NL7920032A - Hamergereedschap. - Google Patents

Description

79 20 0 3 2

TO 50T

Titel : Hamérgerèedschap.

De uitvinding betreft een hamergereedschap.

Inslaan van nagels of spijkers is van tijd-tot-tijd omslachtig, met nade wanneer de rechterhand de hamer omvat houdt en de linker het te fixeren deel, waarbij dan verder nog een nager moet worden ingeslagen. Bij spijker- of nagelwerkzaamheden in vertikale richting of bij 5 horizontale fixeringen boven het hoofd is een bepaalde ambrachtelijke handigheid vereist. _

Overeenkomstig het Zwitserse octrooischrift 267-760 wordt nu getracht hierin verbetering te brengen. Daarin wordt voorgesteld aan de hamerkop een verdieping aan te brengen, waar een nagel ingelegd kan wor-10 den, welke door middel van een magneet wordt vastgehouden. Hierdoor is het mogelijk bij voorzichtig manipuleren de nagel te plaatsen. Een dergelijke inrichting heeft echter het nadeel, dat de nagelkop slechts weinig houvast vindt, aangezien zijn oplegvlak te klein is en voor het inleggen van een nagel in de verdieping toch ook weer beide handen nodig 15 zijn.

Het doel van de uitvinding is nu een hamergereedschap, dat bij ' '· bediening met een hand veroorlooft snel en betrouwbaar een aantal nagels achtereenvolgens te zetten en in te slaan.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel met een hamergereed-20 schap bereikt, dat nader wordt gekenmerkt, doordat in de steel ervan is voorzien in een magazijn voor nagels, dat communiceert met een kanaal, dat loopt naar een omleidorgaan, op welk omleidorgaan bij de hamerkop een opvangelement aansluit, waarbij in het kanaal een nagelarrêteerinrichting en in het bereik van de hamerkop, alsmede van het opvangele-25 ment een permanente magneet en een ten opzichte van het slagvlak van de hamerkop achterwaarts versprongen aanslag aangebracht is, welke zich boven de doorgelaten nagel bevindt.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding weergegeven en het gebruik daarvan toegelicht.

30 Fig. 1 is een hamergereedschap in langsdoorsnede; fig. 1a is een zij-aanzicht van de nagelarrêteerinrichting op vergrote schaal; fig. 1 - U zijn gebruiksafbeeldingen.

In de tekening is de steel in dwarsdoorsnede weergegeven. Die 35 steel zou bijvoorbeeld opgebouwd kunnen zijn uit twee eikaars spiegel- 7920032 2 "beeld vormende helften. De steel is als geheel met het verwijzingscijfer 10 aangeduid. De steel bevat in zijn achterste deel een holte 11, welke het magazijn voor nagels W vormt. De holte 11 is achteraan door middel van een tap 12 gesloten. Aan zijn voorste, naar de hamerkop 20 toe ge-5 richte einde gaat de holte 11 over in een kanaal 13, dat uitmondt in een omleidorgaan 14. Terwijl het kanaal 13 een cirkelrond dwarsprofiel heeft, dat zo groot is, dat het de nagelkop met speling doorlaat, is het omleidorgaan een vlak-gebogen holte, waarvan de breedte correspondeert met de diameter van het kanaal en welke gebogen holte vooraan open 10 is. Het verwijzingscijfer 15 is een aan het voorste, open einde van het omleidorgaan 1H vastzittende vork en met 16 een neusprofilering, gevormd door omzetting van de wand van de holte van het omleidorgaan.

Wanneer het gereedschap met de hamerkop 20 schuin omlaag gehouden wordt, zoals weergegeven in fig. 2, wordt de zich in het omleid-15 orgaan bevindende nagel over ca. ^5° om zijn langsas rechtsom gezwenkt. De nagel valt dan met de punt voorop, in de vork 15, welke de nagel aan zijn kop vasthoudt om ervoor te zorgen, dat de nagel niet uit een omleidorgaan valt. Een in de hamerkop 20 ingelaten, zich op afstand naast de vork 15 bevindende, permanente magneet 21 trekt de nagel vervol-20 gens uit de vork 15 naar zich toe. De nagel hangt daarbij nog slechts aan de magneet 21. Voor het inzetten van deze nagel in het werkstuk 37 (ondiep ingeslagen) doet de neusprofilering 16 dienst. Deze is een deel van de steel 10 (fig. 1). doch zou ook door een verspringing aan de hamerkop gevormd kunnen zijn.

25 Om ervoor te zorgen, dat op het gewenste ogenblik dan slechts een enkele nagel in het omleidorgaan 1^· terechtkomt, bevindt zich in het kanaal 13 van de steel 10 een nagelarrêteerinrichting 3Q (fig. 1 en 1a). Deze omvat een in de steel aangebrachte, dwars door het kanaal 13 reikende, vaste as 31, waarop een dubbelarmige kantelhefboom 32 zwenk-30 baar gelegerd is. Deze kantelhefboom heeft aan zijn einden telkens een tong 33, 33’, waarvan er slechts êên door een opening 13’ tot in het kanaal 13 reikt. Een trekveer 3b houdt de kantelhefboom 32 in fig. 1 weergegeven ruststand. Via een van ogen voorzien draadstuk 35 is de kantelhefboom 32 verbonden met een schuif 36, welke in langsrichting 35 verplaatsbaar in een, in de steel 10 verzonken geleidings- groef 38 gelegerd is. Een aan te vatten deel 36’ van de schuif 36 reikt door een van de geleidings-'groef 38 uitgaande sleuf 39 boven aan de buiten- 792 0 0 32 3 zijde van de steel 10.

De nagelarrêteerinrichting 30 heeft hij bediening daarvan, en wel hij het verstellen van de schuif 36 in voorwaartse richting, de nagel doorgelaten en houdt nu in zijn ruststand de nagel Hg vast, 5 (fig. 1). Is de nagel in het werkstuk 37 gezet (fig. 3), dan wordt het toestel, respectievelijk de hamerkop weer gehouden op de wijze, zoals weergegeven in fig. 2 en de schuif 36 met de duim achterwaarts in pijl-richting x (fig. 1) achterwaarts gesteld. Hierdoor geeft de voorste tong 33 de nagel Ng door oplichten vrij, terwijl de achterste tong 33* de 10 volgende, daarachter gelegen nagel vasthoudt. De trebveer 3^ wordt hij achterwaarts verstellen van de schuif 36 gespannen; wanneer deze laatste met de hand vrijgegeven wordt, voert de kantelhefboom 32 een draaiing naar rechts uit, waarbij de nagel in die stand komt, welke tevoren de nagel Hg ingenomen.

15 De fig. 2, 3 en H tonen achtereenvolgens de werkzaamheden hij i het hanteren van het uitgevonden hamergereedschap. Fig. 2 laat die stand zien, waarin het toestel of gereedschap gebracht moet worden om ervoor te zorgen, dat een nagel in de gerede stand voor het zetten in het werkstuk 37 komt. Fig. 3 toont het zetten, terwijl fig. het inslaan van 20 de gezette nagel verduidelijkt.

792 00 32

Claims (6)

1. Hamergereedsehap met het kenmerk, dat in de hamer steel (10) is voorzien in een magazijn (11) voor nagels (N), dat communiceert met een kanaal (13), welk kanaal loopt naar een omleidorgaan (lU) waarop hij de hamerkop 20 een ©pvangelement 15 aansluit, waarbij in het kanaal (13) 5 een nagelarrêteerinrichting (30) en in het bereik van de hamerkop (20) alsmede'van het opvangelement (15) een permanente magneet (21) en een ten opzichte van het slagvlak (20’) van de hamerkop achterwaarts versprongen aanslag (16) aangebraeht is, welke zich boven de doorgelaten nagel (N^) bevindt.

2. Hamergereedsehap volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de nagelarrêt eer inrichting (30) een kantelhefboom (32) met twee tongen (33, 33*) omvat, waarvan naar gelang van de stand van de kantelhefboom de ene of de andere tot in het kanaal (13) reikt.

3. Hamergereedsehap volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het 15 omleidorgaan (1l·} wordt gevormd door een vlak-gebogen holte. k. Hamergereedsehap volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de permanente magneet (21) voor het opvangelement (15) - dat door een vork gevormd wordt - aangebracht is.

5. Hamergereedsehap volgens conclusie U met het kenmerk, dat de 20 permanente magneet (21) naar het omleidorgaan (1H) toe gekeerd aan de hamerkop (20) bevestigd is.

6. Hamergereedsehap volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de aanslag (16) een deel van de steel· (10) vormt.

7. Hamergereedsehap volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de 25 aanslag (16) een deel van de hamerkop (20) vormt. 792 00 32