte bespaarde wijze ondergebracht.
De maatregel volgens conclusie 10 vereenvoudigt de koeling en de reiniging van het uitgebrande schroot in de koelkamers.
35 Volgens conclusie 11 wordt daarvoor gezorgd, dat de in de koelkamer ontstane dampen kunnen worden afgezogen en naar de ver-brandingsgasreinigingsinrichting kunnen worden toegevoerd.
8000686
Volgens conclusie 12 is op eenvoudige wijze voor de afvoer van het in de koelkamers aanwezige spoelwater gezorgd.
De maatregel volgens conclusie 13 dient voor bescherming van de overigens uit staal bestaande ovenwagen.
5 Met de stijlen volgens conclusie 14 wordt vermeden dat bij het uitbranden grotere schrootdelen van de wagen vallen.
De volgens conclusie 15 voorgestelde rijdbaarheid van de ovenwagen is aangepast aan de bijzondere eisen van de uitbrandka-mers en de koelkamers.
10 Volgens conclusie 16 wordt een bijzondere aandrijving op de die ovenwagen, tegen warmte en vocht zou moeten worden beschermd, vermeden. In de uitbrand- en/of'koelkamers behoeft‘slechts· de'ketting van de kettingaandrijving zijn geleid, die eventueel in een goed afdekbaar bodemkanaal loopt.
15 Met de maatregel volgens conclusie 17 wordt bereikt dat het eventueel bij het uitbranden gesmolten metaal wordt opgevangen en verzameld.
Volgens conclusie 18 is het op eenvoudige wijze mogelijk gehele spoorwegwagons op hun eigen wielen in de schrootuitbrand-•20 inrichting te rijden.
Conclusie 19 waarborgt een rationele werking van de arich- ting.
De maatregel volgens conclusie 20 is op een bijzonder uitvoering van de nabrander gericht.
25 Verdere kenmerken, voordelen en toepassingsmogelijkheden van de uitvinding blijken uit de nu volgende beschrijving van een uit-voeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de bijbehorende tekening. Daarbij vormen alle beschreven en/of voorgestelde kenmerken op zichzelf of in willekeurige zinrijke combinatie het onderwerp van 30 de uitvinding, ook onafhankelijk van de samenvatting daarvan in de conclusies en ook onafhankelijk van de terugverwijzing.
In de tekening toont:
Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een schrootuitbrandinrich-ting volgens de uitvinding (gedeeltelijk weggebroken), 35 fig* 2 de inrichting volgens fig. 1 in bovenaanzicht, en fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2.
De schrootuitbrandinrichting 1 volgens de uitvinding heeft twee vuurbestendige ovenwagens 2, die met het uit te branden materiaal, bijvoorbeeld hele vrachtauto's of spoorwegwagons kunnen 40 worden beladen, twee naast elkaar aangebrachte koelkamers 6, waar-8000686 3 in het uitgebrande materiaal voor besproeiing met water wordt gekoeld en gereinigdt twee aan de kopkant van de koelkamers 6 aansluitende uitbrandkamers 3» waarin het materiaal bij ongeveer 6/fO°C tot staalschroot kan worden uitgebrand, een gemeenschappelij-5 ke, ten opzichte van de uitbrandkamers 3 symmetrisch opgestelde nabrandkamer if, waarin de verbrandingsgassen die in de uitbrandkamers 3 ontstaan bij ongeveer 1100 tot 1200°C worden naverbrand, en een aan de naverbrandingskamer if aansluitende brandingsgasreini-gingsinrichting 5 voor het afscheiden van de rookgasverontreini-10 gingen en het uitwassen en afkoelen van de rookgassen samen met het neutraliseren van het waswater. Het afvalwater wordt voor afscheiding van de vaste stoffen in een rondindikbekken 16 gevoerd.
De binnenafmetingen van elke van de beide uitbrandkamers 3 kunnen ongeveer zijn: 16 m lang, if,6 ra breed, if,25 ra hoog. zodat 15 niet slechts vrachtwagenwrakken maar ook gehele spoorwegwagons kunnen worden uitgebrand. De uitbrandkamers 3 hebben een staal-raamconstructie met een erin gemonteerd hangdak en een erop gezet regendak. De bemetseling bestaat van binnen naar buiten uit vuurvaste, tegen temperatuurswisselingen bestendige chamotte-stenen, 20 isolatieplaten, luchtkamer en baksteenmetselwerk. Elke uitbrand-kamer heeft bij de beladingskant een elektrisch of hydraulisch aangedreven en rookdicht afsluitende, zich in vertikale richting openende deur 7* Explosiekleppen in het bovenste deel van de zijwanden 8 beschermen de inrichting tegen eventuele explosiegolven.
25 De verwarming van de uitbrandkamers vindt naar keuze plaats met zes gas. of oliebranders 9, die kunnen worden geregeld en al naar behoefte afzonderlijk of gezamenlijk aangezet en uitgeschakeld kunnen worden, om een gelijkmatige temperatuur van ongeveer 600 tot 6ifO°C te waarborgen. Voor het ontbranden en beschermen van de in-30 richting zijn magneet- en sluitkleppen aangebracht.
Buiten de uitbrandkamers 3 bevindt zich een beschermde meetruimte met een schakelkast waarin alle voor het bedrijf vereiste apparaten zoals druktoetsen, ventilatorregelaars, stuurschuiven, brandrelais en temperatuurregelaars alsmede hoofdschakelaars zijn 35 aangebracht.
In de achterkant van de uitbrandkamers 3 bevindt zich een opening, door welke de rookgassen uit de uitbrandkamers 3 in de naverbrandingskamer if worden af gezogen.
De beide uitbrandkamers 3 kunnen afwisselend met materiaal IfO worden beladen en afwisselend voor het uitbranden worden inge- 8000686 schakeld. Voor het in gebruik nemen moet elke brandkamer ongeveer 30 minuten voorverwarmd worden, zodat de eerste lading bij ongeveer bi-j een normale, temperatuur van éOO°C plaats vindt. Het uitbranden duurt gemiddeld ongeveer JfO minuten.
5 De uit de uitbrandkamers 3 afgezogen rookgassen worden in de naverbrandingskamer if bij 1100 tot 1200°C naverbrand. De naverbran-dingskamer if heeft een manteldoorsnede van 2200 mm met een binnen-breedte van 1if00 mm en is 9 π lang.
De binnenmantel van de naverbrandingskamer if is met vuurvast 10 materiaal aangestampt, terwijl de buitenmantel uit warmtebestendig staal bestaat. De aanrakingstemperatuur bij de buitenkant bedraagt daardoor maximaal 70°C.
Voor het regelen van de temperatuur is een volautomatische, elektrische temperatuurregelaar met een constante signaaluitgang 15 aangebracht.
Na de naverbrandingskamer if komen de rookgassen door een ver-bindingsbuis in een gasreinigingsinrichting. In deze inrichting worden de rookgasverontreinigingen afgescheiden en de rookgassen afgekoeld en uitgewassen.
20 . Voor de uitbrandkamers 3 bevinden zich de afkoelkamers 6 die elk de volgende afmetingen hebben: 17 m lang, if,6 m binnenbreedte en if,25 m binnenhoogte. Het uitgebrande materiaal wordt direkt na het uitbranden in deze koelkamers 6 gebracht. Opbouw van de koel-kamers 6 bestaat uit een staalraamconstructie. De bemetseling be-23 staat uit industrieklinkers en een goede isolering alsmede een regendichte overdekking. Elke koelkamer 6 heeft bij de beladings-kant een door elektrokettingtrekwerken van elk 2500 kp trekcapaci-teit aangedreven rookdicht afsluitende deur 7' met een vertikale opening en een maximale hefhoogte van 5 ®· Heftijd bedraagt onge-30 veer 50 seconden.
In de koelkamers 6 bevindt zich een watersproei-inrichting voor het koelen en reinigen van het uitgebrande materiaal. Het vuile water stroomt over de schuin naar de langsas van de kamers lopende waterdichte betonvloer 10 naar een afvalwaterkanaal 11.
35 Dit kanaal is verbonden met een klaar- en bezinkingsbekken voor het afvalwater.
De koelkamers 6 zijn ook voorzien van afzuiginrichtingen voor de waterdamp die ontstaat bij het afkoelen en afwassen. De afgezogen waterdamp wordt direkt in de gasreinigingsinrichting 5 ge-2f0 voerd.
8000686 5
De ovenwagens 2 hebben afmetingen van 15>6 m lang en kik5 m breed, met acht assen. Om de last zo gelijkmatig mogelijk over alle assen te verdelen, zijn de draagramen meervpuding onderverdeeld. De uit vuurvaste ovenstenen bestaande afdekking is 5 slechts door uitzetvoegen gedeeld, De ovenwagen 2 heeft een dubbele laag van een hoogwaardige isolering, die door warmtebestendige folien tegen het doordringen van vocht is beschermd.
Ten opzichte van elkaar verzet aangebrachte zijdelingse ver-tikale stijlen 12 voorkomen dat het materiaal van de wagen afvalt. 10 De ovenwagens 2 lopen over reels 13 en worden door transport- kettingen van 20 mm dik kettingstaal via elektromotoren getrokken. De ovenwagers 2 hebben van het midden uit gaande een'geringe af-schuining 1if nabij de langskanten. Bij de langskanten bevinden zich opvanggoten waarin gesmolten metalen kunnen worden opgevangen. 15 In het fundament bevindt zich een ingelaten ïï-profiel 15 voor de kettingterugloop. Het deel van de ketting dat bij het uitrijden van de ovenwagen 2 op.dè bodem van de uitbrandkamers 3 ligt» wordt lucht gekoeld.
Evenwijdig met de reels 13 voor de ovenwagens 2 kunnen reels 20 met de normale spoorbreedte van 1^-35 mm voor spoorwegwagons zijn gelegd, zodat deze wagons met hun eigen wielen in de uitbrandkamers 3 kunnen worden gereden om daar te worden uitgebrand.
De reinigingsinrichting 5 voor de verbrandingsgassen kan naar keuze volgens het principe van een ultrasoon-vrije straal-wasin-25 richting met een stoomstraal of van een venturi-wasinrichting werken. Deze bestaat uit een verzadiger voor het tot de dauwpunttem-peratuur afkoelen van de verbrandingsgassen, met een binnenbekle-ding van stenen bestendig zijn tegen hoge temperaturen, zuren en alkaliën, met daarbij een complete watersproeiinrichting. Voor de 30 verzadiger is een watercirculatiepompaggregaat aangebracht. Het wassen van het gas vindt plaats met een venturi-wasser van hoge capaciteit met een circulatiepompaggregaat. Voor het afscheiden van het vervuilde water van de verbrandingsgasstroom dient een afscheider. Een ventilatoraggregaat met hoge capaciteit is voorzien 35 van een afvoerschoorsteen voor het door-persen van de rookgas stroom. Verder heeft de reinigingsinrichting 5 voor verbrandingsgassen een circulatiewaterbekken.
De elektrische stuurinrichting betreft in het bijzonder de temperatuursbeveiliging voor het beveiligen van de van rubber kO voorziene delen van de inrichting, aanloopschakeling voor de ven- 8000686 > tilatormotor, aanloopschakelingen voor de pompmotoren, alsmede alle schakel-, meld- en bedieningsinrichtingen met insluiting van de hoofdschakelaar.
De capaciteit van de inrichting wordt door de uitvoering van 5 de uitbrandkamers 3 bepaald. Bij een werktijd van 8 uren kunnen ongeveer 160 tot 200 vrachtwagenwrakken worden verwerkt. Elke uit-brandkamer 3 wordt ongeveer 30 minuten voorverwarmd totdat de normale temperatuur van ongeveer 600°C is bereikt. Dit gebeurt voordat de verwerking wordt begonnen. De brandduur van een vulling van 10 de uitbrandkamer bedraagt al naar de aard van de vulling tussen 30 en 50 minuten, gemiddeld ongeveer ifO minuten.
Het beladen en ontladen van de ovenwagen 2 voor het beladen van de uitbrandkamers 3 duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. De ovenwagen 2 voor de eerste vulling kan de dag tevoren gedurende het 15 reinigen van de uitbrandkamers 3 of gedurende het opwarmen daarvan worden beladen.
In elke van beide uitbrandkamers 3 kunnen al naar de grootte bij een vulling 9 tot 15 vrachtwagenwrakken (doorsnede ongeveer 10 ton materiaal) op de ovenwagen 2 worden ingeschoven. Dit geeft voor bij 20 elke uitbrandkamer 3/een werktijd van o uren de verwerking van ongeveer 100 ton materiaal‘na het afscheiden van het afval ongeveer 75 ton schroot, dat wil zeggen voor beide uitbrandkamers per werkdag ongeveer 150 ton zuiver hoogwaardig schroot. Bij een verbranding van 10 tot 12 carosserieën, is ongeveer 3 tot 3»5 ton brand-25 baar materiaal aanwezig, waaronder ongeveer 1 ton rubber en ongeveer 0,5 ton polyvinylchloride, olie en lak, die worden verbrand.
Bij de verwerking van autowrakken tot nu toe staat men voor het probleem van de aanwezige oude banden, binnenuitrusting, bekleding en dergelijke die ongeveer 25 % van het totale wrakgewicht 30 uitmaken. Bij een aangenomen gewicht van'1000 kg per autowrak geeft dit een hoeveelheid afval van ongeveer 250 kg. Bij de ver- ont- brandinrichting volgens de uitvinding staat bij 1000 kg autowrak niet meer dan ongeveer 1,5 kg afval in de vorm van as bestaande uit stofdeeltjes die uit de rookgassen zijn gewassen en gefil-35 treerd. Bij het winnen van autoschroot moesten tot nu toe de 25Ο kg afvalstoffen in alle machines worden meeverwerkt, terwijl bij de inrichting volgens de uitvinding slechts nog uitgebrande schone schroot verder gereed behoeft te worden gemaakt.
De slijtage van de machines waarin tot nu toe met een hoog 40 energieverbruik autowrakken uit elkaar worden gescheurd, die uit 8000686 7 hetzelfde materiaal zijn vervaardigd, is aanzienlijk groter dan de slijtage van de inrichting volgens de uitvinding waarbij geen materiaal uit elkaar wordt gescheurd.
Het vervangen respectievelijk repareren van de versleten de- 5 len vraagt veel stilstand van de tot nu toe gebruikte verkleinings- inrichtingen. Bij de inrichting volgens de uitvinding is het dat de slechts nodig nadat het laatste brandproces is beeindigd/brandka-mers worden gereinigd en dat van tijd tot tijd filters worden vervangen. Het nazien van de bewegende delen kan worden gedaan gedu-10 rende de normale stilstandstijden.
Bij de tot nu toe gebruikte werkwijze moeten de.oude banden met de hand van het autowrak worden verwijderd. Het probleem van oude banden bestaat bij de inrichting volgens de uitvinding niet, aangezien de banden ook worden verbrand.
15 In de meeste autowrakken bevindt zich benzine, olie en vetten, die bij het stukscheuren door de daarbij optredende vonkenregen tot verbranding en explosies van meer of minder grote intensiteit kunnen leiden. Dit explosiegevaar is bij de inrichting volgens de uitvinding uitgesloten, aangezien deze stoffen hier niet explode-20 ren maar door de grote hitte worden vergast.
Het verbruik van stookolie of gas en stroom en water alsmede chemische toeslagen voor de neutralisering van het afvalwater staat in geen verhouding tot het aanzienlijk hogere energieverbruik van andere inrichtingen, het meevarwerken van 25 # afval, het af-25 voeren en opslaan van dit afval en de banden, het met de hand voorbereiden van het te verwerken autowrak, slijtage van de machines, geluidsbelasting en het explosiegevaar.
De bedrijfskosten van de inrichting volgens de uitvinding liggen ongeveer ^0 % onder die van de zogenaamde Shredders.
50 Het door de verwerking in de inrichting volgens de uitvinding gewonnen schroot is van zuivere zeer goede kwaliteit. Om het zuivere van vreemde stoffen arme schroot te verkrijgen worden bij vrachtwagens de accu (lood), de dynamo met spoelen en kleine motoren (koper) verwijderd, voorzover deze niet reeds uit het wrak wa-35 ren verwijderd. Het aluminium verzamelt zich in de opvanggoot van de ovenwagen 2 en wordt na uitbrengen van het uitgebrande wrak daar verzameld. Door de inrichting volgens de uitvinding verkregen schroot is een hoogwaardig, zuiver van vreemde stoffen arm produkt, waarbij tin slechts in sporen, koper minder dan 0,11 $, chroom ifO minder dan 0,3 %, nikkel en aluminium slechts in sporen aanwezig 8000688 zijn. Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt slechts het in het staal zelf aanwezige zwavel verkregen.
De meetwaarde van het door de inrichting volgens de uitvinding opgewekte geluid ligt’ bij ongeveer 60 Phon (dB (A)) op een 5 afstand van ongeveer 20 m. De inrichting is daardoor wezenlijk zachter dan de bekende schrootinrichtingen.
Het bij de schrootbereiding in de inrichting volgens de uitvinding ontstane geringe hoeveelheid afval is ongevaarlijk en behoeft niet op speciale afvalplaatsen worden gebracht.
10 Luchtverontreiniging is bij de inrichting volgens de uitvin ding uitgesloten, aangezien in de naverbrandingskamer if en de gas-reinigingsinrichting 5 het rookgas zo wordt gereinigd, dat zonder moeilijkheden aan de door de overheid gestelde eisen betreft de zuiverheid van de afvoergassen kan worden voldaan. De afvoergassen 15' bevatten bij metingen bijvoorbeeld k5 tot 85 mg/m^ fijn stof, 30 tot 50 mg/m^ HC1, sporen van SO^ en sporen van HF.
Het circulatiewater wordt bij een pH-waarde van 12 gebruikt. Het water wordt doorlopend gezuiverd en met vers water aangevuld.
In het geval dat een verzadiging tot een pH-waarde 10 optreedt, 20 vindt automatisch een neutralisering plaats door toevoeging van natronloog. Een grondwaterverontreiniging door het uit de inrichting volgens de uitvinding stromende water kan derhalve niet plaats vinden. Gehaltes aan elementen liggen onder de toelaatbare waarde.
25 De inrichting volgens de uitvinding is derhalve milieu-vrien- delijk en economisch. De wijze waarop de inrichting werkt, die uit de bovenstaande inr'ichting-beschrijving blijkt en de uitvoering van de werkwijze voor het uitbranden van schroot die eveneens onder bescherming moet worden gesteld, zijn buitengewoon eenvoudig. 30 8000686 —- 9
Verwi j zingscij fers-li j st: 1 Schrootuitbrandinrichting , 2 Ovenwagen 3 Uitbrandkamer 4 Nabrandkamer 5 Verbrandingsgasreinigingsinrichting 6 Koelkamer 7,7' Deuren 8 Zijwanden 9 Gasbrander 10 Vloer 11 Afvalwaterkanaal 12 Stijlen 13 Reels 14 Afschuining 15 U-profielen 16 Indikbekken 8000586
Claims (14)
1. Inrichting voor het uitbranden van schroot voor het terugwinnen van staalschroot bevattende de volgende hoofdonderdelen: a) ten minste een ovenwagen (2?3 met het uit te branden materiaal 5 kan worden beladen, Waar· b) ten minste een uitbrandkamer (3) in het materiaal bij een bepaalde temperatuur van bijvoorbeeld boven ongeveer 600°C tot staalschroot kan worden uitgebrand, c) ten minste een nabrandkamer (if) waarin de in de uitbrandkamer 10 (3) ontstane rookgassen bij een bepaalde temperatuur van ongeveer 1100 tot 1200°C kunnen worden naverbrand, d) een inrichting (5) “votfr het reinigen van de verbrandingsgassen voor het afscheiden van rookgasverontreinigingen en het uitwassen en afkoelen van de uit de nabrandkamer (if) komende rookgassen met 15 insluiting van de neutralisatie van het waswater, en (e) ten minste een koelkamer (6) waarin het uitgebrande materiaal voor besproeiing met water kan worden afgekoeld en gereinigd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee naast elkaar aangebrachte uitbrandkamers (3) 20 een gemeenschappelijke nabrandkamer (if) en een gemeenschappelijke inrichting ( ) voor het reinigen van de afvoergassen hebben. 3« Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat elke uitbrandkamer (3) een bij voorkeur aan de beladingskant voorgeschakelde koelkamer (6) heeft. 25 if. Inrichting volgens conclusies 1-3» met het k e n m e r k, dat de uitbrandkamers (3) een bekleding hebben die van binnen naar buiten als volgt is samengesteld: vuurvaste* tegen temperatuurswisselingen bestendige chamotte-stenen, isolatieplaten, luchtkamer, baksteenmetselwerk· 30 5· Inrichting volgens conclusies 1 — if, met het k e n m e r k, dat de uitbrandkamers (3) elk een aan de beladingskant aangebrachte, rookdicht afsluitende, bij voorkeur vertikaal openende deur (7) hebben.
6, Inrichting volgens conclusies 1-5, met het 35 kenmerk, dat de uitbrandkamers (3) in de zijwanden (8) explosiekleppen hebben. .
7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de uitbrandkamers (3) door meerdere, verdeelde branders (9) kunnen worden verwarmd. ifO 8. Inrichting volgens conclusies 1-7, met het 8000686 *** * k e n m e r k,. dat de koelkamers (6) een bekleding hebben die van b flk * binnen naar buiten als volgt is samengesteld: steenmetselwerk, isolatie.
9. Inrichting volgens conclusies 1-8, met het 5 kenmerk, dat de koelkamers (6) elk een aan de beladingskant aangebrachte, rookdicht afsluitende, bij voorkeur vertikaal openende deur (7') hebben.
10. Inrichting volgens conclusies 1-9» met het kenmerk, dat de koelkamers (6) elk een watersproeiinrichting 10 hebben.
11. Inrichting volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de koelkamers (6) elk een afzuiginrichting voor de waterdamp hebben.
12. Inrichting volgens conclusies 1-11, met het 15 kenmerk, dat de vloer (10) van de koelkamers (6) waterdicht is uitgevoerd en schuin van de langsas naar een afvalwaterkanaal (11) naar beneden loopt.
13. Inrichting volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de ovenwagen (2) een uit vuurvaste en tegen 20 temperatuurswisselingen bestendige ovenstenen bestaande afdekking heeft, eventueel met een warmtebestendige niet voor water doorlatende folie-. H. Inrichting volgens conclusies 1 - 13, met het kenmerk, dat de ovenwagen (2) bij de randen vertikale stij-25 len (12) heeft.
15 Inrichting volgens conclusies 1 - 1J+, met het kenmerk, dat de ovenwagens (2) over reels (13) in de uitbrand- en koelkamers (3, 6) kunnen worden gereden.
16. Inrichting volgens conclusies 1 - 15, met het 30 kenmerk, dat de ovenwagens (2) via een door een motor aangedreven kettingaandrijving in de uitbrand- en koelkamers (3, 6) kunnen worden gereden.
17· Inrichting volgens conclusies 1 - 16, met het , een van kenmerk, dat de ovenwagens (2)yhet midden uitgaande afschui-35 ning Oh) naar bade langskanten hebben^welke kantén opvanggoten voor gesmolten metalen zijn aangebracht.
18. Inrichting volgens conclusies 1-17, met het kenmerk, dat in de uitbrand- en koelkamers (3, 6) reels ^volgens normaalspoor voor spoorwegwagons zijn gelegd. h-0 19. Inrichting volgens 'conclusies 1-18, met het 8000686 / t kenmerk, dat de uitbrandkamers (3) afwisselend met materiaal kunnen worden beladen en afwisselend voor het uitbranden kunnen worden ingeschakeld.
20. Inrichting volgens conclusies 1-19» met het 5 kenmerk, dat de nabrandkamer (4) een bekleding van aangestampt vuurvast materiaal met een buitenste staalmantel heeft. ********* 8000336
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2904479A DE2904479C2 (de) | 1979-02-07 | 1979-02-07 | Schrottausbrennanlage |
DE2904479 | 1979-02-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000686A true NL8000686A (nl) | 1980-08-11 |
Family
ID=6062296
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000686A NL8000686A (nl) | 1979-02-07 | 1980-02-04 | Inrichting voor het uitbranden van schroot. |
Country Status (14)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4345530A (nl) |
JP (1) | JPS55107823A (nl) |
AT (1) | AT372407B (nl) |
BE (1) | BE881561A (nl) |
BR (1) | BR8000727A (nl) |
CH (1) | CH629536A5 (nl) |
DD (1) | DD149083C2 (nl) |
DE (1) | DE2904479C2 (nl) |
ES (1) | ES488917A1 (nl) |
FR (1) | FR2448396A1 (nl) |
GB (1) | GB2042700B (nl) |
IT (1) | IT1130886B (nl) |
NL (1) | NL8000686A (nl) |
ZA (1) | ZA80249B (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2586287A1 (fr) * | 1985-08-14 | 1987-02-20 | Meyer Francois | Installation de calcination pour recuperation des metaux ferreux et de l'aluminium des vehicules automobiles reformes |
AT384486B (de) * | 1986-02-21 | 1987-11-25 | Voest Alpine Ag | Einrichtung zur vorbehandlung von schrott |
DE3612892A1 (de) * | 1986-04-17 | 1987-10-22 | Heinz Wille | Verfahren zum trennen von mit verunreinigungen versehenen metallen von den verunreinigungen, sowie vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens |
AT395599B (de) * | 1989-09-11 | 1993-01-25 | Voest Alpine Stahl | Verfahren zur thermischen vorbehandlung von schrott |
DE4005804A1 (de) * | 1990-02-23 | 1991-08-29 | Thermoselect Ag | Verfahren zum umweltschonenden energie- und stoffrecycling von industriegueterwracks |
FR2705103B1 (fr) * | 1993-05-11 | 1995-08-04 | Thermolyse Ste Francaise | Procede et installation pour le traitement par thermolyse sous vide de produits solides, avec separation et recuperation en continu d'une fraction liquide de ces produits. |
US5539623A (en) * | 1994-10-12 | 1996-07-23 | General Signal Corporation | Lighting device used in an exit sign |
US6530325B2 (en) * | 2001-07-11 | 2003-03-11 | Shapiro Brothers, Inc. | Method of scrapping steel structures |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3601069A (en) * | 1969-09-25 | 1971-08-24 | Thomas P Mancuso | Incinerator |
GB1295089A (nl) * | 1969-10-27 | 1972-11-01 | ||
US3646897A (en) * | 1970-04-23 | 1972-03-07 | Amex Corp | Method and apparatus for pollution free burning of automobile bodies |
DE2026153A1 (de) * | 1970-05-29 | 1971-12-09 | Pauli Gmbh Waermetechnik | Veraschungsanlage |
US3706289A (en) * | 1971-06-25 | 1972-12-19 | Garbalizer Corp | Vehicle body-shell processing plant |
US3745939A (en) * | 1971-11-10 | 1973-07-17 | W Allbritton | Effluent cleaner for trash-burning |
US3762858A (en) * | 1971-12-16 | 1973-10-02 | American Pulverizer | High temperature scrap cleaning conveyor |
US3917239A (en) * | 1974-06-11 | 1975-11-04 | Paul E Rhinehart | Vehicle recycling plant |
US4005981A (en) * | 1975-04-28 | 1977-02-01 | Hanley Company | Tunnel kiln |
US3995568A (en) * | 1975-11-12 | 1976-12-07 | Miro Dvirka | Incinerator and combustion air system therefor |
-
1979
- 1979-02-07 DE DE2904479A patent/DE2904479C2/de not_active Expired
- 1979-12-27 CH CH1145179A patent/CH629536A5/de not_active IP Right Cessation
-
1980
- 1980-01-15 ZA ZA00800249A patent/ZA80249B/xx unknown
- 1980-01-22 IT IT1936980A patent/IT1130886B/it active
- 1980-01-24 AT AT38780A patent/AT372407B/de not_active IP Right Cessation
- 1980-02-04 NL NL8000686A patent/NL8000686A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-02-04 ES ES488917A patent/ES488917A1/es not_active Expired
- 1980-02-05 DD DD21890080A patent/DD149083C2/de unknown
- 1980-02-05 GB GB8003833A patent/GB2042700B/en not_active Expired
- 1980-02-05 JP JP1214580A patent/JPS55107823A/ja active Pending
- 1980-02-06 US US06/119,175 patent/US4345530A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-02-06 BR BR8000727A patent/BR8000727A/pt unknown
- 1980-02-06 BE BE2/58387A patent/BE881561A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-02-07 FR FR8002693A patent/FR2448396A1/fr active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2042700A (en) | 1980-09-24 |
BE881561A (fr) | 1980-05-30 |
DD149083A5 (de) | 1981-06-24 |
DE2904479A1 (de) | 1980-08-14 |
IT8019369A0 (it) | 1980-01-22 |
JPS55107823A (en) | 1980-08-19 |
ZA80249B (en) | 1980-12-31 |
DE2904479C2 (de) | 1983-05-26 |
FR2448396A1 (fr) | 1980-09-05 |
IT1130886B (it) | 1986-06-18 |
CH629536A5 (de) | 1982-04-30 |
DD149083C2 (de) | 1982-07-07 |
BR8000727A (pt) | 1980-10-21 |
AT372407B (de) | 1983-10-10 |
ES488917A1 (es) | 1980-09-16 |
US4345530A (en) | 1982-08-24 |
FR2448396B1 (nl) | 1985-01-11 |
GB2042700B (en) | 1983-05-11 |
ATA38780A (de) | 1983-02-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN1759941B (zh) | 加热熔融处理垃圾焚烧飞灰方法及设备 | |
JP2857358B2 (ja) | ゴミ焼却装置からの固体残留物の処理方法、及びその方法を利用する装置 | |
BG61820B1 (bg) | Метод и устройство за непрекъснато предварителнозагряване на железни отпадъци | |
JPH03501768A (ja) | ゴミ焼却設備のスラグまたは他の焼却残留物を処理する方法およびその装置 | |
JPH09505854A (ja) | ごみ焼却プラントからの固形残留物を処理する方法及びこの方法を実施する装置 | |
NL8000686A (nl) | Inrichting voor het uitbranden van schroot. | |
US5413621A (en) | Process for cooling and purifying hot, dust-laden flue gases containing dioxins and other toxic substances | |
JP2011206696A (ja) | 廃熱を利用した澱物乾燥装置 | |
GB2141812A (en) | Apparatus for drying metal turnings or scrap | |
US4949653A (en) | Process and apparatus for incineration | |
RU2358016C2 (ru) | Способ сбора и обработки реакционных газов из установки для получения жидких металлов и соответствующая установка для удаления пыли | |
US4394166A (en) | Scrap metal recovery process | |
US3595546A (en) | Apparatus for converting scrap automobile bodies to high grade pigs | |
JPH11159718A (ja) | 燃焼装置および燃焼方法 | |
CZ285229B6 (cs) | Způsob tavení oxidických strusek a zbytků po spalování a zařízení pro jeho provádění | |
JPS6353249B2 (nl) | ||
KR100224640B1 (ko) | 산업폐기물의 동시처리시스템 및 그 처리방법 | |
RU2322347C1 (ru) | Способ и устройство утилизации неразделанных шин | |
KR200199073Y1 (ko) | 폐타이어를 이용한 알루미늄 용융장치 | |
US3777679A (en) | Incinerating process | |
KR100551619B1 (ko) | 콜드 탑 슬래그법을 이용한 소각재 처리 방법 및 장치 | |
RU2166697C1 (ru) | Установка для термической переработки твердых отходов | |
JP3962178B2 (ja) | 有害物の処理方法およびその装置 | |
JPS629656B2 (nl) | ||
JP2005154806A (ja) | 電気炉の操業方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |