NL8000070A

NL8000070A - MEMBRANE VALVE.

Info

Publication number: NL8000070A
Application number: NL8000070A
Authority: NL
Original assignee: Saunders Valve Co Ltd
Priority date: 1979-01-24
Filing date: 1980-01-07
Publication date: 1980-07-28
Also published as: ES487933A0; SE8000516L; FR2447504A1; ES8202414A1; DK28180A; ZA8071B; DE3000510A1; AU5490580A; IT1127573B; IT8047663A0; JPS55100475A; NO800162L; BE881246A

Description

— 1 — *- 1 - *

'N'N

N.O. 28.618 \N.O. 28.618 \

MembraanklepMembrane valve

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op regelkleppen voor het regelen van een mediumstroming, eijfaeer in het bijzonder op membraankleppen. Een membraanklep bestaat uit een flexibel membraan, dat in bedrijf door een aandrukorgaan in samenwerking met 5 een zitting wordt gedrukt teneinde een mediumstroming door de klep af te sluiten. Het membraan is door een koppelinrichting met het aandrukorgaan gekoppeld, zodat wanneer het aandrukorgaan weg wordt bewogen van de zitting om de klep te openen voor mediumstroming, het membraan positief weg wordt bewogen van de zitting. Indien het 10 membraan bestaat uit rubber, eventueel met een weefselversterking, moet de koppelinrichting eenvoudig in staat zijn het lichaam van het membraan weg te trekken van de zitting. Indien het membraan bekleed is met PIPE, moet de koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat een zekere vrije slag ontstaat tussen het aandrukorgaan en de bekleding 15 en kan de koppeling bijvoorbeeld bestaan uit een bajonetpen, zoals is weergegeven in het Britse octrooischrift 901.185· In het verleden was ieder type koppelinrichting slechts geschikt voor een bepaald type complementair aandrukorgaan en was het niet mogelijk een membraan met een bepaald type koppelinrichting te gebruiken bij 20 een aandrukorgaan, dat bestemd was voor een ander type koppelinrichting. Dit heeft het nadeel, dat wanneer het gewenst is een met ΡΤΙΈ bekleed membraan te vervangen door een rubber membraan of omgekeerd, het bij een bepaalde klep noodzakeüjk is de klep uit te rusten met een nieuw aandrukorgaan, dat kan semanwerken met het 25 nieuwe type membraan.The present invention relates to control valves for controlling a medium flow, especially on diaphragm valves. A diaphragm valve consists of a flexible diaphragm, which in operation is pressed by a pressure member in conjunction with a seat to shut off a flow of medium through the valve. The diaphragm is coupled to the pressure member by a coupling device so that when the pressure member is moved away from the seat to open the valve for fluid flow, the diaphragm is positively moved away from the seat. If the membrane consists of rubber, optionally with a fabric reinforcement, the coupling device must be able to easily pull the body of the membrane away from the seat. If the membrane is coated with PIPE, the coupling must be designed to provide a certain amount of free play between the presser and the liner 15, and the coupling may, for example, consist of a bayonet pin, as shown in British Patent 901,185 · In the past each type of coupling device was only suitable for a certain type of complementary pressing member and it was not possible to use a membrane with a certain type of coupling device with a pressing member intended for a different type of coupling device. This has the drawback that when it is desired to replace a membrane covered with a rubber membrane or vice versa, it is necessary for a particular valve to equip the valve with a new pressure member, which can work with the new type of membrane. .

Omdat ieder aandrukorgaan uniek is voor het membraan-type, waarvoor het werd gebruikt, moest de kraanfabrikant ook vele verschillende typen aandrukorganen vervaardigen, die kunnen samenwerken met verschillende type membranen. Dit verhoogt de vervaardigings-50 kosten.Since each presser is unique to the membrane type for which it was used, the crane manufacturer also had to manufacture many different types of pressers that can interact with different types of membranes. This increases the manufacturing cost 50.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een membraanklep verschaft, bestaande uit een kleplichaam, dat een klepzitting begrenst, een afsluitmembraan, dat bevestigd is aan het kleplichaam en een aandrukorgaan, dat gekoppeld is met het membraan om het membraan 55 in samenwerking te brengen met de klepzitting teneinde de klep te sluiten voor mediumstroming en weg te bewegen van de klepzitting om de klep te openen voor mediumstroming, waarbij het aandrukorgaan 8000070 - - 2 - gekoppeld kan worden met een ba.jonetfitting, die is aangebracht op een bekleed membraan en met een pen, die uitsteekt vanaf een rubber membraan, welke bajonetfittingen en pennen gekoppeld kunnen worden met bekende aandrukorganen, die ieder niet gekoppeld kunnen 5 worden met zowel de bajonetfitting als de pen.According to the present invention there is provided a diaphragm valve consisting of a valve body that defines a valve seat, a sealing membrane attached to the valve body and a pressure member coupled to the membrane to bring the membrane 55 into engagement with the valve seat close the valve for medium flow and move away from the valve seat to open the valve for medium flow, whereby the presser 8000070 - - 2 - can be coupled to a bayonet fitting mounted on a lined membrane and with a pin, which protrudes from a rubber membrane, which bayonet fittings and pins can be coupled to known pushers, each of which cannot be coupled to both the bayonet fitting and the pin.

Met de uitdrukking "rubber membraan" wordt hier ieder flexibel elastomeer membraan bedoeld van algemene gelijkmatige samenstelling, dat gebruikt wordt bij een membraanklep, onverschillig of het membraan bestaat uit natuurlijke rubber, synthetische rubber 10 of plastisch materiaal en onverschillig of het voorzien is van versterkende materialen. Een bekleed membraan is ieder membraan dat gebruikt wordt bij een membraanklep, welke bestaat uit een lichaamsdeel en een bekledingsdeel van een materiaal, dat verschilt van het lichaamsdeel.. Het bekledingsdeel is in het algemeen poly-15 tetrafluorethyleen (PTEE) maar kan ook ieder ander geschikt materiaal zijn.By the term "rubber membrane" here is meant any flexible elastomeric membrane of generally uniform composition, which is used with a diaphragm valve, regardless of whether the membrane consists of natural rubber, synthetic rubber or plastic material and whether it is provided with reinforcing materials . A coated membrane is any membrane used with a diaphragm valve, which consists of a body part and a coating part of a material different from the body part. The coating part is generally poly-tetrafluoroethylene (PTEE) but can also be any other suitable material.

33e uitvinding maakt een aanzienlijke flexibiliteit mogelijk van membraan/aandrukorgaan-kombinaties. Indien bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm van een klep volgens de uitvinding door de fabri-20 kant wordt geleverd met een membraan, dat bekleed is met PTEE met een koppelinrichting van het bajonettype, kan dit membraan vervangen worden door een bekend type rubber membraan zonder het aandrukor-gaan van de klep te veranderen of te wijzigen.The 33rd invention allows for considerable flexibility of membrane / pusher combinations. For example, if an embodiment of a valve according to the invention is supplied by the manufacturer with a membrane coated with PTEE with a bayonet-type coupling device, this membrane can be replaced by a known type of rubber membrane without the pressure member of the valve.

Het bekende membraan zal natuurlijk passen bij een bekend 25 standaardaandrukorgaan, dat voorzien is van schroefdraad. Verder kunnen voorraden rubber membranen en met PIPE beklede membranen, die in voorraad worden gehouden voor kleppen volgens de uitvinding, gebruikt worden voor bestaande kleppen met aandrukorganen, die bestemd zijn om alleen samen te werken met rubber membranen of met 30 ΡΤ35Έ beklede membranen. 33e uitvinding zorgt ervoor, dat de fabrikant de nieuwe kleppen vervaardigt» slechts gebruik behoeft te maken van één type aandrukorgaan voor beide type membranen en dat de membranen, die als reserveonderdelen voor dit nieuwe aandrukorgaan zijn opgeslagen, gebruikt kunnen worden bij bestaande kleppen. 35 33e uitvinding zal aan de hand van de beschrijving voor in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen nader worden toegelicht.The known membrane will of course fit with a known standard pressure member, which is provided with screw thread. Furthermore, stocks of rubber membranes and PIPE-coated membranes, which are held in stock for valves according to the invention, can be used for existing valves with pressure members, which are intended to cooperate only with rubber membranes or with 30ΡΤ35Έ coated membranes. The invention ensures that the manufacturer manufacturing the new valves need only use one type of pressure member for both types of membranes and that the membranes stored as spare parts for this new pressure member can be used with existing valves. The 33rd invention will be explained in greater detail with reference to the description for embodiments shown in the drawings.

Eig. 1 en 2 tonen gedeeltelijk in doorsnede respektievelijk delen van bekende membranen van rubber of membranen bekleed met · PTEE en hun bijbehorende bekende aandrukorganen; 800 0 0 70 - 3 - /Owner. 1 and 2 show partial cross-sections and parts, respectively, of known rubber membranes or membranes coated with PTEE and their associated known pressure members; 800 0 0 70 - 3 - /

Fig. 3 en 4 tonen respektievelijk een vertikale doorsnede en een onderaanzicht van een uitvoeringsvorm van een aandrukorgaan van een membraanklep volgens de uitvinding; fig. 5 toont een deel van een met PTFE bekleed membraan, dat 5 bestemd is om gebruikt te worden bij het aandrukorgaan volgens fig.Fig. 3 and 4 respectively show a vertical section and a bottom view of an embodiment of a pressure member of a membrane valve according to the invention; Fig. 5 shows a part of a PTFE-coated membrane, which is intended to be used with the pressing member according to Fig. 5.

3 en 4; fig. 6 is een perspektivisch aanzicht, gedeeltelijk weggesneden, van een tweede uitvoeringsvorm van een aandrukorgaan volgens de uitvinding; 10 fig. 7 is een perspektivisch aanzicht van een met PTFE bekleed membraan en van een verloopstuk, bestemd om gebruikt te worden bij het aandrukorgaan volgens fig. 6; fig. 8 is een bovenaanzicht, op een kleinere schaal van een rubber membraan, bestemd om gebruikt te worden bij het aandrukorgaan 15 volgens fig. 6; en fig. 9 is een zijaanzicht van het membraan volgens fig. 8.3 and 4; Fig. 6 is a perspective view, partly cut away, of a second embodiment of a pressing member according to the invention; Fig. 7 is a perspective view of a PTFE coated membrane and of an adapter intended for use with the presser of Fig. 6; FIG. 8 is a top view, on a smaller scale, of a rubber membrane intended for use with the pressing member 15 of FIG. 6; and FIG. 9 is a side view of the membrane of FIG. 8.

In fig. 1 is het centrale deel getoond van een bekend membraan 1 met een lichaam 2, gevormd van door weefsel versterkt rubber en 20 met een van schroefdraad voorziene koppelpen 3· De koppelpen 3 bevat een van schroefdraad voorzien bovenste deel 4 en een kop 5·Fig. 1 shows the central part of a known membrane 1 with a body 2 formed of tissue-reinforced rubber and 20 with a threaded coupling pin 3 · The coupling pin 3 contains a threaded upper part 4 and a head 5 ·

De kop 5 is gevormd in het lichaam om de pen te bevestigen aan het lichaam en het van schroefdraad voorziene deel 4 steekt uit ten opzichte van het lichaam om door schroefdraad verbonden te worden 25 met een van schroefdraad voorziene axiale boring 6 in het aandrukorgaan 7· Wanneer de pen 3 volledig in de axiale boring 6 is geschroefd, is een verdikking 8 op het membraan-lichaam toegenomen binnen een passende verdieping 9 in het aandrukorgaan.The head 5 is formed in the body to attach the pin to the body and the threaded portion 4 protrudes from the body to be threaded to a threaded axial bore 6 in the pressing member 7 When the pin 3 is fully screwed into the axial bore 6, a bead 8 on the membrane body is increased within an appropriate recess 9 in the pressing member.

In fig. 2 is een membraan 10 getoond, bestaande uit een lichaam 30 11 met een uit rubber bestaand steundeel 12 en een uit PTFE bestaand werkzaam deel 13. Een pen 14 bevat een kop 15» die is gelegen binnen de PTFE van het werkzame deel 13 en een schachtdèel 16, dat uitsteekt ten opzichte van de kop 15 via het rubber steundeel 12 tot buiten het membraan. Het vrije einde van het schachtdeel 16 draagt een 35 dwarspen 17» die een bajonetkoppeling vomt met het aandrukorgaan 18. Het aandrukorgaan 18 bevat een axiale boring 19, die zodanig is gedimensioneerd, dat zij het schachtdeel 16 kan opnemen en een vergrote contraboring 20, die zodanig is gedimensioneerd dat zij de dwarspen 17 kan opnemen. De axiale boring 19 is voorzien van een paar 80 0 0 0 70 * - 4 - axiaal verlopende sleuven (niet getoond), waardoor de einden van de dwarspen 17 kunnen passeren. Om dus het membraan 10 te koppelen met het aandrukorgaan 18, wordt de dwarspen 17 in één lijn gebracht met de axiaal verlopende sleuven in de boring 19 en wordt het 5 schachtdeel 16 van de pen 14 door de boring 19 gedrukt, totdat de dwarspen ligt binnen de contraboring 20. Het aandrukorgaan 18 en het membraan 10 worden dan ten opzichte van elkaar over 90° verdraaid teneinde de dwarspen 17 buiten de axiaal verlopende sleuven in de boring 19 te brengen en om losraken van het membraan van het aan-10 drukorgaan te verhinderen. Deze bajonetkoppeling zorgt voor de gewenste vrije slag tussen het membraan 10 en het aandrukorgaan 18, zoals op zich duidelijk zal zijn.In Fig. 2, a membrane 10 is shown, consisting of a body 11 with a rubber support part 12 and a PTFE active part 13. A pin 14 contains a head 15 located within the PTFE of the active part. 13 and a shaft part 16 which protrudes relative to the head 15 via the rubber support part 12 beyond the membrane. The free end of the shaft part 16 carries a transverse pin 17 »which forms a bayonet coupling with the pressing member 18. The pressing member 18 comprises an axial bore 19, which is dimensioned so that it can receive the shaft part 16 and an enlarged counterbore 20, which is dimensioned to receive the transverse pin 17. The axial bore 19 is provided with a pair of 80 0 0 0 70 * - 4 - axially extending slots (not shown) through which the ends of the cross pin 17 can pass. Thus, in order to couple the membrane 10 to the pressing member 18, the transverse pin 17 is aligned with the axially extending slots in the bore 19 and the shaft portion 16 of the pin 14 is pushed through the bore 19 until the transverse pin lies within the counterbore 20. The pressing member 18 and the diaphragm 10 are then rotated 90 ° relative to each other to bring the transverse pin 17 outside the axially extending slots into the bore 19 and to prevent the diaphragm from detaching from the pressing member. . This bayonet coupling provides the desired free travel between the membrane 10 and the pressing member 18, as will be apparent per se.

Een vergelijking van fig. 1 en 2 toont duidelijk, dat het .membraan 1 niet gekoppeld kan worden met het aandrukorgaan 18, 15 en dat het membraan 10 niet gekoppeld kan worden met het aandrukorgaan 7· Indien het gewenst is in een bepaalde klep een rubber membraan te vervangen door een met PTEE bekleed membraan, dan is het dus noodzakelijk niet alleen een nieuw membraan aan te brengen, maar ook een nieuw aandrukorgaan, dat geschikt is voor het nieuwe 20 membraan.A comparison of Figs. 1 and 2 clearly shows that the membrane 1 cannot be coupled to the pressing member 18, 15 and that the membrane 10 cannot be coupled to the pressing member 7. If it is desired in a particular valve a rubber membrane to be replaced by a membrane coated with PTEE, it is therefore necessary to apply not only a new membrane, but also a new pressure member suitable for the new membrane.

Nu wordt verwezen naar de fig. 3 en 4 , waarin een aandrukorgaan ' 20 is getoond met een gewijzigde koppelopstelling, bestaande uit een van schroefdraad voorziene boring 21 met een vergrote contra-boring 22 en een paar axiaal verlopende sleuven 25· De schroef-25 draad van de boring 21 is gelijk aan de schroefdraad van de boring 6 van het bekende aandrukorgaan J, dat getoond is in fig. 1. Een bekend rubber membraan van het standaardtype, zoals getoond in fig.Reference is now made to Figs. 3 and 4, showing a presser '20 with a modified torque arrangement consisting of a threaded bore 21 with an enlarged counter bore 22 and a pair of axially extending slots 25 · The screw 25 thread of the bore 21 is equal to the thread of the bore 6 of the known presser J shown in FIG. 1. A known standard type rubber diaphragm as shown in FIG.

1, kan dus gekoppeld worden met het aandrukorgaan 20 op precies dezelfde wijze als beschreven is aan de hand van fig. 1.1, can thus be coupled to the pressing member 20 in exactly the same manner as described with reference to Fig. 1.

30 Nu wordt verwezen naar fig. 5> waarin een gewijzigd met PTEE bekleed membraan 24 is getoond, dat identiek is aan het bekende membraan 10, dat getoond is in fig. 2, behalve dat de diameter van het schachtdeel 25 van de pen 26 van het membraan volgens fig·, 5 kleiner is in vergelijking met de diameter van het schachtdeel 16 35 van de pen 14 volgens fig. 2. De diameter van het schachtdeel 25 is iets kleiner dan de kleinste diameter van de schroefdraad van de boring 21, zodat het schachtdeel 25 schuivend past in de boring 21 om een bajonetkoppeling tussen het membraan 24 en het aandrukorgaan 20 toe te laten. Het aandrukorgaan 20 kan dus bekende standaardrub— ber membranen en gewijzigde met PIPE beklede membranen volgens fig 5 800 0 0 70 .-5- accepteren. Nieuwe kleppen, die voorzien zijn van een aandruk-orgaan, zoals getoond in fig. 3 en 4» kunnen dus eventueel worden uitgerust met hetzij rubber membranen of met PTFE beklede membranen, en indien het tijdens bedrijf gewenst is over te schakelen van 5 rubber membranen op met PTFE beklede membranen, men kan dis zonder wijziging van het aandrukorgaan plaatshebben. Omdat het aandrukor-gaan 20 bekende standaardrubbermembranen zal accepteren, kan verder een voorraad rubbermembranen, die in stand wordt gehouden om nieuwe kleppen te bedienen, die zijn uitgerust met de aandrukorganen 20, 10 ook gebruikt worden om bestaande kleppen met aandrukorganen volgens fig. 1 te bedienen. Omdat de lengte van de dwarspen 17A van het membraan 24 volgens fig. 5 gelijk is aan de lengte van de dwarspen 17 van het membraan 10 volgens fig. 2, kan tenslotte een voorraad met PTFE beklede membranen, die in stand wordt gehouden om nieuwe 15 kleppen te bedienen, welke zijn uitgerust met het aandrukorgaan 20, gebruikt worden voor het bedienen van bestaande kleppen met aandrukorganen, zoals getoond in fig. 2.Referring now to FIG. 5, which shows a modified PTEE coated membrane 24, which is identical to the known membrane 10, shown in FIG. 2, except that the diameter of the shaft portion 25 of the pin 26 of the membrane according to fig. 5 is smaller compared to the diameter of the shank part 16 of the pin 14 according to fig. 2. The diameter of the shank part 25 is slightly smaller than the smallest diameter of the screw thread of the bore 21, so that the shaft portion 25 slidably fits into the bore 21 to permit bayonet coupling between the membrane 24 and the pressing member 20. Thus, the presser 20 can accept known standard rubber membranes and modified PIPE-coated membranes of FIG. 5 800 0 0 70-5. New valves, which are provided with a pressure member, as shown in fig. 3 and 4 »can thus possibly be equipped with either rubber membranes or PTFE-coated membranes, and if it is desired to switch from 5 rubber membranes during operation. on PTFE coated membranes, this can be done without modifying the presser. Furthermore, since the presser 20 will accept known standard rubber membranes, a supply of rubber membranes maintained to operate new valves equipped with the pressers 20, 10 may also be used to replace existing valves with pressers of FIG. operate. Finally, because the length of the transverse pin 17A of the membrane 24 of FIG. 5 is equal to the length of the transverse pin 17 of the membrane 10 of FIG. 2, a supply of PTFE coated membranes, which is maintained to accommodate new 15 actuate valves equipped with the presser 20 used to actuate existing valves with pressers as shown in Fig. 2.

Nu wordt verwezen naar fig. 6, waarin een deel van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding is getoond. Het aandrukorgaan 41 20 dat getoond is in fig. 6, vormt een uit één geheel bestaand gegoten metaalorgaan met een axiaal verlopende opening 42 voor het opnemen van een koppelinrichting, welke bestemd is om een membraan te koppelen met het aandrukorgaan. In bedrijf is het aandrukorgaan opgenomen binnen de kap van de membraanklep van de membraanklep en is axiaal 25 beweegbaar door een geschikt bedieningsmechanisme, zoals op zich algemeen bekend is. Om rotatie van het aandrukorgaan 41 ten opzichte van de kap te verhinderen en daardoor ten opzichte van het lichaam van de klep, is het aandrukorgaan voorzien van diametraal tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 43> die passen in overeenkomstige groe-30 ven in de kap.Reference is now made to Fig. 6, which shows part of a second embodiment of the invention. The presser 41 shown in Fig. 6 forms a one piece cast metal member with an axially extending opening 42 for receiving a coupling device which is intended to couple a membrane to the presser. In operation, the pressing member is contained within the cap of the diaphragm valve of the diaphragm valve and is axially movable by a suitable operating mechanism, as is generally known per se. To prevent rotation of the pressing member 41 relative to the cap and thereby relative to the valve body, the pressing member is provided with diametrically opposed projections 43 that fit into corresponding grooves in the cap.

De opening 42 heeft een mond 42A en is voorzien van schroefdraad 44 over een deel van zijn lengte naast de mond 42A. Voorbij het schroefdraaddeel neemt de diameter van de opening toe bij een schouder 45 om een vergroot deel 46 van de opening te vormen.The opening 42 has a mouth 42A and is threaded 44 along a portion of its length adjacent to the mouth 42A. Beyond the threaded portion, the diameter of the opening increases at a shoulder 45 to form an enlarged portion 46 of the opening.

35 In gebruik kan het aandrukorgaan 41 gekoppeld worden met het conventionele bekende, met PTFE beklede membraan 10A, dat getoond is in fig. 7 of met het door weefsel versterkte rubber membraan 48, dat getoond is in fig. 8 en 9· 8000070 - 6-In use, the presser 41 can be coupled to the conventional known PTFE coated membrane 10A shown in Figure 7 or to the fabric reinforced rubber membrane 48 shown in Figures 8 and 9. 8000070-6 -

Het met PTFE beklede membraan 10A is in hoofdzaak gelijk aan het membraan 10 volgens fig. 2, 'ofschoon de vorm ervan iets verschilt, als gevolg van het feit, dat dit membraan bestemd is voor een kleine type klep. Teneinde het membraan 10A t^Verbinden met het 5 aandrukorgaan 415 wordt een verloopstuk 51 bevestigd aan de pen 14· Eet verloopstuk 51 bevat een schroefdraaddeel 42, dat past bij de schroefdraad44 van het aandrukorgaan en een groef 53, waarin de pen 14 wordt opgenomen. Wanneer het verloopstuk 51 juist gemonteerd is op de pen 42, worden schouders 54 van het verloopstuk zacht 10 gedrukt tegen de bajonetpen 17 door de veerkracht van het rubber-steundeel van het membraan 10A. De kombinatie van het verloopstuk en membraan wordt dan bevestigd aan het aandrukorgaan 41 door het verloopstuk in het schroefdraaddeel van de opening 42 te schroeven, totdat het einde 55 van een opstaand uitsteeksel 56 op het verloop-15 stuk aankomt tegen de eindwand van de opening 42. Bij deze uitvoeringsvorm wordt een vrije slag-verbinding gevormd tussen het membraan en het aandrukorgaan, doordat gedurende het sluiten van de klep, het rubbersteundeel van het membraan kan worden samengedrukt teneinde de bajonetpen 17 vrij te maken van de schouders 54» 20 waardoor verhinderd wordt dat ongewenste spanningen worden uitgeoefend op de PTEE-bekleding van het membraan.The PTFE coated membrane 10A is substantially similar to the membrane 10 of Figure 2, although its shape is slightly different due to the fact that this membrane is for a small type of valve. In order to connect the membrane 10A to the presser 415, an adapter 51 is attached to the pin 14. The adapter 51 includes a threaded portion 42 that matches the screw thread 44 of the presser and a groove 53 into which the pin 14 is received. When the adapter 51 is properly mounted on the pin 42, shoulders 54 of the adapter 10 are gently pressed against the bayonet pin 17 by the resilience of the rubber support portion of the membrane 10A. The adapter of the adapter and diaphragm is then attached to the pressing member 41 by screwing the adapter into the threaded portion of the opening 42 until the end 55 of an upright protrusion 56 on the adapter 15 abuts the end wall of the opening 42 In this embodiment, a free-stroke connection is formed between the diaphragm and the pressure member, because during the closing of the valve, the rubber support part of the diaphragm can be compressed to release the bayonet pin 17 from the shoulders 54 »20 thereby preventing that unwanted stresses are applied to the PTEE coating of the membrane.

Het membraan 48, dat getoond is in fig. 8 en 9 bestaat uit het weefsel versterkt veerkrachtig rubber en bevat een koppelorgaan 58 van het drukknoptype. Dit orgaan 58 bestaat uit een kop 60 en een 25 nekdeel 61 met een kleinere diameter dan de kop 60. Dergelijke membranen zijn reeds bekend en zijn tot nu toe bevestigd aan aandrukor-ganen, die uitsluitend bestemd zijn voor dit type membraan.The membrane 48 shown in FIGS. 8 and 9 consists of the fabric reinforced resilient rubber and includes a push button type coupler 58. This member 58 consists of a head 60 and a neck part 61 with a smaller diameter than the head 60. Such membranes are already known and have hitherto been attached to pressure members intended exclusively for this type of membrane.

Teneinde het membraan 48 t^evestigen aan het aandrukorgaan 41» wordt een geschikt smeermiddel (indien gewenst) aangebracht op het 30 koporgaan 58 en wordt het koppelorgaan 58 in de opening in het aandrukorgaan gedrukt. De kop 60 van het koppelorgaan 58 wordt samengedrukt, wanneer het passeert door het schroefdraaddeel van de open-ingdeel 42 en expandeert in het vergrote deel 46. Daarna ligt de schouder 62, die gevormd is bij de overgang van de kop 60 en het nek-33 deel 61 van het koppelorgaan 58 aan op de corresponderende schouder 45 van het aandrukorgaan teneinde verwijdering van de kop 60 uit het grote deel 46 van de opening 42 te verhinderen.In order to attach the membrane 48 to the pressing member 41, a suitable lubricant (if desired) is applied to the head member 58 and the coupling member 58 is pressed into the opening in the pressing member. The head 60 of the coupling member 58 is compressed as it passes through the threaded portion of the opening portion 42 and expands into the enlarged portion 46. Then, the shoulder 62 formed at the transition of the head 60 and the neck is located. 33 connects part 61 of the coupling member 58 to the corresponding shoulder 45 of the pressing member in order to prevent removal of the head 60 from the large part 46 of the opening 42.

Het zal duidelijk zijn, dat het aandrukorgaan 41 kan passen bij bestaande met PTFE beklede membranen (door gebruik te maken van het 80 0 0 0 70 - 7 - j' verloopstuk 51) en bij bestaande rubber membranen met koppelorganen van het drukknoptype. Het is dus niet langer noodzakelijk afzonderlijke aandrukorganen te gebruiken om samen te werken met de twee typen membranen en de vervaardigingskosten van kleppen en de kosten 5 en moeite van de opslag van reseryedelen worden aanzienlijk verminderd. Verder kunnen voorraden reservedelen, die bestemd zijn voor bestaande kleppen, gebruikt te worden voor nieuwe kleppen met het nieuwe type aandrukorganen en omgekeerd.It will be appreciated that the pressing member 41 may be compatible with existing PTFE coated membranes (using the 80 0 0 0 70 - 7 - 7 reducer 51) and existing rubber membranes with push button type couplers. Thus, it is no longer necessary to use separate pressers to cooperate with the two types of membranes and the manufacturing cost of valves and the cost and effort of storing spare parts are significantly reduced. In addition, stocks of spare parts intended for existing valves can be used for new valves with the new type of pressure members and vice versa.

80000708000070

Claims

1. Diaphragm valve consisting of a valve body, which defines a valve seat, a closing diaphragm, which is attached to the valve body, and a pressure member, which is coupled to the diaphragm to move the diaphragm in conjunction with the valve seat in order to open the valve to close for medium flow and to move away from the valve seat to open the valve for medium flow, characterized in that the pressure member (20) can be coupled to a bayonet fitting (26) mounted on a coated membrane (24) and with a pin (3)> protruding from a rubber membrane (1), the bayonet fitting (26) and pin (3) can be coupled to known pushers (18.7) »each, which cannot be coupled to either the bayonet fitting (26) aid the pin (3)

Diaphragm valve according to claim 1, characterized in that the pressure member (20) is provided with a threaded axial bore (21) which matches a threaded pin (3) protruding from a rubber membrane (1 ).

Diaphragm valve according to claim 2, characterized in that the threaded bore (21) has diametrically opposed slots (23) extending to a counterbore (22), a bayonet fitting (26) consisting of a shank (25) and a transverse pin (17a) is attached to the presser (20) by aligning the transverse pin (1'7A) with the slots (23), the shank (25) in the threaded bore (21) until the cross pin (17A) is in the counter bore (22) and the bayonet fitting (26) can be rotated through 90 ° relative to the pressing member 20.

4. Diaphragm valve according to claim 3, characterized in that the shaft (25) slides tightly into the axial bore (21).

Diaphragm valve according to claim 1, characterized in that the pressure member (41) has an opening (42) with a mouth (42A) next to the membrane, a threaded part (44) next to the mouth (42A) and a part (46) ) of relatively large diameter on the 55 side of the threaded portion (44 ^ spaced from the mouth (42A), whereby a rubber diaphragm (43) can be attached to the body with a unitary necked pin (58) pressing member (41) by pressing the pin (58j | _ into the opening (42) until 80 0 0 0 70 - 9 - s the head (6θ) of the pin (58) is located in the part (46) with relatively large diameter and the neck (61) of the pin (58) is located in the threaded portion (42).

6. Diaphragm valve according to claim 5, characterized in that a bayonet fitting (14) is attached to the pressing member (41) by means of an adapter (51) which forms a free-play coupling with the bayonet fitting (14) and screwed into the threads of the threaded part (44)

Diaphragm valve according to claim 6, characterized in that the opening (42) is blind and that the adapter (51) includes a part (55) which interacts with the blind end of the opening (42) to limit the distance over which the adapter (51) can be screwed into the opening. 8000070