NL7909223A

NL7909223A - Stuurinrichting voor een buigmachine.

Info

Publication number: NL7909223A
Application number: NL7909223A
Authority: NL
Original assignee: Mengele & Soehne Masch Karl
Priority date: 1979-01-15
Filing date: 1979-12-20
Publication date: 1980-07-17
Also published as: GB2041802B; DE2901376B2; GB2041802A; DE2901376A1; FR2446138B1; FR2446138A1; CH620610A5

Description

4 70 8j65

Stuurinrichting voor een buigmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een stuurinrichting voor een buigmachine, waarbij afhankelijk van de dikte van het werkstuk en/of de breedte van de groef in het ondergereedschap en de gewenste buighoek, de insteekdiepte van het bovengereedschap wordt ingesteld.

5 De onderste slagbegrenzing van het bovengereedschap (insteek- diepte) kan met de' hand met behulp van in tabellen opgenomen er-varingswaarden worden ingesteld, echter ook is het mogelijk een standregeling uit te voeren volgens in het rekengedeelte van een stuurinrichting opgeslagen waarden. Verder kan men met de hand het 10 bovengereedschap bij het buigen van een bepaald werkstuk op de gewenste waarde brengen en volgens de aldus verkregen waarde werken.

Er is reeds een stuurinrichting bij een buigmachine bekend, waarbij de insteekdiepte van het bovengereedschap in het cnder-gereedsehap automatisch wordt ingesteld, doordat aan een pro-15 grammeerinrichting de groefbreedte van het ondergereedschap en de blehkdikte, alsmede de gewenste buighoek wordt ingevoerd en vervolgens via een positioneer- en schakelsignaalgeheugen de standregeling in bedrijf wordt gesteld.

Ook bij deze constructie is men echter genoodzaakt de werke-20 lijk gevormde buighoek te meten, waartoe de produktie moet worden onderbroken en het werkstuk moet worden uitgenomen.

Afhankelijk van de gemeten buighoek moet dan een overeenkomstige correctie van de instelling van de insteekdiepte van het bovengereedschap worden uitgevoerd. De reeds met afwijkende buighoek 25 vervaardigde werkstukken moeten dan worden nagebogen als men de onnauwkeurigheden niet op de koop toe wil nemen.

Men heeft derhalve afgewacht hoe de buighoekHijkt te zijn en niet zo veel aandacht besteed aan het feit dat de onvermijdelijke blenkdiktetoleranties de buighoek vaak aanzienlijk kunnen wijzigen.

30 De maathcudendheid van de werkstukken moet echter voor elke verdere verwerking van de werkstukken, bijvoorbeeld voor industriële é ï* V *·· ·« ’s; - .......- - ~_2-........... ” .........

b

Tf vervaardigingsprocessen, juist zijn, omdat anders de onderdelen van een eindprodukt-niet in elkaar passen en de assemblage storen, dan wel produkten moeten worden afgekeurd.

Het technische doel dat de uitvinding nastreeft is derhalve 5 in eerste instantie de door blenk- of plaatdiktetoleranties veroorzaakte onnauwkeurigheden bij de buighoek, resp. voor metingen en nabewerkingen nodige onderbrekingen van het buigen te vermijden en in de tweede plaats stelt de uitvinding zich ten doel een volautomatische stuurinrichting te verschaffen, waarbij ook 10 een relateringsbewerking tussen de streefwaarde en de feitelijke waarde van de dikte plaatsheeft, dus volgens een complete insteek-* dieptebepaling kan worden gewerkt.

Volgens de-.uitvinding wordt dit doel in wezen bereikt doordat de feitelijke plaatdikte door ten minste êên, in de onmiddellijke 15 nabijheid van de vervormingszone aangebrachte meetwaardegever van een diktemeetinri dit in g wordt afgetast en de aandrijving van de machinebesturing zolang wordt onderbroken tot het bovengereedschap op een, met een in een programmadrager opgeslagen streefwaarde corresponderende insteekdiepte via een standregeling is 20 ingesteld.

Men kan hierbij op de gebruikelijke wijze de andere waarden met de hand invoeren.

Daarbij kan men bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding de dikte van het te vervormen werkstuk in de pro gr ammeerinr i cht ing 25 invoeren en door de dikt emeet inricht ing de afwijkingen van de gewenste dikte meten en in de standregelinrichting invoeren die dan een overeenkomstige correctie van de insteekdiepte via de stelinrichting van het bovengereedschap uitvoert.

Bij een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan men zonder 30 andere gecompliceerde stuursystemen in de programmeerinrichting van een rekeninrichting met geheugen en comparator de groefbreedte en ook de correctiefactoren voor de betreffende machine, eventueel ook de materiaalterugvering en de gewenste buighoek invoeren en daarna de stelinrichting voor het bovengereedschap besturen, terwijl tegelij-35 kertijd de totale plaatdikte (streefwaarde + eventuele tolerantie- J ® υ $ éi i 3 J» -3- » waarde) gemeten en in de rekeninrichting wordt ingevoerd, waarbij een overeenkomstige relatering van de ingevoerde waarden plaats heeft.

Volgens de uitvinding kan daarbij de stuurinrichting in de 5 stroomkring van de stuur aandrijving van de machine zodanig zijn opgenomen, dat de impuls naar de meet- en standregeling van het bovengereedschap met de bediening van de pers tegelijk wordt gegeven.

De plaatdiktemeetinrichting kan in een uitvoeringsvorm van de uitvinding met meerdere meetwardegevers zijn uitgerust en deze 10 kunnen zodanig zijn geschakeld, dat de standregeling voor de insteekdiepte volgens een gemiddelde waarde plaats heeft.

Teneinde plaatdiktetoleranties in dé onmiddellijke nabijheid van de vervormingszone te kunnen aftasten kunnen de neetvaarde-gevers verschülend zijn uitgevoerd.

15 De meetwaardegevers kunnen met een flexibele kabel zijn 'uitgerust en van boven af op het werkstuk worden geplaatst en ook vanaf de onderzijde, bijvoorbeeld automatisch tegen de blenk worden aangedrukt, bijvoorbeeld door een pneumatische werkeiiinder, een veer of door dergelijke inrichtingen.

20 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoofbeeld van de stuurinrichting voor een buigmachine worden beschreven.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een vertikale buigpers, waarin de stuurinrichting volgens de uitvinding is opgenomen; 25 Fig. 2 is een bovenaanzicht van het ondergereedschap van de pers;

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 2 en toont verdere bijzonderheden van de opstelling van de meetkop;

Fig. h is een blokscnema van de stuurinrichting.

30 In de tekening, in het bijzonder fig. 1-3 is de opstelling van de stuurinrichting volgens de uitvinding bij een buigmachine (vertikale buigpers) afgebeeld. De pers is voorzien van een ondergereedschap 10 met een groef 18 en een bovengereedschap 11, bevestigd aan een stang 16, verbonden met een perszuiger 12 van een peisïilincer 35 13. Het ondergereedschap rust op een perstafel 15, terwijl een 79 >212 2 3 ίτ -U- C-vormige staander met ΐΛ is aangeduid.

Het in de groef 18 te "buigen -werkstuk is met 21 aangegeven.

Volgens de uitvinding is naast het ondergereedschap 10 "boven- en onder de "buigtafel 15 een diktemeetinrichting aangebracht, be-5 staande uit een houder 23 met een meetwaardegever (meetkop) 22.

De houder is bevestigd aan een bovenzijde van een stelzuiger in een geleiding 25 verschuifbaar is gelegerd.

De zuiger wordt bediend door een pneumatische werkcilinder 27.

Bij bediening van de zuiger 27 wordt de meetwaardegever 22 licht te-10 gen het werkstuk 21 aangedrukt.

In fig. 3 is de meetinrichting in detail afgeheeld. Hieruit blijkt dat in het geleidingsstuk 25 een rotatie-verhinderende pen is geschroefd, die in een langsgroef 28 van de' verstelzuiger 26 reikt. De meetwaardegever 22 is verder uitwisselbaar door middel 15" van een klemschroef 30 gefixeerd in de bevestiging 23. Met 2k is de verbindingskabel naar de stuurinrichting aangegeven.

De werking van de stuurinrichting volgens de uitvinding is weergegeven in het blokschema volgens fig. b.

In de programmeerinrichting A wordt voor de bediening van de 20 buigmachine de streefwaarde van de buighoek, de breedte van de groef 18 en ook andere machinegegevens, zoals veerkracht van de kolom en te verwachten hoekt erugvering ingevoerd en in een streefwaardegeheugen, resp. een constantengeheugen B1 en B2 opgeslagen.

25 De telkens werkelijke dikte van het werkstuk 21 wordt door de diktemeetinrichting met behulp van de meetwaardegever 22 gemeten en naast de andere in het programmageheugen ingevoerde waarden in een rekeninrichting C ingevoerd die een uit deze waarden resulterende insteekdiepte bepaalt en in een signaalgevergeheugen D 30 invoert.

De diktemeting via de meetwaardegever 22 geschiedt bij bediening van de perscilinder 13.

Overeenkomstig de gemeten dikte van het 'werkstuk 21 wordt nu de uit de comparator E, de besturing F, het geheugen G voor de 35 feitelijke waarde en de positie, en de gever H voor de feitelijke 7909223 * -5- waarde bepaalde standregeling ingeschakeld en door deze de mechanische of hydraulische middelen voor de onderste slagbegrenzing ran de persstang 16 (insteekdiepte) tezamen met het bovengereedschap 11 bediend.

5 Een eventueel nog aanwezige afwijking van de buighoek van de ingestelde waarde wordt als correctiefactor in de programmeer-inrichting ingevoerd; de inrichting werkt derhalve volledig automatisch.

t / ▼ V s· ^

Claims

1. Stuurinrichting voor een buigmachine, waarbij afhankelijk van de werkelijke dikte van het gereedschap en/of de groefbreedte van het benedengereedschap (matrijs) en de gewenste buighoek, de insteekdiepte van het bovengereedschap (stempel) wordt ingesteld, 5 met het kenmerk, dat de werkelijke dikte van het werkstuk (blenkl (2l) door tenminste éên in de onmiddellijke nabijheid van de^ vervormingszone aangebrachte meetwaardegever (22) van een diktemeetinrichting wordt afgetast en de besturingsaandrijving van de machine (.12/13) zolang wordt onderbroken;totdat het hoven— 10 gereedschap (ll) op een, met een in een pro gr ammadrage^.bpge slagen streefwaarde corresponderende insteekdiepte via een stand-regeling wordt ingesteld.

2. Stuurinrichting volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat de dikte van het te vervormen werkstuk in de progr animeer - 15 inrichting wordt ingevoerd en door de diktemeetinrichting de afwijkingen van de gewenste dikte worden gemeten en in de stand-regeling worden ingevoerd, welke een:, corresponderende correctie van de insteekü^>te uitvoert via de stelinrichting van het bovengereedschap.

3. Stuurinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in een programmeerinrichting (A) van een rekeninrichting (C) met geheugens (D) en een comparator (E) de breedte van de groef (l8) naast correctiefactoren voor de betreffende machine, eventueel ook de materiaalterugvering en de gewenste buighoek van het 25 te vervormen gereedschap (21) worden ingevoerd en daarna de stelinrichting (J,K) voor het bovengereedschap wordt bestuurd, terwijl tegelijkertijd de totale plaatdikte (streefwaarde + eventuele tolerantie) door een meetwaardegever (22) wordt gemeten en in de rekeninrichting (C) wordt ingevoerd, alwaar een corresponderende 30 relatering van de waarden plaatsheeft. U. Stuurinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuurinrichting in de stroom- 7. ft 0 0 0 X f & v 4 C 'L $ -τ- kring van de sturende aandrijving (12/13) van de machine zodanig is geschakeld, dat de impuls voor het meten en regeling van de stand wordt gegeven tegelijkertijd met de' "bediening· van de pers.

5. Stuurinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere meetwaardegevers (22) zijn aan-gehracht en deze zodanig zijn geschakeld dat de standregeling van de insteekdiepte volgens een meetwaarde geschiedt.

6. Stuurinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 110 met het kenmerk, dat de meetvaardegever (22) is uitgerust met een flexibele leiding (2^) en van bovenaf op het werkstuk (2l) kan worden geplaatst. J. Stuurinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meetwaardegever (22) door een pneumatische 15 zuiger- en cilindereenheid (26/27) tegen het werkstuk (2l) kan worden gedrukt.

8. Stuurinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meetwaardegever (22) door een veer of soortgelijk orgaan tegen het werkstuk (21) kan worden gedrukt. 7δ A ƒ at V v w ή v