NL7908998A - Besturing van duwbakkencombinatie. - Google Patents

Besturing van duwbakkencombinatie. Download PDF

Info

Publication number
NL7908998A
NL7908998A NL7908998A NL7908998A NL7908998A NL 7908998 A NL7908998 A NL 7908998A NL 7908998 A NL7908998 A NL 7908998A NL 7908998 A NL7908998 A NL 7908998A NL 7908998 A NL7908998 A NL 7908998A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pusher
push
pushing
unit
horizontal
Prior art date
Application number
NL7908998A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ir Johannes Van Roon
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ir Johannes Van Roon filed Critical Ir Johannes Van Roon
Priority to NL7908998A priority Critical patent/NL7908998A/nl
Priority to DE8080201193T priority patent/DE3069387D1/de
Priority to EP80201193A priority patent/EP0030772B1/de
Priority to AT80201193T priority patent/ATE9669T1/de
Priority to CA000366684A priority patent/CA1188161A/en
Priority to US06/215,913 priority patent/US4449471A/en
Priority to YU03155/80A priority patent/YU315580A/xx
Publication of NL7908998A publication Critical patent/NL7908998A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/66Tugs
    • B63B35/70Tugs for pushing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/56Towing or pushing equipment

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Cleaning Or Clearing Of The Surface Of Open Water (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Description

7 11* " N.O. 28.530 - 1 -
Besturing van duwbakkencombinatie.
De uitvinding heeft betrekking op een besturingsinrichting voor een duwbakkencombinatie, bestaande uit een duwboot met ten minste één duwbakkeneenheid (waarbij elke eenheid uit één, twee of meer naast elkaar gekoppelde bakken kan bestaan), 5 waarbij de duwboot van ten minste één roer en/of bestuurbare schroef respectievelijk schroefstraalbuis en van ten minste één duwknie is voorzien, en waarbij zich ten minste tussen de duwboot en de achterste eenheid een scharnierende duwinrich-ting bevindt, welke in hoogte verstelbaar is langs verticale 10 geleiders.
Het varen mét duwbakcombinaties op rivieren, zoals bijvoorbeeld de Rijn» met een drukke scheepvaart en een aantal betrekkelijk scherpe bochten, vergt niet alleen een grote stuurmanskunst doch wordt mede bepaald door het .overige ver-15 keer op het vaarwater. Dit heeft tot gevolg, dat de beheerders van deze waterwegen grenzen hebben gesteld, niet alleen aan de breedte, maar vooral aan de lengte van dergelijke combinaties. Op de Rijn bijvoorbeeld zijn combinaties van maximaal tweemaal twee bakken toegestaan, dat wil zeggen een een-20 heid van twee boord aan boord naast elkaar gekoppelde bakken, gevolgd door eenzelfde eenheid, waarachter zich op de hartlijn de duwboot bevindt. Op zich zouden de duwboten, ondanks de relatief geringe waterdiepte, voldoende schroefvermogen kunnen leveren om combinaties van driemaal twee bakken, dat 25 wil zeggen drie eenheden, te transporteren. Daarbij is de geringe manoeuvreerbaarheid van een dergelijk star geheel echter twijfelachtig. In een dergelijke combinatie zijn alle bakken onderling star aan elkaar gekoppeld met behulp van kruisdraden, langs- en dwarsdraden. Ook de duwboot is star 30 achter de bakken gekoppeld. Met behulp van een extra koproer is de bestuurbaarheid enigszins te verbeteren, met een boegschroef welke krachten naar stuurboord en bakboord kan uitoefenen in sterkere mate. De uitvinding beoogt nu om met zo eenvoudig mogelijke middelen een bijdrage te leveren aan het 35 verbeteren van de bestuurbaarheid van dergelijke combinaties, en wel zodanig, dat het varen met langere combinaties van vijf of zes bakken in drie eenheden ook tot de mogelijkheden kan gaan behoren.
- 2 -
Een zoals in de aanhef omschreven besturingsinrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7100162. Deze publikatie beoogt voor het duwen van een bak gebruik te maken van een normale sleepboot, welke voor die gelegenheid als 5 duwboot wordt gebruikt. De voorsteven van de sleepboot is daartoe voorzien van een duwadapter, welke qua functie vergelijkbaar is met de bekende duwknieën van voor het doel speciaal gebouwde duwboten. Aangezien echter een sleepboot of duwboot een bij benadering constante diepgang heeft, ter-10 wijl de bakken tussen volgeladen en ongeladen toestand enige meters verschil in diepgang kunnen vertonen, is het noodzakelijk dat de duwinrichting dit hoogteverschil kan opnemen. Daartoe is volgens genoemde octrooiaanvrage een verticale gele idings inrichting aangebracht op het steven van de bak. Bij 15 toepassing van dit systeem zal elke bak dus voorzien moeten worden van de nodige geleidings- en bevestigingsmiddelen, hetgeen niet ideaal is.
Ten einde de sleepboot bestuurbaar te kunnen maken ten opzichte van de bak, is de verbinding tussen de voorsteven 20 van de duwboot en de instelbare duwbalk op de bak scharnierend uitgevoerd. Ter assistentie en beveiliging van de besturing zijn op gebruikelijke wijze zogenaamde zijdraden aangebracht tussen stuurboord en bakboordhoekpunten van de bak en de boorden van de sleepboot, alwaar deze draden op verleng-25 bare en verkortbare wijze op bijvoorbeeld lieren zijn belegd. Bij het vieren van de ene en inkorten van de andere zijdraad kan een hoek ingesteld worden tussen de langshartlijn van de sleepboot ten opzichte van die van de bak.
Een belangrijk bezwaar van de beschreven inrichting be-30 staat daaruit, dat relatief kostbare en grote hulpmiddelen op de bak moeten zijn aangebracht, hetgeen kostenverhogend werkt, de kans op beschadiging aanzienlijk vergroot, en bovendien bewerkelijker bij de hantering is.
De uitvinding beoogt nu deze nadelen op te heffen en 35 tevens de toepassingsmogelijkheden van de scharnierende duwinrichting te vergroten. Volgens de uitvinding wordt nu de in de aanhef beschreven besturingsinrichting daardoor gekenmerkt, dat de gehele scharnierende duwinrichting aan slechts één van de te koppelen eenheden bevestigd is en dat het koppe-40 len op de gebruikelijke wijze plaatsvindt met behulp van BA?§Ws 8 - 3 - langs- en kruisdraden.
De duwinrichting volgens de uitvinding kan niet alleen tussen een duwboot en een duwbak geplaatst worden, doch ook tussen duwbakken of eenheden van duwbakken onderling, waar-5 door een optimale bestuurbaarheid bereikbaar is.
Verder beoogt de uitvinding om in verregaande mate dezelfde duwinrichting te kunnen toepassen tussen enerzijds een duwboot en een bak en anderzijds tussen bakken of eenheden van bakken onderling. Daartoe wordt de besturingsinrichting, 10 indien deze aan de duwboot bevestigd is, daardoor gekenmerkt, dat de verticale geleiders zich aan de duwboot bevinden, de ene aan een stuurboord-duwknie en de andere aan een bakboord-duwknie, dat van de duwinrichting een horizontaal draagframe over de geleiders verticaal verplaatsbaar is en dat dit 15 draagframe de scharnierende duwbalk ondersteunt, en dat tussen het draagframe en de duwbalk aan stuurboord en aan bakboordzijde telkens één vijzel of dergelijke verleng- of ver-kortbare inrichting is geplaatst, waarbij de ane bij het sturen evenveel langer wordt als de andere korter, en omge-20 keerd.
Op overeenkomstige wijze wordt de duwinrichting, indien deze aan één of aan twee naast elkaar gekoppelde duwbakken is bevestigd, daardoor gekenmerkt, dat de verticale geleiders zich aan stuurboord en aan bakboord aan een in hoofdzaak ho-25 rizontale voorzetsteven bevinden, dat van de duwinrichting een horizontaal draagframe over geleiders verticaal verplaatsbaar is en dat dit draagframe de scharnierende duwbalk ondersteunt, en dat tussen het draagframe en de duwbalk aan stuurboord en aan bakboordzijde telkens een vijzel of derge-30 lijke verleng- of verkortbare inrichting is geplaatst, waarbij de ene bij het sturen evenveel langer wordt als de andere korter, en omgekeerd.
Dank zij het aanbrengen van de vijzels naast de scharnierende verbinding in de hartlijn, kunnen eenheden van de = 55-combinatie ten opzichte van andere eenheden onder een hoek -1- ;: geplaatst worden. Wanneer deze bovendien bedienbaar zijn vanuit de stuurhut van de duwboot, hetgeen met bekende mid-delen mogelijk is, dan kan de hartlijn van de combinatie ~ ,·'Zich aanpassen aan een gekromde te varen koers. Hetzelfde voor duwboot ten opzichte van de bakken.
BAD 79 0 8 9 9 8 - 4 -
Onder omstandigheden kunnen tussen alle opeenvolgende eenheden dergelijke scharnierende duwinrichtingen opgenomen zijn, welke bovendien individueel bestuurbaar kunnen zijn.
Dank zij het toepassen van een voorzetsteven kan de duw-5 inrichting op demontabele wijze aan één of meer bakken bevestigd worden en kan daardoor naar wens toegepast of verwijderd worden. Zo kan bijvoorbeeld gedurende het laden en lossen van de ene bak, de demontabele duwinrichting met de afzonderlijke voorzetsteven op een andere bak geplaatst worden, welke voor 10 transport gereed is.
Aangezien een dergelijke duwinrichting, en zeker die, welke voorzien is van een voorzetsteven, ervoor bestemd is om een aantal zware bakken te kunnen hanteren met behulp van duwboten met geïnstalleerde vermogens van duizenden kilowatts, 15 zijluie inrichtingen zwaar en kostbaar. In het bijzonder het transport, aanbrengen en afnemen van een dergelijke inrichting bij bakken, zal zonder geschikte hulpmiddelen praktisch onmogelijk zijn. Volgens de uitvinding zijn daartoe de beide duwinrichtingen aangepast, opdat met behulp van de duwboot 20 en diens duwinrichting, de andere duwinrichting gemakkelijk gehanteerd kan worden. Volgens de uitvinding worden zij derhalve daardoor gekenmerkt, dat van de duwinrichting tussen twee bakeenheden de duwbalk en de schoren aan hun onderzijde van in een horizontaal vlak gelegen draagvlakken en van een 25 omlaagstekende stift zijn voorzien, en dat van de duwinrichting op de duwboot, de bovenkant in hoofdzaak vlak en horizontaal is en dat in de bovenkant ervan een opneemopening is aangebracht, een en ander zodanig, dat de duwboot met zijn hefbare duwinrichting, de duwinrichting tussen de bakken kan 30 afnemen, transporteren en plaatsen, waarbij de horizontale vlakken op elkaar rusten en de stift in de opneemopening valt.
Met de duwinrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om duwbakken enerzijds geschikt te maken voor gebruik 35 in een duwbakcombinatie welke voorzien is van het besturingssysteem volgens de uitvinding, doch ook kunnen zij gebruikt worden in klassieke starre duwbakcombinaties.
Verder zij er nog op gewezen, dat de duwbalken van de duwinrichtingen volgens de uitvinding, op de klassieke wijze 40 met behulp van langsdraden en kruisdraden gekoppeld worden BAtycgtigiijftg g 8 --5- aan de bakken. Voor het toepassen van de duwinrichting tussen een duwboot en bestaande bakken, is derhalve aan de bakken geen enkele verandering noodzakelijk. Alleen wanneer de duwinrichting volgens de uitvinding, voorzien van de voorzet-5 steven, gebruikt wordt tussen bakken onderling, dient de bak voorzien te zijn van bevestigingsmogelijkheden voor genoemde voorzetstevens. Deze kunnen evenwel eenvoudig zijn en zodanig van conceptie, dat zij bij afwezigheid^van de duwinrichting geen hinder veroorzaken op bakken welke/een klassieke starre 10 combinatie gebruikt worden.
Verder kan uiteraard een duwbakkencombinatie, voorzien van de besturingsinrichting volgens de uitvinding, tevens voorzien zijn van een koproer of een kopschroef.
Er zijn ook andere systemen bekend voor het scharnierend 15 verbinden van een sleep/duwboot met een bak. Het betreft hierbij echter het aankoppelen en over korte afstand vervoeren van los in zee drijvende lichters van bijvoorbeeld het Lash- of Seabee-type.
Andere constructies zijn bekend uit de Nederlandse 20 octrooiaanvragen 7505895, 7706279 en 7710580. Geen van alle tonen echter het principe, noch een vergelijkbare constructieve toepassing als die van de uitvinding.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat in die gevallen waar met zekerheid met elkaar te koppelen bakeenheden steeds de-25 zelfde diepgang hebben, de duwinrichting volgens de uitvinding, bestemd voor koppeling tussen bakken onderling, in die zin vereenvoudigd kan worden, dat de middelen voor de verticale instelbaarheid weggelaten kunnen worden.
Aan de hand van de navolgende figuurbeschrijving van 30 een voorkeursuitvoeringsvorm van de besturingsinrichting volgens de uitvinding, zullen verdere kenmerken van de uitvinding nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont een duwbakkencombinatie, voorzien van de besturingsinrichting volgens de uitvinding; 35 fig. 2 toont een bovenaanzicht van een gedeelte van de duwinrichting tussen een duwboot en een bakkeneenheid; fig. 3 toont een doorsnede over de lijn 3-3 van fig. 2; fig. 4 toont een doorsnede over de lijn 4-4 van fig. 2; fig. 5 toont een bovenaanzicht van een gedeelte van de 40 duwinrichting volgens de uitvinding, zoals geplaatst tussen BADOpiglQAg 9 9 g - 6 - twee bakkencombinaties$ fig. 6 toont een doorsnede over de lijn 6-6 van fig. 5.
Pig. 1 toont een duwbakkencombinatie bestaande uit een duwboot 1, voorafgegaan door een drietal eenheden 3, 4, 5, 5 elk bestaande uit twee boord aan boord aan elkaar gekoppelde duwbakken 2. De eenheden 4 en 5 zijn in langsrichting star aan elkaar gekoppeld, terwijl tussen de eenheden 3 en 4 een besturingsinrichting volgens de uitvinding is aangebracht. Eveneens is tussen de voorsteven van de duwboot 1 en de ach-10 terzijde van de eenheid 5 een overeenkomstige besturingsinrichting volgens de uitvinding aangebracht.
De twee bakken 2 waaruit een eenheid 3, 4 of 5 bestaat, zijn op de klassieke wijze boord aan boord gekoppeld met behulp van twee kruisdraden 7 en 8 en twee dwarsdraden 9 en 10. 15 Dit is weergegeven voor de eenheid 3, terwijl het duidelijk Zal zijn, dat voor de eenheden 4 en 5 iets overeenkomstigs geldt. Daartoe zijn in het dek 44 van de duwbakken 2 de nodige bolders, kluizen, kaapstanders en/of lieren aangebracht, welke schematisch aangegeven zijn met 15 en 16. Daarbij kan 20 bijvoorbeeld 15 een bolder zijn voor het erop vastzetten van een kabel, bijvoorbeeld 8 of 9, terwijl het andere einde van de kabel over een mechanisch aanhaalwerktuig zoals een kaapstander of lier 16 is geslagen. Ervaren dekpersoneel kan op deze wijze, ondanks stroom en wind, met redelijke nauwkeurig-25 heid bakken naast en achter elkaar koppelen. Absolute nauwkeurigheid van uitlijning naast elkaar en achter elkaar is daarbij niet vereist en komt ook slechts bij toeval voor.
Met de kruisdraden 11 en 12 en de langsdraden 13 en 14 zijn als voorbeeld in fig. 1 de eenheden 4 en 5 in langsrichting 30 aan elkaar gekoppeld. Bij de bekende duwbakcombinaties zijn op de beschreven wijze alle bakken met elkaar gekoppeld en tevens op dezelfde wijze de duwboot aan de bakkencombinatie. De besturing van een dergelijke combinatie vindt plaats met de gebruikelijke roeren of draaibare straalbuizen 18 onder 35 de duwboot 1. Veelal is de combinatie uitgerust met een schematisch met 17 weergegeven boegroer of boegschroef. Een dergelijke eenheid is een star geheel langs de hartlijn 6-6. De uitvinding maakt het mogelijk, de hartlijn 6-6 te kunnen aanpassen aan te varen gekromde koersen, waartoe de starre 40 verbinding tussen opeenvolgende eenheden op één of meer BADfm99 8 - 7 - plaatsen gewijzigd wordt in een scharnierende verbinding. Volgens fig. 1 gebeurt dit ter plaatse van de verbinding 19 tussen de eenheden 3 en 4 en de verbinding 20 tussen de achterste bakkeneenheid 5 en de duwboot 1. De verbinding 20 5 tussen de duwboot 1 en de bakkeneenheid 5 zal in detail besproken worden. De scharnierende verbinding 19 tussen bakken of bakeenheden onderling is voor een groot deel hieraan gelijk. De scharnierende verbinding 20 zal toegelicht worden aan de hand van de fig. 1, 2, 3 en 4. De scharnierende ver-10 binding 20 is in zijn geheel opgehangen aan de voorzijde van de duwboot 1. Hij bestaat uit een duwbalk 21, welke scharnierend om de scharnieras S via geleiders 68 aan de stuurboord- en bakboord duwknieën 50 is opgehangen. Met behulp van de geleidingen 68 kan de scharnierende duwinrichting 20 15 in verticale zin ingesteld worden ten opzichte van de bela-dingstoestand van de achterste duwbakkeneenheid 5. Daarbij kan de duwbalk 21 op gelijke hoogte gebracht worden met de steven of stevens van de eenheid 5. Op de klassieke wijze wordt met behulp van langsdraden 32 en kruisdraden 35, 56 de 20 duwbalk 21 gekoppeld aan de eenheid 5. In langsrichting van de combinatie en in dwarsrichting is de koppeling daardoor praktisch stijf, hoewel de draden enige elasticiteit zullen hebben. Wat betreft de rotatie om de langshartlijn van de combinatie van de duwboot ten opzichte van de bakkeneenheid 25 5 blijft enige bewegingsvrijheid over, welke volgens de bestaande praktijk voldoende is. Ook de dekbemanning kan een duwboot, uitgerust met de scharnierende duwinrichting volgens de uitvinding op de hen welbekende wijze blijven koppelen. Tussen de duwbalk 21 en de steven(s)> van de bakkeneenheid 5 30 kunnen de gebruikelijke fenders 60 aangebracht worden. Met behulp van schoren 61, 62, 63 en 64 is de duwbalk star verbonden aan de verticale cilindrische kolom 65. De hartlijn van deze kolom 65 vormt de scharnieras S-S van de duwinrichting volgens de uitvinding. De schoren 61 en 62 lopen daar-35 bij horizontaal, terwijl hun bovenkanten stroken met de bovenkant van de duwbalk 21. Tussen de schoren 61, 62 en 63, 64 en voor de kolom 65 is een opening aanwezig, waardoorheen de bovenste balk 46 van een draagframe zich uitstrekt. Het draagframe bestaat uit twee evenwijdige horizontale balken * 40 46 en 66, welke door een aantal verticale verbindingskolommen "firm 9 a - 8 - 67 tot een star geheel verenigd zijn. Met zijn bovenzijde draagt de balk 46 van het draagframe het gewicht van de duw-balk tesamen met dat van de schoren en de kolom 65. Daartoe kan, hoewel dit niet is weergegeven in de figuren, tussen de • 5 bovenkant van de draagframebalk 46 en de onderkant van de schoren 61 en 62 wrijving en slijtage verminderende bekleding zijn aangebracht.
Het draagframe 46, 66, 67 is aan stuurboord- en bakboord-einde voorzien van verticale geleiders 68. Deze bestaan elk 10 uit een vork 70, terwijl tussen de tanden van de vork 70 twee stel looprollen 71 draaibaar zijn aangebracht om horizontale assen. Deze rollen lopen in tegenover elkaar gelegen goten in een H-vormig profiel 72, dat zich in verticale richting uitstrekt en zich aan de voorzijde bevindt van de duwknieën 50.
15 De rollen 71 passen met geringe speling in de inkameringen van het H-profiel, terwijl, zoals fig. 4 toont, de vork 70 in verticale richting een zo grote uitgestrektheid heeft, dat twee stel rollen 71 boven elkaar aangebracht kunnen worden.
Een zodanig opgebouwde geleider 68 kan alleen in verticale 20 zin verplaatst worden, terwijl in alle andere richtingen translaties en rotaties onmogelijk zijn. Het draagframe 46, 66, 67 wordt daardoor ten opzichte van de duwboot 1 zodanig opgesloten, dat slechts een beweging in verticale richting mogelijk is. Volgens fig. 4 wordt die verticale beweging van 25 het draagframe en aldus ook van de duwbalk met de schoren en de kolom 65, bestuurd door de kabel 69, welke over twee schematisch weergegeven rollen 49 geleid wordt naar een schematisch weergegeven lier 51, welke op het dek van de duwboot 1 geplaatst is. De rollen 49 kunnen met stoelen op 50 de duwknie 50 gemonteerd zijn. Tussen de voorkant van de H-vormige geleiders 72 en het ertegenover gelegen gedeelte van de vork 70 kan een schematisch weergegeven fender aangebracht zijn om enerzijds de speling te compenseren en anderzijds geluiddempend te werken. Tussen de einden aan stuurboordzijde 55 en aan bakboordzijde van de duwbalk 21 en de balk 46 van het draagframe zijn hydraulische vijzels 58 en 58a aangebracht, en scharnierend gekoppeld bij 41. Deze vijzels 58 zijn bij voorkeur dubbelwerkend en kunnen bij tegengestelde bediening de duwbalk om de scharnieras S-S doen verdraaien ten opzichte 40 van het draagframe en ten opzichte van de duwboot. De over te ba? eR$e/g. 9 8 - 9 - '··' brengen duwkracht tussen de duwboot 1 en de bakken 2 kan ten -·- - dele plaatsvinden via de vijzels 58. De volledige duwkracht kan via de schoren 61-64 en de cilindrische kolom 65 doorge-- leid worden naar een centrale duwknie 73, welke in de hart-: 5 lijn van de duwboot verticaal aan diens voorsteven is aangebracht. Ter voorkoming van slijtage en verbetering van de glij-eigenschappen kan een bekleding 74 in de halfronde verticale goot zijn aangebracht. De goot 74 in de centrale duwknie 73 is zo lang, dat hij over de gehele verticale ver-10 plaatsingsweg van de duwinrichting 20 de kolom 65 blijft geleiden. Daartoe zal in veel gevallen de centrale duwknie 73 tot nabij of onder de waterlijn verlengd worden met een schematisch weergegeven scheg 73a. In fig. 3 is schematisch aangegeven, uitgaande van een constante waterlijn, waar zich de 15 duwbak 2 bevindt in ongeladen en in toegeladen toestand.
Links onder in fig. 3 is met 2' de toegeladen positie van de duwbak weergegeven. Tot zover zal de duwinrichting 20 dan ook neergelaten moeten kunnen worden, hetgeen bepalend is voor de verticale uitgestrektheid omlaag van de scheg 73a.
20 Het zal duidelijk zijn, dat de geleiders 72 zoals weergegeven in fig. 4, dezelfde verticale plaatsing moeten kunnen toestaan als de centrale duwknie-scheg 73, 73a. Het zal verder duidelijk zijn, dat de in fig. 4 schematisch weergegeven verticale verstelinrichting 49, 51, 69 door andere bekende inrichtingen 25 vervangen kan worden, zoals bijvoorbeeld door een hydraulische vijzel of een schroefspil-moerconstructie. Uiteraard zal de werking van de hefinrichting aan stuurboord en die aan bakboord volkomen gesynchroniseerd moeten zijn.
De duwbalk met de schoren kan zonodig ook trekkrachten 30 opnemen, welke dan via de voorzijde van de kolom 65 overgebracht worden op de horizontale balken 46 en 66 van het draag-frame en via het draagframe en de geleiders 68 doorgeleid worden naar de duwboot 1. Ook de vijzels 58 en 58a kunnen trekkrachten overbrengen. Niettemin kan het zinvol zijn om 35 de bekende zij-ί respectievelijk besturingsdraden 28b aan te 'r'' -brengen, zoals weergegeven in fig.' '2. In een punt 30 op de ' —bak "2 is hét ene einde van de' kabel 28b bevestigd. Op een • -'övereénkomstig punt aan bakboord is de kabel '28a bevestigd.
— '.Beidé zijn óp hei: dek van d!e ‘ diiwboot 1 via rollen 59 aan 4Ö2 stuiirboord^respectievelijk bakboord naar een inrichting 29 BADÜbStiftr&e 9 8 - 10 - geleid, welke schematisch een compensatie-inrichting.weergeeft. De inrichting 29 handhaaft een voorafbepaalde trekkracht in de kabels 28a en 28b. Hij is evenwel in staat om bij het uitvoeren van stuurmanoeuvres met de duwinrichting 20, de ene kabel 5 te verlengen en tegelijkertijd de andere in te korten. Het is ook mogelijk, de werking van de compensatie-inrichting 29 te koppelen aan de besturing van de hydraulische vijzels 58 en 58a.
Ten slotte kan nog opgemerkt worden, dat het draagframe 10 46, 66, 67 met op zichzelf bekende, doch niet weergegeven inrichtingen vergrendeld kan worden aan de H-vormige geleiders 72, nadat de gewenste hoogtepositie is ingesteld. Eveneens kan de geleidingsinrichting 68 achterwege blijven in die gevallen waar de duwboot 1 en de bakken 2 ten opzichte van el-15 kaar steeds nagenoeg dezelfde diepgang hebben. De mogelijkheid van de besturing blijft daarbij behouden.
In de fig. 5 en 6 is de duwinrichting 19, bestemd voor plaatsing tussen twee bakken of bakeenheden, meer in detail weergegeven. Voor een groot deel stemt hij overeen met de 20 duwinrichting 20, bestemd voor plaatsing op de voorsteven van een duwboot 1. De overeenkomstige delen hebben dezelfde verwijzingstekens gekregen. Is van sommige delen de functie gelijk, doch de vorm enigszins afwijkend, dan zijn de ver-wijzingscijfers met honderd vermeerderd. Bij de duwinrichting 25 19 wordt dezelfde duwbalk 21 toegepast en deze is op dezelfde wijze met de langs- en kruisdraden 32, 35, 36 gekoppeld aan een balk 2 of bakkeneenheid 3. De schoren 61, 62, 63 en 64 zijn overeenkomstig evenals de kolom 65. Ook het draagframe 46, 65, 67 is gelijk, hetgeen ook het geval is met de bestu-30 ringsvijzels 40 en 40a. De verticale geleiders 68 komen eveneens overeen, doch de duwknie aan stuurboord en bakboord 150 is zodanig gewijzigd, dat deze geschikt is om bevestigd te worden op een voorzetsteven 25. Deze voorzetsteven 25 is, evenals het draagframe 64, 65, 67, als frame uitgevoerd en 35 omvat een bovenste horizontale koker 25, een onderste horizontale koker 75 en een aantal verticale verbindingskolommen 76. Evenals de stuurboord- en bakboord-duwknieën ..is de centrale duwknie 173 in principe gelijk aan de duwknie 73 van de duwinrichting 20, doch aangepast.aan de bevestiging op de 40 voorzetsteven 25, 75, 76. De voorzetsteven vormt tesamen met
9 8 : C V C
- 11 - .'.: de duwbalk en bet draagframe een geïntegreerde eenheid. Hoe- ;wel dit niet is weergegeven in de figuren, zal de lier 51 volgens fig. 4 op de voorzetsteven aangebracht moeten worden, ten einde de eenheidsgedachte van de duwinrichting 19 nog 5-verder: voort te zetten. De voorzetsteven wordt met behulp van ten minste twee horizontale dragers 87 bevestigd aan het dek van een bak 2 van de bakkeneenheid 5. De drager 78 is via een zware verticale scharnierpen 77 draaibaar bevestigd aan de bovenkant van de bovenste ligger 25 van de voorzetsteven. Het 10 andere einde van de horizontale drager 78 is voorzien van een ruime boring 83, waarin een dunnere schacht 82 van een hamer- bout 80 gestoken is. Deze hamerbout 80 past met de hamerkop in een vlindervormige uitsparing 81, welke zich onder het dek van de bak bevindt. De vlindervormige uitsparing 81 staat in 15 verbinding met het dek via een open sleuf 81a. Met behulp van langsdraden 32 en kruisdraden kan, zoals fig. 1 aangeeft, de « voorzetsteven stevig gekoppeld worden tegen de stevens van een bak 2 of de bakkeneenheid 4.
Ten einde de eenheidsgedachte van de duwinrichting 19 20 nog verder te vervolmaken, kan een hydraulische eenheid met eigen aandrijving, schematisch met 89 aangeduid in fig. 5, geplaatst worden op de duwbalk-schoorcombinatie ten behoeve van de bediening van de vijzels 40 en 40a. Slechts een, bijvoorbeeld elektrische, besturingsverbinding is dan nog ver-25 eist met de stuurhut, op de duwboot 1.
Aangezien het bij combinaties van duwbakken vaker zal voorkomen dat de stevens van te koppelen bakken zich in dezelfde positie boven de waterlijn bevinden dan tussen een duwboot en te koppelen bakken, zal een mechanische bedienings-30 inrichting voor het instellen van de verticale stand langs de geleidingsinrichting 68 veelal achterwege kunnen blijven. Een eenmaal op hoogte ingestelde duwbalk met draagframe kan dan vast aan de voorzetsteven bevestigd zijn. Ook is het mogelijk, de geleiding 68 te handhaven, doch deze met behulp van uitwen-35 dige middelen in te stellen en dan met niet-weergegeven middelen te blokkeren.
De duwinrichting 19 is losneembaar aan de duwbakken bevestigd met behulp van de inrichting 79. Gedurende laden en lossen van de bakken kan de relatief kostbare duwinrichting 40 19 dan elders gebruikt worden. Voor het transport kan de bad?i9g(!N6l9 9 8 - 12 - duwboot met zijn vaste duwinrichting 20 dienen.. Daartoe^ is, zoals fig. 3 toont, de bovenzijde 88 van de duwbalk' 21. en de schoren 61 en 62 vlak uitgevoerd, en zijn aan de onderzijde van de duwinrichting 19 in een horizontaal vlak gelegen dra-5 gers 85 aangebracht, welke schematisch in fig. .5 gestippeld zijn weergegeven. Aan de onderkant van het draagvlak 85 is een omlaag uitstekende stift 86 aangepast, welke correspondeert met een in het vlak 88 aangebrachte opening 87 (fig. 2 en 3). Wanneer nu de duwboot met zijn scharnierende duwsteven 10 20 vaart onder de scharnierende duwinrichting 19, welke nóg aan de bakkeneenheid 4 is.bevestigd (fig. 1), dan kunnen de horizontale vlakken op elkaar komen te liggen, waarbij de stift 86 in de boring 87 valt. Na het lossen van de hamer-bouten 80, 82 van de verbindingsinrichtingen 79, dan kan 15 door het heiffen van de inrichting 20, de inrichting 19 verwijderd worden van de bakkeneenheid 4 en vervoerd worden en elders opnieuw aangebracht.
Ten slotte toont fig. 5 een soortgelijke zijkabel 28 als fig. 2 toont. Een overeenkomstige compensatie-inrichting is 20 verbonden met de beide kabels 28 aan bakboord en aan stuurboord. Hun functie is overeenkomstig aan die als beschreven in samenhang met de zijdraden 28a en 28b.
Het zal duidelijk zijn, dat, wanneer de duwboot 1 met zijn duwinrichting 20 gebruikt wordt voor het plaatsen en 25 wegnemen van de duwinrichting 19 van en tegen een duwbakkeneenheid 4, de hoogte-instelling van de duwinrichting 19 met behulp van de duwinrichting 20 plaats kan vinden. Een aandrijving van de geleiders 68 is dan overbodig, terwijl een niet-weergegeven blokkering dan daarvoor in de plaats komt.
30 Zelfs zou de geleiding met rollen op zijn beurt verder vereenvoudigd kunnen worden, ondanks het volledig behoud van de beschreven besturingseigenschappen van de scharnierende be-sturingsinrichting volgens de uitvinding.
7908998 BAD ORIGINAL > -

Claims (6)

1. Besturingsinrichting voor een duwbakkencombinatie, bestaande uit een duwboot met ten minste één duwbakkeneenheid ï (waarbij elke eenheid uit één, twee of meer naast elkaar gekoppelde bakken kan bestaan), waarbij de duwboot van ten min-5 ste één roer en/of bestuurbare schroef respectievelijk schroefstraalbuis en van ten minste één duwknie is voorzien, en waarbij zich ten minste tussen de duwboot en de achterste eenheid een scharnierende duwinrichting bevindt, welke in hoogte verstelbaar is langs verticale geleiders, met 10 h e t k e n; m e r k, dat de gehele scharnierende duwinrichting aan één van de te koppelen eenheden bevestigd is en dat het koppelen op de gebruikelijke wijze plaatsvindt met langs- en kruisdraden.
2. Besturingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 duwinrichting aan de duwboot is bevestigd, me t h e t kenmerk, dat dè verticale geléiders zich aan de duwboot bevinden, de ene aan een stuurboord-duwknie en de andere aan een bakboord-duwknie, dat van de duwinrichting een horizontaal draagframe over de 20 geleiders verticaal verplaatsbaar is en dat dit draagframe de scharnierende duwbalk ondersteunt, en dat tussen het draagframe en de duwbalk aan stuurboord-en aan bakboordzijde telkens een vijzel of dergelijke verlengen verkortbare inrichting is geplaatst, waarbij de ene bij 25 het sturen evenveel langer wordt als de andere korter, en omgekeerd.
3· Besturingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de duwbalk met in hoofdzaak horizontale schoren naar de hartlijn van de duwboot isafge-•s30 steund, alwaar de schoren bevestigd zijn aan een verticale cilindrische kolom, welke:als scharnieras rust in een verticale cilindrische goot als ;:cóhtrascharnier, wélke goot via - één verticale," - met scheg omlaag verlengde middenduwknie aan r::dé voersteen^vah^ië-dï^öbt'rS'bevestig; 35 3 - 4.: Besturings'inriehtihg -vólgens conclusie ΐ, waarbij de duwinrichting aan één of aan twee naast elkaar' gekoppelde duwbakken is bevestigd, me.t het kenmerk, dat de verticale geleiders zich aan stuurboord eh aan bakboord badW^.998 - 14 - aan één in hoofdzaak horizontale voorzetsteven bevinden, dat van de duwinrichting een horizontaal draagframe over de geleiders verticaal verplaatsbaar is en. dat. di;t draagframe de scharnierende duwbalk ondersteunt, 5 en dat tussen het draagframe en de duwbalk aan. stuurboobd- en aan bakboordzijde telkens één vijzel of dergelijke verlangen verkortbare inrichting is geplaatst, waarbij;de-ene1bij het sturen evenveel langer wordt als de andere.korte**, en omgekeerd.
5. Besturingsinrichting volgens conclusie,4, m e t het kenmerk, dat de.voorzetsteven met twee om een verticale as scharnierende horizontale dragers op het dek van de.duwbak (-eenheid) is bevestigd, waarbij met,enige speling in openingen-gestoken slotbouten-of, dergelijke, een losneem-15 bare verbinding vormen, en dat de voorzetsteven omlaag.verlengd kan zijn en dan tegen een brede scheg op de steven van de duwbak(-ken) steunt.
6. Besturingsinrichting.volgens conclusies 4 en 5, met het k e n m er k, dat.de duwbalk met in hoofd-20 zaak horizontale schoren naar de hartlijn van de duwcombina-tie is afgesteund, alwaar de schoren bevestigd zijn aan een verticale cilindrische kolom, welke als scharnieras rust in een verticale cilindrische goot als contrascharnier, welke goot in het midden van de voorzetsteven is bevestigd.
7. Besturingsinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat van de duwinrichting tussen twee bakeenheden de duwbalk en de schoren aan hun onderzijde van in een horizontaal vlak gelegen draagvlakken en van een omlaagstekende -stift zijn 50 voorzien, en dat van de duwinrichting op de duwboot de bovenkant in hoofdzaak .vlak en horizontaal is en dat J.n .de bovenkant-.ervan een opneemopening. is-aangebracht, ·.· . ...... ; een en ander zodanig, dat-de duwboot met .zi jn hefbare duwin-55 richting, de duwinrichting bestemdvoor- plaatsing- tussen de bakken, kan afnemen» ..transporteren en plaatsen,, waarbij.-.de . horizontale vlakken op. elkaar rusten en de :stift in de op—'· i, - ' neemopening valt. -,,, _ - r.y: . : 9 8 ΰ ^ ·'·; f t: Λ Ü \ V '* v.· t
NL7908998A 1979-12-13 1979-12-13 Besturing van duwbakkencombinatie. NL7908998A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908998A NL7908998A (nl) 1979-12-13 1979-12-13 Besturing van duwbakkencombinatie.
DE8080201193T DE3069387D1 (en) 1979-12-13 1980-12-11 Steerable pushing apparatus for a barge-tug combination
EP80201193A EP0030772B1 (de) 1979-12-13 1980-12-11 Steuerbare Schubvorrichtung für eine Schubkähne-Kombination
AT80201193T ATE9669T1 (de) 1979-12-13 1980-12-11 Steuerbare schubvorrichtung fuer eine schubkaehne- kombination.
CA000366684A CA1188161A (en) 1979-12-13 1980-12-12 Steering for a combination of pusher tug and barges
US06/215,913 US4449471A (en) 1979-12-13 1980-12-12 Steering combination of pusher tug and barges
YU03155/80A YU315580A (en) 1979-12-13 1980-12-15 Controllable pushing device in a tugboat-barge-system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908998A NL7908998A (nl) 1979-12-13 1979-12-13 Besturing van duwbakkencombinatie.
NL7908998 1979-12-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908998A true NL7908998A (nl) 1981-07-16

Family

ID=19834315

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908998A NL7908998A (nl) 1979-12-13 1979-12-13 Besturing van duwbakkencombinatie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4449471A (nl)
EP (1) EP0030772B1 (nl)
AT (1) ATE9669T1 (nl)
CA (1) CA1188161A (nl)
DE (1) DE3069387D1 (nl)
NL (1) NL7908998A (nl)
YU (1) YU315580A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2567479B1 (fr) * 1984-07-10 1989-06-02 France Etat Armement Procedes et dispositifs pour deplacer sur l'eau une charge flottante
NO157013C (no) * 1985-06-24 1988-01-06 Sm B Thavner A S Anordning for sammenkobling av pontonger av betong.
DE3539917A1 (de) * 1985-11-11 1987-05-14 Schultz Hans Georg Prof Dr Ing Aktive gelenkkupplung der schubschiffahrt
US4949663A (en) * 1988-01-11 1990-08-21 The Laitram Corporation Electro-magnetic coupling for tow boat and barge
US4848259A (en) * 1988-01-11 1989-07-18 Lapeyre James M Electro-magnetic coupling for tow boat and barge
GB2399320A (en) * 2003-03-10 2004-09-15 Malcolm Newell Semi-submersible jetty for transferring LNG from a production vessel to a transport vessel
SG127786A1 (en) * 2005-06-03 2006-12-29 Singapore Tech Dynamics Pte Method of intercepting and yawing a sailing vessel
WO2019017919A1 (en) * 2017-07-18 2019-01-24 Bechtel Oil, Gas & Chemicals, Inc. PRIMARY NAVIGATION SYSTEM FOR TRAILER WITH OBSTRUCTED PILOT VIEW

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US922160A (en) * 1907-10-09 1909-05-18 Julius S Lane Towboat and system of towage.
US3035537A (en) * 1959-09-22 1962-05-22 Smith Walter James Steering connection between a barge and a pusher tug
US3257985A (en) * 1964-01-17 1966-06-28 Sea Link Inc Connecting linkage for watercraft
FR1468868A (fr) * 1965-10-25 1967-02-10 Chantiers De L Afrique Equator Dispositif d'attelage de remorqueur-pousseur sur son convoi
US3461829A (en) * 1967-06-09 1969-08-19 Ocean Research & Mfg Co Inc System and apparatus for connecting and steering pushed vessels
US3892195A (en) * 1970-01-17 1975-07-01 Weser Dt197001172001996 Ag Watercraft coupling system
US3882813A (en) * 1970-01-17 1975-05-13 Weser Dt197001172001996 Ag Watercraft coupling system
NL7304543A (nl) * 1972-04-15 1973-10-17
IT995405B (it) * 1972-09-22 1975-11-10 Mannesmann Roehren Werke Ag Parabordo per luogo d attracco di navi
NL168458C (nl) * 1972-10-10 1982-04-16 Aannemingsmaatschappij Dikkerb Koppelinrichting voor de combinatie van een duwboot met een voort te bewegen vaartuig.
GB1412078A (en) * 1973-04-24 1975-10-29 Saunders H Universal coupling and masses coupled thereby
US3954078A (en) * 1974-02-21 1976-05-04 Garcia Emilio C Method of connecting adjacent units of a barge tow
JPS5343398A (en) * 1976-09-29 1978-04-19 Nippon Kokan Kk <Nkk> Apparatus for connecting barge and push boat
DE2714431C2 (de) * 1977-03-31 1983-11-24 Nippon Kokan K.K., Tokyo Steuervorrichtung für einen Schubverband
US4166427A (en) * 1977-10-21 1979-09-04 American Commercial Lines, Inc. Tightening and securing cables holding barges together

Also Published As

Publication number Publication date
ATE9669T1 (de) 1984-10-15
EP0030772A1 (de) 1981-06-24
YU315580A (en) 1983-10-31
US4449471A (en) 1984-05-22
DE3069387D1 (en) 1984-11-08
CA1188161A (en) 1985-06-04
EP0030772B1 (de) 1984-10-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI94508C (fi) Jäätä murtava laiva
US8739717B2 (en) Ocean going transport vessel with docking arrangements
NL7908998A (nl) Besturing van duwbakkencombinatie.
US6276875B1 (en) Method and transporter for installation or removal of a jacket for an offshore platform
US20130322969A1 (en) Fast transit self-elevating platforms
US4483655A (en) Vessel loading method
DE102008061707B4 (de) Anlegevorrichtung
US6073571A (en) Mooring and ramp system for ferry boats
NL1043284B9 (nl) Ontwikkelingen en verbeteringen van &#34;Automatische losinrichting bij het wegvaren&#34; naar ook automatisch aanleggen
NL1029908C2 (nl) Boot alsmede boot/baksamenstel.
IE45617B1 (en) Handling of aquatic vessels
US20110100278A1 (en) Rapid Sailboat Mast Raising/Lowering Method
WO2018169393A1 (en) A pipe-laying vessel
EP0104122A1 (fr) Perfectionnement aux bateaux automobiles pour assurer le poussage et la gouverne de tout train de barges avec une économie optimale
BG65236B1 (bg) Буксир
SU1411214A1 (ru) Устройство дл монтажа и демонтажа судового рул
SU1131765A1 (ru) Устройство дл демонтажа и монтажа гребного винта и пера рул
DE4238786A1 (de) Takelung für Wasserfahrzeuge mit Drehmomentkompensation
RU2048373C1 (ru) Устройство для транспортировки грузов в ледовых условиях
NL8702287A (nl) Zeilvaartuig.
NL8105603A (nl) Werkwijze voor het verplaatsen van een schip, richtboot, werkwijze voor het tijdelijk aan elkaar verbinden van drijvende konstrukties, inrichting daarvoor en vaartuig voorzien van een dergelijke inrichting.
WO1999041141A2 (de) Wasserfahrzeug in mehrrumpfausführung für hohe geschwindigkeit
US1292145A (en) Ship&#39;s-boat handling and launching apparatus.
GB2107651A (en) A dockship having a ride on/off system and craft units for heavy loads
RU2007326C1 (ru) Устройство для швартовки лихтеров в трюме-доке баржевоза

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: DUWVAART ONTWIKKELINGS PROJECT. STICHTING -

BV The patent application has lapsed