NL7908333A - Notitiebladenregister. - Google Patents

Description

.4 f 70 8602

Notitiebladenregister.

De uitvinding betreft een notitiebladenregister, met een door middel van een veer in de open stand voorgespannen schuifvak voor bet opnemen van registerkaarten met keuze-pons-gaten, met toetshefbcmen, welke grendelnokken voor ingrijping in 5 die ponsgaten van de in het buis achterblijvende registerkaarten bevatten, met meenemers aan de bodem van het schuifvak, welke zijn uitgevoerd als aan hun voorrand in openingsrichting afgeschuinde uitsteeksels, met in alle registerkaarten voor die meenemers aangebrachte meenemerponsgaten, en met een grendel voor het schuif-10 vak, welke ontgrendeld kan worden door de toetshefbamen.

Bij een bekend notitiebladenregister van bovenvermelde soort bevindt zich een meenemer in het midden van de bodem, welke reikt tot in corresponderende meenemerponsgaten. De enkele meenemer is niet bijzonder hoog en de afschuining is be-15 trekkelijk plat. De grendelnokken worden van onderen uit, door het indrukken van de toetsen, in de keuze-ponsgaten verplaatst, zodat de registerkaarten, welke in het huis moeten achterblijven, vast-• gehouden worden. De andere, niet-vastgehouden registerkaarten moeten nu door de enkele meenemer tezamen met het schuifvak naar 20 buiten worden verplaatst. Hierbij kan het gemakkelijk voorkomen, dat enkele kaarten, die op zichzelf met het schuifvak naar buiten zouden moeten worden getransporteerd, als gevolg van de wrijving tussen de kaarten of op grond van vervormingen van de kaarten, blijven hangen. Deze kaarten worden dan in het geheel niet of 25 slechts ten dele naar buiten verplaatst, zodat het tot ongewenste fouten in de selectie komt. Fouten in de selectie doen zich noodzakelijkerwijs ook voor bij verkeerde opeenvolging of plaatsing van de kaarten. In dit verband wordt het DGMS 77-23.327 genoemd, dat overeenkomt met het D.0.5. 2.jbl.222.

30 Doel van de uitvinding is nu een notitiebladen register van de in de aanhef vermelde soort, waarbij fouten bij 790 83 33 * ψ 2 de selectie betrouwbaar worden voorkomen.

Dit doel wordt principieel bereikt, doordat de grendelnokken in de openingsrichting van het schuif vak vlak voor en/of tussen de meenemers aangebracht en tot in het bewegingsbe-5 reik van die meenemers beweegbaar zijn, de meenemers in openingsrichting, de registerkaarten van de bodem af kerend, af geschuind zijn, en.de registerkaarten voor elke grendelnok, met uitzondering van de overeenkomstig het kengetal bijbehorende grendelnok, keuze-ponsgaten bevat.

10 Volgens de uitvinding werken meenemers en gren— delnokken op zeer speciale wijze samen: Wanneer de bij een bepaalde register kaart behorende grendelnok door druk op de toets omlaag verplaatst wordt, treft deze aldaar in het bereik van de keuze-ponsgaten de kaart, aangezien in deze kaart op die bepaal-1? de plaats het keuze-ponsgat ontbreekt. De grendelnok verhindert dan, dat deze registerkaart en de daaronder liggende over de afsehuining van de meenemer af glijden. Anders gezegd wordt hierdoor betrouwbaar verhinderd, dat de dienovereenkomstig uitgekozen registerkaarten over de afsehuining van de meenemer heen kunnen 20 bewegen, terwijl daarentegen de daarboven gelegen kaarten zonder beschadiging worden afgestreken.

In het kader van de uitvinding zijn diverse uitvoeringsvormen mogelijk:

Bij een uitvoeringsvorm zijn., aanvullend op be-25 schreven meenemers, aan het schuitvak verdere meenemers aangebracht, welke na het afleggen van een bepaald wegtraject door het schuifvak in openingsrichting werkzaam worden, teneinde de door de eerstgenoemde meenemers reeds uitgekozen en meegenomen kaarten vervolgens volledig tot buiten het huis te voeren.

30 Bij deze uitvoeringsvorm zijn diverse voordeel- biedende, nadere constructieve uitwerkingen mogelijk, waarvoor de maatregelen in verdere conclusies - achter de hieronder volgende figuurbeschrijving - opgesomd zijn.

Bij een andere uitvoeringsvorm is het notitie- 790 83 33 9 3 * "bladenregister volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, ‘dat de meenemers aan het schuifvak zwenkbaar gelegerd zijn en, na het afleggen van een bepaald wegtraject door het schuifvak zodanig zwenkbaar zijn, dat de afschuining in een in hoofdzaak verticale 5 stand komt, waarbij het wegtraject zodanig bemeten is, dat de zwehkbeweging plaats vindt, alvorens de meenemers het invloedbereik van de grendeinokken hebben verlaten.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt de meenemer zelf - door de zwenkbeweging - gebruikt cm vervolgens, wanneer de er 10 door meegenomen registerkaarten het werkingbereik van de grendeinokken verlaten hebben, deze veilig en betrouwbaar volledig tot buiten het huis te transporteren. Ook hier zijn verdere, nadere uitwerkingen mogelijk, waarvoor de maatregelen eveneens in volg— conclusies - achter de hieronder volgende figuurbeschrijving - op-15 gesamd staan.

De voor slijtage gevoelige keuze- en meenemer-ponsgaten zijn niet aan de rand van de registerkaarten aangebracht en verschijnen niet in het gezichtsveld van de gebruiker. Als bijzonder voordelig moet worden beschouwd, de omstandigheid dat 20 bij het volgens de uitvinding voorgestelde notitiebladenregister grotere afwijkingen van de voor te schrijven stijfheid of hardheid en vlakke ligging van het kartonmateriaal van de registerkaarten toelaatbaar zijn, dan bij de bekende registers het geval is. Speciaal vermeld dient in dit verband te worden, dat de register-25 kaarten niet meer in een bepaalde rangschikking of opeenvolging in het schuifvak behoeven te worden gelegd, waardoor de meest voorkomende aanleiding voor fouten bij de selectie uitgesloten is.

Yerdere voordelen en details overeenkomstig de uitvinding zullen thans blijken uit de hieronder volgende be-30 schrijving van enkele, uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding.

Fig. 1 is een verticale langsdoorsnede van een notitiebladenregister volgens de uitvinding in de ruststand; 790 83 33 i* y* fig. 2 laat liet not it i ebladenregi st er vólgens fig. 1 zien, wanneer een toets ingedrukt is, doch het schuifvak nog niet is gelost; fig. 3 toont het notitiehladenregister volgens 5 fig. 1 met gedeeltelijk uitgeschoven schuifvak; n fig. is een dwarsdoorsnede van het notitiehladenregister volgens fig. 1 volgens de lijn A - A; fig. 5 is een perspectivisch aanzicht met langs-doorsnede van het huis van het notitiehladenregister; 10 fig- 6 laat een pakket, bestaande uit een elf tal registerkaarten, zien; fig. 7 is een doorsnede- van het achtereinde van een andere uitvoeringsvorm met volledig ingesehoven schuifvak; fig. 8 is een met fig, 7 corresponderende door-15 snede, doch na het indrukken van een toets en na het afleggen van een kort wegtraject door het schuifvak; fig. 9 is· een met de figuren 7 en 8 corresponderende doorsnede, doch na het afleggen van een groter wegtraject door het schuifvak.

20 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding bestaat het notitiehladenregister uit een huis 1, waarin een naar de achterwand van het huis toe open schuifvak 5 geleid wordt, dat onder spanning van een veer 38 staat.Hët schuifvak 5 bevat in zijn voorste deel een zich over de volle breedte 25 van het schuifvak uitstrekkende verhoging 8 en in zijn achterste, ten opzichte van het voorste, verhoogde deel lager gelegen deel naar de huisachterwand toe open, sleufvormige uitsparingen resp. langssleuven 9, alsmede in langsrichting van het schuifvak 5 gerichte meenemers 10 en hulpmeenemers 11.

30 Aan de huisbodem 3 zijn steunen.. 12 zodanig aange bracht, dat deze bij gesloten schuifvak 5 in de langssleuven 9 grijpen. Deze steunen 12 zijn voorzien van oplegvlakken 13, welke hoger liggen, dan de kruinen van de meenemers 10.

De meenemers 10 zijn bij voorkeur aan telkens 790 8 3 33 5 een rand van enkele of alle langs sleuven 9 aangebracht eii verlopen op geringe afstand van en evenwijdig aan de steunen 12. Be voorranden ervan liggen achter de aanslag M van de steunen 12 terwijl hun kruinen zich onder het vlak van de oplegvlakken 13 be-5 vinden. In een evenwijdig ten opzichte van de steunen 12 en de meenemers 10 voorwaarts versprongen reeks zijn hulpmeenemers 11 aan de schuifvlakbodem 6 aangevormd.

Door de voorste verhoging 8 in het schuifvak 5 en de opstelling van de. steunen 12 met de oplegvlakken 13 wordt 10 bereikt, dat de registerkaarten J in het bereik tussen de steunen 12 en de voorste verhoging 8 hol liggen. Daardoor kunnen de corresponderende registerkaarten door de drukknoppen 21 naar omlaag doorgebcgen en door de hulpmeenemers 11 aangegrepen worden.

Boven de registerkaarten 7 met de keuze-ponsga-15 ten 25 en meenemerponsgaten 26, waarvan de wijze van aanbrengen in hetgeen thans volgt nog nader zal worden toegelicht, zijn in het huis 1 een aantal, om twee assen ïh en 15 zwenkbare, uit twee elastisch achter elkaar gekoppelde, twee-armige hefbomen 17 en 18 bestaande toetshefbomen 16 aangebracht, waarvan de vrije einden 20 enerzijds telkens eindigen in een toets 20, een toetsneusprofile-ring 23, en anderzijds telkens in een druknok 21, een grendelneus-profilering 22 en een geleidingsvork 2b.

De uit twee elastisch achter elkaar gekoppelde, tweearmige hefbomen 17 en 18 bestaande toetshefbomen ΐβ kunnen uit 25 geschikt, verend elastisch materiaal eendelig vervaardigd zijn.

Het is evenwel ook mogelijk, en eventueel zelfs voordelig, twee gescheiden, tweearmige hefbomen - waarvan het een einde van de ene toets 20 en de toetsneusprofilering b3s en waarvan het ene einde van de andere de druknok 21, de grendelneusprofilering 22 30 en de geleidingsvork 2h vormen, met hun telkens vrije, andere einden te verbinden door middel van een voldoend elastisch verbindingsstuk 19s b.v. uit metaal. Voor het vervaardigen van eendelige, dubbele hefbomen moet betrekkelijk hoogwaardig materiaal toegepast worden, wanneer deze hefbomen bestand dienen te zijn 790 8 3 33’ !*

At.

6 tegen voortdurende belasting, zodat eventueel een afzonderlijk verbindingsstuk, b.v. uit verenstaal bij kan dragen tot besparing op kosten. De kaartneerhouders 23 aan het huisdeksel 22 begrenzen de vrije ruimte van de registerkaarten T en. geleiden tevens, door 5 middel van de geleidingsvork 2h van. de toet shefbomen 16, de drukknoppen 21.

Het schuifvak 5 wordt door een evenwijdig aan de voorrand van het huis 1 geleide grendel 32 - die in een aan één zijwang 30 van het schuifvak 5 gevormde ligplaats ^0,. door de 10 drukveer 31 aangedreven, verend ingrijpt - gesloten gehouden. Voor het trekken van de grendel 33 is in de bewegingsbaan van elke taetsneusprofilering ^3 een schuin vlak 28 aangebracht, waarvan het ondereinde is gevormd als een de slag van de toets begrenzende voetlijst 29- 15 In de registerkaarten 7 zijn langwerpige keuze— ponsgaten 25 en eveneens langwerpige meenemerponsgaten 26 in twee evenwijdige rijen aangebracht· Het aantal keuze-ponsgaten 25 . onder de druknok 21 bedraagt op elke registerkaart 7 één minder, dan het aantal druknokken 21, en in de rij keuzeponsgaten van el-20 ke registerkaart 7 ontbreekt telkens het, met het kengetal of de kenletter corresponderende keuze-ponsgat. Het aantal langwerpige meenemerponsgaten 26 is daarentegen voor alle registerkaarten gelijk en komt overeen met het aantal hulpmeenemers 11.

Wanneer het notitiebladenregister gebruikt moet 25 worden, wordt de, bij de corresponderende letter of het corresponderende symbool behorende, druktoets 20 ingedrukt. Door de verticale slag van de toets 20 zwenkt de tweearmige hefboom 17 zodanig, dat het elastische verbindingsstuk 19 omhoog beweegt en de tweearmige achterste hefboom 18 dienovereenkomstig om de as 15 30 gezwenkt wordt. Het leger voor de achterste hefboom 18 op de as 15 is voor de optredende verplaatsing als langwerpig gat uitgevoerd. Door de toetsdruk daalt aldus het einde van de toetshefboom 16 met de geleidingsvork 2b, onder geleiding langs de kaartneerhou-der 23, en grijpt, met de bijbehorende druknok 21, grendelend 790 8 3 33 * τ in het bijbehorende keuze-ponsgat 25 en drukt, vanneer de te selecteren registerkaart vordt getroffen - welke op deze plaats geen keuze-ponsgat bevat - deze registerkaart en de eventueel daar onder liggende kaarten-stapel over de hulpmeenemers 11. Tijdens de 5 resterende slag, die mogelijk is door de elastische vervorming van het verbindingsstuk, vordt het schuifvak 5 ontgrendeld en begint het schuifvak, aangedreven door de veer 38, zich in voorwaartse richting te verplaatsen. De, in het’werkzame bereik van de hulpmeenemers 11 gedrukte, geselecteerde registerkaarten worden 10 door deze, onder de eventueel in het toestel achterblijvende registerkaarten uit getrokken, terwijl de achterblijvende registerkaarten door de drukhok 21 gegrendeld worden.

De hulpmeenemers 11 hebben bij- voorkeur een afge-knot-pyramidevormige gedaante met afgeronde randen. ÏTiet door de 15 in werking gestelde druknok '21 omlaag gehouden registerkaarten zouden, wanneer deze b.v. door het doorhangen in het werkzame bereik van de daarondergelegen hulpmeenemers 11'grijpen, van deze af glijden, omdat de helling van de werkzame flanken dienovereenkomstig groot gekozen is..De geselecteerde registerkaarten worden 20 echter door de in werking gestelde druknok 21 er in belemmerd omlaag te glijden en daardoor in het werkzame bereik daarvan gedwongen door de hulpmeenemers meegenomen. Fanneer de geselecteerde registerkaart en de eventueel daar onder gelegen stapel van de op-legvlakken 13 omlaag getrokken zijn, buigen hun einden naar het 25 verlaagde deel van de bodem o van het schuifvak, omdat zij door de druknok 21 onder spanning zijn gebracht. Zij kunnen nu, wanneer de hulpmeenemers 11 het neerhoudbereik van de druknok 21 verlaten, door de meenemers 10 aangegrepen worden en met het schuifvak tezamen naar buiten verplaatst worden.

30 De meenemers 10 zijn, zoals duidelijk uit de te kening blijkt ondersneden uitgevoerd, om er voor te zorgen, dat de kaarten er veilig en betrouwbaar door meegenomen en vastgehouden worden. De door druknok 21 vergrendelde registerkaarten 7 kunnen nu over een bedrag voorwaarts verplaatsen, dat overeenkomt met 7S9 83 33 4* Λ, 8 de speling tussen de achterrand van het keuze-ponsgat 25 en de grendelende rand van de druknok. Deze speling is geringer, dan de lengte van de oplegvlakken 13 "bedraagt, zodat de vergrendelde registerkaarten niet van de steunen 12 kunnen af glijden en al-5 dus veilig en betrouwbaar buiten het werkzame bereik van de passerende meenemers 10 worden gehouden. De afstand tussen de meene-mers 10 en de steunen 12 is zo klein gekozen, dat ook het doorhangen van de achterblijvende kaarten tussen de oplegvlakken 13 van de afzonderlijke steunen 12 niet tot aangrijping ervan kan lei-10 den. Met het oog op hetzelfde doel liggen de oplegvlakken 13 van de steunen 12 iets -hoger, dan de kruinen van de daar vlak naast gelegen meenemers 10.

Met de volgens de uitvinding voorgestelde uitvoering van een notitiebladenregister wordt ten opzichte van de 15 bekende notitiebladenregisters als aanzienlijk voordeel bereikt, dat voor het rangschikken van de registerkaarten 7 in het schuif-vak 5 geen. bepaalde opeenvolging behoeft te worden· voorgeschreven, terwijl kartonmateriaal voor de registerkaarten kan worden •gebruikt, met grotere afwijkingen wat betreft stijfheid en hard-20 heid, dan met de tot dusverre bekende registers het geval was.

In dit verband moet ook in aanmerking worden genomen, dat karton "levend" materiaal is, dat gemakkelijk, b.v. bij verandering van het vochtgehalte in de lucht buigt, hetgeen bij de bekende toestellen tot storingen kan leiden.

25 Wanneer de gebruiker bij het naar buiten verplaat sen d.w.z. het uitzetten van het schuifvak de vinger te vroeg van de toets 20 wegneemt, dan verhindert de aan de druknok 21 aangevormde grendelneusprofilering 22, doordat deze onder de achterste rand van het keuze-ponsgat 25 grijpt, dat de vergrendeling van de 30 in het huis achterblijvende kaarten wordt opgeheven.

Door een bepaalde, elastische véSrspanning van het verbindingsstuk 19 komen de toetshals 33 en de druknok 21 met de geleidingsvork 2k telkens weer tegen het huisdeksel aan te liggen.

790 9 3 33 ' -τ 9

De bij een voorkeursuitvoering svorm onder een deel van de verhoging 8 aangevormde en met een achteraan gelegen klep 35 gesloten houder 36 voor notitiebladen of dergelijke én de goot 3¼ met het schrijfgerei worden gepresenteerd, wanneer alle regis-3 terkaarten in het huis achterblijven. Hiertoe grijpt de druknok 21 van de corresponderende toetshefboom 16 door alle register-kaarten. De aandrijpverdieping 37, welke de houder 36 en de goot 3¼ verbindt, maakt het mogelijk, zowel een notitieblad als het schrijfgerei gemakkelijk aan te vatten.

10 Bij het sluiten van het schuifvak 5 na een selec tie speelt zich het volgende af: de eventueel in het huis 1 achterblijvende registerkaarten 7 worden zo ver voorwaarts verplaatst, dat hun achterranden tegen de aanslagen U-1 van de steunen 12 stoten. Daardoor wordt de grendelneusprofilering 22 van de het laatst 15 gébruikte toetshefboom 16 vrijgegeven en legt deze zijn toetshals 33 en zijn druknok 21 weer tegen het huisdeksel 2 aan. De geselecteerde registerkaart, eventueel met een daar onder gelegen kaarten— stapel, heeft bij uitgezet schuifvak achter in de verdiepte bodem 6 daarvan een oplegging. Bij het inschuiven worden de achterran-20 den van de registerkaarten 7 door de aan de steunen 12 aangevormde, schuine geleidingen k2 op de cplegvlakken 13 opgelicht en daardoor tot buiten het werkzame bereik van de meenemers 10 en de hulpmeenemers 11 gebracht. Tegelijkertijd wordt de veer 38 gespannen en drijft de drukveer 31 de grendel 32 tot in de lig-25 plaats ^0 en blokkeert aldus het schuifvak 5·

Aldus is het notitiebladenregister voor een nieuwe selectie gereed.

3ij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 7-9 zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aan-30 gegeven. In hoofdzaak onderscheidt zich deze uitvoeringsvorm, doordat in het achterste bereik van het schuifvak de meenemers 10 ontbreken. Daarenboven is in het schuifvak in het achterste bereik geen verdieping aangebracht. De bodem 6 van het schuifvak is volledig vlak. De meenemers 11a zijn bij het verwijzingscijfer k5 790 8 3 33 10 zwenkbaar gelegerd. Aan elke meenemer bevindt zich een zwenkneus-profilering U6, welke in de sluitstand (fig. 7) in een sleuf ^ ligt. Deze sleuf kb heeft een zodanige lengte, dat de zwenkneus-profilering b6 tegen het sleufeinde aan slaat, alvorens de mee— 5 nemers het invloedbereik van de grendelnokken 21 verlaten hebben. Overeenkomstig fig. 8 is deze stand nog niet geheel bereikt. Volgens fig. 9 zijn de meenemers 11a reeds zodanig gezwenkt, dat de afschuining dan een verticale stand ingenomen heeft en na het verlaten van het invloedbereik van de grendelnokken voor het betrouw-10 baar meenemen van de uitgekozen registerkaarten zorg gedragen is. Na het volbrengen van de zwenkbeweging kan de toets vrijgegeven worden.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuren T - 9 wordt ook de corresponderende grendelnok. cmlaag verplaatst, tot 15 deze op de overeenkomstige registerkaart - welke hier niet van een keuze-ponsgat is voorzien - komt te liggen. Wanneer nu het schuifvak voorwaarts beweegt, worden deze registerkaart èn de zich daaronder bevindende registerkaarten er aan gehinderd, over de afschuining van de meenemers 1 ïa weg te glijden. De andere, boven-20 gelegen registerkaarten worden - blijkens fig. 8 - door de grendelnok afgestreken. Wanneer -dit afstrijken heeft plaats gevonden, vindt de zwenkbeweging plaats, zodat het meenemen van de registerkaarten dan door de nu verticaal staande voorrand van de meenemers T1a verzekerd is.

790 83 33

Claims (3)

1. Hotitiebladenregister met een, door een Teer in de open stand -voorgespannen schuifvak voor het opnemen -van registerkaarten met keuze-ponsgaten, met toetshefbomen, welke zijn -voorzien ran grendelnokken -voor ingri'jping in de keuze-ponsgaten 5 van de in het huis achterblijvende registerkaarten, met meenemers aan de bodem van het schuifVak, welke als aan hun: voorrand in ope-ningsrichting afgeschuinde uitsteeksels zijn uitgevoerd, met in alle registerkaarten voor de meenemers aangebrachte meenemerpons-gaten, en met een. grendel voor het door de toetshefbomea ontgren-10 delhare schuifvak, met het kenmerk, dat de grendelnokken (21} in openingsrichting van het schuifvak vlak voor en/of tussen de meenemers (11) aangebracht zijn en tot in het bewegingsbereik van de meenemers beweegbaar zijn, de meenemers (Tl) in openingsrichting, registerkaarten (7) van de bodem (.6) af kerend afgeschuind 15 zijn, terwijl de registerkaarten (7) voor elke grendelnok (21), met uitzondering van de overeenkomstig het kengetal bijbehorende grendelnok, keuze-ponsgaten (25) bevatten.

2. Notitiebladenregister volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aanvullend op de meenemers (11'} aan het schuif- 20 vak (5) verdere meenemers (10} aangebracht zijn, welke na het afleggen van een bepaald wegtraject door het schuifvak in de openingsrichting werkzaam worden.

3. Uotxtiebladenregister volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aanvullende meenemers (:10).aan het achtereinde 25 van het schuifvak (5) aangebracht zijn. h. ïïotitiebladenregister volgens tenminste êén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schuifvak (5) in het achterste bereik aan de bodem (6} naar de huiswand toe open langssleuven (9) bevat, waarin, bij gesloten schuifvak, aan de 30 huisbcdem (1) aangevormde steunen (12) met oplegvlakken (13) voor de achtereinden van de registerkaarten (7) ingrijpen, terwijl de 730 83 33 12 r aanvullende meenemer (10) op geringe afstand van en evenwijdig aan. de steunen (12) aangebracht zijn en de voorranden van de aanvullende meenemer (10·) iets achter de aanslagen (Ui) en de kruinen daarvan onder het vlak van de oplegvlakken (13) liggen: 5 5· ÏTotitiebladenregister volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toetshefbomen bestaan uit twee met elkaar gekoppelde, twee-armige hefbomen (17, 18), welke zwenkbaar zijn om twee op de bewegingsrichting van het i'sehuifvak (5) loodrechte assen, terwijl de vrije einden daarvan 10 enerzijds de toetsen (20) en anderzijds de grendelnokken (21) bevatten. 6. ÏTotitiebladenregister volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de beide twee-armige hefbomen (17, 18) verend elastisch (bij het verwijzingscijfer 19) met elkaar verbonden zijn. 1? 7- ÏTotitiebladenregister volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meenemers (11a) zwenkbaar aan het schuifvak (6) gelegerd zijn en na het afleggen van een bepaald wegtraject door het schuifvak zodanig zwenkbaar zijn, dat de afschuining in een in hoofdzaak verticale stand komt, waarbij dat wegtraject 20 zodanig bemeten is, dat de zwenking plaatsvindt, alvorens de meenemers het invloedbereik van de grendelnokken (21) verlaten. 8. ÏTotitiebladenregister volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in het huis (3) een met het wegtraject corresponderende sleuf (UU) is aangebracht, waar een zwenkneusprofilering 25 (H6) van elke meenemer (11a) in grijpt. 9. ÏTotitiebladenregister volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met. het kenmerk, dat de grendelnokken (21) en de meenemers (11) symmetrisch tussen de zijwangen (30) van het schuifvak (5) aangebracht zijn, terwijl de registerkaarten 30 (7) aan hun achterzijde zijn voorzien van een in bewegingsrichting verlopende liniëring. 790 03 33