NL8000242A - Voertuigtransmissie. - Google Patents

Description

-1- N.O. 28.569 ‘ ·»

Voertuigtransmissie.

De uitvinding heeft betrekking op een voertuigtransmissie welke ervoor ingericht is om de aandrijving van de motor van het voertuig door te leiden naar zijn aandrijvende wielen via een continu variabele inrichting voor het sturen van de snelheid, in het vervolg versnel-5 lingsbak genoemd.

Een bekend type voertuigtransmissie met een automatische versnellingsbak omvat een aandrijvende as, welke aan één einde verbonden kan worden met de motor van het voertuig om daardoor te worden aangedreven. Verder een holle hoofdas welke coaxiaal de aandrijvende as om-10 geeft, een omkeerinrichting welke gezien in de vermogensstroom geplaatst is tussen de hoofdas en het van de motor verwijderde einde van de aandrijvende as, waarbij de omkeerinrichting op afstand be-dienbaar is om één uit drie bedrijfsstanden te kiezen waarbij de hoofdas respectievelijk ervoor ingericht is om in dezelfde richting 15 te draaien als de aandrijvende as, om te draaien in tegengestelde richting als de aandrijvende as en om uitgeschakeld te zijn van de aandrijvende as, een aangedreven as welke zich evenwijdig uitstrekt aan de hoofdas, een continu variabele eenheid voor de regeling van de snelheid met inbegrip van een aandrijvende snaarschijf gemonteerd 20 op de hoofdas, een aangedreven snaarschijf gemonteerd op de aangedreven as en een V-snaar welke geslagen is om de beide snaarschijven, waarbij welke snaarschijf bestat uit twee naar elkaar toegekeerde kegelvormige schijven, waarvan de ene één geheel vormt met de bijbehorende as en de andere axiaal verschuifbaar is langs die as om een 25 radiale verplaatsing van de V-snaar te bewerkstelligen, één reduc-tietandwielkast welke aandrijvend verbonden is met de aangedreven as, en ten slotte een differentieel tandwieloverbrenging vanaf de reductiekast en voorzien van twee uitgaande assen, welke aandrijvend verbonden kunnen zijn met de halve assen van de aandrijvende wielen 50 van het voertuig.

Bij bekende transmissiesystemen van dit type, zijn de onderdelen verdeeld tussen ten minste drie evenwijdige assen welke het systeem nogal omslachtig en omvangrijk maken.

De uitvinding beoogt nu een transmissiesysteem te verschaffen 55 van het voorgaande type met compactere afmetingen.

Teneinde dit oogmerk te bereiken, verschaft de uitvinding een transmissiesysteem van het bovengenoemd type, waarbij de aandrijvende as hol is en de reductie tandwielkast van het epicyclisch type is en 8000242

Hi 1r -2- coaxiaal geplaatst is nabij het differentieel, dat eveneens van epi-cyclische vorm is, en waarbij de reductiekast voorzien is van een holle ingaande as welke coaxiaal is met de aangedreven as en in aandrijvende verbinding daarmee staat, terwijl de differentiaalkast twee 5 draaibare uitgaande assen omvat, welke coaxiaal zijn met de aangedre- i s ven as en er vast aan bevestigd^om te draaien met respectievelijk één van de uitgaande assen van het differentieel, waarbij één van deze uitgaande assen zich uitstrekt door zowel de holle ingaande as van de reductiekast alsook genoemde holle aangedreven as om verbonden 10 te zijn met de bijbehorende halve as van het aandrijvende wiel.

Het zal duidelijk zijn, dat al de componenten van het transmissiesysteem verdeeld zijn tussen slechts twee evenwijdige assen welke het systeem veel compacter maken dan bekende systemen van hetzelfde type zijn.

15 Een voertuigtransmissiesysteem volgens de uitvinding zal nu meer in het bijzonder beschreven worden als voorbeeld onder verwijzing naar de bijbevoegde schematische tekeningen.

Fig. 1 toont een gedeeltelijk doorgesneden schematisch aanzicht van het transmissiesysteem volgens de uitvinding.

20 Fig. 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1 op vergrote schaal.

Pig. 3 toont een doorsnede over de lijn III-III van fig. 1.

Zoals weergegeven in de afbeeldingen, omvat het transmissiesysteem een dragende constructie 10 in de vorm van een huis waarin 25 een aandrijvende as 12 draaibaar gemonteerd is. Een einde 12a van de aandrijvende as 12 kan gekoppeld worden met de krukas 14 van de niet weergegeven motor van het voertuig met behulp van een hydraulische koppeling 16 van bekend type, waarbij de turbine ervan draaivast verbonden is met het einde 12a van de aandrijvende as 12. Op het andere 30 einde 12b van de aandrijvende as 12 is met behulp van langsvertan-ding een zonnewiel 22 bevestigd, dat deel uitmaakt van een epicy-clische omkeereenheid 23 van bekend type. De omkeereenheid 23, meer in detail afgebeeld in fig. 2, omvat drie planeetwielen 24 welke met gelijke hoekafstanden rondom het zonnewiel 22 aangebracht zijn en 35 daarmee in ingrijping zijn, terwijl de drie planeetwielen 26 elk in ingrijping zijn met een respectievelijk planeetwiel 24 en met een ringwiel 27, dat coaxiaal het zonnewiel 22 omgeeft. De planeetwielen 24 en 26 worden draaibaar ondersteund op een tandwieldrager 28 welke vast bevestigd is op een holle hoofdas 30 welke draaibaar en coaxiaal 40 gemonteerd is op de aandrijvende as 12. Verbonden met het kroonwiel 8000242 ' -5- Ή 27 zijn een frictiekoppeling 52 en een rem 54» beide van bekend type, terwijl elk van beide hydraulisch bediend kan worden via een niet weergegeven hydraulisch circuit. De wrijvingskoppeling 52 dient voor het - koppelen van het ringwiel 27 voor rotatie met de planeetdrager 28.

5 De rem 54 kan zodanig bediend worden, dat hij het ringwiel 27 blokkeert ten opzichte van het vaste huis 10.

De omkeereenheid 25 kan elk van drie bedrijfstoestanden aannemen, zoals gekozen wordt op afstand. In een eerste bedrijfsstand wordt de wrijvingskoppeling 52 bekrachtigd om het ringwiel 27 vast te koppelen 10 voor rotatie met de planeetdrager 28. In deze situatie draaien het ringwiel 27, de planeetdrager 28 en de holle hoofdas 30 in dezelfde draairichting als de aandrijvende as 12.

In de tweede bedrijfsstand van de omkeereenheid 23» blokkeert de rem 24 het ringwiel 27 zodat het vast bevestigd is aan het huis 15 10. In deze situatie draaien de planeetdrager 28 en zodoende de hoofdas 36 in een richting tegengesteld aan de draairichting van de aandrijvende as 12.

In de derde bedrijfsstand van de eenheid 23» zijn zowel wrij-vingskoppeling 33 als de rem 34 vrij, zodat rotatie van de aandrijven-20 as 12 zonder invloed is op de rotatie van de planeetdrager 28 en zodoende op de hoofdas 30.

Een aandrijvende snaarschijf 36 is via een langsvertanding gekoppeld op de hoofdas 30 en bestaat uit twee naar elkaar toe gekende kegelvormige schijven 36a en 36b. De kegelvormige schijf 36a is 25 vast verbonden aan de hoofdas 30 terwijl de kegelvormige schijf 36b axiaal kan glijden langs de as 30. De aandrijvende snaarschijf 36 is ervoor bestemd om de rotatie over te brengen van de as 30 via een Y-snaar 38 op een aangedreven snaarschijf 40, welke met een langsvertanding bevestigd is op een aangedreven as 42 welke zich even-30 wijdig uitstrekt aan de hoofdas 30. Een aangedreven snaarschijf 40 is overeenkomstig aan de aandrijvende snaarschijf 36 en bestaat uit twee naar elkaar toe gekeerde kegelvormige schijven 40a en 40b, waarvan de schijf 40a één stuk vormt met de aangedreven as 42 terwijl de andere schijf 40b axiaal verschuifbaar is langs de as 42.

35 Axiale verplaatsing van de schijven 36b en 40b van de draaischijven 36 respectievelijk 40, wordt hydraulisch bereikt op de gebruikelijke wijze door het regelen van de toestroming van hydraulisch medium naar het inwendige van een kamer -36c respectievelijk van een kamer 40c welke naast de schuivende schijven 36b en 40b van de snaar-40 schijven 36 en 40 zijn gelegen. Deze regeling vindt plaats door mid- 8000242 -4- r del van een niet weergegeven regelaar. Op deze wijze is het mogelijk om de effectieve diameters te variëren van de snaarschijven 36 en 40 en zodoende de overbrengverhouding van de transmissie te wijzigen tussen de hoofdas 30 en de aangedreven as 32. Aldus vormt het 5 geheel bestaande uit de snaarschijven 36 en 40 tezamen met de V-snaar 38 een continu variabele overbrenging waarmee de snelheid bestuurd kan worden.

De aangedreven as 42 is hol en is draaibaar ondersteund door de vaste constructie ofwel het huis 10. Eén einde van de as 42 is verbon-10 den met behulp van een tussengeschakelde buisvormige as 44 aaneen holle as 46 welke coaxiaal geplaatst is ten opzichte van de aangedreven as 42. De holle as 46 vormt de ingaande as van een epicyclische reductieeenheid 48, welke ondergebracht is in een huis 50 dat bevestigd is aan de motor van het voertuig. Het huis 50 bevat verder een 15 epicyclisch differentieel 52, dat coaxiaal geplaatst is ten opzich-t e van de reductieeenheid 48 en dienst doet voor het overbrengen van de draaibeweging van de aangedreven as 42 naar de halve assen van de aandrijvende wielen van het voertuig.

Het einde van de ingaande as 46, verwijderd van de aangedreven 20 as 42, is uitgevoerd als planeetdrager 46a. Deze planeetdrager 46a draagt draaibaar een drietal planeetwielen 58 welke met gelijke hoek- afstanden aangebracht zijn rondom de ingaande as 46. Elk planeet- wiel 58 bestaat uit twee één stuk vormende tandwielen 58a en 58b, θ ©n van welke tandwiel 58a, groter aantal tanden heeft dan het wiel 58b.

25 De vertande wielen 58a zijn in ingrijping met een eerste ringwiel 60 dat één stuk vormt met het huis 50, terwijl de tandwielen 58b in ingrijping zijn met een tweede ringwiel 62, dat kan draaien ten opzichte van het huis 50. Dit ringwiel 62 dient voor het aandrijvend verbinden van de reductieeenheid met de ernaast gelegen differentieel-30 overbrenging 52.

Het differentieel is van het epicyclische 1ype, en heefteen constructie welke overeenkomt met de constructie van de omkeereenheid 23 volgens fig. 2. Het differentieel 52 omvat een zonnewiel 64 en twee drietallen planeetwielen 68,69. De twee drietallen planeetwielen 35 68 en 69 zijn overeenkomstig aan de planeetwielen 24 en 26 welke eerder beschreven zijn met betrekking tot fig. 2, en zijn onderling in ingrijping in paren 68 en 69. Bovendien zijn de planeetwielen 68 in ingrijping met een ringwiel 62 terwijl de planeetwielen 69 in ingrijping zijn met het zonnewiel 64. Het zonnewiel 64 is met een langs-40 vertanding bevestigd aan één einde van een eerste uitgaande as 54 800024! -5- ft

V

welke coaxiaal zich uitstrekt door de ingaande as 46 van de reductie-eenheid 48, de tussenas 44» en de aangedreven as 42. Het einde van de uitgaande as 54 dat verwijderd is van het zonnewiel 60 steekt uit buiten het huis gevormd, door de kast 10 en draagt een radiale flens 54a 5 welke dienst doet voor het verbinden van de as 54 met de halve as van één van de aandrijvende wielen van het voertuig. De planeetdrager 70 is met langsvertanding bevestigd op één einde van een tweede uitgaande as 56» welke coaxiaal zich uitstrekt ten opzichte van de eerste uitgaande as 54 en aanzienlijk korter is dan deze as 54· De tweede 10 uitgaande as 56 steekt uit buiten het huis 50 en is voorzien aan zijn buiteneinde van een radiale flens 56a welke dienst doet om de as 56 te verbinden aan de andere halve as voor het andere aangedreven wiel van het voertuig. In bedrij^^Öe^ differentiëel 52 op de bekende manier om het koppel .te verdelen tussen de uitgaande as 54» aangedre-15 ven door het zonnewiel 64» en de uitgaande as 56, aangedreven door de planeetdrager 70.

Het zal duidelijk zijn uit de voorgaande beschrijving dat het beschreven transmissiesysteem bijzonder compact is en bescheiden afmetingen heeft, terwijl al zijn componenten aangebracht zijn op twee 20 evenwijdige hartlijnen welke overeenkomen met de assen van de snaar-schijven 56 en 40 van de continu variabele overbrenging.

(concludes) 8000242

Claims (4)

1. Transmissie voor voertuig voor het overbrengen van het aandrijvend vermogen van de motor van een voertuig naar zijn aandrijvende wielen, waarbij het systeem bestaat uit een aandrijvende as 5 welke met één einde verbindbaar is met de motor van het aan te drijven voertuig, een holle hoofdas welke coaxiaal de aandrijvende as omgeeft, een omkeerinrichting welke in de verrnogensstroom geplaatst is tussen de hoofdas en het van de motor verwijderde einde van de aandrijvende as, waarbij de omkeerinrichting op afstand bedienbaar 10 is om uit drie bedrijfscondities er één te kiezen waarbij de hoofdas respectievelijk in dezelfde draairichting draait als de aandrijvende as, respectievelijk in tegengestelde richting als de aandrijvende as draait, respectievelijk ontkoppeld is van de aandrijvende as, uit een aangedreven as welke zich evenwijdig uit strekt aan de hoofdas, 15 een continu variabele versnellingsbak of regelinrichting voor de snelheid met een aandrijvende snaarschijf gemonteerd op de hoofdas, een aangedreven snaarschijf gemonteerd op de aangedreven as en een V-snaar welke is geslagen is om de beide snaarschijven, waarbij elke snaarschijf bestaat uit twee naar elkaar toegekeerde kegelvor-20 mige schijven, waarvan de ene vast verbonden is met de bijbehorende as en de andere in axiale richting beweegbaar is langs de bijbehorende as teneinde een radiale verplaatsing van de V-snaar te bereiken, uit een reductietandwielkast welke voor zijn aandrijving verbonden is met de aangedreven as, en uit een differentiëelrandwielkast, welke 25 aangedreven wordt door de reductieeenheid en voorzien is van twee uitgaande assen welke aandrijvend verbindbaar zijn met de twee halve assen van de aandrijvende wielen van het voertuig, met het kenmerk, dat de aangedreven as (42) hol is en dat de reductie-tandwieleenheid (48) van het epicyclisch type is en coaxiaal ge-30 plaatst is aangrenzend aan de differentiaalkast (52) welke eveneens van epicyclisch type is, terwijl de reductiekast (48) voorzien is van een holle ingaande as (46) welke coaxiaal is ten opzichte van de aangedreven as (42) en voor zijn aandrijving daarmee verbonden is, en waarbij de differentiaalkast (52) twee draaibare uitgaande delen (64, 35 70) omvat welke coaxiaal zijn met de aangedreven as (42) en rotatie-vast bevestigd zijn met respectievelijk een van de twee uitgaande assen (54,56), waarbij de ene uitgaande as (54) zich uitstrekt door zowel de holle ingaande as (46) van de reductiekast (48) en de holle aandrijvende as (42) ter verbinding met de bijbehorende halve as 40 van het aandrijvende wiel. 3000242 V. -7-

2. Transmissiesysteem volgens conclusie 1,methetken-m e r k, dat de reductietandwielkast (48) en de differentiaalkast (52) opgenomen zijn in een gemeenschappelijk huis (5), dat ervoor bestemd is om bevestigd te worden aan de motor van het voertuig.

5 J. Transmissie systeem volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de reductietandwielkast (48) een planeetdrager (48a) omvat welke een geheel vormt met de holle ingaande as (48), dat drie planeetwielen (58) draaibaar gemonteerd zijn in die planeetdrager (48a) en op gelijke hoekafstanden geplaatst zijn rondom de ingaande 10 as (46) en dat een ringwiel (60) coaxiaal met de ingaande as (46) en integraal met het huis (50) is aangebracht, waarbij elke planeet (58) bestaat uit een eerste tandwiel (58a) dat in ingrijping is met het ringwiel (60) en een tweede getand wiel (58>) dat haast het eerste tandwiel (58a) geplaatst is en dat een geringer aantal tanden 15 hoeft dan dat tandwiel, dat de twee draaibare uitgaande delen van de differentiaalover-brenging respectievelijk een zonnewiel (64.I omvatten dat met langs-vertanding aangebracht is op de ene uitgaande as (54) en één planeetdrager (70) welke met langs vertanding aangebracht is op de andere 20 uitgaande as, waarbij de differentiaaltandwielkast (52) verder een eerste en een tweede drietal planeetwielen (68, 69) omvat, welke draaibaar gemonteerd zijn in de planeetdrager (70) en zodanig geplaatst zijn dat elk wiel (68) van het eerste drietal in ingrijping is met respectievelijk een van de wielen (69) van het tweede drietal, 25 waarbij het tweede drietal planeetwielen (69) verder in ingrijping is met het zonnewiel (64) van de differentiaalkast en de reductie-kast (48) en de differentiaalkast (52) voor zijn aandrijving doorverbonden is door middel van een gemeenschappelijk ringwiel (62) dat in ingrijping is met zowel de tweede vertande wielen (58b) van de 30 planeetwielen (58) van de reductiekast en met het eerste planeet-wieldrietal (68) van de differentiaalkast (52).

4. Motorvoertuig voorzien van hefc transmissiesysteem volgens een of meer der voorgaande conclusies. 8000242