NL7908757A

NL7908757A - Elektrische stralingslamp, in het bijzonder een sealed-beam voertuiglamp.

Info

Publication number: NL7908757A
Application number: NL7908757A
Authority: NL
Original assignee: Egyesuelt Izzolampa
Priority date: 1979-03-07
Filing date: 1979-12-04
Publication date: 1980-09-09
Also published as: HU178521B; NZ192905A; US4329614A; GB2046423A; CA1134426A; GB2046423B; DE3001437A1; AU5611680A; JPS561401A

Description

* v-a JM.O. 28525 1

Elektrische stradingslamp, in het bijzonder een sealed-beam voertuiglamp.

jje uitvinding heeft betrekking op een elektrische stralingslamp, in het bijzonder een (ook) zogenaamd dim- of flitslicht uitstralende Dij voorkeur sealed-beam voertuig-schijnwerper, bestaande uit een door een voorschijf afge-5 sloten parabolisch reflectorgedeelte, in het spiegelgebied waarvan een halogeen gloeilamp met tenminste een in de nabijheid van het brandpunt van het spiegelgebied gelegen gloeilichaam aangebracht is, waarbij rond het (dim-) gloei-lichaam êen in op de paraboolas loodrecht staande vlakken 10 gemeten hoekgebieden van ten hoogste 180° de directe licht-uittrede naar het spiegelgebied tegengaand scherm aanwezig is.

De verdeling van het uitgestraalde licht bij de anglo-amerikaanse sealed-beam voer tui gschijnwerpers of -lampen 15 wordt zoals bekend verkregen door toepassing van spiraalvormige gloeilichamen met op de rotatie-as (paraboolas) loodrechte spi-raalas. Het hoofdgloeilichaam dat het zogenaamde verre-licht opwekt, is in het brandpunt van de schijnwerper of lamp aangebracht, terwijl het glimglo ei lichaam 20 dat het naar de rijbaan naar beneden gerichte afschermvrije zogenaamde dimlicht uitstraalt, naar boven en ook naar opzij wat van het brandpunt af geplaatst is, waardoor de opzij van de rijrichting gelegen straatrand sterker belicht wordt, en ook de bestuurders van tegemoet komende voertuigen niet 25 geblindeerd worden. Op basis van het in de loop van de tijd ontstane verschillende karakter van het stratennet en van het verkeer stellen de desbetreffende USA-normen aan de vorm, dat wil zeggen de verdeling van het uitgestraalde dimlicht, in het bijzonder van de scherpe afbakening tussen 30 de donkere en heldere belichte gebieden alsmede aan de geometrie3,^^rekkelijk milde eisen.

De situatie is bijvoorbeeld in Europa geheel anders, waar het verkeersnet van de straten overwegend uit betrek-kelijk smalle afstandsverkeersstraten met niet-gedeelde rij-35 baan en sterk gemengd verkeer bestaat. Hierom zijn de beveiligingsmaatregelen tegen afscherming van het tegenverkeer uit overwegingen van verkeer- en zekerheid van leven van het 7908757 p. ^ 2 begin afaan uiterst streng vastgelegd, en worden zij ook ernstig genomen. Ten aanzien van de geometrische vorm of gedaante, alsmede de intensiteit van de verdeling van het uitgestraalde zogenaamde dimlicht van motorvoertuigen zijn 5 internationaal zonder meer eenduidige en strenge voorschriften overeen gekomen. Bij de ontwikkelde en algemeen verspreide (ook) dimlicht uitstralende autogloeilampen met een of twee draden is aan de vermelde voorschriften voor dimlicht met de constructieve uitvoering van de lampen voldaan, 10 wanneer met hun spiraalas in de of parallel aan de schijnwer-peras gelegen aangebrachte spiraalvormige dimgloeilampen toegepast worden, waarbij het uitgestraalde licht in een bepaald hoekgebied rond de spiraalas afgeschermd wordt zodat de vorm van het uitgestraalde licht beïnvloed wordt.

In de loop van de ontwikkeling van halogeen gloeilampen is in de praktijk gebleken dat een van de meest; gunstige toepassingsgebieden van deze lampen de motorvoertuigbe-lichting is, daar de met de toeneming van de voertuigsnelheden gelijktijdig voorkomende behoefte aan grotere belich-20 ting van de rijbaan met het bij gelijk energiegebruik groter en in de loop van de levensduur in verhoogde massa constant bijvend lichtvermogen van de halogeen gloeilampen uiterst gunstig voldaan kan worden. Voordelig hiervoor is verder ook de compacte opbouw van dit type lampen. jxadat de in 25 het begin optredende moeilijkheden die in de eerste plaats terug te voeren waren op nadelige inwendige reflejd.es resulterend uit de cylindrische kolfvorm van de lampen, bestreden, en overwonnen zijn, is men in het bijzonder in Europa voortgegaan met uit dezelfde schijnwerpers door omschakeling ver-30 kregen halogeen^gloei^lampen met twee draden die zowel verre- als ook dimlicht uitstralen. Beze halogeen-'gloei-lampen voldoen aan de reeds vermelde en de in wezen ongewijzigd geldende strenge voorschriften ten aanzien van de geometrische vorm en intensiteitseigenschappen van het dim-35 licht, terwijl bij een in dezelfde kolf achter elkaar gelegen, dat wil zeggen axiale inrichting van de beide, afwisselend bedreven gloeilichamen ook het wolfram-halogeen kringproces in toereikende mate goed werkt.

Over de aan het bereiken van een ook de strenge Euro- 4-0 pese normvoorschriften bevredigende verdeling van het uit- 7908757 > 3 3 gestraalde licht verbonden moeilijkheden, alsmede over de oplossingsmogelijkheden daarvan is informatie aangegeven onder andere in de Uritse octrooischriften Ί.178,4-92, 1.166,158, alsmede in de Duitse octrooischriften 1.589.242, 5 1*911.933» 1.928.978 en 2.145.128. voor al deze publikaties is het in het algemeen kenmerkend dat een rond het a^aal aangebrachte dimlichaam binnen of buiten de lampkolf als metaalelement of bekledingslaag uitgevoerd scherm toegepast wordt, dat de lichtuittrede naar de schijnwerperspiegel 10 in een door een cylinderhoek van bij voorkeur 165° bot 180° tegengaat, en waarvan de contouren steeds in telkens een i' de bovengenoemde cylinder hoek bepalend, door de gloei-spiraal doorgaand vlak liggen. Er vond een algemene verspreiding van een uitvoering van de onderhavige lampen 15 plaats, waarin als scherm een in de directe nabijheid van het glimgloeilichaam in de kolfruimte van de halogeenlamp aangebrachte metaalkap (ook glimkap genoemd) toegepast wordt, waarvan de contouren in vlakken gelegen uitgevoerd zijn.

20 Uit het nuitse Auslegeschrift 2.322.369 is een uit voering van een scherm bekend, die een van de gebruikelijke weliswaar afwijkende verdeling van het uitgestraalde dimlicht, namelijk een trapvormige, zogenaamd ^.-vormige asyme-trische verdeling hiervan bewerkstelligt waarDij aan de be-25 treffende normen echter op toelaatbare wijze voldaan wordt en waarbij met het oog op de verkeerszekerheid bepaalde voordelen verkregen worden. De ene randomtrek van deze kap ligt . niet meer in een vlak, maar zij is langs een ruimtelijke kromme uitgevoerd, waarvan het draagvlak bij voorkeur een cylin-50 dermantel is. Praktische ervaringen hebben echter aangetoond dat een toereikend scherpe helder-donkergrens in de liehtverdeling door toepassing van een dergelijke dimkap slechts moeilijk gewaarborgd kan worden, daar de reeds vermelde ongewenste inwendige reflelies alsmede verdere strooi-35 ingen langs de Duigranden van deze kap dit aanzienlijk bemoeilijken.

ue uitvinding beoogt een (ook) zogenaamd dimlicht uitstralende elektrische stralingslamp, in het bijzonder een sealed-oeam voertuigschijnwerper met in het reflectorgedeel-40 te opgenomen halogeen^gloeilamp als lichtbron aan te geven, 7908757 4- * t waarbij het reeds met het oog op zijn functie meervoudig vermelde scherm zodanig uitgevoerd is dat een geDruike-lijke, gewone in de Amerikaanse normen voor geschreven en toelaatbare lichtverdeling van de bekende sealed-oeam voer-5 tuigschijnwerper met zeer gering lichtverlies en Dij een ma^d. male geldigheid van alle reeds vermelde en bekende voordelen van de halogeen autolampen verkregen kan worden, waarbij twee-dradenlampen, dat wil zeggen ver licht en dimlicht (bqpbmsc hake ling van afwisselend uitstralende dealed-oeam 10 halogeenschijnwerpers, tevens gerealiseerd en volgens de uitvinding uitgevoerd kunnen worden.

Aan de gestelde opdracht wordt door uitvoering van elektrische stralingslampen van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding aldus voldaan dat de randeontour van 15 het scherm in de vorm van een ruimtelijke kromme zodanig uit gevoerd wordt dat in de paraDoolas;., bevattende, hieruit radiaal uitgaande vlakken altijd ten hoogste twee punten van de ruimtelijke kromme van de randeontour liggen.

ne uitvinding gaat uit van het inzicht dat de uittre-20 dende lichtbundel door toepassing van een scherm volgens de uitvinding met een randeontour in de vorm van een ruimtelijke kromme praktisch zonder lichtverliezen in het rond de volgens het normvoorschrift als maximaal belicht bevattende punten bevindende gebied afgebogen kan worden. Ofschoon de . 25 uitgestraalde asymetrische lichtverdeling ook hierbij geen scherpe helde?-donkergrens heeft, zijn er echter ook geen over de toelaatbare waarden heen belichte heldere-gebieden in richtingen boven de horizontaal aanwezig.

hij voordelige uitvoering van de stralingslamp volgens 30 de uitvinding liggen alle punten van de de randeontour van het scherm vormende ruimtelijke kromme in ruimtelijke gebieden, die door van het door de paraboolas ... gaande horizontale vlak uit in op de paraboolas loodrecht verlopende vlakken gemeten hoek van +30° bepaald zijn, en zij liggen bij 35 voorkeur tenminste in bepaalde, in de lengterichting van de paraDoolas zich uitstrekkende gebieden van het scherm op het mant elo pp er vlak van een bij voorkeur met de as met de paraboolas samen-vallend rotatielichaam,. in het bijzonder een cylinder en/of een kegel, kegelstomp en/of een kogel.

4-0 Bij volgens de uitvinding, uitgevoerde stralingslampen 7908757 * i 5 met halogeen gloeilamp met twee draden, is het scherm by voorkeur in de gasgevulde kolfruimte van de halogeenlamp aangebracht. Bij slechts dimlicht opwekkende stralingslam-pen volgens de uitvinding met halogeen gloeilamp met een 5 draad ligt het scherm daarentegen doelmatigerwijze buiten de gasgevulde ruimte van ae halogeen lamp in het reflectorge-deelte. Hierdoor is het mogelijk om in de sealed-beam motor-voertuigschijnwerpers volgens de uitvinding bekende, georui-kelijke halogeenlampen met een draad toe te passen.

10 In de elektrische stralingslampen volgens de uitvin ding kan ook een in de stralengang van het naar de voor-scbyf direct uitgestraalde licht aangebracht e^tra scherm mede aanwezig zijn, dat zowel een op zich bekend metaalge-deelte als ook een aan de kolf van de halogeenlamp aange-15 Drachte hittebestendige kleurlaag kan zijn.

ne uitvinding zal aan de hand van uitvoeringsvoorbeel-den worden toegeliuht met verwijzing naar ae bijbehorende tekeningen, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht geeft van een 20 sealed-beam motorvoertuiglamp volgens de uitvinding met halogeen gloeilamp met twee draden, waarbij de inwendige opbouw door een open gebroken voorsohjf.. en reflectordeel aangegeven is;

Figuur 2 een deelaanzicht geeft van het dimgloeiliohaam 25 en van het scherm van een in de sealed-beam motorvoertuiglamp volgens de uitvinding volgens figuur 1 toegepaste halogeen gloeilamp met twee draden;

Figuur 3 een zijaanzicht geeft van een als metaal nimkap uitgevoerd scherm volgens de uitvinding; 30 Figuur 4 een oovenaanzicht geeft van het scherm uit figuur 3;

Figuur 5 een doorsnede geeft van het scherm langs het in figuur 4 aangegeven vlak v-v;

Figuur 6 een deelaanzicht geeft van een stralingslamp 35 volgens de uitvinding met een halogeen lamp met twee draden en paraDolisch spiegelgebied in het reflectorgedeelte;

Figuur 7 een deeldoorsnede geeft van een volgens de uitvinding uitgevoerde stralingslamp met halogeenlamp met een draad en met buiten de halogeen bevattende gasruimte van 4-0 de lamp aangebracht scherm; 7903757 r * 6

Figuur 8 een op een meetscherm geprojecteerde, met een .stralingslamp volgens de uitvinding te bereiken dim-lichtverdeling in schematische contourweergave; en

Figuur 9 een hulpbeeld geeft ter toelichting van de 5 optisch-geometrische samenhangen, zoals de randcontour in de vorm van een ruimtelijke kromme van het scherm van een stralingslamp volgens de uitvinding als voorbeeld van een voorge&chreven, gewenste lichtverdeling uitgaand terug op het metaaloppervlak van een rond het dimgloeilichaam con-10 centrisch aangebrachte cylinder afgeheeld wordt.

In figuur 1 is als voorbeeld een als sealed-beam motor-voertuigschijnwerper uitgevoerde stralingslamp 10 volgens de uitvinding aangegeven, waarbij voor het rotatie^-parabool-vormige spiegelgebied 13Veen door een prismavormige voor-15 schijf 11 hermetisch afgesloten reflectorgedeelte 12 een halogeen^gloeilamp 20 met twee draden met voor het op de paraboolas P-P zich bevindende brandpunt F a-siaal gelegen dimgloeilichaam 23 en met in wezen in het brandpunt F gelegen hoofd- of verre-lichtgloeilichaam 22 aangebracht is.

20 Efet afwisselend in-schakelbare en dus afwisselend een zogenaamd afstand- of verlicht opwekkende hoofdgloeilichaam 22 en een zogenaamd dimlicht opwekkend dimlichaam 23 zijn in de gasgevulde ruimte van een door afknijping afgesloten, uit materiaal met hoog smeltpunt bestaande buisvormige kolf 21 25 van de halogeenlamp 20 overeenkomstig de algemeen verspreid toegepaste axiale opbouw achter elkaar in de paraboolas P-P gelegen aangebracht, en zij worden in hun nauwkeurige posi-ties door ook voor de elektrische stroomtoevoer via de aansluitingen 31, 32, 33 (niet aangegeven) dienende, elektrisch 30 uitgevoerde stroomtoevoerelementen 24, 25, 26 vastgehouden. Rond het dimgloeilichaam· 23 is in de gasruimte van de halogeenlamp 20 een de voorgeschreven, gewenste verdeling van het uitgestraalde dimlicht bepalend, volgens de uitvinding met een ruimtelijke kromme-contour uitgevoerd scherm 40 aan 35 het stroomtoevoerelement 26 door puntlasverbinding vast aan gebracht. Opdat er uit de stralingslamp 10 door de voor-schijf heer. slechts door het paraboolvormige spiegelgebied 13 van het reflectorgedeelte 12 gereflecteerde, overeenkomstig geometrisch gevormde lichtbundels van de gloeili- 4-0 chamen 22, 23 uitgestraald worden, is in de baan van het uit 7908757 » ψ 7 de lamp direct naar de voorschyf 11 uittredend licht een in het onderhavige geval als aan het kolfuiteinde aange— bracht- voor licht ondoorlaatbare (zwarte)kleurlaag uitgevoerd e^tra scherm 28 aanwezig. De voor wat betreft posi-5 tie gelijke uitwisselbaarheid van de stralingslamp 10 wordt op bekende wijze door op de voor schijf 11 aangebrachte nokken of uitsteeksels 14 gewaarborgd.

Figuur 2 toont het dimgloeilichaam 23 en het hierbij behorende scherm 40 van de stralingslamp 10 volgens figuur 10 1 op vergrote schaal in perspectivische weergave. Uit de figuur blijkt dat de randcontour 41 van het scherm 40 in de vorm van een ruimtelijke kromme uitgevoerd is, doordat in een de paraooolas P-P bevattend, hiervan radiaal uitgaand vlak E^j, dat met het horizontale vlak ïï-ïï een hoek van 15 insluit, ten hoogte twee punten respectievelijk ϋ?^2 van de ruimtelijke kromme liggen. In een ander, met het horizontale vlak ïï-H een hoek van ^2 insluitend vlak E2, dat de ruimtelijke kromme van onderen slechts aanraakt, ligt slechts een punt ï2q VarL ^-e randcontour volgens een ruimtelijke krom-20 me. volgens een kenmerkende eigenschap van de uitvinding geldt voor elk willekeurig vlak E, dat dit vlak ten hoogste twee punten ‘ï2 van de randcontour bevat, dat wil zeggen de ruimtelijke kromme heeft noch rechtlijnige, noch in een vlak gelegen krommesecties in het voor wat betreft werking 25 belangrijke gebied van het scherm 40. Het scherm 40 is echter ook voorzien van een uitsteeksel 42, waarop het ene been van het dimgloeilichaam vastgelast kan worden.

Een bijvoorbeeld uit dun molybdeenplaat door dieptrek-ken vervaardigde uitvoering van het scherm 40 is in figuur 30 3 in zijaanzicht, in figuur 4 in bovenaanzicht en in figuur 5 in doorsnede langs een op de paraboolas P-P loodrecht staand vlak V-v aangegeven. Figuur 5 geeft duidelijk het kenmerk volgens de uitvinding aan, volgens welke alle punten T van de de randcontour 41 van het scherm 40 vormende ruim-35 telijke kromme in wezen in ruimtelijke gebied# liggen, die door van het door de paraooolas P-P heen gaande horizontale vlak Ïï-H uit in op de paraooolas P-P loodrecht verlopende vlakken gemeten hoek van +30° bepaald worden, uit is bijvoorbeeld met behulp van de in het doorsnedevlak v-v gelegen 40 punten Tc-i en Tc? in figuur 5 als voorbeeld aangegeven.

79 0 S 7 5 7 V * 8 volgens een verder kenmerk van de uitvinding liggen de punten T van de de randcontour 41 van het scherm 40 vormende ruimtelijke kromme tenminste in in langsrichting van de paraDoolas P-P zich uitstrekkende gebieden. L,j, Lg van het 5 scherm 40 (figuur 4) op de manteloppervlakken van bij voorkeur met de as met de paraboolas P-P samenvallende rotatie-lichamen. l)e punten T liggen in het onderhavige geval in het gebied op het manteloppervlak van een cylinder met straal Cf , terwijl in het gebied Lg op het oppervlak van een 10 halve kogel met straal ψ ,

Figuur 6 geeft aan dat een scherm binnen de kolf 21 van een halogeen^-gloeilamp 20 met twee draden, dat wil zeggen in de halogeen bevattende gasruimte van de lamp bij voorkeur aangebracht is, terwijl in figuur 7 een uitvoering aangege-15 ven is, waarbij een scherm 40 buiten de gasruimte van een ha-logeeru-gloeilamp 50 met een draad rond het (dim-)gloei-lichaam 50 binnen het reflectorgedeelte van een stralings-. lamp volgens de uitvinding aangebracht is.

Figuur 8 geeft die lichtverdeling weer die de door ver-20 keer van rechts vereiste, met de amerikaanse normvoorschrif-ten overeenkomende en door de gebruikelijke, bekende sealed-beam motorvoertuigschijnwerpers te bereiken, gewone dimlicht-verdeling respectievelijk -uitvoering het beste benadert. De lichtverdeling is hierbij op bekende manier op een, van het 25 toppunt van het rotatie-^paraboolvormige spiegel' .gebied van het reflectorgedeelte op afstand 1 aangebrachte meet-scherm met een coördinatenstelsel h, v,. waarvan de oorsprong op de paraboolas P-P ligt, afgebeeld. Het meetschermvlak staa^ hierbij loodrecht op dé paraboolas P—P. De weergegeven 30 lichtverdeling wordt in het bijzonder hierdoor gekenmerkt dat (bij rechts verkeer) er geen met hoge lichtintensiteit belichte gebieden aan de linkerzijde van de as v boven de as h en aan de rechterzijde van de as v boven een Vq = constante rechte, die op een afstand Vq van "de horizontale as 55 h evenwijdig hieraan verloopt, aanwezig zijn respectievelijk aanwezig mogen zijn.

De lichtverdeling volgens figuur 8 kan door toepassing van schermen, met een randcontour volgens een ruimtelijke kromme volgens het kenmerk van conclusie 1 uitgevoerd zijn 40 gerealiseerd worden, ue ruimtecontour van het scherm vormt 7908757 9 * y hierDij een ruimtelijke kromme, die volgens de in figuur 9 aangegeven optisch-geometrische samenhangen uit een schaar van punten ï bestaat, die in wezen als doorsnijdingspunten van de helder-donkergrens van de bij. de, langs de op de meet-5 schermen geprojecteerde lichtverdeling lopende punten Q behorende stralen^gangen A-K-Q met het manteloppervlak van een met de paraboolas P-P samenvallend of evenwijzig hieraan verlopende cylinder met de straal of van een ander rotatie-lichaam ontstaan zijn.

10 Het punt K in figuur 9 is een punt van het bij de hoek cf behorende vförmige spiegelgebied van het reflèctórge-deelte 12, terwijl het punt A een licht uittreepunt van het dimgloeilichaam is, dat van het brandpunt P van het parabolische reflectorgedeelte 12 over een afstand a geschei-15 den is.

naar er uit elk, tussen twee bepaalde randwaarden van a gelegen punt A van het gloeilichaam door elk spiegelgebied van het parabolische reflectorgedeelte, dat door twee eindige waarden van ψ gekenmerkt wordt, gereflecteerde stra-20 len naar het meetscherm gestraald worden, behoort er Dij elk zodanig spiegelgebied een uit op heü manteloppervlak van het rotatielichaam met de straal gelegen doorsnijdingspunten T bestaande ruimtelijke kromme, waarbij de de randcontour van het scherm volgens de uitvinding uitgevoerde ruimtelijke 25 kromme als een omhullingskromme van de schaar van deze elementaire ruimtelijke krommen ontstaat, ve coördinaten van een dergelijke (omhullings-) ruimtelijke kromme kunnen met behulp van uit de geometrisch-optische samenhangen volgens figuur 9 af te leiden formules in de functie van voorge-50 schreven posities van de punten Q, dat wil zeggen Van de gewenste helder-donkergrens van het dimlicht, alsmede van de waarden a en , bij voorkeur met behulp van elektronische rekenaars, voor elk rotatielichaam met straal 4} ook nummeriek bepaald worden, ne straal g kan constant zijn 35 (cylinderopper.lak), kan echter ook continu of sprongsgewijs veranderen (willekeurig rotatielichaam). In afhankelijkheid van de vooraf bepaalde waarde of van het verloop van <p kan het scherm als Dinnen of buiten de gaskolfruimte van de halogeengloeilamp gelegen gedimensioneerd worden.

4-0 Uit het bovenvermelde blijkt dat binnen het kader van de 7903757 V <· 10 onderhavige aanvrage al naar gelang het betreffende toepassingsgebied en overeenkomstig andere vereisten talrijke uitvoeringen van elektrische stralingslampen mogeüjk zijn.

7903757

Claims

1. Elektrische stealings lamp in het bijzonder - ook -zogenaamd dimlicht uitstralende, bij voorkeur sealed-beam voertuigschijnwerper, bestaande uit een door een voorschijf 5 afgesloten parabolisch reflectorgedeelte, in het spiegel-gebied waarvan een halogeen--gloeilamp met tenminste een in de nabijheid van het brandpunt van het spiegelgebied gelegen gloeilichaam aangebracht is, waarbij rond het (dim-)gloei-liohaam een in op de paraüoolas loodrecht staande vlakken 10 gemeten hoekgebied van ten hoogste 180° de directe lichtuit-trede naar het spiegelgebied verhinderend scherm aanwezig is, ms-e t het kenmerk, dat de randcontour (41) van het scherm (40) in de vorm van een ruimtelijke kromme zodanig uitgevoerd is, dat in de paraDoolas (P-P) bevattende, 15 hieruit radiaal uitgaande vlakken (E) steeds ten hoogste twee punten (¢^, 3^) Van ^ randcontour in de vorm van een ruimtelijk kromme liggen.

2. Elektrische stealingslamp volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat alle punten (0?) van de de rand- 20 contour (41) van het scherm (40) vormende ruimtelijke kromme in ruimtelijke gebieden liggen, die door, ' van het door de paraboolas (P-P) heengaande horizontale vlak (H-H) uit in op de paraboolas (P-P) loodrecht verlopende vlakken gemeten hoek ( ψ ) van +50° bepaald worden. 25 3· Elektrische stralingslamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de punten )T) van de de randcontour (41) van het scherm (40) vormende ruimtelijke kromme tenminste in bepaalde, in langsrichting van de paraboolas (P/P) zich uitstrekkende gebieden (L-p van het 30 scherm (40) op het manteloppervlak van een bij voorkeur met de as met de paraboolas (P-P) samenvallend rotatielichaam, in het bijzonder van een cylinder en/of van een kegel, kegelstomp en/of van een kogellichaam^ liggen.

4 Elektrische stralingslamp volgens een der conclusies 35 1 tot 3, met het kenmerk, dat het scherm (40) in de gasgevulde kolfruimte van een halogeengloeilamp (20) met twee draden aangebracht is.

3· Elektrische stralingslamp volgens een der conclusies 1 tot 3, e e t het kenmerk, dat het scherm 40 (40) buiten de gasgevulde kolfruimte van een halogeen^gloeir 7908757 lamp (50) met een draad in het reflectorgedeelte (12) aangebracht is.

6. Elektrische stralingslamp volgens een der conclusies 1 tot 5» met het kenmerk, dat een in de 5 stralengang van het naar de voorschajf (11) direct uitge-straalde licht aangebracht e.*.tra scherm (28) in de lamp mede aanwezig is. ******* ****** 7908757