NL8000322A - Slot. - Google Patents

Slot. Download PDF

Info

Publication number
NL8000322A
NL8000322A NL8000322A NL8000322A NL8000322A NL 8000322 A NL8000322 A NL 8000322A NL 8000322 A NL8000322 A NL 8000322A NL 8000322 A NL8000322 A NL 8000322A NL 8000322 A NL8000322 A NL 8000322A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lock
locking
unlocking
buckle
safety device
Prior art date
Application number
NL8000322A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bron Jose
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bron Jose filed Critical Bron Jose
Priority to NL8000322A priority Critical patent/NL8000322A/nl
Priority to AT81200059T priority patent/ATE8367T1/de
Priority to EP19810200059 priority patent/EP0032773B1/en
Priority to DE8181200059T priority patent/DE3164630D1/de
Priority to US06/226,534 priority patent/US4441236A/en
Priority to JP627581A priority patent/JPS56108475A/ja
Publication of NL8000322A publication Critical patent/NL8000322A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B77/00Vehicle locks characterised by special functions or purposes
    • E05B77/02Vehicle locks characterised by special functions or purposes for accident situations
    • E05B77/12Automatic locking or unlocking at the moment of collision
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J9/00Devices not provided for in one of main groups B60J1/00 - B60J7/00
    • B60J9/02Entrance or exit closures other than windows, doors, or in roofs, e.g. emergency escape closures in vehicle bottom
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R22/00Safety belts or body harnesses in vehicles
    • B60R22/32Devices for releasing in an emergency, e.g. after an accident ; Remote or automatic unbuckling devices
    • B60R22/322Devices for releasing in an emergency, e.g. after an accident ; Remote or automatic unbuckling devices using automatic actuating means
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S24/00Buckles, buttons, clasps
    • Y10S24/30Separable-fastener or required component thereof
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S292/00Closure fasteners
    • Y10S292/65Emergency or safety
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/45Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock]
    • Y10T24/45005Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock] with third detached member completing interlock [e.g., hook type]
    • Y10T24/45079Belt, strap, harness, etc.
    • Y10T24/45084Belt, strap, harness, etc. for safety belt buckle, strap, harness, etc.
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/45Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock]
    • Y10T24/45225Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock] including member having distinct formations and mating member selectively interlocking therewith
    • Y10T24/45461Interlocking portion actuated or released responsive to preselected condition [e.g., heat, pressure]
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T292/00Closure fasteners
    • Y10T292/08Bolts
    • Y10T292/1043Swinging
    • Y10T292/1075Operating means
    • Y10T292/1082Motor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T292/00Closure fasteners
    • Y10T292/57Operators with knobs or handles
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T74/00Machine element or mechanism
    • Y10T74/11Tripping mechanism

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Automotive Seat Belt Assembly (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Buckles (AREA)
  • Endoscopes (AREA)
  • Supporting Of Heads In Record-Carrier Devices (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)

Description

N/29.348-St/lb Slot.
De uitvinding betreft een slot met een tussen een grendelstand en een vrijgeefstand verplaatsbaar vergren-delingsorgaan.
Bij bepaalde toepassingen van een dergelijk 5 slot kunnen zich omstandigheden voordoen, dat het uit veiligheidsoverwegingen gewenst is, dat het vergrendelings-orgaan van het slot automatisch, dus zonder handbediening, van de grendelstand naar de vrijgeefstand wordt verplaatst. Een belangrijk voorbeeld van zulk een toepassing vormt het 10 slot van een gespsluiting van een veiligheidsgordel voor automobielen. Als de auto door een verkeersongeluk te water raakt of in brand vliegt kan het zich gemakkelijk voordoen, dat de inzittende in zijn verwarring of doordat hij door de schok verdoofd is de gespsluiting niet zelf kan openen, 15 hetgeen reddingspogingen bemoeilijkt. Het zelfde geldt voor het geval het autoportier aan de binnenzijde is vergrendeld en dus niet van buitenaf kan worden geopend. Uiteraard zijn er nog andere kritische omstandigheden denkbaar, waarin het gewenst is, dat een slot zich automatisch opent 20 ofwel een met de hand of een sleutel tot stand gebrachte slot-vergrendeling wordt opgeheven.
De uitvinding beoogt een slot van de in de aanhef bedoelde soort te verschaffen, dat op dit doel gerichte veiligheidsvoorzieningen heeft.
25 Het slot volgens de uitvinding heeft het ken merk, dat het is voorzien van een veiligheidsinrichting voor het automatisch ontgrendelen van het vergrendelingsorgaan bij een kritische verandering van een bepaalde omgevings-toestand, welke veiligheidsinrichting ten minste éên op de 30 betrokken toestandsverandering aansprekend voelorgaan bevat en van een ontgrendelingselement is voorzien, dat onder de werking van een veer beweegbaar is van een teruggetrokken ruststand, waarin dit element het vergrendelingsorgaan van het slot niet beïnvloedt, naar een werkstand, waarin dit 35 element het vergrendelingsorgaan naar de vrijgeefstand verplaatst, waarbij het ontgrendelingselement door een met het voelorgaan samenwerkende grendelpal in de ruststand wordt vastgegehouden, welke grendelpal bij het aanspreken 8000322 - 2 - van het voelorgaan op een toestandsverandering wordt bediend en dan het ontgrendelingselement vrijgeeft.
Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het voelorgaan uit een vloeistof-absorbe-5 rend zwellichaam, dat bij zijn opzwelling door vloeistof-absorptie de grendelpal naar de vrijgeefstand drukt. Daartoe kan volgens de uitvinding het zwellichaam opgesloten liggen in een aan ëên zijde door een schuif begrensde kamer, welke schuif op de grendelpal aangrijpt. Als derhalve het zwelli-10 chaam in aanraking met een vloeistof komt, bijvoorbeeld doordat het in water wordt ondergedompeld, drukt het opzwellende zwellichaam de schuif opzij, waardoor de grendelpal wordt bediend en het ontgrendelingselement onder de werking van de daarop aangrijpende veer het slotvergrendelingsorgaan naar 15 de vrijgeefstand kan bewegen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het slot een gespsluiting met snapwerking, in het bijzonder voor een veiligheidsgordel voor automobielen of dergelijke, waarbij de veiligheidsinrichting met het als een 20 zwellichaam uitgevoerde voelorgaan in het gesphuis is ondergebracht. Als derhalve de auto te water raakt en daardoor het zwellichaam met water in aanraking komt zal de gespsluiting zich automatisch openen.
Volgens een andere uitvoeringvorm van de uitvinding 25 is het slot een deurslot, in het bijzonder voor een autoportier, van het type, dat aan ëên zijde met een sleutel afsluitbaar is en aan de andere zijde een bedieningsorgaan, zoals een van een handknop voorziene schuifoen heeft, waarmee het slot vanaf deze zijde vergrendeld en ontgrendeld kan 30 worden, waarbij het onder veerdruk staande ontgrendelingselement van de veiligheidsinrichting bij het aanspreken van deze inrichting het bedieningsorgaan van het deurslot bedient als deze pen in de slotvergrendelingsstand staat.
Irdien derhalve de inzittende van een auto de portieren 35 door het indrukken van de slotschuifpennen aan de binnenzijde heeft gesloten zullen weer bij het te water raken van de auto deze schuifpennen door de zwellichamen van de daaraan toegevoegde veiligheidsinrichtingen automatisch naar de ontgrendelstand worden gedrukt, zodat de portieren bij een 40 reddingspoging vanaf de buitenzijde kunnen worden geopend.
8000322
If -, - 3 -
Volgens de uitvinding is het gunstig als de veiligheidsinrichting naast het zwellichaam tevens als tweede voelorgaan een temperatuur-gevoelig orgaan voor de ontgrendeling van het vergrendelingsorgaan van het slot bevat.
5 Hierdoor wordt bereikt, dat ook in geval van brand het vergrendelingsorgaan naar de vrijgeefstand wordt verplaatst, dus de gespsluiting zich opent of het portierslot wordt ontgrendeld. Deze uitvoering met op een temperatuursverho-ging aansprekende veiligheidsinrichting kan ook toepassing 10 vinden bij bijvoorbeeld deursloten van hotelkamers en dergelijke, zodat deze bij brand vanaf de buitenzijde kunnen worden geopend.
In de tekening zijn uitvoeringsvoorbeelden van het slot met veiligheidsinrichting volgens de uitvinding 15 afgebeeld, bij de bespreking waarvan nog andere bij voorkeur toegepaste constructieve maatregelen naar voren zullen komen.
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een gespsluiting voor een veiligheidsgordel voor automobielen en dergelijke, waarin de veiligheidsinrichting is 20 ondergebracht; fig. 2 is een bovenaanzicht en ten dele een horizontale doorsnede van de gespsluiting van fig. 1; fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III- III van fig. 2;
25 fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV
van fig. 2;
fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V
van fig. 2; fig. 6 is een verticale doorsnede van een vei-30 ligheidsinrichting voor een autoportierslot, waarbij van dit portierslot alleen de vergrendelingsschuifpen is getekend; en fig. 7 is een doorsnede volgens de lijn VII- VII van fig. 6.
De in de fig. 1-5 afgeheelde gespsluiting 35 voor een veiligheidsgordel heeft een plat huis 1 met een daarop vastgeschroefd deksel 2, welk huis vastzit aan een draagplaat 3, die met een lipdeel 4 buiten het huis uitsteekt en daarin een bevestigingsgat 5 voor de gesp heeft. Aan het van het lipdeel 4 afgekeerde einde heeft het huis een 40 kopwand 6, die tussen zijn onderrand en de huisbodem een in- 8000322 - 4 - steeksleuf 7 voor een platte gesptong 8 vrijlaat, die aan de achterzijde een sleufgat 9 voor de bevestiging van de niet-getekende gordel en aan zijn voorste insteekeinde een grendelopening 10 heeft.
5 In het huis 1 is een raamgestel vastgezet bestaande uit platte langsstaven 11 (fig. 2), die behalve door de kopwand 6 tevens nog door dwarswanden 12 en 13 stijf zijn verbonden. In scharnieropeningen 14 van de langsstaven 11 is een grendellichaam 15 draaibaar ondersteund, welk gren-10 dellichaam 15 een door de insteeksleuf 7 achterwaarts uit-• stekende geleidingstong 16 voor de gesptong 8, aan de onder zijde een omlaagstekende, in de grendelopening 10 van de gesptong 8 passende grendelnok 17 en aan de bovenzijde een haakvormig deel 18 heeft. Op het grendellichaam 15 werkt een 15 aan de ene langsstaaf 11 bevestigde bladveer 19, die het grendellichaam in de sluitstand gedrukt houdt, waarin de grendelnok 17 met zijn voorrand tegen de bodem van het huis 1 aanligt. Aldus is een gespsluiting met snapwerking gevormd, doordat de gesptong 8 bij het insteken in de insteeksleuf 7 tus-20 sen de geleidingstong 16 van het grendellichaam 15 en de huisbodem en vervolgens ook onder een pen 20 geleiding vindt en daarbij de nok 17 tegen de bladveer 19 in omhoog drukt tot deze in de grendelopening 10 van de gesptong kan vallen en achter de voorrand van deze opening 10 grijpt (fig. 3 en 5).
25 Voor het met de hand lichten van het grendellichaam 15 dient een scharnierend om een scharnierpen 21 in een opening in de dwarswand 13 ondersteunde hefboom 22, die met één einde onder het haakvormige deellSvanhet grendellichaam 15 grijpt. Achter een in het deksel 2 uitgesneden rechthoekige opening 23 30 ligt een vingerdrukplaat 24, die enerzijds door een scharnierpen 25 draaibaar aan het deksel 2 vastzit en bij zijn tegenoverliggende rand een omlaagstekend vorkvormig drukstuk 26 draagt, dat om het betrokken uiteinde van de hefboom 22 grijpt. Tussen de bodem van het huis 1 en de vingerdrukplaat 35 24 is een drukveer 27 (fig. 3) geplaatst, die deze plaat tegen de onderzijde van het deksel 2 aangedrukt houdt.
Door een druk met de vinger op de plaat 24 tegen de werking van de veer 27 in kan aldus via het drukstuk 26 de hefboom 22 worden verdraaid naar een stand, waarin deze 40 hefboom door middel van het haakvormige deel 18 het grendel- 8000322 - 5 - lichaam 15 naar de ontgrendelde, de gesptong 8 vrijgevende stand zwenkt.
De hiervoor beschreven onderdelen van de gesp-sluiting zijn van voor dergelijke sluitingen conventionele 5 uitvoering.
Volgens de uitvinding is nu in het gesphuis 1 een veiligheidsinrichting ondergebracht, die ervoor zorgt, dat het grendellichaam 15 automatisch de gesptong 8 ontgrendelt als het gesphuis aan de inwerking van water of een hoge tempe-10 ratuur wordt blootgesteld.
Aan de achterzijde van het gesphuis 1 is een kamer 28' gevormd, die aan de buitenzijde door een de achterwand van het huis 1 vormende losneembare en door een schroef 29 vastgezette, van gaten 30 voorziene achterplaat 29 15 en aan de binnenzijde door een L-vormige schuif 31 wordt begrensd, welke schuif 31 door tussen de langsstaven 11 aangebrachte dwarse geleidingspennen 32 wordt geleid. In de kamer 28 is een cilindrisch zwellichaam 33 van een geschikte cel-stof geplaatst, die met geringe speling tussen de wand 29 en 20 de schuif 31 opgesloten ligt en desgewenst, zoals getekend, nog door een veer 34 enigszins vastgeklemd kan worden gehouden.
Bij verwijdering van de achterplaat 29 is de kamer 28 toegankelijk voor het inplaatsen van het zwellichaam 33.
In passende gaten in de dwarswanden 12 en 13 25 is een ontgrendelstang 35 verschuifbaar geleid, die in de in de fig. 2 en 3 getekende teruggetrokken ruststand met zijn afgeschuinde vooreinde 36 met kleine speling onder de rand van het haakvormige deel 18 van het slotgrendellichaam 15 grijpt. Om de stang 35 is een schroefveer 37 geplaatst, die 30 enerzijds tegen de dwarswand 12 en anderzijds tegen een op de stang 35 vastgezette bus 57 steunt en dus tracht de stang 35 naar voren te drukken. Aan het achtereinde van de stang 35 zit een plaat 38 vast, die wordt geleid tussen een bovenste, door steunen 39 gedragen leirol 40 en twee onderste leirollen 35 of -pennen 41 en 42, die in de langsstaven 11 zijn ondersteund. De leipen 42 vormt tevens de scharnierpen voor een twee-armige draaiende grendelpal 43, waarvan de bovenste, gebogen arm in een opening 44 van de plaat 38 steekt en waarvan de onderste arm tegen de schuif 31 drukt. De grendelpal 43 40 verhindert aldus, dat de ontgrendelstang 35 door de werking 8000322 * \ - 6 - van de veer 37 naar voren kan schuiven, waarbij de ontgrendel-pal onder de werking van de veerdruk de schuif 31 in zijn achterste stand houdt, waarin deze tegen de voorste geleidings-pen 32 stuit. Als echter de gespsluiting onder water komt te 5 liggen en dit water door de openingen 30 tot de kamer 28 kan doordringen, zal het zwellichaam 33 snel opzwellen en door zijn uitzetting de schuif 31 naar voren drukken, waardoor de pal 43 uit de opening 44 wordt weggedraaid en dus de ontgrendelstang 35 wordt vrijgegeven. Hierdoor kan de veer 10 37 de stang 35 naar voren drukken en kan dezestang met zijn uit- einde het grendellichaam 15 lichten, zodat de gespsluiting wordt geopend.
In het huisdeksel 2 is nog een door een losneembare sluitplaat 45 afgedekte toegangsopening 46 aange-15 bracht, die het mogelijk maakt om na het aanspreken van de ontgrendelstang 35 deze naar zijn uitgangsstand terug te schuiven en met behulp van een geschikt werktuig de grendel-pal 43 weer in de grendelstand te plaatsen.
De in het gesphuis 1 ondergebrachte veilig-20 heidsinrichting omvat voorts een bi-metaalelement 47 (fig. 4), dat met zijn einden in een houder 48 ingespannen is, welke houder door schroeven 49 tegen de buitenzijde van êên van de langsstaven 11 is vastgezet, zodat de houder en het bi-metaal in de ruimte tussen de langsstaaf 11 en de naast-25 liggende huiszijwand opgenomen liggen. Tegen de staaf 11 zijn voorts twee moeren 50 vastgelast, waarin tegen de uiteinden van de houder drukkende stelschroeven 51 zijn geschroefd, die het mogelijk maken om door een lichte verbuiging van de langwerpige houder 48 de inrichting nauwkeurig af te stellen.
30 Het bi-metaalelement 47 draagt in het midden een omlaag-stekende grendelpal in de vorm van een pen 52. Onder het bi-metaalelement 47 loopt een tweede ontgrendelstang 53, die in gaten in voorbij de langsstaaf 11 uitstekende einden van de dwarswanden 12 en 13 verschuifbaar is geleid en met een 35 afgeschuind uiteinde 54 met enige speling onder een door de scharnieropening 14 van de langsstaaf 11 uitstekend steun-deel 55 van het grendellichaam 15 grijpt. In fig. 4 is te zien, dat deze opening 14 zo is gevormd, dat het steundeel 55 daarin een scharnierbeweging kan uitvoeren. Om de ontgrendel-40 stang 53 is een schroefveer 56 geplaatst, die tussen de dwars- 8000322 > «.
- 7 - wand 13 en een op de stang 53 vastgezette bus 58 opgesloten ligt en daardoor de stang 53 naar voren tracht te drukken. In de getekende ruststand is de ontgrendelstang 53 echter vergrendeld, doordat de grendelpen 52 in een dwarsboring 59 van de 5 stang 53 steekt.
Het bi-metaalelement 47 is zo uitgevoerd, dat bij verwarming dit element in het midden naar omhoog doorbuigt en daarbij de grendelpen 52 uit het gat 59 van de ontgrendel-stang 53 trekt, zodanig, dat bij een bepaalde sterk ver-10 hoogde kritische omgevingstemperatuur de pen 52 de ontgren-delstang 53 vrijgeeft, zodat de veer 56 deze stang met zijn uiteinde 54 onder het deel 55 van het grendellichaam 15 kan drukken voor het ontgrendelen van de gespsluiting. In de langs het bi-metaal 47 lopende zijwand van het huis 1 15 zijn ventilatiegaten 60 aangebracht (fig. 1).
De in de fig. 6 en 7 als geheel door 61 aangeduide veiligheidsinrichting dient voor het ontgrendelen van een deurslot van een autoportier in geval van een calamiteit. Het deurslot kan daarbij van conventionele uit-20 voering zijn en is van het type, dat aan de buitenzijde met een sleutel afsluitbaar is ter vergrendeling van de normale, voor de bediening van de dagschoot van het slot dienende handkruk of dergelijke, waarbij het slot aan de binnenzijde van het portier een van een handknop voorziene 25 schuifpen heeft, waarmee het slot vanaf deze zijde vergrendeld en ontgrendeld kan worden. In de fig. 6 en 7 is het slot zelf niet getekend, daar dit onveranderd kan blijven en elke geschikte uitvoering kan hebben. Wel is de hiervoor genoemde schuifpen 62 met handknop 63 aangeduid, die over een hefboom 30 64 met het portierslot is verbonden, zodanig, dat in de met volle lijnen getekende neergedrukte stand van de knop 62 het slot is vergrendeld tegen bediening vanaf de buitenzijde, terwijl in de gestippeld getekende omhooggetrokken stand van de knop deze vergrendeling is opgeheven. Het slot 35 met de hefboom 64 en de schuifpen 62 zijn op de gebruikelijke wijze in het portier ondergebracht, waarbij de knop 63 door een opening in de vensteropeningsrand 65 van het portier heensteekt.
De inrichting 61 vormt een afzonderlijk 40 onderdeel, dat onder de schuifpen 62 op geschikte, niet nader 8000322 - 8 - aangegeven wijze in het portier kan worden gemonteerd en derhalve desgewenst ook in een reeds bestaand portier kan worden ingebouwd.
De inrichting 61 heeft een huis 66 met deksel 5 67 en een in het huis geplaatst gestel bestaande uit zij- platen 68 en een stijf daarmee verbonden dwarswand 69.
De veiligheidsinrichting 61 is voor wat betreft zijn werking bij onderdompeling in water analoog uitgevoerd aan de inrichting beschreven aan de hand van de fig.
10 2 en 3, waarbij in de fig. 6 en 7 gelijke onderdelen met de zelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid als in de fig. 2 en 3. De inrichting 61 heeft weer een in een kamer 28. ondergebracht zwellichaam 33, welke kamer in dit geval door een in het deksel 67 aangebracht en over enige afstand naar 15 binnen stekend toegangsluik 70 toegankelijk is, terwijl voorts in de huiswand aangebrachte gaten 30 in de kamer 28 uitmonden. Het zwellichaam werkt op de op pennen 32 geleide schuif 31, waartegen de ene arm van de twee-armige, scharnierend gelegerde grendelpal 43 steunt, die anderzijds 20 in de opening 44 van de tussen de pennen 42 en 40 geleide plaat 38 grijpt, welke aan het achtereinde van de ontgren-delstang 35 vastzit. Deze stang 35 is in dit geval door passende openingen in de dwarswand 69 en de bovenwand van het huis 66 axiaal verschuifbaar geleid en staat onder de druk-25 werking van de schroefveer 37, die tussen de dwarswand 69 en de op de stang 35 vastgezette bus 57 opgesloten ligt.
Het uiteinde van de ontgrendelstang 35 steekt in dit geval uit het huis 66 naar buiten en draagt een daarop vastgezette stootkop 71, die in de getekende ruststand van de ont-30 grendelstang 35 met kleine speling onder het ondereinde van de slotschuifpen 62 resp. de scharnierend daaraan vastzittende hefboom 64 ligt. Het zal duidelijk zijn, dat als door uitzetting van het zwellichaam 33 de pal 43 de ontgrendelstang 35 vrijgeeft, deze stang onder de werking van de veer 35 37 naar boven schiet en daarbij met zijn kop 71 de slotschuifpen 62 naar de gestippeld getekende ontgrendelstand drijft. Op het naar buiten uitstekende einddeel van de ontgrendelstang 35 is nog een om het huis 66 grijpende druip-kap 72 aangebracht, terwijl op het deksel 67 boven het toe-40 gangsluik 70 een uitstekende druiprand 73 bevestigd is om • 8000322 - 9 - te voorkomen, dat eventueel in de deur naar binnen sijpelend regen- of waswater het zwellichaam 33 kan bereiken.
De veiligheidsinrichting 61 is uitgevoerd i met een temperatuur-gevoelig orgaan, dat in dit geval be-5 staat uit een houder 73, die met een bij verwarming uitzettend medium is gevuld en over een leiding 74 met een tegen de zijkant van het huis 66 gemonteerde membraandoos 75 van op zichzelf bekende uitvoering is verbonden. De houder of voeler 73 kan op een geschikte plaats tegen de binnen-10 wand van het betrokken autoportier worden vastgezet, bij voorkeur achter een door een rooster of dergelijke afgedekte opening in deze portierwand. Het membraan van de membraandoos 75 werkt over een overbrengingsmechanisme 76 op een door de huiswand in het huis naar binnen gevoerde 15 schuifstang 77. Tegen de bodem van het huis 66 is een montage-plaat 78 vastgeschroefd, die opstaande, elk van een gelei-dingsgat voorziene steunen 79 voor de geleiding van de schuifstang 77 en dergelijke steunen 80, 81 voor de geleiding van een ontgrendelstang 82 heeft. Aan de schuifstang 77 zit 20 een grendelpal 83 vast, die met zijn teruggebogen einde in een dwarsgat 84 van de ontgrendelstang 82 steekt en daardoor deze stang in de getekende ruststand vasthoudt. Op de ontgrendelstang 82 werkt weer een schroefveer 85, die tussen de steun 81 en een op de stang 82 vastgezette bus 25 86 opgesloten ligt en die de stang 82 omhoog tracht te drukken. Aan het ondereinde van de ontgrendelstang 82 is een beugel 87 vastgezet, die in de getekende ruststand met enige speling om het naar de schuif 31 toegekeerde einde van de grendelpal 43 grijpt .Op de moiitageplaat 78 is nog 30 een aanslagrand 88 gevormd, die de opwaartse beweging van de ontgrendelstang 82 begrensd.
Als bijvoorbeeld bij een optredende autobrand het medium in de houder 73 door verwarming uitzet zal het membraan van de membraandoos 75 de schuifstang 77 naar binnen 35 drukken, zodanig, dat bij een bepaalde, vooraf gekozen kritische temperatuur van het medium de grendelpal 83 door de schuifstang 77 uit het gat 84 van de ontgrendelstang 82 wordt gedrukt. Hierdoor wordt de ontgrendelstang 82 door de veer 85 omhooggedrukt, waarbij de beugel 87 de scharnierende 8000322 - 10 - grendelpal 43 meeneemt, zodat ook de ontgrendelstang 35 wordt vrijgegeven en dus als boven beschreven de grendelschuifpen 62 van het deurslot naar de ontgrendelde stand omhooggedrukt wordt.
5 Ofschoon de beschreven veiligheidsinrichting voor het ontgrendelen of openen van een slot zich in het bijzonder leent voor toepassing in combinatie met een gesp-sluiting voor een veiligheidsriem of het slot van een autoportier, zijn ook andere gunstige toepassingen denkbaar.
10 Bijvoorbeeld kan de veiligheidsinrichting ondergebracht worden in de gespsluiting tussen het harnas van een parachute en de parachutelijnen, zodat deze sluiting zich automatisch opent als de parachutist in het water terecht komt. Een tem-peratuur-gevoelig orgaan is in dat geval niet noodzakelijk.
15 Dit laatste is weer wel het geval bij toepassing van de beschreven veiligheidsinrichting in combinatie met een aan de binnenzijde door een grendel of dergelijke afsluitbaar deurslot van bijvoorbeeld een deur van een hotelkamer, zodat bij brand deze vergrendeling automatisch wordt opgeheven. Bij 20 deze laatste toepassing kan in het algemeen het zwellichaam achterwege blijven.
8000322

Claims (15)

1. Slot met een tussen een grendelstand en een vrijgeefstand verplaatsbaar vergrendelingsorgaan, met het kenmerk, dat het slot is voorzien van een vei-ligheidsinrichting voor het automatisch ontgrendelen van 5 het vergrendelingsorgaan bij een kritische verandering van een bepaalde omgevingstoestand, welke veiligheidsinrichting ten minste één op de betrokken toestandsverandering aansprekend voelorgaan (33, 47; 73) bevat en van een ontgrendelings-element (35, 53; 82) is voorzien, dat onder de werking van 10 een veer (37, 56; 85) beweegbaar is van een teruggetrokken ruststand, waarin dit element het vergrendelingsorgaan van het slot niet beïnvloedt, naar een werkstand, waarin dit element het vergrendelingsorgaan naar de vrijgeefstand verplaatst, waarbij het ontgrendelingselement door een met 15 het voelorgaan samenwerkende grendelpal (43, 52? 83) in de ruststand wordt vastgehouden, welke grendelpal bij het aanspreken van het voelorgaan op een toestandsverandering wordt bediend en dan het ontgrendelingselement vrijgeeft.
2. Slot volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat het voelorgaan bestaat uit een vloeistof-absorberend zwellichaam (33), dat bij zijn opzwelling door vloeistofabsorptie de grendelpal (43) naar de vrijgeefstand drukt.
3. Slot volgens conclusie 2, met het 25 kenmerk, dat het zwellichaam (33) opgesloten ligt in een aan één zijde door een schuif (31) begrensde kamer (28), welke schuif op de grendelpal (43) aangrijpt.
4. Slot volgens conclusie 3, met het k e n m e r k, dat de grendelpal (43) draaibaar is gelegerd 30 en twee-armig is, waarbij de ene palarm achter een aanslagrand (44) van het ontgrendelingselement (35) grijpt terwijl de andere palarm de schuif (31) aangrijpt en onder de kracht van de op het vergrendelingselement aangrijpende veer (37) de schuif naar een door een aanslag (32) bepaalde binnenste 35 ruststand gedrukt houdt, zodanig, dat het zwellichaam bij zijn uitzetting onder tussenkomst van de schuif de grendelpal tegen de werking van de veer in kan verdraaien tot deze 8000322 - 12 - pal van de aanslagrand van het ontgrendelingselement afvalt.
5. Slot volgens ëën der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ontgrendelingselement bestaat uit een in zijn langsrichting verschuifbaar 5 geleide ontgrendelstang (35; 82), die met zijn vooreinde op het slotvergrendelingsorgaan of een daarmee samenwerkend onderdeel kan inwerken en die aan zijn achterzijde een opening (44, 59; 84) heeft, waarin de grendelpal grijpt.
6. Slot volgens ëën der voorafgaande con-10 clusies, met het kenmerk, dat als voelorgaan een tèmperatuur-gevoelig orgaan (47; 73) aanwezig is, dat op een sterk verhoogde kritische omgevingstemperatuur aanspreekt voor de bediening van de grendelpal (52; 83).
7. Slot volgens ëën der conclusies 2-5, 15 met het kenmerk, dat het slot een gespsluiting met snapwerking is, in het bijzonder voor een veiligheidsgordel voor automobielen of dergelijke, en dat de veiligheids-inrichting met het als een zwellichaam (33) uitgevoerde voelorgaan in het gesphuis (1) is ondergebracht.
8. Slot volgens conclusie 7, waarbij de gesp sluiting als vergrendelingsorgaan een scharnierend in het gesphuis gelegerd en door een veer naar de sluitstand gedrukt grendellichaam heeft, dat in een opening van een door een in-steeksleuf in het gesphuis steekbare gesptong kan grijpen en 25 dat voor zijn ontgrendeling door een met een handknop be-dienbare grendellichtstang uit deze tongopening kan worden gelicht, met het kenmerk, dat het ontgrendelingselement resp. de verschuifbaar in het gesphuis (1) geleide ontgrendelstang (35) met zijn uiteinde onder een 30 rand van het grendellichaam (15) van de gespsluiting kan grijpen voor het lichten daarvan
9. Slot volgens conclusie 6 en 7 of 8, met het kenmerk, dat de veiligheidsinrichting naast het zwellichaam (33) tevens als tweede voelorgaan een tempe-35 ratuur-gevoelig orgaan bevat, bestaande uit een in het gesphuis (1) ondergebracht bi-metaalelement (47), dat een grendelpal (52) voor een afzonderlijke, onder veerdruk in het gesphuis verschuifbaar geleide ontgrendelstang (53) voor het grendellichaam (15) van de gespsluiting bedient. 8000322 > i - 13 -
10. Slot volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het slot een deurslot, in het bijzonder voor een autoportier, is van het type, dat aan één zijde met een sleutel afsluitbaar is en aan de 5 andere zijde een bedieningsorgaan, zoals een van een hand-knop (63) voorziene schuifpen (62) heeft, waarmee het slot vanaf deze zijde vergrendeld en ontgrendeld kan worden, waarbij het onder veerdruk staande ontgrendelingselement (35) van de veiligheidsinrichting (61) bij het aanspreken 10 van deze inrichting de schuifpen van het deurslot bedient als deze pen in de slotvergrendelingsstand staat.
11. Slot volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de veiligheidsinrichting (61) in een afzonderlijk huis (66) is ondergebracht en het ontgrende- 15 lingselement bestaat uit een uit dit huis naar buiten stekende stootstang (35), waarvan de kop (71) tegenover het van de bedieningsknop (73) afgekeerde einde van het be-dieningsorgaan resp. de slotschuifpen (62) ligt voor de bediening daarvan.
12. Slot volgens conclusie 6 en 11, met het kenmerk, dat de veiligheidsinrichting (61) behalve een zwellichaam (33) tevens een temperatuur-gevoelig orgaan (73) voor de ontgrendeling van de stootstang (35) heeft.
13. Slot volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het temperatuur-gevoelige orgaan bestaat uit een houder (73), die met een bij verwarming uitzettend medium is gevuld en over een leiding (74) met een aan het huis (66) van de veiligheidsinrichting (61) bevestigde 30 membraandoos (75) is verbonden, waarbij de membraan van deze doos met de betrokken grendelpal (83) is gekoppeld.
14. Slot volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het aan het temperatuur-gevoelige orgaan toegevoegde ontgrendelingselement (82) bij het aan- 35 spreken daarvan op de door het zwellichaam (33) bediende grendelpal (43) van de stootstang (35) werkt.
15. Losse veiligheidsinrichting voor een deurslot van een autoportier volgens ëén der conclusies 10-14. 8000322
NL8000322A 1980-01-18 1980-01-18 Slot. NL8000322A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8000322A NL8000322A (nl) 1980-01-18 1980-01-18 Slot.
AT81200059T ATE8367T1 (de) 1980-01-18 1981-01-16 Schloss.
EP19810200059 EP0032773B1 (en) 1980-01-18 1981-01-16 A lock
DE8181200059T DE3164630D1 (en) 1980-01-18 1981-01-16 A lock
US06/226,534 US4441236A (en) 1980-01-18 1981-01-19 Safety lock
JP627581A JPS56108475A (en) 1980-01-18 1981-01-19 Lock

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8000322 1980-01-18
NL8000322A NL8000322A (nl) 1980-01-18 1980-01-18 Slot.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000322A true NL8000322A (nl) 1981-08-17

Family

ID=19834698

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000322A NL8000322A (nl) 1980-01-18 1980-01-18 Slot.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4441236A (nl)
EP (1) EP0032773B1 (nl)
JP (1) JPS56108475A (nl)
AT (1) ATE8367T1 (nl)
DE (1) DE3164630D1 (nl)
NL (1) NL8000322A (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4526934A (en) * 1982-03-19 1985-07-02 Bridgestone Tire Company Limited Branched styrene-butadiene copolymers and pneumatic tires using the same
US4555831A (en) * 1982-05-07 1985-12-03 Uwe Otzen Catch for safety belts of air, water, and land transport means
US4637101A (en) * 1983-01-05 1987-01-20 Fiedler Leslie C Actuator with osmotic pressure actuation
GB8405249D0 (en) * 1984-02-29 1984-04-04 Secr Defence Harness fasteners
US4715096A (en) * 1986-07-10 1987-12-29 Fleming Joseph A Thermally actuated seat belt fastener
AT386992B (de) * 1986-08-08 1988-11-10 Wartecker Otto Zusatzvorrichtung fuer kraftfahrzeugsicherheitsgurte
KR900001050Y1 (ko) * 1987-05-29 1990-02-15 강충석 시동스위치를 형성한 자동차안전 밸트의 버클
US4815177A (en) * 1988-02-09 1989-03-28 Mackew James Automatic time-delayed release buckle
IT1240910B (it) * 1990-03-13 1993-12-23 Andrea Garboli Dispositivo elettro-meccanico azionato da una centralina elettronica per lo sganciamento automatico, oltre che manuale, delle cinture di sicurezza installate sugli automezzi
US5484176A (en) * 1994-05-20 1996-01-16 Motus, Inc. Latch mechanism
DE29510590U1 (de) * 1995-06-29 1996-11-07 Trw Repa Gmbh Verschluß für Sicherheitsgurte in Fahrzeugen
JP3730807B2 (ja) * 1999-05-21 2006-01-05 アルプス電気株式会社 水没検知パワーウインド装置
NL1034480C2 (nl) * 2007-10-05 2009-04-07 Bin Innovations Bv Ontgrendelingsmechanisme.
NL2002161C (nl) * 2008-10-31 2010-05-04 Bin Innovations Bv Ontgrendelingsmechanisme.
DE202009017667U1 (de) 2009-12-26 2011-05-05 BROSE SCHLIEßSYSTEME GMBH & CO. KG Kraftfahrzeugschlossanordnung
US8631545B2 (en) * 2010-07-15 2014-01-21 Carleton Life Support Systems, Inc. Water activated ejector mechanism for rotary buckle assembly
CN102434040B (zh) * 2011-09-29 2013-08-07 奇瑞汽车股份有限公司 一种锁扣开启配重装置
US9084452B2 (en) 2012-08-06 2015-07-21 Carleton Technologies, Inc. Water activated restraint release system
US9611675B2 (en) 2014-05-23 2017-04-04 Brose Schliesssysteme Gmbh & Co. Kg Motor vehicle door lock arrangement
CN103921756B (zh) * 2014-04-20 2016-04-20 张卫 落水自动开启式安全带锁座
EP2980341B1 (en) * 2014-07-31 2019-11-06 Brose Schliesssysteme GmbH & Co. KG Motor vehicle door lock arrangement
CN107594771A (zh) * 2017-09-15 2018-01-19 无锡市湖昌机械制造有限公司 带点火器的汽车安全带插片
DE102021123442A1 (de) 2021-09-10 2023-03-16 Kiekert Aktiengesellschaft Kunststoffgehäuse für automobile Anwendungen

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL47301C (nl) * 1900-01-01
FR663225A (fr) * 1927-10-31 1929-08-19 Dispositif de déverrouillage des fermetures de portes et de fenêtres en cas de danger, en particulier en cas d'explosions
GB515950A (en) * 1938-06-15 1939-12-19 Alfred Charles Hall Armstrong Improvements in or relating to emergency exit arrangements for vehicle and aircraft bodies
US3146027A (en) * 1962-07-20 1964-08-25 Ragnar W Winberg Automobile seat belt delayed action release
FR1547367A (fr) * 1965-11-15 1968-11-29 Boucle de sécurité pour ceintures
FR1554574A (nl) * 1966-02-19 1969-01-24
FR1565373A (nl) * 1967-11-23 1969-05-02
US3675281A (en) * 1970-04-16 1972-07-11 Allied Chem Seat belt buckle assembly
FR2244424B1 (nl) * 1973-09-21 1977-08-19 Barbe Guy
FR2264691A1 (en) * 1974-03-20 1975-10-17 Caradec Alain Safety release device for safety belt - has attachment plates secured by blocks disintegrating due to heat or water
FR2315878A2 (fr) * 1974-12-18 1977-01-28 Lasserre Athanase Ceinture de securite a double ouverture par bras mobile automatiquement dans la main en position de fermeture
FR2317947A1 (fr) * 1975-07-17 1977-02-11 Bouju Michel Dispositif de surete pour ceinture de securite
FR2366030A1 (fr) * 1976-09-30 1978-04-28 Merli Gian Franco Debouclage automatique des ceintures de securite a commande electronique
CH618094A5 (en) * 1976-11-12 1980-07-15 Erich Heinzmann Device for releasing a connection between two parts
DE2653124A1 (de) * 1976-11-23 1978-05-24 Porsche Ag Sicherheitsgurt fuer kraftfahrzeuge

Also Published As

Publication number Publication date
JPS56108475A (en) 1981-08-28
ATE8367T1 (de) 1984-07-15
EP0032773B1 (en) 1984-07-11
EP0032773A1 (en) 1981-07-29
US4441236A (en) 1984-04-10
DE3164630D1 (en) 1984-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000322A (nl) Slot.
US5063764A (en) Roll-up door lock
US5603535A (en) Slam latch
CA2296252C (en) Emergency exit system
US5005885A (en) Apparatus for operating linkage or car door by pivotal lever
US5787643A (en) Window with latch assembly
US3466805A (en) Breakaway for a sliding closure
ATE247211T1 (de) Verriegelungseinrichtung
US7269984B2 (en) Ratcheting pawl latch
GB1561248A (en) Safety device for doors
US4452011A (en) Grill-type window gate apparatus
KR20120074301A (ko) 로크장치 및 그것을 이용한 문
US4648638A (en) Sliding door lock assembly
US1707694A (en) Locking bolt for doors
JP2001233201A (ja) 非常脱出ドア装置
GB2275733A (en) Door handle assembly with releasable keep
US4822084A (en) Sliding door lock assembly
US5020834A (en) Window gate construction
US2958215A (en) Safety lock
US4111472A (en) Tamper-proof emergency exit window grate
GB2037361A (en) Security Container
LTIP1564A (en) Device for shuting and opening doors
KR200386711Y1 (ko) 창문용 잠금장치
US3612588A (en) Automobile door lock
EP0474778B1 (en) A door holding device

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed