NL7908934A - Stromingsverdeelinrichting voor een zeefinrichitng. - Google Patents

Stromingsverdeelinrichting voor een zeefinrichitng. Download PDF

Info

Publication number
NL7908934A
NL7908934A NL7908934A NL7908934A NL7908934A NL 7908934 A NL7908934 A NL 7908934A NL 7908934 A NL7908934 A NL 7908934A NL 7908934 A NL7908934 A NL 7908934A NL 7908934 A NL7908934 A NL 7908934A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
nozzle
slide
sieve
opening
screen
Prior art date
Application number
NL7908934A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dorr Oliver Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dorr Oliver Inc filed Critical Dorr Oliver Inc
Publication of NL7908934A publication Critical patent/NL7908934A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D35/00Filtering devices having features not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00, or for applications not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00; Auxiliary devices for filtration; Filter housing constructions
    • B01D35/28Strainers not provided for elsewhere

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Filtration Of Liquid (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Combined Means For Separation Of Solids (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Separation Of Solids By Using Liquids Or Pneumatic Power (AREA)
  • Seal Device For Vehicle (AREA)
  • Transition And Organic Metals Composition Catalysts For Addition Polymerization (AREA)

Description

ψ Λ
Stromingsverdeelinrichting voor een zeef inrichting.
Samenvatting.
De uitvinding heeft betrekking op een stromingsverdeel-inrichting voor een ontwateringszeef, omvattende een samengesteld mondstuk, dat is voorzien van een draaibare klep en van een samenge-5 steld huis, dat zich dwars over het toevoereinde -van de zeef uitstrekt. De klep is voorzien van met de hand of automatisch bedien-bare aandrijforganen voor het regelen van de beweging daarvan, om de grootte van de opening van het mondstuk te -variëren en om het snel openen van de mondstukopening mogelijk te maken, teneinde het 10 mondstuksamenstel te reinigen.
Achtergrond van de uitvinding.
De onderhavige uitvinding is gericht op een ontwaterings-zeef en in het bijzonder op een dergelijke zeefinrichting, waarbij met voeding onder druk wordt gewerkt.
15 Qntwateringszeven zijn algemeen bekend en zijn voorzien van zeven, die zijn gemonteerd in een huis, waaraan een brij van vloeistof en -vaste stoffen wordt toegavoerd, om de vaste stoffen op de zeef van de vloeistoffen te scheiden. Bij ëên type ontwate-ringszeef bezit de zeef een sterk gepolijst, concaaf gekromd zeef-20 oppervlak of -dek, dat de vorm heeft van een eirkelsegment van 120°.
Het zeefoppervlak bestaat uit een aantal op gelijke afstand van elkaar geplaatste en evenwijdige, dwarse scheidingsstaven, waartussen sleuven met een breedte van 50 tot 150 micron zijn gevormd. -1
De brij wordt door middel van op afstand van elkaar geplaatste toe-25 voermondstukken onder een relatief hoge druk in in hoofdzaak tan-gentiale richting aan de concave zijde van het zeefoppervlak toegevoerd. De grote deeltjes bewegen zich over het zeefoppervlak en worden door een overloop-uitlaat uit de inrichting afgevoerd. Het 7908934 4.
2 'ï vloeibare deel van de brij passeert samen met de fijne deeltjes door de sleuven in het zeef oppervlak en worden af gevoerd door een onderstroom-uitlaat aan de achterzijde van de zeef.
Deze ontwateringszeven zijn met groot succes toegepast en 5 hebben in wezen geen onderhoudskosten gezien de eenvoud van de constructie en het minimale aantal bewegende onderdelen. In het bijzonder worden de zeven op grote schaal toegepast voor het met grote capaciteit fijn scheiden van vezelige, niet-slijpende vaste stoffen in de pulp- en papierindustrie, waar de zeven voor vele procesdoel 10 einden worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld als besparingsinrichting of bij het terugwinnen van vezels. Ofschoon de zeven zeer effectief zijn, treden bij bepaalde toepassingen bezwaren op gezien de constructies van de bekende toevoermondstukken. De meest toegepaste mondstukconstructies voor deze onder druk werkende toevoerinriehtin-15 gen zijn voorzièn van een aantal mondstukken die op afstand van elkaar zijn bevestigd aan het bovenste deel van het huis, waarin de eenheid is ondergebracht, om de toegevoerde brij over het zeefopper- · vlak te verspreiden. Bij bedrijf van de zeefinrichting zullen de openingen van de monstukken bij tussenpozen verstopt raken, waar-20 door het bedrijf van de zeef inrichting moet worden onderbroken, om het mondstuk schoon te maken. Ofschoon de mondstukken bij gebruik effectief zijn, kan daarbij het zeefoppervlak niet volledig worden benut als gevolg van de onderlinge afstand van de mondstukken, die tussenliggende blinde gebieden over de zeef veroorzaakt. Dit valt 25 in het bijzonder op aan de andere zijde van de zeef, waar de vloeistof uit de zeef spat, hetgeen leidt tot verlies van scheidend effect in die gebieden.
Bij andere bekende ontwateringszeven, zoals die bijvoorbeeld zijn beschreven in het Britse octrooischrift 829.860 en in 30 de Amerikaanse octrooischriften 2.995-2^55 3-353.67^- en 3-^-52.876, zijn toevoerinrichtingen voor zeefoppervlakken beschreven, die zijn voorzien van beweegbare klappen of verplaatsbare wanden, die de stroom van de brij op de zeef richten. De wandoppervlakken zijn instelbaar, hetzij door de stroming van het materiaal, hetzij met 35 de hand, teneinde de afstand tussen het wandoppervlak en de zeef te veranderen. Hoewel deze bekende constructies aan het beoogde doel 7908934 4 3 3 beantwoorden, nebben deze bekende inrichtingen geen betrekking op het regelen van de snelheid van de toegevoerde stroom aan het zeef-oppervlak bij relatief hoge toevoerdrukken.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een nieuwe 5 stromingsverdeelinrichting voor een ontwateringszeef te verschaffen.
Een ander doel van de uitvinding is het voorstellen van een nieuwe constructie voor het mondstuk en de toevoertuit voor een zeef voor het scheiden van vloeistoffen en vaste stoffen, welk nieuwe mondstuk het volledig benutten van het oppervlak van de 10 3c.heidingszeef van de inrichting toelaat.
Een ander doel van de uitvinding is. een nieuwe mondstuk en toevoertuit voor een ontwateringszeef, voorzien van gemakkelijk bedienaare middelen voor het openen van de toevoertuit, om het mondstuksamenstel schoon te maken, wanneer dit is verstopt.
15 Een ander doel van de uitvinding is een nieuwe ontwaterings zeef, die het snel reinigen van het mondstuksamenstel toelaat, wanneer dit is verstopt en die is voorzien van middelen voor het regelen van de snelheid van het toegevoerde materiaal gedurende het reinigen.
20 Een verder doel van de uitvinding is een nieuw mondstuk samenstel, dat is voorzien van middelen voor het instellen van de grootte van de tuitopening over oneindig variabele instellingen overeenkomstig de stroming van de toegevoerde brij.
ÏTog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen 25 van een nieuw mondstuk en een nieuwe tuit voor een ontwateringszeef, die is aangepast voor automatisch bedrijf voor het selectief met tussenpozen openen en sluiten van de tuit teneinde het op de juiste wijze werken van het mondstuk gedurende het bedrijf van de ontwateringszeef te bewerkstelligen.
30 De onderhavige uitvinding beoogt een nieuwe stromingsver- deel- en -regelinriehting voor een ontwateringszeef, die is voorzien van een nieuw samenstel van mondstuk en tuit, dat is gemonteerd aan het toevoereinde van een concaaf zeef oppervlak, voor het opnemen van een onder druk toegevoerde brij van vaste stoffen en 35 vloeistof. Het mondstuksamenstel omvat een huis, dat zich dwars over de zeef uitstrekt en dat is voorzien van een inwendige, draai- 7908934 *» 1 *
Tsare klep. De klep is voorzien van op afstand van elkaar aangebrach-te, in langsrichting lopende inlaat- en uitlaatsleuven, die zijn-verbonden met de inlaat van de brij respectievelijk met de afvoertuit van het mondstuk... Een bedieningsstang is met de klep verbonden en 5 is instelbaar, om gelijktijdig de grootte van de tuit en van de klep-openingen te variëren. Bij een uitvoeringsvorm wordt de bedienings-stang in de ingestelde stand vastgehouden door een gemakkelijk losneembaar klemorgaan, waarbij de bedieningsstang kan. worden losgemaakt, om de mondstuktuit geheel te openen, teneinde de klepinrich-10 ting, wanneer deze is verstopt, snel te reinigen.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een perspectivisch aanzictb van de voorzijde van een ontwateringszeef, waarin een uitvoeringsvorm van de inrichting 15 volgens de onderhavige uitvinding'is ondergebracht; fig. 2 is een zijaanzicht van de ontwateringszeef volgens fig. 1, waarbij onderdelen van het huis zijn weggelaten om het inwendige van de zeef te laten zien; fig. 3 is een vooraanzicht op een grotere schaal van het 20 bovenste deel van de ontwateringszeef; fig. U is een dwarsdoorsnede van het mondstuk- en tuit-samenstel volgens de lijn IV-IV in fig. 3 en toont het klep- en tuitsamenstel in de open stand; fig. 5 komt overeen met fig. en toont de klep in de 25 werkzame of gedeeltelijk gesloten.stand; fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 3; fig. T is een perspectivisch aanzictfc van het mondstuk-en tuitsamenstel, dat uit de ontwateringszeef is verwijderd; fig. 8 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van het mond-30 stuksamenstel en een andere uitvoeringsvorm van het bedieningsor-gaan daarvoor; fig. 9 is een bovenaanzicht van het bedieningsorgaan volgens fig. 8; en fig. 10 is een eindaanzicht volgens de lijn X-X in fig. 9.
- 35 De fig. 1 en 2 tonen een ontwateringszeef 12, die is voor zien van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
7908934 è 5 *
De zeef 12 omvat een huis 13 met op afstand van elkaar staande zijwanden 15 en 16 en een achterwand 17, welke wanden zijn bevestigd op een onderstel 19« De achterwand 17 wan het huis 13 verloopt langs een boog vanuit het onderstel 19 naar de bovenzijde van het huis 5 13 en is bevestigd op een schoor 20, die tussen de zijwanden 15 en 16 is aangebraeht. 3en plaat 21 strekt zich uit over het onderste deel van het huis 13 aan de voorzijde ai een L-vormige, van flenzen voorziene balk 22 strekt zich uit over de bovenzijde van het huis 13, waarbij de einden van de balk 22 zijn verbonden met de zijwan-10 den 15 en 16. Aan de bovenzijde van het huis 13 is tussen de schoor 20 en de balk 22 een opening 23 gevormd (fig. 2).
Een zeefdek, omvattende een gekromde zeef 25, is in de inrichting 12 opgesteld en heeft de vorm van een eirkelsegment van 120° (fig. 2). De zeef 12 is voorzien van een aantal dwarse wig-15 staven 26 (fig. 3), die op gelijke afstand van elkaar langs de boog van de zeef 12 zijn opgesteld en tussen welke staven 26 af-voersleuven 27 zijn gevormd. De zeef 12 heeft een bekende constructie zoals die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.9l6.lk2.
De onderhavige uitvinding is echter niet beperkt tot de toegepaste 20 zeef, omdat ook andere zeef constructies kunnen worden toegepast.
De zeef 25 is in boogvorm tussen de zijwanden 15 en 16 ondersteund door boogvormige eindplaten 29 en 30, die aan de zijwanden 15 en 16 zijn bevestigd (fig. 2 en 3). De zeef 25 is met behulp van geschikte, losneembare bevestigingsorganen op de eindplaten 25 29 en 30 bevestigd, zodat de zeef kan worden vervangen of, indien nodig, over 180° in het huis 13 kan worden gedraaid. Een toevoer-leiding 32 voor de brij is opgesteld aan de bovenzijde van het huis 13 en kan de brij van vaste stoffen en vloeistoffen opnemen en overbrengen naar een mondstuksamenstel 3^, die het tangentiaal ver-30 deeld over het zeefoppervlak 25, waar de vaste stoffen van de vloeistof worden gescheiden door de wigstaven 26 en de vaste stoffen langs het oppervlak van de zeef 25 worden gevoerd naar een overstroom-uitlaat 35 aan de onderzijde van het huis 13· De meestromende vloeistoffen en fijne deeltjes worden door de wigstaven 35 26 afgescheiden en door de afvoersleuven 27 gevoerd, welke vloei stof en fijne deeltjes uit de inrichting 12 worden afgevoerd door 7908934 *.
f 6 een onderst room-uitlaatbui s 36.
Zoals hierboven reeds is opgemerkt, heeft de onderhavige uitvinding ten doel, een nieuw mondstuksamenstel te verschaffen voor het regelen van de verdeling van de stroom van de brij van vaste 3 stoffen en vloeistoffen over het oppervlak van de ontwateringszeef. Tot dit doel is het mondstuksamenstel 34 (fig. 1, 2 en 3) tussen de flenzen 20 en 22 in de opening 23 in de eenheid of het huis 12 gemonteerd. Het mondstuksamenstel 34 omvat een cylindrisch uitwendig huis 38 (fig. 4), dat is voorzien van een naar beneden uitste-10 kende achterwand 39 5 die met behulp van een aantal, boutverbindingen 40 (fig. 4 en 5) is bevestigd op de schoor 20 van het huis 13- De inlaatbuis 32 maakt deel uit van het mondstuksamenstel 34 en strekt zich dwars over de bovenzijcë van het uitwendige huis 38' (fig. 7) uit. Een trekbout 41 (fig. 2) is gemonteerd op een console k2 op de 15 flens 22 en is verbonden met de toevoerbuis 32, om het mondstuksamenstel 34 in het huis 13 te ondersteunen.
De inlaatbuis 32 is voorzien van een langwerpige afvoer-opening Itil·, die zich in langsrichting van het cylindrische uitwendige huis 38 van het mondstuk uit strekt en welke afvoeropening 44 20 is verbonden met een corresponderende inlaatsleuf 45 in een draaibare, cylindrische regelschuif of regelklep 46,die in het uitwendige huis 38 is gemonteerd. De tegenover elkaar liggende einden van de schuif b6 zijn draaibaar gelagerd in op afstand van elkaar staande eindlagerplaten Ij-T en 48, die in het huis 38 zijn bevestigd. 25 Rechthoekige eindblokken 50 en 51 zijn vastgelast op de buitenoppervlakken van-de eindplaten 47 en 48, die met trekstangen 52 en 53 zijn verbonden met de blokken 50 en 51· Het aandraaien van de moe- · ren 54 op de trekstangen 52 en 53 doet de blokken 50 en 51 onder uitoefening van wrijvingskraehten aangrijpen op het buitenoppervlak van 30 de einden van het mondstukhuis 38, om de eindlagerplaten 47 en 48 op een vaste plaats in het huis te houden. Geschikte 0-ringaf--dichtingen 55 zijn aangebracht rond de omtrek van de eindlagerplaten 47 en 48 en rond de einden van de draaibare schuif 46, om de tegenover elkaar liggende einden van het mondstuksamenstel 34 af 35 te dichten. Bovendien is een langwerpige af dicht ings strip 56 (fig.
4 en 5) geplaatst in een in langsrichting aangebracht kanaal of 7908934 3 7 groef 57 in liet buitenoppervlak van de schuif k6, om het inwendige van het huis 38 verder af te dichten.
In het mondstuksamenstel 3h zijn middelen aangebracht voor het regelen en distribueren van de stroom van de brij en deze midde-5 len omvatten de genoemde inlaatsleuf ^5 en een op afstand daarvan aangebrachte uitlaatsleuf 58 in de draaibare schuif h6. De inlaatsleuf ij-5 is geplaatst tegenover de afvoeropening Ul(· van de toevoerbuis 32 , terwijl de uitlaatsleuf 58 is aangebracht aan de bodem van het mondstuksamenstel 3^ en is verbonden met een langwerpige afvoer-10 opening 60 in het uitwendige huis 38. De tuit van het mondstuksamenstel 3^ omvat een wigvormige wand 62, die van de draaibare schuif U6 naar beneden uitsteekt en buitenwaarts uitsteekt van de afvoeropening 60. De wand 62 strekt zich in langsrichting van het mondstuksamenstel 3¼ uit en vormt samen met de wand 39 van het uitwen-15 dige huis 38 een tuit voor het regelen van de stroomsnelheid van de brij naar de zeef 26. De einden van de tuitwand 62 (fig. 3) zijn voorzien van afdichtingen 63, die aanliggen tegen de wanden van op afstand van elkaar staande eindconsoles 6h en 65, die verhinderen, dat de brij aan de zijkanten van het mondstuk 3^· wordt afgevoerd.
20 Gebleken is, dat door vooraf bepalen van de lengte 1 in fig. h van de tuitwand 62 en door variëren van de afstand d tussen de wanden 62 en 39 een effectieve gelijkmatige distributie van de toegevoerde brij over het oppervlak van de zeef 26 kan worden bereikt.
Bij draaiing van de schuif k6 zal zowel de maat d van 25 de tuitopening 60 als gelijktijdig de opening tussen de afvoeropening kk van de buis 32 en de inlaatopening kj in de schuif k6 worden veranderd. Daarom zijn middelen aangebracht om de draaiing van de schuif U6 te regelen. Tot dit doel is het uitwendige huis 38 van het mondstuksamenstel 3^· voorzien van de genoemde naar beneden 30 uitstekende en op afstand van elkaar geplaatste eindconsoles 6h en 659 die een driehoekige vorm bezitten. Een draagstaaf 66 strekt zich uit over de voorkant van het mondstuksamenstel 3U (fig. 3)3 welke staaf 66 met zijn einden is bevestigd op de consoles 6h en 65.
Eex instelinriehting 68 voor de draaischuif h6 is voorzien 35 van een van schroefdraad voorziene aandrijfstang 69, die aan één einde schamierbaar is gemonteerd op een beugel 70, die is bevestigd 7908934 ** . 8 op het buitenoppervlak van de t uitwand 62. Een cylindrische bus 71 is op de stang 69 geschroefd en is voorzien van een naar beneden uitstekende klamp 72. In een vaste stand van de tuit 62 ten opzichte van de wand 39 grijpt het haakvormige einde 73 van de klamp 72 5 achter de draagstaaf 66. Op de aandrijf stang 69 is een borgmoer 7^· geschroefd, die de bus 71 en de klamp 72 losneembaar· op de staaf 66 kan vergrendelen. In deze stand kan de hendel 76 op het vrije einde van de aandrij fstang 69 worden gedraaid, waardoor de aandrijf-stang 69 op zijn beurteinde bus 71 wordt gedraaid, zodat de aan-10 drijfstang beweegt langs een lineaire baan, waarbij de schuif hè in het huis 38 wordt gedraaid, om de grootte van zowel de verbin-dingsopening tussen de inlaatopening U5 van de schuif en de opening 1)·1| van de buis 32, als de grootte van de tuitopening 60 te veranderen. _ _ 15 Bij bedrijf van de zeefinrichting 12 bevinden het mond- stuksamenstel 3h en de aandrij fstang 69 zich normaal'in de stand, die in fig. 5 is getekend, waarbij de inlaat sleuf h5 van de schuif geheel open is-, om de toevoer onder volle druk vanuit de opening Ιώ van de inlaatbuis 32 naar het mondstuksamenstel 3^· toe te laten, 20 die de brij afvoert door de vernauwde tuitopening 60. Bij een uitvoeringsvorm van de zeefinrichting volgens de uitvinding is gebleken, dat de tuitopening 60 in de bedrijfsstand een maat d van ongeveer 1)-,75 mm bezit. Op deze wijze wordt de stroom van de vloeibare brij uit het mondstuk 3^ gelijkmatig verdeeld over het oppervlak van 25 de zeef 26. Als bij bedrijf van de zeefinrichting 12 het mondstuksamenstel 3I+ verstopt raakt, bijvoorbeeld met vezèlig materiaal, kan de tuitopening 60 snel wijder worden gemaakt, om de maat d te ver-grpten tot ongeveer 38 mm. Om dit te bereiken, wordt de borgmoer èh op de aandrijfstang 69 losgemaakt om de cylindrische bus 71 en de 30 klamp 72 los te maken van de staaf 66. Als de klamp 72 is los;gemaakt, wordt de schuif h5 onder invloed van de druk van de toegevoerde brij gedwongen, in tegenkloksgewijze richting (fig. 5) te draaien tot een open stand van de tuit van ongeveer 12,7 mm, zoals in streepstippellijnen in fig. 1+ is getekend. In deze stand is de 35 inlaatopening h5 in de draaischuif hè ver gesloten, om de toevoer-snelheid van de brij uit de inlaatbuis 32 in de draaischüi'f hè te 7908934 t 9 -/ergrot;en, teneinde het inwendige daarvan te reinigen, waarbij de toegevoerde hoeveelheid wordt verminderd, teneinde ongewenst spatten van de brij op de zeef 26 te vermijden. Eventueel kan de tuitwand 62 in een geheel open stand worden bewogen, die in ge-5 trokken lijnen in fig. k is getekend, door de schuif kë met de hand te draaien.
In de fig. 8 t/m 10 is een andere uitvoeringsvorm van de zeefinrichting volgens de uitvinding getekend, waarbij het mond-stuksamenstel 3k is aangepast voor automatisch of in de tijd ge-10 regeld bedrijf. Bij deze uitvoeringsvorm is dezelfde constructie toegepast als bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 t/m 7, behalve dat de aandrijfinrichting voor de draaisehuif kë is veranderd, waarbij dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt voor soortgelijke onderdelen. Bij deze uitvoeringsvorm is een pneumatische 15 cylinder 79 aangebracht,, die is voorzien van een cylinder 80 en van een zuiger 81 en een zuigerstang 82. De cylinder 80 is bevestigd op een beugel 33, die is voorzien van op afstand van elkaar gemonteerde draaitappen 8k, die scharnierbaar zijn gemonteed in op afstand van elkaar geplaatste consoles 85 en 86, die op de staaf 20 66 zijn bevestigd.
De zuigerstang 82 steekt buitenwaarts van de cylinder 80 uit en is aandrijvend verbonden met de tuitwand 62 van de draai-schuif kë. Tot dit doel is het uitstekende einde van de zuigerstang 82 geschroefd in een stelmoer 88, die scharnierbaar is in een con-25 sole 70, die op de wand 72 is bevestigd. Bij draaiing van de moer 88 zal de zuigerstang 82 buitenwaarts uit de cylinder 80 bewegen, om de tuitopening op de gewenste maat d in te stellen (fig. 5)·
De borgmoer 89 wordt dan vastgezet, om de zuigerstang 82 in de gewenste stand in de stelmoer 88 vast te zetten.
30 De pneumatische cylinder 80 is verbonden met een geschikte pneumatische bron (niet getekend) via verbindingsleidingen 90-91, waardoor de zuiger 81 kan worden aangedreven, om de zuigerstang 82 heen en weer te doen bewegen waardoor de wand 62 de draaisehuif hë kan doen draaien tussen een open stand (streepstippellijnen in fig.
35 8) en een bedrijfsstand (getrokken lijnen in fig. 8), overeenkomstig de bewegingsrichting van de zuigerstang 82. Als de zuigerstang 82 7908934 f .10 tussen de genoemde standen wordt bewogen, zal de zuiger 78 scharnieren op de draaitappen 8k, zoals ook in streepstippellijnen in fig. 8 is aangegeven. De pneumatische bron kan zijn verbonden met een geschikte regelinrichting, om de pneumatische cylinder 80 vol-5 gens een bepaald programma te doen werken, teneinde de tuit 60 periodiek te openen om het mondstuksamenstel te reinigen overeenkomstig de soort brij, die door de zeefinrichting 12 wordt behandeld.
Uit het bovenstaande blijkt, dat het nieuwe mondstuks amen -stel 3^ bij bedrijf vele voordelen bezit. Een voordeel is, dat het 10 mondstuksamenstel zowel voor handbediening als voor automatisch bedrijf geschikt is. Bovendien zijn middelen aangebracht voor het snel openen en sluiten van het mondstuksamenstel en voor het variëren van de grootte van de schuifopeningen. De opstelling van het mondstuk-en tuitsamenstel ten opzichte van het zeefoppervlak leidt tot een 15 volledige distributie van de toegevoerde brij over het zeefoppervlak zonder ongewenste blinde plekken of een opeenhoping van vloeistof langs de zijkanten van de zeef.
Ofschoon twee uitvoeringsvormen van de zeef inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven en in detail in de tekening 20 zijn weergegeven, is de uitvinding niet tot die twee uitvoeringsvormen beperkt. Daarin kunnen talrijke veranderingen worden aangebracht, zonder buiten de omvang van de bijgaande conclusies te gaan.
7908934

Claims (14)

  1. 4
  2. 1. Zeefinrichting voor liet afscheiden van vaste stoffen uit een brij van vloeistof en vaste stoffen, gekenmerkt door een zeefoppervlak met een aantal afvoeropeningen, door op afstand 5 van elkaar liggende uitlaten voor het afvoeren van de overstroom van vaste stoffen van het zeefoppervlak en voor de onderstroom van vloeistof uit de afvoeropeningen, door een inlaat voor het toevoeren van de brij van vaste stoffen en vloeistof, door een mondstuk, dat is opgesteld tussen de inlaat en het zeefoppervlak voor 10 het distribueren van de brij over het oppervlak van de zeef, welk mondstuk is voorzien van een huis, dat zich aan een einde dwars over het zeefoppervlak uitstrekt, door een schuif in het huis van het mondstuk, dat is voorzien van een inwendig draaibaar orgaan, dat op zijn beurt is voorzien van een inlaaisleuf en een uitlaatsleuf, 15 die op afstand van elkaar zijn aangebracht en door rege]middelen, die met de schuif zijn verbonden voor het selectief bedienen van de schuif, om de grootte van de inlaatsleuf en de uitlaatsleuf te veranderen.
  3. 2. Zeefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de mondstukinriehting is voorzien van een instelbare, in langs- richting verlopende tuit voor het regelen van de stroomsnelheid van de afgevoerde brij uit de uitlaatsleuf op het zeefoppervlak.
  4. 3. Zeefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mondstukinriehting is voorzien van een eylindrisch, stil- 25 staand uitwendig huis, dat zich in dwarsrichting over het toevoer-einde van het zeefoppervlak uitstrekt en dat de inwendige, draaibare schuif bestaat uit een buisvormig orgaan, dat draaibaar in het mondstukhuis is gemonteerd. h. Zeefinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de inlaat voor de brij van vaste stoffen en vloeistof is voorzien van een afvoeropening en dat het mondstukhuis is voorzien van een in langsrichting aangebrachte opening op afstand van de afvoeropening, welke afvoeropening en mondstukopening zijn opgesteld tegenover de inlaatsleuf respectievelijk de uitlaatsleuf van de 35 draaibare schuif en dat de regelmiddelen, die op de zeefinrichting zijn aangebracht, de schuif kunnen doen draaien, om de graad van 7908934 overlapping en daardoor de grootte van de gevormde opening te variëren.
  5. 5· Zeefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mondstukinrichting is voorzien van een stilstaand eylin-5 drisch, uitwendig huis en dat de draaibare schuif is voorzien van een buisvormige leiding, die in het uitwendige huis is gemonteerd en die is voorzien van een naar beneden uitstekend wanddeel, dat van het mondstukhuis naar* buiten uitsteekt en tezamen met een wand van dat huis een tuit vormt, die zich in dwarsriehting uit-10 strekt over het toevoereinde van het zeefoppervlak.
  6. 6. Zeefinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zijn voorzien van een aandrijforgaan, dat is bevestigd aan de naar beneden uitstekende wand en aan de zeefinrichting en dat het aandrijforgaan werkzaam is om het genoemde wand-15 deel te bewegen tussen limiet standen, om de grootte van de tuit-opening te variëren.
  7. 7· Zeefinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de beweging van het naar beneden uitstekende wanddeel gelijktijdig de grootte van de opening tussen de inlaatsleuf van de schuif 20 en de toevoerinlaat van de brij kan variëren.'
  8. 8. Zeefinrichting volgens conclusie 6, met het'kenmerk, dat het aandrij for gaan bestaat uit een stang, waarvan een einde scharnierbaar is bevestigd op de tuitwand, van een busvormig orgaan dat op de zeefinrichting is bevestigd en dat het andere einde van 25 is stang draaibaar is gemonteerd voor een heen en weer gaande beweging in het busvormige orgaan, van een klampvormig'orgaan voor het bevestigen van de bus op de zeefinrichting en dat borgorganen zijn aangebracht voor het losmaken van het klampvormige 'orgaan van de zeefinrichting, om de tuit te openen. 30 9· Zeefinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het klampvormige orgaan is voorzien van een haakvormig einde, dat grijpt achter de zeefinrichting en dat het losneembare borg-orgaan is voorzien van een borgmoer op de aandrijfstang.
  9. 10. Zeefinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 35 dat het aandrij for gaan is voorzien van een pneumatische cylinder met een zuiger en een zuigerstang, welke zuigerstang scharnierbaar is 7908934 ï verbonden met de naar beneden uitstekende tuitwand van de schuif en dat de cylinder schamierbaar op de zeefinrichting is gemonteerd.
  10. 11. Zeefinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de pneumatische cylinder is verbonden met een pneumatische 5 bron voor het bedienen van de zuiger, teneinde de zuigerstang de genoemde schuif selectief heen en weer te doen bewegen, teneinde de grootte van de tuitopening met vooraf bepaalde tussenpozen te variëren.
  11. 12. Zeefinrichting voor het afscheiden van vaste stoffen 10 uit een brij van vaste stoffen en vloeistof, gekenmerkt door een gekromd zeef oppervlak, dat bestaat uit een aantal op gelijke afstand -ran elkaar geplaatste zeefstaven, tussen welke staven afvoer-openingen zijn gevormd, door op afstand van elkaar geplaatste uitlaten voor het opnemen van de overstroom van vaste stoffen van het 15 concave oppervlak van de zeef en de onderstroom van vloeistof uit de afvoeropeningen van de zeef, door een toevoerinlaat met een opening voor het opnemen van .een brij van vaste stoffen en vloeistof onder druk, door een mondstukinrichting, die is geplaatst tussen de toevoerinlaat en het zeefoppervlak voor het tangentiaal 20 distribueren van de brij over het concave oppervlak van de zeef door een tuitopening, welke mondstukinrichting is voorzien van een cylindrisch huis, dat zich dwars over het zeefoppervlak nabij het toevoereinde daarvan’ uitstrekt, door een cylindrische schuif, die draaibaar in het mondstukhuis is gemonteerd en waarvan de langsas 25 samenvalt met de langsas van het huis, welke schuif is voorzien van een inlaatsleuf en van een uitlaatsleuf op afstand van elkaar, die liggen tegenover de inlaatopening respectievelijk de tuitopening en door regelorganen, die met de schuif en de zeefinrichting zijn verbonden en die de schuif selectief kunnen bedienen, om de grootte 30 van de tegenover elkaar liggende openingen te variëren.
  12. 13- Zeefinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de schuif is voorzien van een instelbare tuitwand, die van de schuif naar beneden uitsteekt voor het regelen van de stroomsnelheid van de afgevoerde brij uit de afvoersleuf van de schuif op 35 het zeefoppervlak. ik. Zeefinrichting volgens conclusie 13, met het' kenmerk, 908934 dat de regelorganen zijn voorzien van een aandrijforgaan, dat is bevestigd aan de naar beneden uitstekende wand en van een orgaan voor het heen en weer doen bewegen van het aandrijforgaan tussen op afstand van elkaar liggende limietstanden, teneinde de cylin-5 drische schuif te doen draaien.
  13. 15· Zeefinrichting volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat de middelen voor het heen en weer doen bewegen van het aandrijf-orgaan bestaan uit een pneumatisch aangedreven zuiger.
  14. 16. Zeefinrichting, in hoofdzaak zoals beschreven in de 10 beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 908954
NL7908934A 1979-01-02 1979-12-12 Stromingsverdeelinrichting voor een zeefinrichitng. NL7908934A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/000,353 US4202777A (en) 1979-01-02 1979-01-02 Flow distribution means for screening apparatus
US35379 1979-05-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908934A true NL7908934A (nl) 1980-07-04

Family

ID=21691153

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908934A NL7908934A (nl) 1979-01-02 1979-12-12 Stromingsverdeelinrichting voor een zeefinrichitng.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4202777A (nl)
JP (1) JPS5592178A (nl)
BE (1) BE880980A (nl)
BR (1) BR7908043A (nl)
ES (1) ES487274A1 (nl)
FI (1) FI793706A (nl)
FR (1) FR2445740A1 (nl)
GB (1) GB2038198B (nl)
IL (1) IL58659A (nl)
IN (1) IN153396B (nl)
IT (1) IT1192799B (nl)
MX (1) MX149226A (nl)
NL (1) NL7908934A (nl)
NO (1) NO793733L (nl)
PT (1) PT70530A (nl)
SE (1) SE445520B (nl)
ZA (1) ZA795995B (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2928093C3 (de) * 1979-07-12 1982-07-29 Taprogge Gesellschaft mbH, 4000 Düsseldorf Vorrichtung zum Abscheiden von Feststoffen aus einem Flüssigkeitsstrom
DE2928132C2 (de) * 1979-07-12 1981-10-08 Ludwig Taprogge Reinigungsanlagen für Röhren-Wärmeaustauscher, 4000 Düsseldorf Vorrichtung zum Abscheiden von Feststoffen aus einem Flüssigkeitsstrom
US5559031A (en) * 1987-08-12 1996-09-24 Technipetrol S.P.A. Apparatus for the continuous production of ethanol from cereals
US4902409A (en) * 1988-01-19 1990-02-20 Sprout-Bauer, Inc. Nozzle for screen apparatus
US5522117A (en) * 1993-04-13 1996-06-04 Clinch River Corporation Moisture proof hinge
US5531889A (en) * 1994-03-08 1996-07-02 Atotech Usa, Inc. Method and apparatus for removing resist particles from stripping solutions for printed wireboards
US8033058B2 (en) * 2009-04-28 2011-10-11 Fiskars Brands, Inc. Apparatus for diverting rainwater
NO330993B1 (no) * 2010-05-20 2011-09-05 Optipro As En forbedret tilløpskanal til fordeling av væske og partikler for en brønnvæske-siktemaskin
AU2014212573A1 (en) * 2013-01-29 2015-07-30 Aqseptence Group, Inc. Sieve box and adjustable nozzle assembly
US11103811B2 (en) 2016-11-04 2021-08-31 Icm, Inc. Mechanical separation devices
EP3682977B1 (de) 2019-01-16 2022-08-17 BOTEC - Scheitza GmbH Bogensiebreinigung von siebdurchgangsseite
CN111035983A (zh) * 2020-01-06 2020-04-21 同济大学 一种用于生物硅藻土混合液中杂质去除的过滤装置

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3540596A (en) * 1968-12-26 1970-11-17 Cities Service Co Filter feed distributor
DE2510254A1 (de) * 1974-03-18 1975-09-25 Black Clawson Co Entwaesserungssieb
US4113626A (en) * 1975-09-19 1978-09-12 The Black Clawson Company Dewatering screen
US4121733A (en) * 1977-01-21 1978-10-24 Republic Tool & Manufacturing Corp. Spreader having an anticlogging mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
BR7908043A (pt) 1980-07-22
IL58659A0 (en) 1980-02-29
JPH0226522B2 (nl) 1990-06-11
FR2445740A1 (fr) 1980-08-01
NO793733L (no) 1980-07-03
US4202777A (en) 1980-05-13
GB2038198A (en) 1980-07-23
FR2445740B3 (nl) 1981-09-18
MX149226A (es) 1983-09-27
IT7969508A0 (it) 1979-12-31
ZA795995B (en) 1981-06-24
IT1192799B (it) 1988-05-04
FI793706A (fi) 1980-07-03
IN153396B (nl) 1984-07-14
SE8000029L (sv) 1980-07-03
PT70530A (en) 1980-01-01
ES487274A1 (es) 1980-07-01
BE880980A (fr) 1980-05-02
SE445520B (sv) 1986-06-30
GB2038198B (en) 1983-08-17
JPS5592178A (en) 1980-07-12
IL58659A (en) 1982-07-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908934A (nl) Stromingsverdeelinrichting voor een zeefinrichitng.
US5061366A (en) Scraper filter system
US5401396A (en) Self-cleaning stationary basket strainer
US5595655A (en) Self-cleaning filter assembly
AU701446B2 (en) Apparatus for filtering plasticized thermoplastics and filter element for an apparatus of this kind
KR100473694B1 (ko) 열가소성 플라스틱 물질을 여과시키는 장치
US5413709A (en) Solid/liquid separation apparatus with adjustable screen
CA2273998C (en) Device for filtering fluids containing impurities
EP0682595B1 (de) Filtervorrichtung für fluide, insbesondere für thermoplastisches kunststofffluid
US2660416A (en) Self-cleaning gate for mixing machines
JP2004513264A (ja) 合流下水堰のための篩いアセンブリ
US5857406A (en) Screw press for separating liquids from solid-liquid mixtures
DE2533274B2 (de) Separatorvorrichtung zum Behandeln von körnigem Gut
US20070204793A1 (en) Nozzle And Filter Arrangement And System For Applying A Fluid Containing Solid Particles To A Substrate
EP0171527B1 (de) Fliehkraft-Gleitschleifmaschine
US4710296A (en) Static sieve feed control
DE3218580A1 (de) Schuettgutbehaelter mit einer vorrichtung zum austragen von schuettgut
EP0435096B1 (de) Flüssigkeits-Feststoff-Separator, insbesondere Gülleseparator
US5335867A (en) Agitator mill
EP2175733B1 (en) Crumb breading distribution system
NL2009216C2 (en) Internally fed drum filter for treating waste water comprising an inlet distribution arrangement.
NL8900802A (nl) Separator.
CA1175789A (en) Device for separating grinding medium and milled suspension in a wet comminuting machine
US4951805A (en) Feed hopper with distributor elements
CA1313145C (en) Static sieve feed control

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed