NL7908576A - Vormpers. - Google Patents
Vormpers. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7908576A NL7908576A NL7908576A NL7908576A NL7908576A NL 7908576 A NL7908576 A NL 7908576A NL 7908576 A NL7908576 A NL 7908576A NL 7908576 A NL7908576 A NL 7908576A NL 7908576 A NL7908576 A NL 7908576A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- press
- feed
- dies
- bars
- molds
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/02—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool
- B21D43/04—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work
- B21D43/05—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work specially adapted for multi-stage presses
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D37/00—Tools as parts of machines covered by this subclass
- B21D37/14—Particular arrangements for handling and holding in place complete dies
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/02—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool
- B21D43/04—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work
- B21D43/05—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work specially adapted for multi-stage presses
- B21D43/055—Devices comprising a pair of longitudinally and laterally movable parallel transfer bars
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/02—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool
- B21D43/04—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work
- B21D43/05—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in mechanical engagement with the work specially adapted for multi-stage presses
- B21D43/057—Devices for exchanging transfer bars or grippers; Idle stages, e.g. exchangeable
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D43/00—Feeding, positioning or storing devices combined with, or arranged in, or specially adapted for use in connection with, apparatus for working or processing sheet metal, metal tubes or metal profiles; Associations therewith of cutting devices
- B21D43/02—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool
- B21D43/18—Advancing work in relation to the stroke of the die or tool by means in pneumatic or magnetic engagement with the work
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mounting, Exchange, And Manufacturing Of Dies (AREA)
- Press Drives And Press Lines (AREA)
- Specific Conveyance Elements (AREA)
Description
f Λ Β ν ά l"Ê] 70 8721 —---- ' ““
-ΐ C M-'i.’ = "Q
. . i ΰ ί. i«i -J
Vormpers.
De uitvinding heeft betrekking op een vormpers, voorzien van een aantal persfasen, en een aantal matrijzen.
De laatste tijd zijn de gedaanten van in vormpersen gemaakte onderdelen, veelal veranderlijk, hetgeen heeft geleid 5 tot verschillende moeilijkheden, zoals de noodzaak tot het verschaffen van een vergrote opslagruimte, en het beschermen van opgeslagen onderdelen tegen corrosie.
Overeenkomstig de uitvinding is een vormpers verschaft, voorzien van een aantal persfasen, en een aantal matrijzen, wel-10 ke pers een mechanisme omvat voor het toevoeren van grondvormen, een trdnsportmechanisme voor het dragen van grondvormen vanaf het toevoermechanisme naar de eerste fase, een vormtoevoermecha-nisme, dat verwisselbare toevoerstaven bevat, voor het door de persfasen voeren van grondvormen, een mechanisme voor het 15 automatisch verwisselen van de matrijzen, een mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven samen met de matrijzen in samenwerking met het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen, een matrijskoelolietoevoer, een verbindingsmechanisme voor het loskoppelen van de koelolietoevoer van de matrijskoeloliekring-20 lopen, aangebracht in matrijzen, die moeten worden verwijderd bij het verwisselen van matrijzen, en het verbinden met matrijs-koeloliekringlopen, aangebracht in de nieuw geplaatste matrijzen, een verstelmechanisme voor elke fase voor het leveren van de noodzakelijke druk aan een dempcilinder, samenhangende met 25 de fase, en een programmaregelmiddel voor een automatische werking van de pers, welk middel de werkingen van het vormtoevoer- 7908576 --2 - * 4 mechanisme, het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen, het mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven en het verbindingsmechanisme van de matrijsKoeloliekringlopen, regelt.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 5 tekening, waarin:
Fig.l een vooraanzicht is van een uitvoeringsvorm van de onderhavige vormpers,·
Fig.2 een bovenaanzicht is van de pers volgens fig.l;
Fig.3 een aanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van 10 het mechanisme voor het toevoeren van grondvormen; welk mechanisme onderdeel uitmaakt van de pers volgens fig.l;
Fig.4 een doorsnede toont van een cilinder, die deel uitmaakt van het mechanisme voor het toevoeren van grondvormen, en een vrij beweegbaar magnetisch orgaan bedient; 15 Fig.,5 een bovenaanzicht is van een mechanisme voor het transporteren van grondvormen, welk mechanisme deel uitmaakt van de pers volgens fig.l, en waarin boven de hartlijn een toe-voerstaaf is weergegeven in een ingetrokken stand, en onder de hartlijn in een uitgedrukte stand; 20 Fig.6 een vooraanzicht is van het mechanisme voor het transporteren van grondvormen in een ingetrokken stand;
Fig.7 een doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig.5;
Fig.a een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig.5; 25 Fig.9 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een mechanisme voor het waarnemen van twee grondvormen, welk mechanisme deel uitmaakt van de pers volgens fig.l;
Fig.lG een bovenaanzicht is van het mechanisme voor het waarnemen van twee grondvormen; 30 Fig.ll een doorsnede is volgens de lijn XI-XI van fig.9;
Fig.l2a een zijaanzicht is van een schematisch weergegeven vormwerking;
Fig.l2b een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een overschakelmechanisme, dat deel uitmaakt van het toe- 35 voermechanisme van de pers; 7908576 * -f _3 -
Fig.13 een vooraanzicht is van een gedeelte van het over-s chakelmechanisme ;
Fig.14 een doorsnede is van een cilinder, die deel uitmaakt van het overschakelmechanisme; 5 Fig.15 een zijaanzicht is van de toevoerstaven van de pers samen met het mechanisme voor het bedienen van de toevoerstaven, en ook het regelen van het scheiden van de taevoersta-ven gedurende een klemwerking;
Fig.l6A - D doorsneden zijn van een gedeelte van het me- 10 chanisme volgens fig.15, waarbij elke figuur een andere scheiding toont van de toevoerstaven,·
Fig.17 een bovenaanzicht is van het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen, welk mechanisme deel uitmaakt van de pers; 15 Fig.18 een doorsnede is volgens de lijn XVIII-XVIII in fig.17i
Fig.13 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een wagen en van lijsten, die deel uitmaken van het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen; 20 Fig.20 een vooraanzicht is van een aanslagplaat, ver schaft aan de wielkast van een wiegbalk;
Fig.21 sen-’bovenaanzicht is van toevoerstaven, die deel uitmaken van de pers;
Fig.22 een vooraanzicht is van een mechanisme voor het 25 verbinden van een toevoerstaaf met een hulptoevoerstaaf;
Fig.23 een vooraanzicht is van het ontkoppelen van de toevoerstaaf en de hulptoevoerstaaf volgens fig.22;
Fig.24 een doorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van het koppelmechanisme van toevoerstaven; 30 Fig.25 een bovenaanzicht is van de koppeling van het me chanisme volgens fig.24;
Fig.26 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van het veröindingsmechanisme voor de matrijskoeloliekringlopen;
Fig.27 een doorsnede is volgens de lijn XXVII-XXVII in 35 fig.26; 7908576 ► ♦ -4 -
Fig.28 een bovenaanzicht is van de monteerplaats van een mechanisme voor het verstellen van de dempdrukj
Fig.29 een zijaanzicht is van het mechanisme voor het verstellen van de dempdrukj 5 Fig.30 een blokschema toont van een programmaregelmiddel, dat deel uitmaakt van de pers; en
Fig.31 en 32 bedrijfsschema’s tonen voor het verduidelijken van de automatische werking van de pers.
Onder verwijzing naar fig.l is de. onderhavige vormpers 1 10 weergegeven. De pers 1 bevat een mechanisme 10 voor het toevoeren van grondvormen, en een mechanisme 20 voor het transporteren van grondvormen, zich bevindende aan de linkerzijde, en een vormtoevoermechanisme, dat zich bevindt naast een kolom 8 en wordt aangedreven door het aandrijfmechanisme van de pers. De 15 pers bevat verder een bed 2, een bovendeel 3, een slede 4, matrijzen 6, gemonteerd aan een wiegbalk 5, toevoerstaven 7 en een verbindingsmechanisme voor de matrijskoeloliekringlopen, welk mechanisme zich lang-s de lengtewand bevindt van het bed 2. Zoals weergegeven in fig.2 bevat de pers ook een mechanisme 20 voor het verwisselen van matrijzen, voorzien van wagens 270, die lopen op lijsten 251 voor het dragen van wiegbalken 5. De pers 1 bevat ook een mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven, welk mechanisme samenhangt met dat voor het verwisselen van matrijzen, en een programmaregelmiddel voor een automatische pers-25 werking. Deze verschillende onderdelen van de pers worden thans gedetailleerder beschreven.
Onder verwijzing naar de fig.2 en -3 omvat het mechanisme voor het toevoeren van grondvormen vacuumnapheforganen 114, gemonteerd aan een zuigerstang 112 van een vacuumcilinder 110, 30 bevestigd aan een gestellichaam 111, welke heforganen de grondvormen 101 een voor een vanaf de bovenkant in een voorraadhou-der 103 opzuigen. De voorraadhouder 103 kan bewegen op rollen 102, gemonteerd op lijsten 101, en heeft grondvormhouders 107.
Een gat 105 is aangebracht in de bodem van de voorraadhouder 103, 35 zodat een zuigerstang 109 van een hefcilinder 108, die de grond- 7908576 - 5 - *, * vormen 106 naar boven drukt, daar doorheen kan gaan.
De hefcilinder 108 is bevestigd aan lijsten 101, en houdt de hoogte van de geladen grondvormen 106 binnen bepaalde grenzen. De cilinder 108 is voorzien van een detector voor het 5 meten van de slag van de zuigerstang 109 daarvan.
Een vrij beweegbaar magnetisch orgaan 117 bevindt zich boven op de geladen grondvormen 106 voor het van elkaar scheiden daarvan.
Onder verwijzing naar de fig.3 en 4 zijn het vrij beweeg-10 bare magnetische orgaan 117, de grondvormdraagdelen 118 en de platen 119 bevestigd aan een stang 138. Een zuiger 137 is eveneens bevestigd aan de stang 138 en aangebracht in een zuigerstang 1-16. Op de opening van de zuigerstang 116 is een stop 139 aangebracht, waarbij een veer 141 en een buis 140 zijn voor-15 zien tussen de zuiger 137 en de stop 139. Een speling 143 is gevormd tussen de zuiger 137 en de buis 140. Een. zuiger 131 is bevestigd aan de zuigerstang 116 en aangebracht in een cilinder 115.
Wanneer een persfluïdum wordt geleverd aan een gat 132, 20 wordt het vrij beweegbare magnetische orgaan uitgedrukt om op te lopen tegen een zijoppervlak van de grondvorm 106, hetgeen wordt waargenomen door eèn detector, waarbij het leveren van persfluïdum aan de gaten 132 wordt stilgezet door een signaal vanaf de detector. Door de werking van de veer 141 wordt dan de speling 25 143 gevormd tussen de buis 140 en de zuiger 137, waarbij tevens een met de speling 143 overeenkomende speling wordt gevormd tussen de grondvormen 106 en het vrij beweegbare magnetische orgaan 117. Het vrij beweegbare magnetische orgaan bevindt zich op dat moment in zijn juiste stand.
30 De grondvormdragers 118 zijn gemonteerd aan de platen 119 en draaibaar in een richting door assen 120, waarbij zij zijn uitgevoerd voor het draaien wanneer de grondvormen 106 naar boven worden’gedrukt door de hefcilinder 1G8 en langs deze dragers bewegen.
35 Wanneer de grondvormen 106 geleidelijk afnemen tot een 7908575 - 6 bepaald aantal, worden zij gedragen door de grondvormdragers 118, waarbij de zuigerstang 109 naar beneden gaat. De geleegde voor-raadhouder loopt dan op de lijsten 101 om uit het mechanisme te gaan, waarbij een nieuw geladen voorraadhouder 103 wordt geleverd.
5 In de tussentijd gaat het leveren van de grondvormen 106 aan de persmachine door.
De grondvorm 106, opgezogen door de vacuumnapheforganen 114, wordt opgeheven door de vacuumcilinder 110, en in deze stand op verschillende plaatsen vastgezogen door vacuumnaphef-10 organen 164 van het mechanisme voor het transporteren van grondvormen, zoals thans wordt beschreven.
Onder verwijzing naar de fig.5 en 6 is het mechanisme voor het transporteren van grondvormen uitgevoerd voor het leveren van de grondvorm 106, opgezogen door de vacuumnapheforganen 15 164 vanaf het mechanisme voor het toevoeren van grondvormen, aan de eerste fase van de vormpers door het overbrengen van uit-druk-intrekbewegingen van de cilinders 162 naar de vacuumnaphef-organen 164.
.In fig.5 zijn klemeenheden 150, 151, die klem- en losmaak-20 bewegingen bedienen van de toevoerstaven 7, bevestigd aan de kolom 8, en verbonden met toevoerstaafgeleidingen 152. In de lei-groeven van de toevoerstaafgeleidingen 152 worden hulptoevoer-staven 153 gedragen.
De toevoerstaven 7 zijn aan de· linkerzijde daarvan ver-25 bonden met de hulptoevoerstaven 153, en aan de rechterzijde daarvan met de hulptoevoerstaven 304, zoals weergegeven in fig.
21, door verbindingspennen 307, 307. Deze verbindingen worden hierna uiteengezet.
Onder verwijzing naar de fig.5 - 8 is een aandrijfpen 157 30 aangebracht aan elk der hulptoevoerstaven 153, welke pen wordt gedragen in een gat van een schuifdeel 156, geleid door leistangen 155, bevestigd aan een transportgestel 154. De transportge-stellen 154 hebben armen 158, waarbij aan de armen gemonteerde rollen 161 aangrijpen in de leigroeven, aangebracht in de lijs-35 ten 159. Deze lijsten zijn op hun beurt bevestigd aan bruggen 7908576 ~· 7 "
* -I
160, die door de cilinders 162, 162 zijn gemonteerd aan een ge-stellichaam 111 van het mechanisme voor het toevoeren van grondvormen, en aan de Kolommen 8 van de vormpers.
Vacuumnapheforganen 164 zijn gemonteerd aan de verbin-5 dingsstangen 163 met dezelfde onderlinge afstanden als de matrijzen van de pers. De verbindingsstangen zijn op hun beurt bevestigd aan de transportgestellen 154.
In de fig.5 en 6 is een basis 165 evenwijdig aangebracht aan de toevoerstaven boven de Klemeenheden 150, 151. Naar boven 10 gerichte vacuumnapheforganen 166 zijn bevestigd op plaatsen, die overeenkomen met de zogenoemde "vrije fasen* tussen matrijsmon-teerplaatsen van de persmachine.
De fig.9 - 11 tonen een mechanisme, dat het opheffen waarneemt van twee of meer grondvormen tegelijk, en dat in een derge-15 lijk geval de grondvormen beide uitstoot. In fig.9 wordt een grondvorm op een grondvormontvangstang 170, die zich uitstrekt in een richting, die loodrecht de transportrichting van de grondvormen snijdt, gecontroleerd door een aanraakarm 176 van een draaibare hefboom 174, bediend door een cilinder 177, en een 20 nabijheidsschakelaar 185. Wanneer meer dan twee grondvormen worden waargenomen worden deze weggedrukt.
De aanraakarm 176 is aan een einde geplaatst van de hefboom 174, die draaibaar is gemonteerd aan het machinegestel 171, waarbij een zuigerstang 178 van de cilinder 177 draaibaar is 25 gemonteerd aan het andere einde van de hefboom. Een bedienings-deel 184 is eveneens aangsbracht aan dit einde van de hefboom.
De cilinder 177 is draaibaar gemonteerd aan het machinegestel 171.
De nabijheidsschakelaar 185 is aangebracht op een plaats, 30 waar deze schakelaar kan worden bediend door het bedieningsdeel 184. Een verstelschroef 186 en een dempas 181 zijn aangebracht op plaatsen, die in aanraking komen met de hefboom 174.
Een slede 187, die grondvormen uitstoot, wanneer daarvan twee of meer zijn waargenomen, wordt geleid door de as 175, be-35 vestigd aan het machinegestel 71. De onderkant van de slede 187 7908576 ftr * “ 8 - wordt aangegrepen door het gevorkte einde 190 van een zwaaistang 189 door een verbindingspen 188.
Het andere einde van de zwaaistang 189 is draaibaar gemonteerd. aan het machinegestel 171 door een pen, en is in het 5 midden daarvan draaibaar verbonden met een zuigerstang 192 van een cilinder 191.
Een grondvorm 106, opgezogen door de vacuumnapheforganen 114, en opgeheven door de vacuumcilinder 110 in fig.3, wordt overgebracht naar de vacuumnapheforganen 164·(de vacuumnaphef-10 organen 114 en 164 zuigen de grondvorm vast op verschillende plaatsen] en wordt voortbewogen over een afstand, die overeenkomt met de toevoerslagen van het overbrengen overeenkomstig de voortbeweging van het overbrengingsgestel in fig.6. Door de werking van de cilinder 162 wordt de grondvorm 106 dan naar beneis den bewogen en opgenomen door de vacuumnapheforganen 186, bevestigd aan het bed 165. Na het loslaten van de grondvorm 106 stijgen de vacuumnapheforganen 164 om terug te keren naar hun oorspronkelijke standen door de intrekbeweging van het overbrengingsgestel 154. Dan dalen de vacuumnapheforganen 164 door de 20 werking van de cilinder 162 voor het zodoende opnemen van de grondvorm 106, die is aangezogen door de vacuumnapheforganen 114 en 166, waarna de^Vacuumnapheforganen 164 stijgen door de werking van de cilinder 162 en voortbewegen. Dan dalen de vacuumnaphef- ' organen 164 weer voor het overbrengen van de grondvorm 106 naar 25 de vacuumnapheforganen 166, waarna zij weer stijgen. Op deze wijze herhalen de vacuumnapheforganen dezelfde werking.
De grondvorm 106 op het bed 165 wordt waargenomen door de nabijheidsschakelaar 185 in fig.9, waarbij in het geval dat meer dan twee grondvormen worden aangetroffen,deze worden uitgestoten 30 door de slede 187.
Overeenkomstig dit aantal werkingen worden de grondvormen een voor een overgebracht naar de eerste fase van de pers.
In de fig.12 - 14 is een mechanisme weergegeven voor het bedienen van de klem- en losmaakbewegingen van de toevoerstaven 7. 35 Een nokhouder 206 is aangebracht aan een plaat 205, die is 7908576 » Λ _ 9 - / gemonteerd boven een sledeverstelschroef 202 yan de pers. Deze nakhouder kan verschuiven in lengterichting, geleid door de lengtewand van de slede 4, waarbij in de zijgroeven 207 van de houder een nok 208 is aangebracht, die verschuifbaar is in zij-5 delingse richting. De nok 208 bestaat uit een eerste regelopper-vlak 210 en een tweede regeloppervlak 209.
De cilinders 216, 216 zijn bevestigd aan het binnenopper-vlak van de nokken 208, 208, waarbij zuigerstangen 219, 219 van de cilinders 216, 216 met elkaar zijn verbonden door een ver-10 bindingsstang 220.
Aan weerszijden van de nok 208 zijn eindschakelaars 223 aangebracht, die het schakelen van de nok waarnemen.
Een hefboom 212 is draaibaar gemonteerd aan een steun 214, die is bevestigd aan het bovendeel 3. De hefboom heeft een rol 15 213, die de nok aan het ene einde daarvan aangrijpt, waarbij het andere einde daarvan is verbonden met de kast 231 van de kiemen losmaakeenheden door een lengtestang- en heugel-rondselmecha-nisme.
Omdat de nok 208 beweegt overeenkomstig de verstelschroef 20 202 veranderen de onderlinge standen van de nok en de rol niet, zelfs niet wanneer de matrijshoogte van de persmachine wordt versteld. De keuze tussen de nok 210 en de nok 209 hangt af van de werking van de cilinder 216.
In de fig.!2a, 15 en 16 is een constructie weergegeven, 25 die de kleinere scheiding verstelt van een paar taevaerstaven 7, 7 gedurende een klembeweging, zodat deze scheiding overeenkomstig de afmeting is van de grondvorm, die moet worden overgebracht.
Fig.l2a toont het mechanisme, waardoor de op- en neerbe-30 wegingen van de slede 4 van de pers, de klem- en losmaakbewegin-gen bedienen van de toevoerstaven door het nokmechanisme, de lengtestang, de kast van de klem- en losmaakeenheden en de kiemen losmaakeenheden.
In fig.15 heeft de kast 231 van de klem- en losmaakeenhe-35 den, twee dubbele cilinders 233, 233. Elke dubbele cilinder 233 7908576 1Q - omvat sen paar cilinders aan weerszijden van een tussenwand 238, zoals weergegeven in fig.16, waarbij de slag daarvan wordt aangeduid door S1, S2 (S1 Φ S2). Een züigerstang 235 van de dubbele cilinder is bevestigd aan een Kolom 8, waarbij de andere zuiger-5 stang 234 is bevestigd aan een wand 236 van de Kast 231.
In dezelfde figuur is een aandrijfas 232, die wordt aangedreven door de op- en neerbewegingen van de slede 4 van de pers, verbonden met de toevoerstaven 7 door het heugel-rondselmechanis-' me.
10 Zoals weergegeven in fig.16 heeft de Kast van de Klem- en losmaaKeenheden vier verschillende standen overeenKomstig de combinatie van de slagen S1, S2 van de twee- cilinders. Tweemaal de lengte van de slagen is de verstellengte van de inwendige breedte van een paar toevoerstaven 7,7.
15 In de fig.17 - 20 is het mechanisme voor het vervangen van de matrijs van de pers 1 door een andere, weergegeven. Een wieg-balK 5, waaraan een matrijs is geplaatst, beweegt naar achter , en naar voren in fig.17, waarbij een wagen 270, waaraan de wieg- balK 5,is aangebracht, vanaf de ene zijde naar de andere be-20 weegt. Er zijn twee van dergelijKe wagens aanwezig, die met el-Kaar zijn verbonden door een verbindingsstang 272.
Lijsten 25Ö op dezelfde hoogte als het bed 2, streKKen zich naar achteren uit vanaf het bed, waarbij aan de achterKant van deze lijsten vloerlijsten 251 zijn aangebracht, die lood-25 recht de eerste lijsten snijden. De lijsten 250 zijn voor de wiegbalKen 5, waarbij de vloerlijsten zijn voor de wagens 270.
In fig.18 is de wiegbalK 5 uitgevoerd om te lopen op wielen 52, waarbij aan het bed 2 een heffer is aangebracht op een plaats, die overeenKomt met de wielen 52 wanneer de wiegbalK 5 30 zich op zijn plaats bevindt. Wanneer de wiegbalK 5 beweegt, is de heffer naar beneden bewogen.
Een verbindingsplaat 265 is bevestigd aan de wiegbalK 5 waarbij in de bodem daarvan een U-vormige verdieping is gevormd voor het vrij aangrijpen van een rol 264 van een slede 254 daar-35 in. Aan de onderKant van de slede 254 zijn rollen 256, die aan- 7908576 ~ 11 ~ .* * liggen tegen beide zijden van een lijst 255, en een rol 257, die in aanraking is met de binnenwand van een leigroef 253 van een bed 252, aangebracht.
* De slede 254 heeft een lengtegroef 258, waarin een rol 5 259 is aangebracht. Deze rol is verbonden met een motor 283 door kettingwielen 260, 261 en een ketting 262, die heen en weer beweegt in de leigroef 253,
In fig.17 is de wagen 270 verbonden met de motor 292 door een ketting 288, die heen en weer beweegt evenwijdig aan de 10 vloerlijsten 251, en op deze vloerlijsten loopt. De wagen heeft aan zijn bovenste gedeelte, dwarslijsten 271, die evenwijdig zijn aan, op dezelfde hoogte liggen en dezelfde afstand hebben als de lijsten 250, 25Q. De dwarslijsten 271 zijn voorzien van doorgaande gaten 275, waarin een aanslagorgaan is geplaatst voor 15 het vastzetten van de wiegbalken. Een aanslagplaat 276, voorzien van een aangrijpgroef 285 van het aanslagorgaan, is uitgevoerd voor het in aanraking komen met de wiegbalk 5, zodat de beweging daarvan in de looprichting van de wiegbalk en in de richting, die loqdrecht de eerste richting snijdt, wordt beperkt. De aan-20 slagplaat 275 wordt bediend door een cilinder 281 en een veer 280.
In fig.17 zijn verbindingslijsten 273 aangebracht bij inkepingen, gevormd op de snijpunten van de vloerlijsten 251 en de loopbaan van de slede 254. De verbindingslijsten zijn draai-25 baar, en uitgevoerd voor het verbinden en loskoppelen van delen van de vloerlijsten.
Het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen is ook voorzien van een aantal detectoren, dat het lopen regelt van de wiegbalken 5 en de wagens 270.
30 In dit mechanisme voor het verwisselen van matrijzen loopt de wiegbalk 5, die een reeds gebruikt stel matrijzen in de pers 1 draagt, op de lijsten 250 en de dwarslijsten 271 om op de wagen 270 te worden geplaatst. Dan loopt een andere wagen 270, die een andere wiegbalk 5 draagt met een nieuw stel te gebruiken 35 matrijzen, totdat de wagen bij de achterkant van de pers 1 komt, 7908576 > Λ “ 12 * waar de wiegbalK in de persmachine wordt geleid door de lijsten 250 voor het verwisselen van matrijzen. Deze werking is automatisch.
Het monteren van de matrijzen aan de pers wordt gedaan 5 door gebruikelijke klemorganen.
De fig.21 - 25 tonen het mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven, welk mechanisme de toevoerstaven 7, die tussen de· rechter- en linkerkolommen zijn geplaatst, losmaakt en ze samen met de matrijzen 6 op het moment van het verwisselen 10 van matrijzen, verwisselt.
In fig.21 zijn een overbrengeenheid 300 voor het uitdrukken en terugtrekken van de toevoerstaven 7, en klem- en losmaak-eenheden 301, 302 voor het vastklemmen en losmaken daarvan, aangebracht bij de rechterkolom Θ2. Bij de linkerkolom 81 is de 15 klemeenheid 151 aangebracht. Toevoerstaafgeleidingen 303, 152 zijn reep. verbanden met de klem- en losmaakeenheden 301, 302 en 151, waarbij hulptoevoerstaven 304, 153 Cin deze figuur niet weergegeven] eveneens resp. zijn aangebracht in de groeven van de toevoerstaafgeleidingen 303 en 152. Samenpassende einden van 20 de hulptoevoerstaven en van de toevoerstaven 7 worden verbonden door verbindingspennen 307, 307.
De toevoers'taafgeleidingen zijn voorzien van uitsnijdingen in de onderkant daarvan, waarbij door gebruikmaking van deze uitsnijdingen een slede 306 voor het overbrengen, en de hulptoe-25 voerstaaf 304 met elkaar warden verbonden. Met betrekking tot andere onderdelen van het mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven worden gebruikelijke mechanismen voor het overbrengen en vastklemmen toegepast.
In fig.22 draagt een hefcilinder 65, bevestigd in de wieg-30 balk 5, een gemeenschappelijke plaat 63 voor de onderste matrijzen 62, waarbij een aan deze plaat bevestigd bed 66, de toevoerstaven draagt. Wanneer in fig.23 de matrijzen moeten worden verwisseld, worden de toevoerstaven 7 omhoog bewogen door de gemeenschappelijke plaat 63 voor de onderste matrijzen 62, en zodoende 35 losgemaakt van de verbindingspen 307.
7908576 - 13 -
In de fig.24 en 25 is sen constructie weergegeven, die het loskoppelen voorkomt van de toevoerstaaf 7 en de hulptoevoer-staaf 304 ten tijde van het met hoge snelheid overbrengen. Een > oliedrukcilinder 310 en een zuiger 313 zijn aangebracht aan de 5 hulptoevaerstaaf 304, waarbij een- veerkrachtig lichaam 315 is geplaatst tussen een bovenste oppervlak van de hulptoevaerstaaf 304 en de onderkant van een kopplaat 316, bevestigd aan de zui-gerstang. Voor het verschaffen van oliedruk aan de oliedrukcilin-der 310 en het uitzetten van het veerkrachtige deel 315 in de 10 omtreksrichting daarvan, is het veerkrachtige lichaam 315 in axiale richting daarvan onder druk geplaatst.
In fig.26 is een verbindingsmechanisme voor de koelolie-kringlopen, die in de matrijzen zijn aangebracht, weergegeven.
Het is een mechanisme voor het automatisch verbinden van koel-15 oliekringlopen door toepassing van op- en neerbewegingen van de slede 4 ten tijde van het verwisselen van matrijzen.
Een terugslagklep 321 is bevestigd aan de slede 4 door een rubberen plaat 32S. De terugslagklep 321 heeft een stopli-chaam 3,23 en een veer 324, aangebracht in een gat in het midden 20 daarvan, waarbij het einde van het stoplichaam en de onderkant van het gat van de terugslagklep, een afdichting vormen. De veer 324 drukt het stoplichaam 323 in de afdichtstand. Het stoplichaam 323 heeft een lengtegat 325 en zijdelingse gaten 326, waarbij wanneer de afdichting wordt geopend, een doorgang wordt gevormd 25 voor koelolie. De terugslagklep 321 heeft een top, verbonden met een oliepijp 320, die voert naar de kamer, waarin het stoplichaam 323 en de veer 324 zijn opgenomen. De oliepijp 320 is verbonden met een koeloliebron.
Een gat S71 is aangebracht in de gemeenschappelijke plaat 30 67 voor de bovenste matrijzen op een plaats, die overeenkomt met de terugslagklep 321 voor het zodoende vormen van een koelolie-doorgang vanuit het gat 671 naar de koeloliekringlopen in de bovenste matrijzen 61 door de gemeenschappelijke plaat 67 voor de bovenste matrijzen.
35 Een bout 68 voor het verstellen van de stromingssnelheid 7908576 * * - 14 - is vanaf de onderkant van de gemeenschappelijke plaat 67 voor de bovenste matrijzen geschroefd tot in het gat 671, zodat het einde daarvan in aanraking is met het stoplichaam 323.
Wanneer een matrijs moet worden verwijderd, wordt het ein-5 de van het stoplichaam 323 gescheiden van het einde van de ver-stelbout 66 bij het stijgen van de slede 4, waarbij het oppervlak 322 wordt afgedicht door de werking van de veer 324. De toevoer van koelolie naar de matrijs wordt zodoende stilgezet. Wanneer aan de andere kant een nieuwe matrijs moet worden aange-10 bracht, wordt het stoplichaam 323 naar boven gedrukt door de verstelbout 68 bij de dalende.beweging van de slede 4 voor het openen van het afgedichte oppervlak 322, waardoor de doorgang voor koelolie wordt geopend teneinde het toevoeren mogelijk te maken van olie.
15 In de fig.28 en 29 is een mechanisme weergegeven voor het verstellen van de druk voor de: dempcilinders 346 in het bed 2, welk mechanisme wordt gebruikt bij het overbrengen in verband met het verwisselen van matrijzen. Omdat elke fase van het overbrengen zijn eigen dempcilinder heeft, is een drukverstelmecha-20 nisme nodig voor elke dempcilinder. Dit mechanisme is bedoeld voor het verkrijgen van de benodigde druk van een drukfluïdum door het gebruiken' van de loopbeweging van de wiegbalk en het bedienen van een regelaar 345.
In elk mechanisme zijn hefbomen 341 draaibaar gemonteerd 25 aan het voorste oppervlak van het bed. Aan een einde van de hefbomen zijn uitsteeksels 343 voorzien, die verstelbouten 340 aangrijpen, aangebracht aan de gemeenschappelijke plaat 63 voor de onderste matrijzen, waarbij aan het andere einde schroefstangen 344 zijn voorzien, die in aanraking zijn met een regelklep 345, 30 bevestigd aan de lengtewand van het bed 2. Een eindschakelaar 351 die is bevestigd aan de lengtewand van het bed 2, is in aanraking met de hefboom 341.
Wanneer een matrijs moet worden verwijderd, gaat de wiegbalk 5 naar boven met de gemeenschappelijke plaat 63 voor de on-35 derste matrijzen, waarbij de uitsteeksels 343 worden gescheiden 7908576 ~ 15 " van ds verstelbout 340. Dan draait de hefboom 341 linksom, waar-d oor de eindschakelaar 351 wordt losgemaakt van de hefboom 341. De schroefstang 344 wordt dan losgemaakt van de regelaar, waarbij door sen signaal vanaf de eindschakelaar 351, een magneti-5 sche overschakelklep 348 wordt bediend voor het afvoeren van fluïdum in de dempcilinder 346, waardoor de wiegbalk 5 kan bewegen. De wiegbalk beweegt zodoende uit de pers 1. De magnetische overschakelklep 348 kan worden bediend voorafgaande aan het bewegen van de wiegbalk in plaats van door de eindschakelaar 351. 10 Wanneer de wiegbalk in de pers beweegt, draait de hefboom 341 rechtsom, waarbij de drukfluidumkringloop wordt geopend door de bediening van de magnetische overschakelklep.
Door het draaien van de verstelbout 340 voor het verstellen van de uitstekende lengte daarvan, wordt de benodigde druk 15 verkregen door de bediening van de regelaar 345 via de hefboom 341.
De fig.30 - 32 tonen een programmaregelmiddel voor de automatische werking van de pers. Een geheugeneenheid 90, die de noodzakelijke programma's voor de automatische werking van de 20 pers opslaat, heeft een 1 kilo/woordkerngeheugen.
Een rekenkundige eenheid 91 leest voortdurend de in de geheugeneenheid Sd opgeslagen gegevens uit, en decodeert deze. Onder toepassing van de gedecodeerde informatie, geeft de rekenkundige eenheid regelsignalen uit aan de regelelementen 921 -25 92N van de pers om deze zodoende te bedienen. Tegelijkertijd ontvangt deze eenheid uitgangssignalen van de tasters 931-931M, verschaft bij elk controlepunt van de pers, en vergelijkt deze mat de gedecodeerde informatie, verkregen van de geheugeneenheid, om te oordelen of de pers werkt overeenkomstig de instructies 30 van de programma’s. Wanneer blijkt, dat de pers niet op de juiste wijze werkt, geeft de rekenkundige eenheid foutsignalen uit aan een hierna beschreven aanwijsuitgangseenheid.
De regelelementen 921-92N zijn b.v. magnetische schakelaars of magnetische kleppen, die de uitgangseenheid 92 vormen 35 samen met transistoren, die de regelelementen sturen overeenkom- 7908576 » *· - 16 - stig regelsignalen, gezonden door de rekenkundige eenheid 91.
Een ingangseenheid 93, verbonden met de tasters 931-93N, levert een signaal van 5 Volt gelijkstroom, dat wordt gebruikt in de rekenkundige eenheid 91 voor het voorkomen van ruis door 5 het instellen van de. uitgangssignalen van de tasters en een knop voor de automatische bediening op "in". De tasters 931-93N bevinden zich op plaatsen, die overeenkomen met de regelelementen 921-92N.'
Een aanwijzinguitgangseenheid 95 omvat transistoren, die 10 aanwijssignalen van de rekenkundige eenheid 91 versterken. Binair gecodeerde decimaalcoderingen, transistorgestuurd door de eenheid 95, worden in de decodeerorganen 961, 962 geplaatst voor het sturen van de aanwijspanelen 963, 964. Wanneer twee digitaal-getallen worden gebruikt, heeft de aanwijsuitgangseenheid 95 15 acht uitgangen.
Thans wordt de werking van de op de hiervoor beschreven wijze uitgevoerde pers, uiteengezet onder verwijzing naar de bedrijfsschema’s, weergegeven in de fig,31 en 32.
,Wanneer de stroom is ingeschakeld, wordt vastgesteld of 20 de bedienaar de knop 94 voor de automatische bediening op juiste wijze op "in” heeft-.ingesteld overeenkomstig de programma’s in de geheugeneenheid' 91, waarna de automatische bediening van de pers begint.
”1”, betekenende "wachtende op de bediening van de knop 25 door de bedienaar” wordt aangegeven op het aangeefpaneel 963 nadat de stroom is ingeschakeld totdat de knop 94 voor de automati-. sche bediening is ingesteld op ”in”.
Wanneer de knop 94 is ingesteld op ”in” wordt vastgesteld of de slede 4 van de pers zich in het bovenste dode punt bevindt. 30 Gelijktijdig licht een lamp 97 voor het aangeven van de automatische bediening op om aan te geven, dat de automatische bediening op dat moment aan de gang is.
In het geval, dat de persslede 4 zich niet in het bovenste dode punt bevindt, zoals weergegeven in fig.31, wordt deze 35 toestand aangegeven door "2" op het paneel 963, waarbij de lamp 7908576 - 17 - 97 voor het aangeven van de automatische bediening, wordt uitgeschakeld, en de bedienaar dus wordt geïnformeerd over het feit, dat de 'automatische bediening niet is begonnen als gevolg van een niet juiste plaatsing van de persslede. Deze werking is in 5 de genoemde volgorde weergegeven in fig.32.
Wanneer de bedienaar met de hand de stand van de persslede corrigeert naar het bovenste dode punt, en de knop voor de automatische bediening weer wordt ingesteld op "in”, gaat de bediening verder naar E2, waarbij de in fig.32 weergegeven signalen 10 van de knop voor de automatische bediening worden ontvangen.
Dan wordt de lamp 97 voor het aangeven van de automatische bediening weer verlicht wanneer is vastgesteld of de persslede zich in het bovenste dode punt bevindt. Wanneer de plaatsing van de persslede is verzekerd, gaat de bediening verder naar de volgen-15 de fase, waarin wordt gecontroleerd of de matrijs is vastgeklemd, en waarin ook andere uitgangstoestanden van de persmachine op soortgelijke wijze worden gecontroleerd.
Met de genoemde controles van de uitgangstoestanden kan de bedienaar in een zeer korte tijd verstoorde onderdelen in de 20 pers ontdekken, en de automatische bediening snel aanzetten.
Nadat de uitgangstoestanden voor· de automatische bediening op juiste wijze zi'jn ingesteld, volgt elke fase van de automatische werking in volgorde, waardoor dus een gehele automatische bediening tot stand wordt gebracht door een programmaregeling.
25 Wanneer b.v. de rekenkundige eenheid 91 een "matrijslos- maak”-instructie uit de geheugeneenheid 90 leest, worden de regelelementen 92N van de uitgangseenheid 92 bediend overeenkomstig deze instructie, waarbij tevens de magnetische klep 98, verbonden met een contactpunt 92n van het regelelement 92N, wordt 30 bediend.
Dan wordt een taster 93N bediend om vast te stellen of het "matrijslosmaken" werkelijk is uitgevoerd, waarbij wordt gecontroleerd of de noodzakelijke signalen vanaf de ingangseenheid 93 zijn ingevoerd. Cmdat het even duurt voor het bedienen van 35 het regelelement 92N, het overschakelen van de klep 98, het ver- 7908576 ~ 18 ~ , wijderen van oliedruk, vanaf de matrijs, het'losmaken daarvan, en tenslotte het vaststellen of het "matrijslosmaken" werkelijk heeft plaatsgevonden,, wordt ”26" aangegeven op het aangeefpaneel • 963, 964, weergevende, dat "matrijslosmaken thans onderweg is”.
5 Na het bevestigen, dat het "matrijslosmaken" op juiste wijze is afgewerkt, gaat de bediening naar de volgende fase, waarbij een aantal automatische werkingen wordt voltooid.
7908576
Claims (16)
1. Vormpers, voorzien van een aantal persfasen, en een aantal matrijzen, gekenmerkt door een mechanisme voor het toevoeren van grondvormen, door een transportmechanisme voor het dragen van 'grondvormen vanaf het toevoermechanisme naar de eerste fa-5 se, door een vormtoevoermechanisme, dat verwisselbare toevoer-staven bevat, voor het door de persfasen voeren van grondvormen, door een mechanisme voor het automatisch verwisselen van de matrijzen, door een mechanisme voor het verwisselen van de toevoer-staven samen met de matrijzen in samenwerking met het mechanisme 10 voor het verwisselen van matrijzen, door een matrijskoelolie- toevoer, door een verbindingsmechanisme voor het ontkoppelen van de koelolietoevoer vanaf de matrijskoeloliekringlopen, aangebracht in de matrijzen, die moeten worden verwijderd tijdens het verwisselen van matrijzen, en voor het verbinden daarvan met ma-15 trijskoeloliekringlopen, verschaft in de nieuw aangebrachte matrijzen, door een mechanisme voor het verstellen van de demp-druk voor elke fase, welk mechanisme de noodzakelijke druk levert aan een dempcilinder, samenhangende met de fase, en door een programmaregel'middel voor een automatische persbediening, 2Q welk middel de bedieningen regelt van het vormtoevoermechanisme, het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen, het mechanisme voor het verwisselen van toevoerstaven en het verbindingsmechanisme van de matrijskoeloliekringlopen.
2. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het trans-25 portmechanisme de grondvormen een voor een overbrengt vanaf het toevoermechanisme daarvan naar de eerste fase van de pers door middel van vacuumnapheforganen, gemonteerd aan een transportge-stel op onderlinge afstanden, die overeenkomen met die van de fasen van de pers, welk transportgestel in evenwijdige en verti-30 cale richtingen met de toevoerstaven beweegbaar is.
3. Pers volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het trans-portgestel is verbonden met de toevoerstaven door schuifdelen, 7908576 * *· -20 - die zijn gemonteerd aan aandrijfpennen, verschaft aan de toevoer-staven en los· opgenamen in leistangen, aangebracht aan het transport gestel.
4. Pers volgens conclusie 2, met het Kenmerk, dat het trans- 5 portgestel beweegbaar is verbonden met lijsten, die zich evenwijdig aan de toevoerstaven uitstrekken, waarbij een verticaal beweegbare cilinder is aangebracht aan de pers en is verbonden met de lijsten.
5. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het pro-10 grammaregelmiddel een regelketen bevat, die aanspreekt op een geheugeneenheid en op een taster, aangebracht bij elk der fasen voor het bewaken van de toevoer van grondvormen, zelfs wanneer geen grondvorm, wordt geleverd aan een van de fasen.
6- Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vorm-15 toevaermechanisme: een overschakelmechanisme bevat voor het schakelen van het toevoeren tussen een eerste toevoeren en een tweede toevoeren.
7. Pers volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een slede is aangebracht, waarbij het overschakelmechanisme een nok bevat, 20 gemonteerd aan een zijwand van de slede voor een beweging in een richting loodrecht op de bewegingsrichting van de slede, en voorzien van een eerste regeloppervlak en een tweede regeloppervlak, verder een hefboom, draaibaar gemonteerd aan de pers en met een einde draaibaar verbonden met een stang, die deel uitmaakt van 25 een klem- en losmaakmechanisme, verbonden met de toevoerstaven, teneinde deze te bedienen, en voorzien van een rol, die de nok kan aangrijpen, die is aangebracht aan het andere einde daarvan, en middelen voor het bewegen van de nok in een richting loodrecht op de bewegingsrichtingen van de slede voor het gekozen 30 schakelen van de standen van de nok tussen een stand, waarin de rol het eerste regeloppervlak aangrijpt, en een stand,waarin de rol het tweede regeloppervlak aangrijpt.
5. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vorm-toevoermechanisme een klem- en losmaakmechanisme bevat voor het 35 bedienen van het klemmen en losmaken van de toevoerstaven, waar- 7908576 ”21 " bij de klem- err losmaakéenheid is voorzien van een kast, van een dubbele cilinder, waarvan het vrije einde van een zuigerstang is vastgezet aan een kolom van de pers, en het vrije einde van de andere zuigerstang is verbonden met een zijwand van de kast, 5 waarbij de cilinders van de dubbele cilinder slagen van verschillende lengten hebben, en elke cilinder twee openingen heeft, en een buis voor het gekozen leveren van persfluidum aan een van de twee openingen van elke cilinder.
9. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bed 10 is aangebracht, waarbij het mechanisme voor het verwisselen van matrijzen, wiegbalken bevat voor het dragen van de matrijzen, welke wiegbalken zijn voorzien van verbindingsplaten, die vrij een slede kunnen aangrijpen, die is verbonden met een ketting, aangedreven door een motor en een kettingwiel, welke wiegbalken 15 bewegen op wiegbalklijsten, die zich vanaf het bed naar achteren uitstrekken en dezelfde hoogte hebben als het bovenoppervlak van het bed, en wagens voor het dragen van de wiegbalken, welke wagens zijn voorzien van wielen, die: lopen op wagenlijsten, die zich uitstrekken in een richting loodrecht op de wiegbalklijsten, 20 waarbij de wagens worden bewogen door een ketting, aangedreven door een motor en een kettingwiel, en de wagenlijsten inkepingen hebben waar de slede langs beweegt, welke inkepingen worden overbrugd door verbindingslijsten wanneer de wagens bewegen.
10. Pers volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat twee wa-25 gens zijn verschaft, die met elkaar zijn verbonden door een ver- bindingsstang.
11. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoer-staven in het mechanisme voor het verwisselen daarvan, korter zijn dan de inwendige breedte van de pers, waarbij beide einden 30 van de toevoerstaven zijn verbonden met hulptoevoerstaven, aangedreven door de klem- en losmaakeenheden.
12. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de matrijzen een onderste stel matrijzen en een bovenste stel matrijzen omvatten, waarvan het onderste stel wordt gedragen door een ge- 35 meenschappelijke plaat, die wordt gedragen door een wiegbalk, 7908576 » ► - 22 - waarbij het vormtoevoermechanisme een bed bevat, gemonteerd aan een gemeenschappelijke plaat voor het dragen van de toevoersta-ven, toevoerstaafgeleidingen, gemonteerd aan elk einde van de toevoerstaven, klem- en losmaakeenheden, verbonden aan de toe-5 voerstaafgeleidingen, en een overbrengeenheid, waarbij het me chanisme voor het verwisselen van toevoerstaven hulptoevoersta-ven bevat, gemonteerd in detoevoe,rstaafgeleidingen, welke hulp-toevoerstaven zijn verbonden met de overbrengeenheden, waarbij de hulptoevoerstaven en de toevoerstaven samenpassende einden 10 hebben, en een hefcilinder, gemonteerd aan de wiegbalk voor het dragen en omhoog bewegen van de gemeenschappelijke plaat, een en ander zodanig, dat het omhoog bewegen van de gemeenschappelijke plaat de toevoerstaven losmaakt Van de hulptoevoerstaven.
13. Pers:.volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de over-15 brengeenheid een slede bevat voor het bedienen van de voortbeweging en terugbeweging van de toevoerstaven, waarbij de hulptoevoerstaven en de slede met elkaar zijn verbonden door uitsnijdingen, gevormd in de toevoerstaafgeleidingen. 14. ^Pers volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de 20 einden van de toevoerstaven en de hulptoevoerstaven zijn verbonden door verbindingspenmechanismen, waarbij elke verbindingspen een zuiger omvat,/gemonteerd aan de bijbehorende hulptoevoer-staaf, verder een kopplaat, bevestigd aan de zuiger, een veerkrachtig lichaam, dat zich bevindt tussen de kopplaat en een 25 oppervlak van de hulptoevoerstaaf, en een buis voor het leveren van persfluïdum voor het bedienen van de zuiger.
15. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de matrijzen een stel bovenste matrijzen omvatten, gemonteerd aan een bovenste gemeenschappelijke plaat, en een stel onderste matrij- 30 zen, gemonteerd aan een onderste gemeenschappelijke plaat, verder een slede, waarbij de bovenste gemeenschappelijke plaat kan worden gemonteerd aan de slede en is voorzien van een oliedoor-gang, die kan worden verbonden met oliekringlopen, gevormd in de bovenste matrijzen, waarbij het verbindingsmechanisme voor 35 de matrijskoeloliekringlopen een terugslagklep bevat, bevestigd 7908576 “23 - aan de slede voor het verbinden van de olietoevoerkringloop met de oliedoorgang, gevormd in~de bovenste plaat, en een verstel-boüt, bevestigd aan de bovenste gemeenschappelijke plaat voor het bedienen van de terugslagklep.
16. Pers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het pro- grammaregelmiddel een geheugeneenheid bevat, die is geprogrammeerd met instructies voor het bedienen van de pers, verder een rekenkundige eenheid, die aanspreekt op de geheugeneenheid voor het bedienen van de regelelementen van de pers, en een aanwijs-10 eenheid voor het aangeven van fouten, die optreden gedurende het bedienen van de pers.
17. Vormpers, in hoofdzaak zoals hiervoor beschreven onder verwijzing naar en zoals weergegeven in de tekening. 7908576
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2900526A DE2900526C2 (de) | 1978-07-15 | 1979-01-08 | Werkzeugschnellwechseleinrichtung für eine Stufenpresse |
NLAANVRAGE7908576,A NL178295C (nl) | 1978-07-15 | 1979-11-26 | Vormpers met een aantal persfasen. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP8644078A JPS5514227A (en) | 1978-07-15 | 1978-07-15 | Transfer press |
JP8644078 | 1978-07-15 | ||
NLAANVRAGE7908576,A NL178295C (nl) | 1978-07-15 | 1979-11-26 | Vormpers met een aantal persfasen. |
NL7908576 | 1979-11-26 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7908576A true NL7908576A (nl) | 1981-06-16 |
NL178295B NL178295B (nl) | 1985-10-01 |
NL178295C NL178295C (nl) | 1986-03-03 |
Family
ID=26427558
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7908576,A NL178295C (nl) | 1978-07-15 | 1979-11-26 | Vormpers met een aantal persfasen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE2900526C2 (nl) |
NL (1) | NL178295C (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4424742A (en) * | 1981-02-24 | 1984-01-10 | Kabushiki Kaisha Komatsu Seisakusho | Shifting apparatus for a transfer bar of a transfer press |
JPS57146431A (en) * | 1981-03-06 | 1982-09-09 | Aida Eng Ltd | Driving device for feed bar in transfer press |
EP0069158B1 (de) * | 1981-07-02 | 1985-01-02 | L. SCHULER GmbH | Werkzeugwechseleinrichtung zum automatischen Wechseln der Werkzeuge einer Umformpresse |
US4503969A (en) * | 1982-07-02 | 1985-03-12 | Kabushiki Kaisha Komatsu Seisakusho | Device for splitting a pair of segmented transfer bars of a transfer press or the like |
DE3235308A1 (de) * | 1982-09-24 | 1984-03-29 | L. Schuler GmbH, 7320 Göppingen | Pressen-einheit mit zugleich mit dem werkzeugwechsel auszutauschenden greiferschienen |
DE3335928A1 (de) * | 1983-10-04 | 1985-04-18 | L. Schuler GmbH, 7320 Göppingen | Einrichtung zum zufuehren von blechzuschnitten zur ziehstufe einer mehrstufenpresse |
DE3339503C2 (de) * | 1983-10-31 | 1985-09-05 | Dietz NC-Werkzeugsysteme, 8374 Viechtach | Stanzmaschine und Werkzeugsatz für Stanzmaschinen |
DE3519334A1 (de) * | 1985-05-30 | 1986-12-04 | L. Schuler GmbH, 7320 Göppingen | Einrichtung zum zufuehren von blechzuschnitten zur ersten bearbeitungsstufe einer mehrstufenpresse |
US4614265A (en) * | 1985-07-22 | 1986-09-30 | Danly Machine Corporation | Apparatus for automatically splitting transfer feed rails in a transfer feed press |
FR2616362B1 (fr) * | 1987-06-09 | 1989-08-11 | Ariano Mario | Systeme de montage rapide d'outil pour presses de 20 a 200 tonnes |
EP0363251A1 (fr) * | 1988-09-29 | 1990-04-11 | Mario-Jean Ariano | Système de montage rapide d'outils pour presses de 20 à 200 tonnes |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3079817A (en) * | 1958-10-06 | 1963-03-05 | Erie Foundry Company | Work handling device |
US3422657A (en) * | 1966-04-22 | 1969-01-21 | Nat Machinery Co The | Press transfer mechanism |
DE1947584C3 (de) * | 1969-09-19 | 1973-09-20 | Buhr Machine Tool Corp., Ann Arbor, Mich. (V.St.A.) | Losbare Verbindung an der in Ab schnitte unterteilten Werkstuck Über fuhrungsstange einer Fertigungsstraße oder dgl |
DE2061043C3 (de) * | 1970-12-11 | 1974-04-11 | Eumuco Ag Fuer Maschinenbau, 5090 Leverkusen | Gesenkschmiedepresse mit selbsttätigem Werkstücktransport |
US3805582A (en) * | 1971-09-02 | 1974-04-23 | Ajax Mfg Co | Forging press transfer mechanism |
JPS53134282A (en) * | 1977-04-28 | 1978-11-22 | Aida Eng Ltd | Method of replacing molds in transfer presses |
-
1979
- 1979-01-08 DE DE2900526A patent/DE2900526C2/de not_active Expired
- 1979-11-26 NL NLAANVRAGE7908576,A patent/NL178295C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL178295C (nl) | 1986-03-03 |
DE2900526C2 (de) | 1991-02-14 |
NL178295B (nl) | 1985-10-01 |
DE2900526A1 (de) | 1980-01-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7908576A (nl) | Vormpers. | |
US3355008A (en) | Accumulating transfer conveyor | |
US4259052A (en) | Transfer press | |
US8640858B2 (en) | Method and apparatus for conveying sand molds | |
KR100336168B1 (ko) | 물품옮겨싣는장치 | |
US3786911A (en) | Accumulating transfer conveyor | |
US5320213A (en) | Accumulating ratchet conveyor | |
NL194884C (nl) | Inrichting voor het positioneren van een carrosserie. | |
US5320212A (en) | Bi-directional ratchet conveyor | |
US4819786A (en) | Work indexing apparatus with a height adjustment for a pair of transfer bars | |
WO2009054013A1 (en) | System for simultaneous sealing of at least three parallel tray lines | |
CN107399574B (zh) | 物流输送系统挂架偏转式变轨启动装置 | |
US5195565A (en) | Variable stroke lifter system | |
US3477560A (en) | Automatic accumulating down elevator | |
GB2124541A (en) | Mechanism for exchanging molding dies in an injection molding machine | |
CN210514344U (zh) | 一种样本架进样装置和样本分析系统 | |
US4897018A (en) | Apparatus for stacking veneer sheets | |
JPS61291309A (ja) | コンベヤガイド自動切替装置 | |
JPH0669591B2 (ja) | トランスフア装置 | |
US5927935A (en) | Part transfer apparatus | |
US20120144639A1 (en) | Tool replacement method for tandem press system and tandem press system | |
KR820000967B1 (ko) | 트랜스퍼 프레스 | |
JPH0713859Y2 (ja) | プレス機におけるクロスバー支持装置 | |
JPS6350135B2 (nl) | ||
CN212829554U (zh) | 一种环形导轨传动装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |