NL7908831A - Detector voor signalen met een aantal frequenties. - Google Patents

Detector voor signalen met een aantal frequenties. Download PDF

Info

Publication number
NL7908831A
NL7908831A NL7908831A NL7908831A NL7908831A NL 7908831 A NL7908831 A NL 7908831A NL 7908831 A NL7908831 A NL 7908831A NL 7908831 A NL7908831 A NL 7908831A NL 7908831 A NL7908831 A NL 7908831A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frequency
signals
output
signal
present
Prior art date
Application number
NL7908831A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190463C (nl
NL190463B (nl
Original Assignee
Western Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Western Electric Co filed Critical Western Electric Co
Publication of NL7908831A publication Critical patent/NL7908831A/nl
Publication of NL190463B publication Critical patent/NL190463B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190463C publication Critical patent/NL190463C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q1/00Details of selecting apparatus or arrangements
    • H04Q1/18Electrical details
    • H04Q1/30Signalling arrangements; Manipulation of signalling currents
    • H04Q1/44Signalling arrangements; Manipulation of signalling currents using alternate current
    • H04Q1/444Signalling arrangements; Manipulation of signalling currents using alternate current with voice-band signalling frequencies
    • H04Q1/45Signalling arrangements; Manipulation of signalling currents using alternate current with voice-band signalling frequencies using multi-frequency signalling
    • H04Q1/453Signalling arrangements; Manipulation of signalling currents using alternate current with voice-band signalling frequencies using multi-frequency signalling in which m-out-of-n signalling frequencies are transmitted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Digital Transmission Methods That Use Modulated Carrier Waves (AREA)
  • Telephone Function (AREA)
  • Interface Circuits In Exchanges (AREA)

Description

7 * € « yo 8T89 ί I Detector voor signalen met een aantal frequenties.
i
De uitvinding heeft betrekking op een signaalstelsel en meer in het bijzonder op een detector voor signalen met een aantal frequenties.
Signalering met een aantal frequenties wordt thans alge-5 meen toegepast in oommunicatiestelsels. Een dergelijke signalering wordt gebruikt bij abonnéesignalering, signalering tussen centraalposten, communicatiesLtussen posten, afstandsbesturing van andere stelsels, besturing van op een afstand gelegen test-uitrustingen, het toevoeren van informatie aan rekenstelsels - * IQ en dergelijke. Derhalve wordt het. steeds belangrijker, dat de detectie van geldige signalen met een aantal frequenties op een nauwkeurige en goedkope wijze plaatsvindt.
Er zijn reeds talrijke inrichtingen voorgesteld voor het detecteren van de ontvangst, van "geldige” signalen met een aan-15 tal frequenties. Bij de bekende multifrequentieontvangers worden automatische versterki-ngsbesturingsketens gebruikt om ervoor te zorgen, dat het aan de multifrequentiedetector toegevoerde signaal op een voorgeschreven niveau wordt ingesteld. Bij dergelijke stelsels wordt de automatische versterkerbesturingsketen op 20 de sterkste toon van het binnenkomende multifrequentiesignaal vergrendeld en wordt deze toon op een voorgeschreven amplitude-niveau ingesteld. Derhalve worden alle andere tonen, die~in het binnenkomende signaal aanwezig zijn, met dezelfde versterking ingesteld en niet alle op hetzelfde amplitudeniveau als de 25 sterkste toon ingesteld. Om derhalve een vertrouwen bij het detecteren van "geldige" multifrequentiesignalen te verzekeren 790883t ’ · ~ 2 - • * · en een beveiliging te verkrijgen tegen de detectie van buiten • ! de band gelegen, signalen, heeft men eerst bepaald af een of meer 1 tanen, die een eerste vaargeschreven amplitudeniveau van b.v.
meer dan -5 dB ten opzichte van uit een enkele toon bestaand 5. middenbanduitgangssignaal van de automatische versterkingsbestu-ringsketen van de ontvanger voor de frequentie van de bepaalde multifrequentietoon aanwezig is en daarna bepaald of twee en slechts twee tonen aanwezig zijn, welke een waarde hebben, die hoger ligt dan een tweede voorgeschreven drempelniveau b.v. meer 10 dan -10 dB ten opzichte van het uit een enkele toon bestaande middenbanduitgangssignaal van de automatische versterkingsbestu-ringsketen van de ontvanger bij de frequentie van die toon. De ’· drempelwaarde van -5 dB komt overeen met een toon, welke binnen ; de doorlaatband. van een overeenkomstig filter is gelegen. De ‘15 drempelwaarde van -10 dB komt. avereen met een toon met een ver schuiving. van 6 dB ten opzichte van de andere ontvangen toon en ligt voor die bepaalde toon bij de rand van de filterband. In-· . dien twee en slechts twee tonen gedurende een voorgeschreven in terval aanwezig zijn, worden zij beschouwd als een geldig multi-20 frequent commando voor te stellen.
Tien heeft bij de bekende multifrequentie-ontvangerstel-sels getracht de bovengenoemde oogmerken te benaderen. Meer recentelijk is in het Amerikaanse octrooischrift 4.091.241 een inrichting voorgesteld, waarbij gebruik wordt gemaakt van een' be-25 sturingsketen in combinatie met een regelbaar instelbaar referen-tiedrempelniveau en een aantal drempeldetectoren om in versterking automatisch bestuurde ontvangen uitgangssignalen uit een aantal banddoorlaatfilters te controleren. Het aan de detectoren toegevoerde referentiedrempelniveau wordt regelbaar ingesteld 30 om de bovengenoemde oogmerken te effectueren. Meer in het bijzonder wordt bij het inschakelen van de multifrequentie-ontvanger een aan de drempeldetectoren toegevoerd referentiedrempelniveau eerst door de besturingsketen op een eerste voorgeschreven drempelniveau van b.v. -5 dB ingesteld. Bij detectie van tenminste 35 één toon bij een van de gewenste frequenties met een waarde, 79 0 8 8 3 ί·...........................
* ♦ ' ; ~ 3 ~ / welke het eerste drempelniveau overschrijdt, stelt de bestu- ringsketen het aan de detectoren aangelegde referentiedrempelni-veau op een tweede voorgeschreven drempelwaarde van b.v. -10 dB in. Daarna wordt nagegaan of twee en slechts twee tonen, welke 5 het drempelniveau van -10.dB overschrijden, zijn ontvangen en gedurende een voorgeschreven interval aanwezig zijn.
Een probleem bij de bekende multifrequentie-ontvangers, waarbij gebruik wordt gemaakt van automatische versterkingsbe-sturingsketens, is, dat tonen met waarden onder het tweede drem-10 pelniveau van -10 dB als ongeldig worden beschouwd. Derhalve worden tonen met een. verschuiving, groter dan 6 dB, geëlimineerd en derhalve wordt de gevoeligheid van de ontvanger beperkt.
' Zoals boven· vermeld, was deze gevoeligheidsbeperking nodig als beveiliging tegen een onjuists detectie van buiten de band gele-15 gen signalen als geldige multifrequentiesignalen. Bovendien moest bij de bekende stelsels worden bepaald of de tonen eerste en tweede drempelniveaus overschreden en moest worden bepaald of tonen .bij deze beide niveaus aanwezig waren. Het gebruik van multipele drempelniveaus is ondoelmatig en heeft eveneens de 20 neiging om de gevoeligheid van de ontvanger te begrenzen.
De uitvinding voorziet nu in een inrichting voor het detecteren van multifrequentiesignalen in een binnenkomend signaal, voorzien van een aantal filters voor het doorlaten van individuele multifrequentietonen, een aantal vergelijkingsinrichtingen, 25 waarvan er steeds één met elk filter is verbonden, en welke dienen voor het opwekken van uitgangspulssignalen, die representatief zijn voor individuele multifrequentietonen, welke een re-ferentiedrempelniveau overschrijden, organen, die in responsie op·een binnenkomend signaal het referentiedrempelniveau CEFF 30 REF] met een waarde afhankelijk van het niveau van het binnenkomende signaal opwekken, en organen voor het evalueren van het interval gedurende welk interval elk van de uitgangspulssignalen van de vergelijkingsinrichtingen tijdens een vooraf bepaald steekproefinterval aanwezig is om te bepalen of overeenkomstige 35 geldige multifrequentietonen zijn ontvangen* * 79 0 883 1 - " ï * o ... __ .
• - ; ·· · - ' - - 4 - - r-r . \ ’ i. Een foutieve detectie van ingangssignaalcomponenten met.
1 . ' ..-*- frequenties buiten de frequentiebanden van het aantal doorlaat-‘ filters als geldige multifrequentietonen wordt op een doeltref fende wijze geëlimineerd doordat de uitgangssignalen van de fil-5 ters in responsie op een buiten :.de band gelegen signaal in voor-; geschreven relatie met het aan de vergelijKingsinrichtingen aan- gelegde dynamisch opwekte referentiedrempelniveau worden gehouden. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm wordt hst aan de filters t “ . toegevoerde ingangssignaal versterkt. Derhalve wordt de gevoe- « r 10 ligheid van· de ontvanger vergroot. Meer in het bijzonder wordt " de versterking van de versterkers aan de ingang van het aantal filters bij deze uitvoeringsvorm zodanig ingesteld, dat een buiten de band gelegen enkele toon bij een frequentie midden tussen- de centerfrequenties van naast elkaar gelegen filters van . "15 - de genoemde filters een uitgangssignaal van de naastgelegen filters opwekt waarvan de piekamplitude in een voorgeschreven ' * relatie staat tot de waarde van de dynamisch opgewekte drempelwaarde. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm is de piekamplitude _ ------1 . · irt. hoofdzaak gelijk aan de waarde van het dynamisch opgewekte 20 drempelniveau.
De uitvinding, zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig.l in vereenvoudigd blokschema een inrichting volgens . de uitvinding voor het detecteren van multifrequente signalen; 25 fig.2 in vereenvoudigde vorm details van de multifrequen- tiedetector van-het in fig.l afgeheelde stelsel; fig.3 golfvormen ter toelichting van de werking van de detector volgens fig.2; fig.4 eveneens golfvormen ter toelichting van de werking 30 van de detector volgens fig.2; fig.5 in vereenvoudigde vorm details van de evaluator, zoals deze bij het in fig.l afgebeelde stelsel wordt toegepast; en fig.7 en 8, gecombineerd als aangegeven in fig.6, een 35 stroomdiagram ter toelichting van de reeks stappen, welke bij 79 0 8 8 3 t -- ..........
~ 5“ 4' de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt toegepast voor het evalueren van uitgangssignalen uit de detector volgens fig.
1 teneinde de ontvangst van geldige multifrequente signalen te bepalen.
5 Fig.l toont in vereenvoudigd bloKschemavorm een uitvoe ringsvorm van-een multifrequentieontvanger volgens de uitvinding. De ontvanger Kan naar wens worden gebruikt voor het detec-. . teren van twee uit N multifrequente tonen. Opgemerkt wordt, dat twee uit zes multifrequente-toonontvangers op grote schaal wor-10 den toegepast in telecommunicatiestelsels.
. Ontvangen ingangssignalen worden via een ingangsklem 101 aan een multifrequentie-CMF)-detector 102 toegevoerd. Opgemerkt wordt, dat de-ingangssignalen gewoonlijk met een.voorgeschreven versterking worden versterkt voordat zij aan de multifrequentie-15 ontvanger worden toegevoerd. Deze versterkingswaarde is 20 dB. i Bij de bekende stelsels werd het ingangssignaal aan een. automa- tischa versterkingsbesturingsketen toegevoerd. In het hier beschouwde geval echter worden de ontvangen ingangssignalen niet aan een automatische versterkingsbesturing onderworpen en zijn 20 de signalen slechts versterkte functies van de signalen uit het communicatiekanaal. De multifrequentiedetector 102 wekt bij de uitgangen 103-1 t/m 103-N uitgangspulssignalen op, welke representatief zijn voor toonsignalen in het ontvangen multifrequente signaal en bij 104 een uitgangspuls, welke aangeeft, dat een 25 ontvangen signaal, dat een voorgeschreven minimale drempelwaarde overschrijdt, aanwezig is. De uitgangen 103-1 t/m 103-N en de uitgang 104 zijn alle verbonden met de evaluatieketen 105 en kunnen naar wens worden gebruikt. Meer in het bijzonder wekt de "detector 102 in responsie op het via de klem 101 toegevoerde 30 ontvangen signaal uitgangspulssignalen op, die representatief zijn voor tonen met amplitudes, die een drempelniveau overschrijden, dat in de detector 102 in responsie op het ingangssignaal dynamisch wordt opgewekt. De pulsbreedte van de individuele uitgangspulssignalen is representatief voor het percentage werk-35 " zame perioden gedurende welke het betreffende toonsignaal het 7908831 ü · · - ' - 6 - ' dynamisch opgewekts referentiedrempelniveau overschrijdt.
; De evaluatieketen IG5 wordt gebruikt om te bepalen of eventuele pulssignalen, die bij de uitgangen 103-1 t/m 103-N zijn opgewekt, aan een minimum kriterium voor geldige multifre-5 quente tonen voldoen en daarna of twee en slechts twee tonen gedurende tenminste een minimaal voorgeschreven interval aanwezig zijn. Bij een uitvoeringsvorm, welke is beproefd, bezitten - de uitgangspulsen uit de multifreqaentiedetector 102 tenminste ·. . een minimale pulsbreedte van bij. benadering 15% van de periode . 10'. · van het. betreffende ingangstoonsignaal.'Indien twee en slechts twee tonen aan dit minimum kriterium gedurende een voorgeschreven interval voldoen, wordt een indicatie, dat een geldig multi-frequent- commando is ontvangen, hetzij inwendig bij de evaluatieketen 105· gebruikt voor-een willekeurig gewenst doel b.v. het ..»s ; 15 inleiden van een testreeks of dergelijke, of via de uitgang 106 gevoerd teneinde voor een willekeurig gewenst doel te worden gebruikt, zoals b.v... het signaleren van een schakelstelsel of dergelijke teneinde het ontvangen commando te benutten voor-het beïnvloeden van een schakelaar.
20 Fig.2 toont in vereenvoudigde vorm details van een multi- frequentiedetector 102, welke een voorbeeld is van een multifre-quentiedetector, die bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan worden toegepast. In wezen omvat de'multifrequentiedetec-tor 102 een aantal frequentiegevoelige vergelijkingsketens, die 25 elk op een vooraf bepaalde toonfrequentie reageren, en een inrichting voor het in responsie op het ingangssignaal dynamisch opwekken van een frequentiedrempelniveau. Derhalve wordt de noodzaak tot een automatische versterkingsbesturingsketen geëlimineerd en wordt de ketengevoeligheid voor ingangssignalen ver-30 groot, zoals onder meer uit de hiernavolgende toelichting zal 'blijken.
Hiertoe worden^ontvangen ingangssignalen uit de klem 101 via de niet’-inverterende versterker 201 aan filters 202-1 t/m 202-N en via een koppelcondensator 203 aan de effectieve-waarde- 35. omzetter 20.4 toegevoerd, © 79 0 8 8 3 T.............
- 7 - ' , Ge filters 202-1 t/m 202-N zijn banddoorlaatfliters, die elk een taan met een bepaalde frequentiej welke wordt gebruikt bij multifrequente telecommunicatiesignalen b.v. bij een twee uit zes stelsel doorlaten. Bij voorkeur omvatten zij elk twee 5 · bikwadratische actieve RC-fliters, die in cascade zijn verbon den om de banddoorlaatfunctie te verwezenlijken. Een voorbeeld van een dergelijk actief filter vindt men in het Amerikaanse oc- . trooischrift 3.919.658. Het is duidelijk, dat de waarden van de - componenten van de filters zodanig kunnen worden gekozen, dat . ’ IQ - een gewenste banddoorlaatkarakteristiek wordt verkregen. Bij een beproefde uitvoeringsvorm wordt de demping-frequentiekarakterisf tiek van de filters zodanig gekozen, dat het overkruisingspunt van naast elkaar gelegen filters d.w.z. de demping bij een frequentie midden tussen de zendfrequenties van naast elkaar gele-• 15 gen frequentiebanden tenminste -11 dB onder een gewenst 'ref eren-tieniveau ligt, b.v. +3 dB. Door een dergelijke filterkarakte-ristiek te gebruiken, worden buiten de band gelegen signalen d.w.z* toonsignalen, die bij benadering midden- tussen naast elkaar gelegen frequentiebanden optreden, verder gedempt en wordt 20 een onjuiste detectie in hoofdzaak tot een minimum terugge-hracht.
0e individuele uitgangstoonsignalen uit de filters 202-1 t/m 202-N worden via overeenkomstige koppelketens 205-1 t/m 205-N toegevoerd aan een eerste, ingang van een overeenkomstige 25 . vergelijkingsketen 206-1 t/m 206-N. O-.w.z., dat de uitgangssignalen van de filters 202-1 t/m 202-N op een een op een basis aan de ingangen van de vergelijkingsketens 206-1 t/m 206-N worden ; toegevoerd.
0e omzetter 204 is een zogenaamde echte effectieve-waarde-30 omzetter, die*in responsie op het uit de klem 101 afkomstige ingangssignaal een uitgangsgelijkstraom*opwekt, die bij benadering representatief is voor de echte effectieve waarde van het binnenkomende signaal. Bij een in de praktijk toegepaste uitvoeringsvorm wordt een als een analoge inrichting uitgevoerde effectieve-35 waardeomzetter AD536K.D gebruikt voor het op een dynamische wij- 79 0 8 8 3T * » * • - a r .
t « ,-. ze opwekken van het referentiedrempelniveau EFF REF. Het ge- , ' bruik. van de echte effectieve-waarde van het ingangssignaal is
\ - belangrijk opdat het resulterende referentiedrempelniveau EFF
REF niet juist door de sterkste ingangstoon wordt bepaald. Der-5 halve wordt een grotere gevoeligheid verkregen omdat toonsigna-1en met een grotere mate van verschuiving ten opzichte van de sterkste ingangstoon of andere tonen kunnen worden gedetecteerd -als geldige multifrequente toonsignalen. Voorts leidt een referentiedrempelniveau, dat óp een dynamische wijze wordt verkre- i I 10 . gen onder gebruik van een echte effectieve-waardeomzetter tot ' een grotere gevoeligheid zonder dat de kans op het detecteren • van buiten de band gelegen signalen wordt vergroot. Deze grotere gevoeligheid wordt verkregen wanneer de versterker 201 een vooraf bepaalde, versterking bezit, zoals later zal worden toege- - 15.' licht. Derhalve kan- de detector een geldig multifrequent sig-; naai uit een uitgestrekt gebied van ingangssignaalniveaus b.v.
30 dB detecteren.. Het referentiedrempelniveau EFF REF uit de om- . . . zetter 204 wordt aan eep tweede ingang van elk van de vergelij- kingsketens 208-1 t/m 206-N en via de niet-inverterende verster-20 ker 210 aan één ingang van de vergelijkingsinrichting 207 aangelegd* Voorts neemt aangezien een echte effectieve-waardeomzetter wordt gebruikt voor hét verschaffen van het drempelniveau • EFF REF, de waarde van de drempel toe wanneer meer dan twee tonen aanwezig zijn. Derhalve wordt· de gevoeligheid van de ont- 25 vanger verlaagd bij binnenkomende signalen, welke· meer dan twee-tonen omvatten.
De niet-inverterende versterker 210 wordt gebruikt om het EFF REF uitgangssignaal van de omzetter 204 te versterken teneinde het aan een eerste ingang van de vergelijkingsinrichting 30 207 aangelegde signaalniveau te verhogen. Dit is nodig om varia ties in het niveau van E REF te compenseren, waardoor men voor E REF een minder nauwkeurige spanningsbron kan gebruiken.. Bij een praktische uitvoeringsvorm bedraagt de versterking van de versterker 210 bij benadering 37 dB. Een referentiegelijkstroom-35 signaal, aangeduid met E REF, wordt aan een tweede ingang van 79 0 8 8 3 f .......... ‘ - g - f— ^ t de. vergelijkingsinrichting 207 aangelegd. Sij dit voorbeeld is / j ‘. het referentiesignaal E REF een positieve gelijkspanning met een waarde van bij. benadering 8,2- V en representatief voor een ingangssignaal met een waarde van -30 dB ten opzichte van een 5 voorgeschreven referentieniveau, b.v. 0 dB. Een uitgangssignaal van de vergelijkingsinrichting 207, dat representatief is voor een signaal, dat aanwezig is, wordt via een uitgangsgrendelketen 209 aan de detectoruitgang 104 taegevoerd. Wanneer derhalve het via de versterker 210 versterkte EFF REF-signaal E REF over- » ' · * 10 schrijdt, treedt aan de uitgang 104 een uitgangssignaal met ho ge toestand· op.- Dit uitgangssignaal wordt aan de evaluator 105 toegevoerd om op een later te beschrijven wijze te worden gebruikt.
Op sen soortgelijke wijze worden de uitgangssignalen uit 15 de vergelijkingsinricbting 206-1 t/m 206-N via uitgangsgrendel-katens .208-1 t/m 208-N aan multifrequentiedetectoruitgangen 103-1 t/m 1Q3-N taegevoerd. Alle uitgangsgrendelketens 208-1 t/m 208-N en 209 zijn aan elkaar gelijk. Het is duidelijk, dat r • de grendelketens 208-1 t/m 208-N eh 209 een gewenst uitgangs- 20 pulsniveau verschaffen, bij dit voorbeeld uit de praktijk bij benadering -0,5 V, representatief voor een laagtoestand of een logische nul, en bij benadering +5 V, representatief voor een hoge toestand af ‘een logische één. Het uitgangssignaal als logische één is. representatief voor een signaal, dat aanwezig is.
25 Derhalve worden bij de uitgangen 103-1 t/m 103-N uitgangspuls-signalen opgewekt, die worden voorgesteld door een signaal in . hoge toestand wanneer een overeenkomstig binnen de band gelegen toonsignaal, dat EFF REF overschrijdt, aan de uitgang van een overeenkomstig filter van de filters 202-1 t/m 202-N aanwezig 30 is, terwijl een signaal met lage toestand wordt opgewekt, wan neer geen toonsignaal aanwezig is. Bij de uitgang 104 wordt een uitgangspuls opgewekt wanneer een signaal, dat een voorgeschre-. ven niveau overschrijdt, via het telecammunicatiekanaal aan de ontvanger wordt toegevoerd.
35 Het is van belang ‘erop te wijzen, dat buiten de band ge legen toonsignalen d.w.z. ongewenste binnenkomende signaalcompo- 7908831 Η · * ,. · ' . “10 " • ϊ 4 '· , I' nenten, welke optreden bij (.frequenties tussen de frequentieban- 1. .. \ den van de filters 202-1. t/m 202-N zodanig worden bestuurd, dat ; - zij geen uitgangspulssignalen uit de vergelijkingsinrichtingen 206-1 t/m 206-N opwekken, die aan de minimale eisen voor een 5 geldig taonsignaal voldoen. De eliminatie van binnenkomende · ! enkelvoudige of multipele, toonsignalen bij frequenties midden tussen de zendfrequebtês van naast elkaar gelegen filters 202 . is van bijzonder belang aangezien een enkele toon uitgangssignar len uit beide naast elkaar gelegen filters kan veroorzaken.
ld Deze eliminatie: van buiten de band gelegen tonen wordt verwezenlijkt. door de demping-frequentiekarakteristiek van de individuele filters 202-1 t/m 202-N, in combinatie met de versterking van de versterker. 202, die in een vooraf bepaalde relatie tot de waarde van het dynamisch opgewekte referentiedrempelniveau 15 EFF REF uit de omzetter 204 wordt gekozen» Zoals boven is ver- ! -meld, is de demping-frequentiekarakteristiek van elk van de fil ters 202 zodanig, dat signalen bij frequenties midden tussen de i · ' ; zendfrequenties van naast elkaar gelegen filters 202 bij dit voorbeeld met bij.benadering 11 dB ten opzichte van de zendfre-- 20 quenties van de naastgelegen filters worden gedempt. Het is evenwel van belang, dat naast de. eliminatie van de ongewenste buiten de band gelegen signalen de gevoeligheid van de ontvanger voor binnen de band gelegen signalen wordt vergroot, öe gevoeligheid wordt vergroot en de kans op detectie van een buiten de band ge-25 legen signaal wordt verkleind door in de ketenbaan, welke dient om het binnenkomende signaal aan de filters 202-1 t/m 202-N een vooraf bepaalde versterking te introduceren. Hiertoe wordt de versterking van de niet-inverterende versterker 201 op een voorbeschreven waarde ten opzichte van de waarde van het dynamisch 30 opgewekte referentiedrempelniveau EFF REF ingesteld. Heer in het bijzonder wordt de versterking van de versterker 201 zodanig gekozen, dat een geldig centerbandtoonsignaal met geen verschuiving een pulssignaal aan de uitgang van een overeenkomstige vergelij-kingsinrichting 206 opwekt, welk pulssignaal bij dit in de prak-35 tijk beproefde voorbeeld een pulsbreedte van ‘bij benadering 28% 790883 -11 - ί i . ” van de periode van het overeenkomstige toonsignaal heeft, als aangegeven in fig.3, en zodanig, dat een ongewenst- buiten de band gelegen signaal d.w.z, een enkel toonsignaal midden tussen naast elkaar gelegen frequentiebanden, leidt tot een puls-5 signaal met -een pulsbreedte, die bij deze uitvoeringsvorm bij benadering 2% van de betreffende periode bedraagt, als aangegeven in fig.4„ Uit proeven is gebleken, dat wanneer men de ver-sterkingswaarde van de versterker 201 zodanig kiest, dat de piek-amplitude van de uitgangssignalen uit naast elkaar gelegen fil- ί 10 /. ters 202 in responsie op een uit een enkele toon bestaand buiten de band gelegen signaal met een frequentie midden tussen de , . zendfrequenties van naast elkaar gelegen filters 202 in hoofdzaak gelijk is aan de waarde van de dynamisch opgewekte drempel EFF REF in responsie op het uit een enkele toon bestaande sig-15 naai, men een grotere gevoeligheid verkrijgt voor binnen de band gelegen signalen, terwijl buiten de band gelegen signalen nog steeds worden geëlimineerd. Bij een praktische uitvoeringsvorm -. blijkt een versterking van 5 dB voor dit doel goed te voldoen.
Opgemerkt wordt, dat een soortgelijk resultaat d.w.z. het onder-20 houden van de voorgeschreven relatie tussen de piekfilteruit- gangssignalen en*de waarde van de drempel EFF REF in'responsie op een uit een enkele toon bestaand ingangssignaal midden tussen naast elkaar gelegen frequentiebanden, wordt verkregen door in de ingang naar de omzetter 204 een demping te introduceren.
25 Indien een verdere stelligheid voor het elimineren van buiten de band gelegen signalen gewenst is, kan de versterkings-waarde van de versterker 201 worden gereduceerd. Het is gebleken dat door een minimaal acceptabel percentage van de betreffende periode van de binnenkomende signalen midden tussen de 2% voor 30 een ongewenst signaal en de 28% voor een middenbandsignaal zonder verschuiving te kiezen, ongewenste frequentiecomponenten worden geëlimineerd en de totale gevoeligheid van de ontvanger wordt vergroot. Derhalve is een signaal met een pulsbreedte, welke .15% van de overeenkomstige toonsignaalperiode bedraagt, 35 voldoende om een geldig binnenkomend toonsignaal te bepalen en 790883f ;··· . · ~i2 - · · !: _ ; ongewenste, toonsignalen te elimineren. Dientengevolge worden signalen met meer dan 6 dB verschuiving ten opzichte van el- * i . ‘ kaar als· geldige multifrequente signalen gedetecteerd en wordt de gevoeligheid van de ontvanger vergroot.
,j 5 Fig.5 toont in vereenvoudigd blokschema details van de evaluatieketen 105. Men vindt in deze figuur een klokketen 501, .een. te programmeren teller 502, een centrale processoreenheid (CPU) 503, een registratie-uitleesgeheugeneenheid 504, gewoon-... - lijk genoemd een vrij toegankelijk geheugen· (RAM), een geheugen V·*· ; I - .i" 10 · 505 met slechts uitlezing CR0M) en een. ingangs/uitgangseenheid (Γ/0) 506.' De CPU 503, RAM 504, ROM 505 en I/O 506 zijn via ‘ . een lijn 507 met elkaar verbonden voor het vormen van een micro- rekenstelsel. De klok 501 en de teller 502 wekken tempeersigna- j j "len voor de CPU 503 op. De teller 502 wordt op een vaste.tel- .
" 15 ling ingesteld, om het tempeersignaal uit de klokketen 501 te delen, waardoor een periodiek, onderbrekingssignaal. voor de CPU 503 wordt opgewekt. Het periodieke onderbrekingssignaal wordt • , gebruikt, voor het periodiek inleiden van evaluatieperioden.
Bij een .praktische uitvoeringsvorm bedraagt de frequentie van ' 20 het door de klokketen 501 opgewekte tempeersignaal 4 mHz en wordt de door de teller 502 uitgevoerde deling zodanig gekozen, dat men·een onderbrekingsevaluatie-interval van bij benadering 1,4 msec verkrijgt. Het evaluatie-interval komt bij benadering avereen met de periode van de laagste frequentie van de binnen-25 komende multifrequentietonen, en heeft een voldoende duur om het mogelijk te maken, dat bij benadering 87 monsters van de uitgangen 103-1 t/m 103-N en 104 van de detector 102 Cfig.l) worden genomen. Derhalve moet bij deze uitvoeringsvorm een toon-' signaal een uitgangspulssignaal bij een overeenkomstige uitgang 30 103 en 104 gedurende tenminste 16 van de 87 steekproeven opwek ken om als een geldige toon te worden beschouwd. Bij detectie · van een geldig multifrequent commando wordt de commando-informa-tie hetzij inwendig voor de evaluatieketen 105 gebruikt voor het inleiden van een werking zoals b.v. testreeks of dergelijke, 35 of wordt bij 106 een uitgangssignaal opgewekt, dat bestemd is F.
. » 79 0 8 8 3 f ' . -· ~13 “ · i - .· om naar wens daar een andere inrichting te worden gebruikt.
Men kan de evaluatieketen 105 opbouwen onder gebruik van· in de handel verkrijgbare onderdelen. Bij een praktische uitvoeringsvorm is gebruik gemaakt van een- Intel 80805CPU en compati-5 bele bijbehorende ketenelementen. De 8085 en de werking daarvan zijn beschreven in "MCS 85 Users, Manual”, uitgegeven door Intel maart 1977, terwijl de programmering is beschreven in "Intel - 8080/85 Assembly Language Programming Manual" van 1977. Verder ------ wordt opgemerkt, dat een CPU-eenheid, een RAM-geheugen, een R0M- ; 10 -'geheugen en een Ι/0-eenheid als een enkele eenheid b.v. de . Intel 8048 of soortgelijke eenheden, verkrijgbaar zijn.
De CPU 503 omvat een aantal' registers, welke worden ge-bruiktcbij het evaluatieproces, als aangegeven in de hierna vol-: - gende lijst nl. de registers A, B, C, D, E, H en L. De multifre- 15 quente-toonevaluatieroutine, welke later zal wórden toegelicht., is opgeslagen in de ROM 505. ·
De werking van de evaluatieketen 105 bij het evalueren • van pulssignalen, die aan de uitgangen 103-1 t/m 103-N en de * uitgang 104 van de detector 102 volgens de uitvinding optreden, 20 is beschreven in het digitale programma, dat men in de Appendix vindt. Dit programma, beschreven in de taal voor de Intel 8085 Microprocessor, is een omschrijving van het stel elektrische be-sturingssignalen, dat dient om de evaluatie-inrichting 105 de configuratie te geven van een inrichting, welke in staat is uit-25 gangssignalen uit de detector 102 te evalueren teneinde te bepalen of via de klem' 101 toegevoerde ontvangen Ingangssignalen geldige multifrequente commando's zijn.
Het programma en derhalve de werking van de evaluatieketen 105 kan het best worden toegelicht onder verwijzing naar 30 het diagram, aangegeven in fig.7 en 8, wanneer deze figuren met elkaar worden verenigd als aangegeven in fig.S. Het blijkt, dat het diagram drie verschillende symbolen omvat. De ovale symbolen geven het begin en het eind van de routine aan. De rechthoekige symbolen, gewoonlijk operationele blokken genoemd, bevat-35 ten de beschrijving van een bepaalde gedetailleerde bedrijfs- 79 0 8 8 3 f . · “14 ‘ · , . j' stap. De ruitvormige symbolengewoonlijk de conditionele af- j takpunten genoemd, bevatten een. omschrijving van een test, die ! ί door de microrekeninrichting wordt uitgevoerd om deze in staat te stallen de volgende uitvte voeren werking te bepalen.
5 Zoals aangegeven in het diagram volgens fig.7 en 8 wordt de multifrequente (IMF) detectie-(MF-DET)-routine geïntroduceerd ·· bij.eenovaal 700. Het blok 701 geeft aan, dat de evaluatie-• inrichting 105 in werking is gesteld. D.w.z., dat een inwendige i : tempeerinrichting op 1,4 msec is ingesteld en alle andere varia- ' : 10 beien van de detector in werking zijn gesteld d.w.z, dat b.v.
nde registers in de CPU 503 zijn vrijgegeven. Dit vindt plaats wanneer het hoofdprogramma van de microrekeninrichting de multi-'frequentiedetectorsubroutine begint.
; Het blok 702 geeft aan, dat de variabelen Tl t/m TIM. wor- . ,IS: .den ingeleid, d.w.z.. op 0 worden ingesteld, Dit programmapunt is aangeduid met iMFU.
’ Het blak 703 geeft aan,, dat het onderbrekingsstelsel van de CPU 503 is ingeleid.
V"
Het blok 704 geeft aan,’dat een tempeerinrichting van 20 1,4. msec, overeenkomende met het evaluatie-interval, is gestart..
Het blok 705 geeft het nemen van steekproeven van.de uitgangen 103-1 t/m 103-N en 104 van de detector 102 en het' op-• slaan van de steekproeven in de RAM 504 aan. Het blok 705 is aangeduid met HFA.
25 · Het aftakpunt 706 voert een test uit om te bepalen of· ' * het evaluatie-interval van 1,4 msec is voltooid. Het testresultaat met NEEN brengt de besturing naar. : blok NFA terug en steekproeven van de uitgangssignalen 103-1 t/m 103-N en 104 -· uit de detector 102 Cfig.l) worden opgeslagen totdat de evalua- 30 tieperiode van 1,4 msec is voltooid. Wanneer het interval van 1,4 msec eenmaal is voltooid, wordt de besturing overgedragen naar het blok 707, aangeduid met MFB.
Het blok 707 schakelt het onderbrekingsstelsel van de CPU 503 uit en evalueert de in de RAN 504 opgeslagen steekproe- 35 ven.
Het blok 708 leidt de werking van .het RAN-geheugen 504 in.
790883f ’ '15- - .·. . De besturing wordt overgebracht naar het aftakpunt 709, aange duid. MFD.
Het aftakpunt 709 voert een test uit om te bepalen of . het- informatiebestand in de RAM 504 leeg is. Het testresultaat 5 JA zal later worden besproken- Indien het informatiebestand nog niet leeg is d.w.z., dat een resultaat NEEN wordt verkregen, wordt de besturing overgedragen naar het blok 710.
Het blok 710 veroorzaakt, dat de eerstvolgende informa-tie-bite uit de RAM 504 wordt afgenomen. De besturing wordt 10 ' overgedragen naar het aftakpunt 711.
Het aftakpunt 711 beproeft de informatiebite teneinde te bepalen of een indicatie, dat een toon aanwezig is, is ontvangen. Indien geen indicatie van de aanwezigheid van een toon in de informatiebite aanwezig is, wordt de besturing weer overge-15 dragen naar MFD en worden de stappen 709, 710 en 711 geztte-reerd totdat de toon aanwezig is of het informatiebestand leeg is- Wanneer wordt, aangenomen dat een toon aanwezig is, wordt de besturing overgedragen naar het aftakpunt 712-N
Het aftakpunt 712-N voert een test uit om te bepalen of 20 de frequentie FN aanwezig is. Indien de frequentie FN aanwezig is wordt de TN-teller in de RAM 504 geïncrementeerd,· zie MFE.
Na het incrementeren van de teller of na een beproevingsresul-taat NEEN, wordt de besturing naar het volgende aftakpunt overgedragen om na te gaan of de volgende frequentie aanwezig is.
25 Dit proces wordt via de aftakpunten'721-2 en 721-1 gelttereerd totdat alle frequenties zijn getest. De besturing wordt daarna weer overgedragen naar MFD en het frequentiedetectieproces wordt, gelttereerd totdat het informatiebestand leeg is, d.w.z. dat alle’ 87 steekproeven of informatiebites in een evaluatie-interval 30 van 1,4 msec zijn getest.
Terugkerende naar het aftakpunt 709 d.w.z. MFD, wordt een test uitgevoerd om te bepalen of het informatiebestand leeg is.
Een testresultaat JA draagt de besturing naar het aftakpunt 715-1, MFC over.
35 Het aftakpunt 715-1 voert een -test uit om te bepalen of het aantal steekproeven, dat de frequentie F1 bevatte,-aanwezig
79 0 8 8 3 T
-·. ' .· . 1 ~ 16 · * * * / . I - is, d.w.z. of Tl groter is dan de vooraf bepaalde constante
' I
. Cl.. Zoals boven is aangegeven moet opdat een frequentie F1 gel- } " ; dig is deze gedurende tenminste bij benadering 15% van het eva- : „luatie-interval of gedurende 16 steekproeven van de 87 steekproe- 5 ven* die tijdens heir evaluatie-interval van 1,4 msec worden genomen, aanwezig zijn. Indien Tl groter is dan Cl, hetgeen erop wijst, dat F1 aanwezig is, wordt de besturing naar het blok 7 . " ·' 718-1, MFF, overgedragen en wordt het register D voor een aan- .· r -.wezige toon in de CPU 503 geïncrementeerd. De besturing wordt '10 dan overgedragen naar het blok 71751, aangeduid met MFG, en de I bit 0 van het register B wordt, daardoor ingesteld, hetgeen erop 1 .-' wijst, dat-de frequentie F1 aanwezig is. De besturing vindt.
-daarna bij het a’ftakpunt 715-2 plaats- Op een soortgelijke wijze Γ is indien de'frequentie F1 niet voldoende lang aanwezig is, Tl ' : 15 kleiner dan Cl' en is het testresultaat NEEN waardoor de bestu- ! - ring ook naar het aftakpunt 715-2 wordt overgedragen. Daarna wordt het bovenbeschreven proces voor elke frequentie geïtte-. · reerd teneinde te bepalen of de tonen T2 t/m TN aanwezig zijn.
. i i '
Vervolgens wordt de besturing overgedragen naar het aftakpunt 2o 720,. aangeduid met MFW.
Het aftakpunt 720 voert een test uit om te bepalen of. vier opeenvolgende aanpassingen zijn gedetecteerd. Het testresultaat JA zal later worden besproken. Wanneer wordt aangenomen, dat dit de eerste gang is, is het testresultaat NEEN en wordt 25 de besturing overgedragen naar het aftakpunt 721. Het aftakpunt 721 voert een test uit om te bepalen of twee en slechts twee tonen zijn gedetecteerd. Het testresultaat NEEN zal later wor- den besproken. Indien twee en slechts twee tonen zijn gedetec--;· teerd dan wordt de besturing overgedragen naar het aftakpunt 30 722, aangeduid met MFI.
Het aftakpunt 722 voert een test uit om te bepalen of dit de eerste gang is, d.w.z., dat de aanpassing gelijk aan 0 is. Het testresultaat NEEN zal later warden besproken. Aangezien dit de eerste gang is, wordt de besturing overgedragen naar het·
35 blok 723, aangeduid met NFM, en wordt een register in de CPU
790883t ·. ~17 - ' 503, toegewezen aan aanpassing, geïncrementeerd. Vervolgens ! wordt de besturing overgedragen naar het blok 724.
Het blok 724 veroorzaakt dat de gedetecteerde tonen worden opgeslagen in een geheugenplaats in de RAM 5Θ4 aangeduid 5 met "TONEN” en wel voor later gebruik. Vervolgens wordt de be sturing naar het blok 725, aangeduid met MFK, overgedragen.
Het blok 725 incrementeert een tijdsverstrijkteller. Vervolgens wordt de besturing overgedragen naar het aftakpunt 726.
Het aftakpunt 726 voert een test uit om te bepalen of >10 een.vooraf bepaalde verstrijkperiode is voltooid, welke bij een bepaald voorbeed 15 sec kan bedragen. Indien het antwoord JA.
. luidt dan wordt de ontvanger via 727 teruggesteld en wordt de poging om FF-commando's te detecteren opgegeven. Indien het antwoord NEEN is, dan wordt de besturing via 728 naar MFU terugge-. 15 bracht.
Aangezien dit de eerste gang is, wordt het bovenstaande proces voor verdere evaluatieperioden geïttereerd.
. Aangenomen wordt, dat de ontvangen multifrequente.tonen opnieuw worden gedetecteerd en het bovenstaande proces opnieuw 20 voortgaat tot het aftakpunt 722 d.w.z., dat twee en slechts twee tonen worden gedetecteerd. Het aftakpunt 722 voert weer een test uit om te bepalen of dit de eerste gang is d.w.z. of de aanpassing gelijk is aan 0. Aangezien dit tenminste een -tweede gang is, is het testresultaat NEEN en wordt de besturing overgedra-25 gen naar het aftakpunt 729, aangeduid met MFJ.
Het aftakpunt 729 voert een test uit om te bepalen of bij deze gang gedetecteerde tonen zijn aangepast aan de tonen, die tijdens de laatste gang werden gedetecteerd. Indien het testresultaat NEEN is, dan wordt de besturing overgedragen naar het > 30 blok 730 en wordt het aanpassingsregister weer op 0 ingesteld.
Vervolgens wordt de besturing·overgedragen naar MFM, en het proces gaat voort op een wijze, als boven is beschreven. Indien het testresultaat JA is, dan wordt de besturing overgedragen naar het blok 731, aangeduid met MFL, en wordt het aanpassingsregis-35 ter geïncrementeerd. Vervolgens wordt de besturing overgedragen a 7908831 ' . " "18 - - * * ' ' ' · -111· ... . .
•i - '·ƒ*.*_ I ; ’ naar MFK sn gaat het proces op de bovenbeschreven wijze voort.
’ j Thans wordt aangenomen , dat Vier opeenvolgende gangen · -j met vier opeenvolgende aanpassingen hebben plaatsgevonden en het proces opnieuw voortgaat naar het aftakpunt 720, d.w.z. MFW, ‘5 waarbij weer een test wordt 'uitgevoerd of vier opeenvolgende aanpassingen zijn gedetecteerd,, d.w.z. dat de aanpassing gelijk . is aan 4. Het testresultaat JA draagt de besturing naar het af-takpunt 732, aangeduid met MFH, over.
• _ - s Het aftakpunt 732 voert een test uit om te bepalen of - - -ï 10 eventuele tonen op dat moment worden gedetecteerd. Dit dient om te bepalen· of het multifrequenteccommando is beëindigd, zodat t | geen verdere werking vóór het eind van het multifrequente comman- ’ j- - do wordt ingeleid. Indien nog steeds tonen worden gedetecteerd ! is . het testresultaat JA en wordt de besturing overgedragen naar ; 15 het blok 733 en wordt een telling, welke is opgeslagen in een . geheugenplaats in- de RAM 50.4, aangeduid als de CTRA-teller, op 0...ingesteld.. Vervolgens wordt’ de besturing ovsrgedragen naar • · # MFk en gaat het proces op de bovenbeschreven wijze voort. In- .dien geen tonen worden gedetecteerd, dan wordt de besturing 20 overgedragen naar blok 734, aangeduid met MFR, en wordt de CTRA-teller geincrementeerd. Vervolgens wordt de besturing overgedragen naar het aftakpunt 735.
Het aftakpunt 735 voert een test uit om te bepalen of de CTRA-teller een telling van vijf bezit, welke erop wijst, dat 25 . gedurende vijf evaluatieperioden geen tonen zijn gedetecteerd.
. Indien het testresultaat NEEN is, dan wordt de besturing over-gedragen naar MFK, en gaat het proces op de bovenbeschreven wijze voort. Indien gedurende vijf evaluatie-intervallen geen tonen .- worden gedetecteerd, is CTRA gelijk aan 5 en wordt de besturing 30 overgedragen naar het blok 736.
Het blok 736 stelt het onderbrekingsstelsel van de CPU 503 terug. Vervolgens wordt de besturing overgedragen naar het blok 737.
Het blok 737 stelt de multifrequente detectorvlag in, 35 welke erop wijst, dat een multifrequent commando voor inwendig 7908831 19 - s , gebruik bij de CPU 503 is gedetecteerd of veroorzaakt, dat bij de uitgang 106 van de evaluator 105 Cfig.5] een uitgangssignaal wordt opgewekt. Vervolgens wordt de besturing naar het hoofdpro-gramma van het microrekenstelsel via 738 teruggevoerd.
5 Terugkerende tot het aftakpunt 721, dat een test uitvoert of twee en slechts twee tonen zijn gedetecteerd en aannemende, dat het testresultaat NEEN is, wordt de besturing overgedragen -naar MFK. en gaat het proces op de bovenbeschreven wijze voort.
Resumerende worden uitgangssignalen van de multifrequen-' 16 · - tiedetector 102 Cfig.2) door de evaluatieketen 105 Cfig.5) geëva- - lueerd om te bepalen of twee en slechts twee tonen aanwezig zijn: \ welke voldoen aan tenminste het minimumkriterium van aanwezig zijn tijdens een vooraf bepaalde minimumduur gedurende een steekproef interval en daarna aanwezig zijnde gedurende een voorge-15 schreven interval nl. tenminste vier opeenvolgende steekproef-intervallen. Indien aanv.deze voorwaarden wordt voldaan is het ontvangen multifrequente signaal een geldig multifrequent cóm-. mando en kan dit^naar wens worden benut.
Het is duidelijk, dat ook andere constructies mogelijk 20 zijn. Zo kunnen b.v. de steekproefintervallen, de evaluatie- intervallen en het gedeelte van het steekproefinterval gedurende hetwelk een toonsignaal aanwezig moet zijn om een geldige toon te zijn, worden gewijzigd om aan de eisen van bepaalde toepas- - singen te voldoen. De verstrijkintervallen en dergelijke kunnen 25 b.v. naar wens worden verkort om aan bepaalde eisen te voldoen.
790883ΐ Ό , - 20 - '*
APPENDIX
ORG 3CE
ΠΧ SP jEEMOVE EED IDLES EROM STAGE
112 SP *
3 JKP JDMP jGO TO "VARIABLE JMP" STATEMENT
MEDETj . ΙΧΓ ïï,2800 ;SET TIMER TO 1.4 SEC MSEC MOV A,L OUT 34ÏÏ MOV A ,5
1Q OEI 0C0E
OUT 35H
"·:· MVT A,0 ;INII TOES SOUECE SWITCHING
• OUT 21H
' “·ν: OUT 22H
15 " MVI A,0DEH ;S2T UP PATE ERCM Ï&E TO DETECTOR
;AND OPERATE "LOOP1* RELAX
OUT 32H MVI A,41S'· OUT 20H.
20' MVT A,11 ’ jINIT ALL MP DET VARIABLES
XXI H,T7 ‘
CALL MEN ;ZERO 12 CONSECUTIVE LOCATIONS
MEÏÏi LEI Η,ΜΕΒ ;SET UP VARIABLE JUMP
SELL ADDRS
25 MVI A,6 ;INIT VARIABLE T7 THROUGH T17
LEI H,T7 CALL MEN
CALL SET75 ;INIT INT SYSTEM
LXI H,3UE -SET H/L TO ADDRS OE SUE
30 MVI A,0C2H ; START TIMER
" OUT 30Ξ
El
MEA: T3 31H ; INPUT DATA AND STOSE' (LOOP
;TAKES 33 CYCLES OR 16 MICRO SEC)
35 MOV M,A
INX H JMP MEA
38 79 0 8 8 3 f - 21 - /
MFBï Dl ;DISABLE INTERRUPT
CALL SET75 ;CLEAR· THE COUNTER AND INTERRUPT
* jSISTEl.
LXI Β,ΒΒΕ ;SET B/C' TO ADDRS QE BIIF 5 MED: LXI 'D,T17 ;SET D/E TO ADDES OE T1700 MOY A,C ;IS BUEEER 2ΜΗΣΤ
CKF L
JZ KEC ;TES
MOY A,M ;NO,EETCH PIEST/SEXT BITS
10 DCS E ;E,L POINT ΤΟ ΝΕΣΤ BITS IE
;BUEEER TO BE LOOSED AT EAL * IS TONE PRESENT
EAL
JNC MED ;N0
15 EAL ;IES,IS 1700 HZ PRESENT
CC MEE ;IZS,INCEIKENT T17
EAL -EO,IS 1500 HZ PRESSED
DCS D
CC MEE *ÏES,INCREMENT T15
20 EAL ;NO,IS 13ΟΟ EZ PRESENT
DCX D
CC MEE ;TZS, INCRxMENT Ï13
EAL ; ITO, IS 1100 EZ PRESENT
DCS D
25 CC MEE .· ;IE3, INCREMENT T11
SAL ; NO ,1s 900 EZ PRESENT
DCX D
CC MEE ; IES, INCREMENT T9
SAL ;270,IS 700 EZ PRESENT
30 DCX D
CC MEE ;IES, INCREMENT T7
JMP MED ; NO, CONVERT NEXT BITE
MEC: MYI 3,1E ;B VUL CONTAIN BIT EOS ME TONE
35 ; BEING TESTED
MYI C,0E ;C VUL END UP VITE BITS EOS
;MP TONES PRESENT 33
79 0 8 8 3 T
- L·
• · ' ‘ - 22 -; MVT D,JZH ;D WILL END TIP WITH A COUNT
• . --. ;INDICATING TEE NUMBER OE
;DUTY CYCLE TIMES SAMPLES
EXI H,T7 " *XS T7 CREATES THAN NUK26 5 K07 A,K
CPI C1 CNC MEP «YES, OE C WITH 1H < IN EEG B>
;AND INCREMENT L
CALL MEG ·2ΞΕ0 T7, EOTATE B 1 LEPT, AND 10 ;LOAD A WITH T9 CPI C1 ;H0, IS T9 > NUM26?
CNC ^ MIT ;YES, OE C WITH 2K < IN B EEG > jAND INCREMENT D
CALL KEG -ZERO T9, EOTATE B 1 LEFT AND 15 jLOAD A WITH T11 CPI ' C1 ;NO,IS T11 > NUK26? CNC MET ;IES, OE. C WITH 4H < IN B EEG>
;AND INCREMENT L
CALL MEG 5ZERO T11, EOTATE 3 1 LEPT, AND
20 ;LOAD A WITH T15 CPI C1 ;NO,IS T15 > NT3M26? CSC KEE ; YES j OH C WITS 8H < IN EEG B >
;AND INCREMENT D
CALL KEG _ jZERO T13, ROTATE B 1 LEST, AID r 25 ;LOAD A WITH T15 ƒ CPI Cl ;NO,IS T15 > NUK26? CMC KEE ;YES, OR C WITH 10E <IN REG B >
;AND INCREMENT D
CALL KEG 'ZERO T15, ROTATE B 1. LEET, AMD
30 ;L0AD A WITH 117 CPI C1 *N0, IS T17 > NUK26? CMC KEE ;YES,OR C WITH 20H < IN EEG B > •AMD INCREMENT D CALL MEG ;ZER0 T17
35 L2I H,MATCH ;H,I POINT TO RAK LOCATION MATCH
MOV A,K ;A HAS CONTENTS OE MATCH
CPI 4 ;WERE 4 CONSECUTIVE MATCHES
53 ; DETECTED
79 0 8 8 3 T
- 23 - } JZ MFH ;IES ' ..
MOT A,D ;EO, A HAS CORTERTS OP D REGISTER
CPI 2 - ;VERE TEER WO ARD ORLT-TWO
j TORES DETECTED?’
5 JZ MET ;TES
HPSi LHLD TOOT ;RQ,IRC TIMEOUT TIMER (TOUT)
ΤΗΣ H
SELL TOUT
MOT A,H ;IS TIMEOUT COMPLETE
CPI 13 J15 SEC
JMZ MFÜ ;H0, THI AGAUT
- IMP RESET ;XES
HFXs MOV A,M ;IS THIS TEE FIRST PASS (MATCE*0) CPI 0 ^ JRZ MFJ ;R0 mi: HSR H ; YES ,MATCEsMATCH+1
I2X Ht TORES ;SA7S THE TORES
MOV KrC
JME MPE
20 KPJi MOV A,C' . jDO TORES FROM THIS PASS MATCH
; TORES PECK LAST PASS'
LH E, TORES
CMP K
JZ ’ KPL ;YES
oc LH H,MATCH ;R0,RESET "MATCH”
5 WI H,0E
JKP MPM
KPL : LZI E,MATCH ;IHCREffiHT "MATCH”
IRE M
50 JKP KPE
KPH: MOV A,B jVEEE ARY TÖÉES DETECTED
CPI 0
JZ MPR ’ ;R0 ERA A ;YES,RESET CTRA
55 STA CTRA
JMP MPE -TRY AGAIR
MPE: LZI H, CTRA jIHCETMEST CTRA
3 3 IRR M
7908831 - 24 - MOV · A,Μ . ;IS TOME ABSENT FOE 5 TRIES CPI 5 .... ' . .
, ; · <JMZ MIX · ;MO
CALL. SET75 ;TES,RESET HIT SIB
5 LZX- E,MFECV .;SET ME DETECTED FLAG
MVT M,1 SET
MFE: XCÏÏG ;EXCEANGE EL WITH 3DE
10 ' ΓΝΕ K
XCHG • SET
MXFi MOV A,C jTIEDATA. TOME PRESENT REGISTER
15 OEA B ,
MOV C,A
IMS D ;INC" TOME COUNTER
EET
* 20 MFGr MVT M,0 ;INITIALIZE TOME CTE (I7-T17)
MOV A,B -fUEDATA TOME PLACE CTE
EEC
MOV 'B,A
INX S -FETCH MBIT TOME
2$ MOV A,M
EET
MFMi MVI M,0E
IMX H
30 DCS A
CPI 0
JMZ MEN
SET
35
OSG 3000H
JUMP DB -0C3E ; VARIABLE JUMP STATEMENT
38 AIDES · DS 2 79 0.8 8 3 Ϊ -25-.
17 DS 1 ;MF DEE ΗΟϋΕΠΕΞ T9 DS 1 T11 DS 1 T13 DS 1 5 ΤΛ3 DS 1 T17 DS 1 TG2JES DS 1 TOUT DS 2 MATCH DS 1
10 CTHA. DS 1 ;MJ DEE VASXAJ3LES
MFHCT DS 1 ELJD 0 7908831

Claims (5)

  1. 4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de evaluatieorganen C1053 verder dienen om de 30 uitgangspulssignalen uit het aantal vergelijkingsinrichtingen C206-1 t/m 206-N3 te evalueren teneinde te bepalen of de individuele uitgangspulssignalen Cbij 103-1 t/m 103-N3 gedurende tenminste een vooraf bepaald minimaal percentage van het steekproef- 0 79 0 8 8 3 f .* “27 - . . ..- interval aanwezig zijn.
  2. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het Kenmerk, dat de evaluatieorganen C105) verder dienen om de uit-gangspulssignalen Cbij 103-1 t/m 103-N)uit het aantal vergelij-5 Kingsinrichtingen C206-1 t/m 206-N] te evalueren teneinde te bepalen of de uitgangspulssignalen gedurende tenminste een vooraf bepaald aantal opeenvolgende steekproefintervallen aanwezig • zijn en dat twee en slechts twee uitgangspulssignalen van de ver-gelijkingsinrichtingen tijdens de opeenvolgende steekproefinter-10 vallen aanwezig zijn. S. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door organen (207, 210 E REF) voor het detecteren van denaanwezigheid van een binnenkomend signaal, waarbij de evaluatieorganen (105) in responsie op het uitgangssignaal (104) van de, de signaal-aanwezig-15 heid detecterende organen (207, 210, Ë REF) bepalen of toonsig- \ nalen aanwezig zijn en het eind van de toonsignalen bepalen.
  3. 7. Inrichting volgens een der vaorgaandeconclusies, met het ’ kenmerk, dat da evaluatieorganen (105) zijn voorzien van een cen.- trale processor (CPU 503) met een aantal registers, klokorganen 20 (501) voor het toevoeren van een eerste tempeersignaal bij een eerste frequentie aan de centrale processor (503), digitale deel-organen (teller 502), waaraan het eerste tempeersignaal wordt toegevoerd voor het opwekken van een tweede tempeersignaal bij een tweede frequentie, welk signaal aan een onderbrekingsingang 25 van de centrale processor (503) wordt toegevoerd, uitlees-regi-stratiegeheugenorganen (RAM 504), geheugenorganen met slechts uitlezing (ROM 505), en ingangs/uitgangsorganen (I/O'.506).
  4. 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het -tweede tempeersignaal een periode heeft, die in hoofdzaak gelijk 30 is aan de periode van de toon met de laagste frequentie, welke men beoogt te ondervangen, en overeenkomt met het steekproef-interval.
  5. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in de geheugenorganen voor slechts uitlezen (ROM 505) een stel in- 35 structies is opgeslagen om de evaluatieorganen (105) zodanig te besturen, dat deze geldige multifrequente tonen detecteren door 790883ΐ ' * · · · “28 ‘ ) van de uitgangssignalen van de vergelijkingsinrichtingen C103-1 't. ; t/m 103-N) gedurende het voorgeschreven Steekproef interval • j · i (tuv. 1,4· msec) 'steekproeven te nemen, waarbij de toonsignalen CF1 t/m FN) worden bepaald, die tijdens:·het voorgeschreven . 5 steekproefinterval gedurende tenminste een vooraf bepaald mini-mumgedeelte Cb.v.· 16 steekproeven) van het voorgeschreven steekproefinterval aanwezig zijn en waarbij wordt bepaald of twee ! en slechts twee tonen aanwezig zijn, en waarbij wordt bepaald i of de twee en slechts twee tonen worden gedetecteerd als zijnde L- 7. ‘ ’ . ; 10' aanwezig gedurende tenminste een voorgeschreven interval, voor gesteld door een vooraf bepaald aantal opeenvolgende steekproef-intervallen.. VV . - ' . - · i «V 790 883 f • *
NLAANVRAGE7908831,A 1978-12-07 1979-12-06 Inrichting voor het detecteren van multifrequente signalen. NL190463C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US96727278 1978-12-07
US05/967,272 US4227055A (en) 1978-12-07 1978-12-07 Multifrequency receiver

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7908831A true NL7908831A (nl) 1980-06-10
NL190463B NL190463B (nl) 1993-10-01
NL190463C NL190463C (nl) 1994-03-01

Family

ID=25512549

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7908831,A NL190463C (nl) 1978-12-07 1979-12-06 Inrichting voor het detecteren van multifrequente signalen.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4227055A (nl)
JP (1) JPH0763191B2 (nl)
AU (1) AU533928B2 (nl)
BE (1) BE880466A (nl)
CA (1) CA1142280A (nl)
CH (1) CH647905A5 (nl)
DE (1) DE2948676C2 (nl)
ES (1) ES486655A1 (nl)
FR (1) FR2443783B1 (nl)
GB (1) GB2035757B (nl)
IL (1) IL58853A (nl)
IT (1) IT1119597B (nl)
NL (1) NL190463C (nl)
SE (1) SE437101B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4385208A (en) * 1981-04-15 1983-05-24 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Multifrequency receiver
JPS58173948U (ja) * 1982-05-18 1983-11-21 沖電気工業株式会社 多チヤンネルバ−スト信号受信回路
US4460808A (en) * 1982-08-23 1984-07-17 At&T Bell Laboratories Adaptive signal receiving method and apparatus
US4686699A (en) * 1984-12-21 1987-08-11 International Business Machines Corporation Call progress monitor for a computer telephone interface
US4679224A (en) * 1985-12-02 1987-07-07 Keptel, Inc. Telephone line testing circuit
US4696031A (en) * 1985-12-31 1987-09-22 Wang Laboratories, Inc. Signal detection and discrimination using waveform peak factor
JPS6386945A (ja) * 1986-09-30 1988-04-18 Toshiba Corp キ−入力確認音発生装置
US4786168A (en) * 1986-11-24 1988-11-22 The United States Of America As Represented By The United States National Aeronautics And Space Administration Frequency domain laser velocimeter signal processor
DE4126815A1 (de) * 1991-08-09 1993-02-11 Hagenuk Telecom Gmbh Sprachdecodierungssystem mit dtmf-regenerator und verfahren zur regenerierung eines dtmf-signals
US7190771B2 (en) * 2000-02-04 2007-03-13 Edge Access, Inc. Internet telephony devices with circuity to announce incoming calls
US6724834B2 (en) * 2002-02-22 2004-04-20 Albert L. Garrett Threshold detector for detecting synchronization signals at correlator output during packet acquisition
US8461986B2 (en) * 2007-12-14 2013-06-11 Wayne Harvey Snyder Audible event detector and analyzer for annunciating to the hearing impaired
US8804700B2 (en) * 2008-07-16 2014-08-12 Freescale Semiconductor, Inc. Method and apparatus for detecting one or more predetermined tones transmitted over a communication network

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3743950A (en) * 1972-03-03 1973-07-03 Itt Threshold detector for a voice frequency receiver
US3875347A (en) * 1973-10-01 1975-04-01 Gte Automatic Electric Lab Inc Multifrequency signal receiver
US3942038A (en) * 1974-11-21 1976-03-02 Honeywell Inc. Threshold gate having a variable threshold level
SE396684B (sv) * 1976-02-09 1977-09-26 Ericsson Telefon Ab L M Hallkrets i en mottagaranordning for mfc-signalering
SE397763B (sv) * 1976-03-09 1977-11-14 Ericsson Telefon Ab L M Mottagaranordning for storningskenslig detektering av atminstone tva tonfrekvenser i en inkommande tonsignal
IT1072242B (it) * 1976-12-17 1985-04-10 Cselt Centro Studi Lab Telecom Procedimento e dispositivo per il riconoscimento di segnali telefonici in codice multifrequenza convertiti in forma numerica
US4091243A (en) * 1977-07-26 1978-05-23 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Multifrequency signal receiver

Also Published As

Publication number Publication date
DE2948676C2 (de) 1984-11-29
BE880466A (fr) 1980-04-01
JPS55102961A (en) 1980-08-06
AU533928B2 (en) 1983-12-22
DE2948676A1 (de) 1980-06-19
NL190463C (nl) 1994-03-01
NL190463B (nl) 1993-10-01
IL58853A (en) 1982-04-30
AU5345979A (en) 1980-06-12
SE7909903L (sv) 1980-06-08
FR2443783B1 (fr) 1986-10-03
IL58853A0 (en) 1980-03-31
FR2443783A1 (fr) 1980-07-04
GB2035757A (en) 1980-06-18
JPH0763191B2 (ja) 1995-07-05
SE437101B (sv) 1985-02-04
IT1119597B (it) 1986-03-10
ES486655A1 (es) 1980-06-16
CH647905A5 (de) 1985-02-15
US4227055A (en) 1980-10-07
IT7969354A0 (it) 1979-12-06
CA1142280A (en) 1983-03-01
GB2035757B (en) 1982-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908831A (nl) Detector voor signalen met een aantal frequenties.
DE19600404C2 (de) Sprachdetektor zur Feststellung des Vorhandenseins von Sprache
US7283479B2 (en) Cable TV system or other similar communication system
US4278848A (en) Automatically adjustable bidirectional-to-unidirectional transmission network
DE3048831A1 (de) &#34;mehrton-verfahren und -vorrichtung zum messen des frequenzgangs und der gruppenlaufzeitverzerrung&#34;
CA2033983C (en) System and method for communications security protection
US4417337A (en) Adaptive multitone transmission parameter test arrangement
CA1137565A (en) Digital multi-frequency receiver
WO1999000981A1 (en) Ingress monitoring system
EP1766868B1 (en) System and method for detecting ingress in a signal transmission system
CA2092125C (en) Apparatus and method for real time interference signal rejection
US4032716A (en) Measurement of noise in a communication channel
US5475873A (en) Rectification feedback high frequency circuit arrangement including an adaptive filter
US6028927A (en) Method and device for detecting the presence of a periodic signal of known period
DE2031391A1 (de) Datensignalempfanger
US5043977A (en) Method and a circuit arrangement for setting the subscriber line dummy impedances of programmable hybrid circuits
US6081198A (en) Method and apparatus for communication in an electric fence wiring system
US4618742A (en) Method and apparatus for decoding audiofrequency information sent through rotary dialing
DE69607787T2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Nachweis der Anwesenheit eines periodischen Signals in einem Satz von Signalen
EP0269296B1 (en) Dial tone detector
US5187739A (en) Answer supervision circuit for paystation telephone with non-muted microphone
JP3251935B2 (ja) データ・モデム・レシーバ
DE19848608A1 (de) Vorrichtung zur Vermeidung einer akustischen Rückkopplung
Del Re On the performance evaluation of a multifrequency-tone envelope detector
SU720818A1 (ru) Режекторный фильтр

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19991206