NL7908570A - Zakvormig uit zacht luchtdoorlatend vezelvlies bestaand filterelement voor gasvormige media, bijvoorbeeld lucht. - Google Patents

Description

ΙΓ.Ο. 28.507 f

Zakvormig uit zacht luchtdoorlatend vezelvlies bestaand filter-element voor gasvormige media, bijvoorbeeld lucht.

De uitvinding heeft betrekking op een zakvormig uit zacht doorlatend vezelvlies bestaand filterelement voor gasvormige media, bijvoorbeeld lucht.

Dergelijke zakvormige filters zijn bekend, zij zijn in enkel-5 voud of meervoud met hun open einden in een raam opgenomen, dat bijvoorbeeld in een voor het toelaten van lucht of klimatiseren dienend apparaat wordt geplaatst. Als gevolg van de gevoeligheid van het vezelvlies is het noodzakelijk dit tegen gedurende het werken ervan optredende beschadigingen te beschermen, die kunnen 10 optreden door trillingen of door vocht dat de sterkte van het vezelvlies kan verminderen. Toor dit doel heeft men filterzakken met draaggestellen uitgevoerd die afhankelijk van de stroomrichting van de lucht hetzij in de filterzakken grijpen hetzij deze van buitenaf doorgrijpen. Om de met de draaggestellen verbonden kosten te ver-15 mijden zijn ook zelfdragende filterelementen bekend, die geen draaggestellen vereisen. Een dergelijk bekend filterelement zonder draag-gestel bezit een hoedvormige vorm waarvan het ene einde in een raam is opgenomen en dat door vouwen is gevormd tot een zakvormige naar binnen en naar buiten springende hoeken bezittende ster, waarvan de 20 randen voor het vormen van een filterzak aan elkaar zijn gelast. Dit bekende filterelement is vrijdragend en bezit de noodzakelijke stijfheid zodat het zonder draaggestel in een geschikt raam kan worden bevestigd. Het nadeel van deze bekende vrijdragende filterelementen ligt in de hoge lastechnische investeringen om de talrijke ster-25 vormige verstijvingskanten aan elkaar te voegen. Door deze tot dusverre noodzakelijke hoge investering worden de kosten van het als wegwerpvoorwerp dienend filterelement in sterke mate verhoogd.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag de tot dusverre noodzakelijke investeringen tot een optimale maat te verminderen en 30 een zelfdragend zakvormig door vouwen gevormd filterelement te verschaffen dat bij volledig in stand houden van zijn zelfdragende eigenschappen een op eenvoudige wijze te vervaardigen lasnaadver-binding vereist.

Yolgens de uitvinding wordt deze opgave opgelost doordat het 35 filterelement bestaat uit een tot een slangvormig lichaam met rechthoekige dwarsdoorsnede gevormd vezelvlies, dat aan zijn vrije van het raam afgekeerde einde aan twee evenwijdige zijden die in het 7908570 Λ* 2 * midden naar binnen zijn geknikt, en dat de beide andere zijden van het slangvormige lichaam aan zijn randen op elkaar liggend samen zijn gevouwen en met de randen van de zijden door plakken, lassen of dergelijke tot een niet gesloten kant zijn verenigd. Bij 5 het vervaardigen van het filterelement is het slechts noodzakelijk twee evenwijdig met elkaar lopende zijden van het slangvormige lichaam in het midden naar binnen in te knikken en door vouwen de beide andere zijden aan hun vrije einde op elkaar liggend te brengen, waardoor een enkele kant ontstaat, die op eenvoudige wijze door las-10 sen of plakken afdichtend kan worden gesloten. De noodzakelijke stijfheid wordt enerzijds door de gesloten kant en anderzijds door de door het inknikken van de beide zijden ontstaande vouwlijnen gegeven.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat het slangvormige lichaam een vierkante dwarsdoorsnede bezit. Hierbij 15 is het van belang dat bij het plaatsen van een aantal naast en boven elkaar liggende filterelementen in een gesloten vierkant raam de elkaar rakende in het inwendige van het raam liggende randen van de filterelementen met elkaar door plakken, lassen of dergelijke zijn verbonden, dat de kanten van steeds twee naast elkaar liggende 20 filterelementen loodrecht op elkaar zijn gericht, en dat de diepte van de filterelementen niet groter is dan de lengte van een kant -van het raanu

Een andere uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat het slangvormige lichaam een rechthoekige dwarsdoorsnede bezit, waarvan de 25 korte zijden naar binnen zijn ingeknikt en waarvan de lange zijden met hun randen de gesloten kanten vormen, en dat de naar het raam toegekeerde randen naar buiten afgebogen de voor het afdichtend opnemen in het raam dienende omhoogstaande flenzen bezitten. Hierbij is het van belang dat een aantal filterelementen daardoor tot een 50 eenheid worden verbonden, dat de flenzen van de ernaast liggende zijden ervan evenwijdig met elkaar uitstekend zijn afgebogen en door een voor een naad dieyde opname van een verstijvingsdraad dienende zak vormt met elkaar zijn verbonden, en dat de aan de omtrek van de eenheid afafgebogen flenzen en de beide einden van de verstijvingsdraad dich- 35 tend in een tweedelig raam zijn opgenomen, waarvan de raamdelen door op hun omtrek aangrijpende hechtklemmen kunnen worden verbonden, waarbij elk raamdeel uit steeds vier eveneens door hechtklemmen met elkaar verbindbare onderling gelijke vlakke profielen bestaan.

Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden 40 van de uitvinding zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader 7908570 -.3- Λ beschreven.

Pig. 1 toont in perspectief het slangvormige lichaam uit vezelvliezen.

Pig. 2 toont het lichaam met gedeeltelijk ingeknikte zijden.

5 Pig. 3 toont het lichaam met volledig ingeknikte zijden.

Pig. 4 toont het gerede filterelement zonder raam.

Pig. 5 toont in perspectief het filterelement in een raam vanaf de achterzijde gezien.

Pig. 6 toont het raam vanaf de voorzijde gezien.

10 Pig. 7 toont een vooraanzicht van een raam met vier filter element en.

Pig. 8 toont in perspectief het raam volgens fig. 7·

Pig. 9 toont een rechthoekig filterelement.

Pig. 10 toont vier tot een eenheid verenigde filterelementen.

15 Pig. 11 toont de eenheid volgens fig. 10 waarbij deze in een tweedelig raam is aangebracht.

Pig. 12 toont een doorsnede van de eenheid volgens fig. 11.

Pig. 13 toont een zijaanzicht van de eenheid volgens fig. 11.

Pig. 14 toont een doorsnede door een raamzijde.

20 Pig. 15 toont een andere uitvoering van fig. 14·

Pig. 16 toont de uitvoering volgens fig. 14 met een ander raam.

Pig. 17 toont een andere uitvoering van fig. 16.

Pig. 18 toont een doorsnede van het filterelement met een nog andere uitvoering van het raam.

25 Pig. 19 toont een andere uitvoering van fig. 18.

Pig. 1 toont het uit een tot plakken in staat zijnlof tot lassen in staat zijrd vezelvlies gevormd slangvormig lichaam 1 met vierkante dwarsdoorsnede. Als in fig. 2 weergegeven worden dë beide tegenover elkaar liggende zijden 2 van het lichaam 1 aan het ene 30 einde in het midden naar binnen ingeknikt tot de ingeknikte randen elkaar raken, zoals weergegeven in fig. 3* Daarop worden in aanraking met elkaar komende randen van de dwarszijden 4 aan elkaar geplakt of gelast en vormen hierbij een dichtend gesloten kant 5- met de in de zijden 2 van het lichaam 1 gevormde kniklijnen 7· Hierbij vormen 35 de ingeknikte zijden 2 van het lichaam 1 driehoeken.

Zoals blijkt uit de fig. 5 en 6 worden open einden van het filterelement 3 in een raam 12 opgenomen. Het op deze wijze gerede filterelement 3 bezit een voldoende vormstabiliteit en stijfheid die aan de ene kant wordt gewaarborgd door de gesloten kant 5 en 40 aan de andere kant door de zich vanaf het midden van de kant 5 naar 790 85 70 4 de hoeken van het raam uitstrekkende kniklijnen 7· In de fig. 7 en 8 zijn vier dergelijke filterelementen 8, 9» 10» 11 weergegeven die in een gemeenschappelijk vierkant raam 12 zijn opgenomen. De.filter-element en 8, 9» 10, 11 worden door plakken of lassen van hun tegen 5 elkaar liggende zijden tot een eenheid verbonden, waarvan de omtrek afdichtend met het raam 12.wordt verbonden, zodat zich een zelfdragend filterlichaam uit vier elementen vormt. De gesloten kanten 5 van de afzonderlijke filterelementen 8, 9» 10, 11 zijn hierbij zo geplaatst dat de kanten 5 van steeds twee naast elkaar liggende 10 filterelementen loodrecht op elkaar staan, om een optimaal groot filtervlak te verkrijgen. De vervaardiging van de filterelementen 3 maakt een optimale geringe investering nodig omdat slechts een enkele op eenvoudige wijze te vervaardigen gesloten kant 5 noodzakelijk is. Omdat de kant 5 en de vouwlijnen J aan het filterelement 3 15 een voldoende stijfheid en vormstabiliteit verlenen vervalt de noodzakelijkheid van het plaatsen van extra ondersteuningselementen, wat van bijzonder voordeel is met het oog op het feit dat het bij deze filterelementen gaat om éénweg-filterelementen. De diepte 13 van de zakvormige filterelementen 3 is bij voorkeur niet groter 20 dan de lengte 14 van een kant van het raam 12 met het oog op het in stand houden van de vormstijfheid.

Fig. 9 toont een uit een rechthoekig lichaam 1 gevormd filterelement 15, waarbij de smalle zijkanten naar binnen zijn geknikt en het filterelement door een door plakken of lassen gevormde kant 25 20 is gesloten. Aan de open zijde van het filterelement zijn afge-boge.n flenzen 16 aanwezig waarvan de breedte voldoende is opdat de flenzen 15 afdichtend in een raam kunnen worden opgenomen. De breedte van de'flenzen 16 bedraagt bij voorkeur 12 tot 16 mm. Tussen de convergerende zijde van het filterelement 15 zijn bekende draad-30 vormige of bandvormige afstandshouders 19 geplaatst, die een uit-buiging van de zijden tijdens bedrijf verhinderen.

Fig. 10 toont vier dergelijke filterelementen 15 die tot een eenheid .zijn samengevat om in een overeenkomstig raam te worden opgenomen. Hierbij zijn de flenzen 16 van de elkaar rakende langs-35 zijden van de filterelementen in stroomrichting afgebogen, zodat zij evenwijdig met elkaar zijn gericht. Aan de voorste rand worden de flenzen 16 door een lasnaad met elkaar verbonden, waardoor zakken t worden gevormd, waarin verstijvingsdraden 18 zijn gebracht. De op de omtrek van de uit vier filterelementen 15 gevormde eenheid aange-40 brachte flenzen 16 worden in een raam volgens fig. 11 opgenomen, 790 85 70 5 welk raam bestaat uit twee delen 21, 22, die de op de omtrek aangebrachte flenzen 16 en de uitstekende einden van de verstijvings-draden 18 afdichtend tussen zich insluiten. Elk raamdeel 21 en 22 bestaat uit vier vlakke profielen 21a, 22a, die door klemelementen 5 23 tot een rechthoek zijn verenigd. De vereniging van de' raamdelen 21, 22 heeft eveneens plaats met behulp van klemelementen 23, die op de buitenste omtrek van het raam 21, 22 grijpen. Het raam 21, 22 kan uit een geschikt goedkoop materiaal zijn vervaardigd, bijvoorbeeld uit hout of uit kunststof, opdat de filterelementen 15 samen 10 met het raam 21, 22 een wegwerpvoorwerp kunnen vormen. De fig. 12 en 15 tonen in detail het opnemen van de filterelementen 15 in het raam 21, 22.

Eig. 14 toont een raam 24 bestaande uit een buitenste hoek-profiel 25 waarin een vlak profiel 26 kan worden geplaatst. Hierbij 15 wordt het filterelement 15 met de uitstekende einden van de ver-stijvingsdraden 18 tussen het vlakke profiel 26 en de hiermede evenwijdige poten van het hoekprofiel 25 opgenomen, waarbij het samenbrengen van het hoekprofiel 25 en het vlakke profiel 26 eveneens met behulp van hechtklemmen 23 plaats heeft.

20 Het raam 27 volgens fig. 15 bestaat uit drie vlakke profielen 28, 29, 30 waarbij de vlakke profielen 28, 29 de flenzen 16 van het filterelement 15 en de einden van de verstijvingsdraden 18 tussen zich insluiten, terwijl het vlakke profiel 30 de omtrek van het raam 27 vormt. Ook hier heeft het samenbrengen van de profielen 27,23, 2530 door hechtklemmen 23 plaats. Ook de ramen 14 en 15 zijn wegwerp-delen.

De fig. 16 en 17 tonen uit plaatmetaal vervaardigde opnieuw bruikbare ramen. Bij het raam volgens fig. 16 bestaat dit uit een hol TT-profiel waarbij de ene profielzijde naar binnen gerichte even-30wijdige poten 52, 35 bezit. Het buitenste einde van de randflens 16 van het filterelement 15 is gevormd tot een door lassen gevormde lus 17· In de door de poten 32, 33 gevormde sleuf van het raamprofiel 31 wordt het op de slang 17 aansluitende vlakke deel van de randflens 16 samen met het einde van de verstijvingsdraad 18 af-55 dLicïrtenGL opgenomen, waarbij de slang 17 een uittreden van de randflens 16 uit het raamprofiel 31 verhindert. Yolgens fig. 17 bezit het U-vormige raamprofiel 36 een op zijn ene poot 54 liggende sleuf 35» die door de loodrecht hierop staande poot 37 wordt begrensd. In de sleuf 35 worden, zoals bij fig. 16, het vlakke deel van de rand-40 flens 16 en het einde van de verstijvingsrand 18 afdichtend opgeno- 790 85 70 6 men, waarbij de lus 17 het uittreden uit de sleuf 35 verhindert.

De fig. 18 en 19 tonen een verdere uitvoering van het raam waarbij de lussen 17 het raam ten opzichte van het het raam opnemende huis afdichten. Yolgens fig. 18 bestaat het raam uit twee 5 in elkaar geplaatste lijsten 38, 39» üe de op zichzelf teruggebogen lussen 17 van de randflens 16 tussen zich opnemen. De lus 17 steekt ten opzichte van het raam 38,. 39» 40 uit, waarbij hij met zijn uitstekende einde een afdichting ten opzichte van de kopkant 40 van het huis dat het raam 38, 39 opneemt vormt. De afdichting op 10 het raam is daardoor gewaarborgd dat de op zichzelf teruggebogen lus 17 tussen de lijsten 38, 39 is ingeklemd. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 19 is de randflens 16 tussen de lijsten 41» 42 opgenomen. Aan het einde is de randflens 16 als lus 45 uitgevoerd, terwijl het aansluitende vlakke deel 44 van de randflens 16 tussen 15 4e lijsten 41» 42 ligt. De omgebogen randflens 16 steekt ten opzichte van de kopzijde van het raam 41·* 42 uit en' vormt aldus eveneens een afdichting op de kopkant 40 van het het raam 41» 42 opnemende huis.

De voordelen van het filter volgens de uitvinding bestaan enerzijds daarin dat de tijd voor het vervaardigen van het filterelement 20 als gevolg van de noodzakelijk optimaal geringe las-arbeid belangrijk is verkort; aan de andere kant is het de filterelementen opnemende ramen gemakkelijk te monteren en kan naar keuze als wegwerpraam of als weer opnieuw toe te passen raam zijn gevormd, waarbij in het laatste geval uit het raam slechts de filterelement en op eenvoudige 25 wijze verwijderd kunnen worden. Eet filterelement zelf, namelijk zijn randflens, vormt een foutloze door een klemeffect verkregen afdichting ten opzichte van het raam en kan tegelijkertijd als afdichting ten opzichte van het het raam opnemende filterhuis zijn uitgevoerd.

790 85 70

Claims (9)

1. Zakvormig uit zacht luchtdoorlatehd vezelvlies bestaand aan een einde in een raam te bevestigen, zelfdragend, door vouwen gevormd filterelement voor gasvormige media, bijvoorbeeld lucht, 5 met het kenmerk, dat het filterelement (3, 15) bestaat uit een tot een slangvormig lichaam (1) met rechthoekige doorsnede gevormd vezelvlies dat aan zijn vrije van het raam af gekeerde einde op twee evenwijdige zijden (2) in het midden naar binnen is ingeknikt en dat de beide andere zijden van het slangvormige lichaam (l) 10 aan hun randen op elkaar liggend zijn samengevouwen en met de randen van de zijden (2) door plakken, lassen of dergelijke tot een dichtgesloten kant (5, 20) kunnen worden verenigd.

2. Filterelement volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het slangvormige lichaam (l) een vierkante dwarsdoor- 15 snede bezit.

3. Filterelement volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat bij het plaatsen van een aantal naast en boven elkaar liggende filterelementen (8 tot 11) in een gesloten vierkant raam (12) de elkaar rakende in het inwendige van het raam (12) liggende 20 randen van de filterelementen (8 tot 11) met elkaar door plakken, lassen of dergelijke zijn verbonden, dat de kanten (5) van steeds twee naast elkaar liggende filterelementen loodrecht op elkaar zijn gericht en dat de diepte (13) van de filterelementen niet groter is dan de lengte (14) van een kant van het raam (12). 25

4· Filterelement volgens conclusie 1,met het ken merk, dat het slangvormige lichaam (1) een rechthoekige dwarsdoorsnede bezit, waarvan de kortere zijden naar binnen zijn geknikt en waarvan de langere zijden met hun randen de gesloten kant (20) vormen, en dat de naar het raam gekeerde randen naar buiten afge-30 bogen, voor het af dichtend opnemen in het raam (12) dienende op hun kant staande flenzen (16) bezitten.

5. Filterelement volgens de conclusies 1 en 4, met het kenmerk, dat een aantal filterelementen (15) tot een eenheid zijn verbonden doordat de flenzen (16) van hun naast elkaar liggende 35 zijden evenwijdig met elkaar uitstekend zijn afgebogen en door een een voor het opnemen van een verstijvingsdraad (18) dienende zak-vormende naad met elkaar zijn verbonden door lassen, en dat de op de omtrek van de eenheid afgebogen flenzen (16) en de einden aan beide zijden van de versterkingsdraden (18) dichtend in een tweedelig 40 raam (21, 22) zijn opgenomen, waarvan de raamdelen (21, 22) door op 790 85 70 him omtrek aangrijpende hechtklemmen (23) kunnen worden verbonden, waarbij elk raamdeel (21, 22) uit steeds vier eveneens door hecht-klemmen (23) toet elkaar te verbinden aan elkaar gelijke vlakke profielen (21a, 22a) bestaan.

6. Filterelement volgens de conclusies 1 en 4 en 5» m e t het kenmerk, dat het raam (24) bestaat uit een hoekprofiel (25-) en een hierin (25) plaatsbare de op zijn kant staande flens. (16) en de einden van de verstijvingsdraden (18) afdichtend tussen zich en het hoekprofiel (25) insluitend'vlak profiel (26), 10 waarbij de profielen (25 en 26) door hechtklemmen (23) met elkaar kunnen worden verbonden.

7. Filterelement volgens één of meer van de conclusies 1 en 4 en 5j 1 e t het kenmerk, dat het raam (27) bestaat uit een buitenste vlak profiel (30) en uit twee binnenste, de omtreks- 15 flenzen (16) en de einden van de verstijvingsdraden (18) afdichtend tussen zioh en het buitenste vlakke profiel (30) opnemende vlakke profielen (28, 29), waarbij de profielen (28, 29, 30) met elkaar door hechtklemmen (23) kunnen worden verbonden.

8. Filterelement volgens de conclusies 1 en 4 en 5, m e t 20. e t kenmerk, dat de omtreksflenzen (16) aan hun buitenste einden door lassen gevormde lussen (17) bezitten en dat het raam (31 respectievelijk 34) bestaat uit een hol vierkant profiel, dat een de lussen (17) grijpende sleuf (35 respectievelijk 37) vormt voor het afdichtend opnemen van het binnenste vlakke deel van de op hun 25 kant staande flenzen (16) en de einden van de verstijvingsdraden (18).

9. Filterelement volgens de conclusies 1 en 4 en 5, m e t het kenmerk, dat de op hun kant staande flenzen (16) in stromingsrichting uitsteken als open lus op zichzelf zijn terugge- 30 bogen en met hun beide en met een poot afdichtend tussen in elkaar vastgehouden lijstvormige raamdelén (38, 39 respectievelijk 41, 42) opgenomen zijn waarbij de omgebogen op hun rand staande flenzen ten opzichte van de kopkant (40) en van de achterzijde (43) van het raam(38, 39 respectievelijk 41, 42) uitsteken en aldus tegelijkertijd 35 cLe aan beide zijden liggende afdichtkanten vormen voor het plaatsen in het opneemraam. 790 85 70