NL7908323A - Elastische zijsteun met steunwiel voor een kinder- rijwiel. - Google Patents

Description

1 ’ ^ ΪΓ.Ο. 28.567 - /

Elastische zijsteun met steunwiel voor een kinderrijwiel.

De uitvinding heeft "betrekking op een elastische zij steun met steunwiel voor een kinderrijwiel.

Met het aanbrengen van steunwielen aan de zijkant van kinder-rijwielen moet aan kinderen die nog niet kunnen fietsen de gelegen-5 heid worden gegeven te wennen aan de lichaamshouding en beweging bij het fietsen. Gewoonlijk zijn de zijsteunen echter star. Daarbij wordt over het hoofd gezien, dat starre zijsteunen noch als hulpmiddel bij het leren noch als veiligheidsinrichting voor het verhinderen van gevaarlijke vallen geschikt zijn. In dit opzicht is 10 een aan de zijkant met twee steunwielen uitgerust rijwiel zelfs gebaseerd op een driewieler, aangezien deze bij het over oneffenheden rijden grote standvastigheid biedt en ook niet aan het gebrek lijdt, dat bij het rijden over kuilen en gaten het aandrijfwiel plotseling op afstand van de grond vrij doordraait. Stelt men het 15 loopvlak van de steunwielen hoger in dan die van.de hoofdwielen, dan rijdt het rijwiel schuin nu eens naar rechts dan weer naar links telkens op drie wielen met gevaarlijk smalle spoorbreedte en het kind schommelt daardoor heen en weer en neemt een zeer ongelukkige, zijdelings geknikte zithouding aai Tenslotte bestaat het enige 20 voordeel van de starre zijsteunen in vergelijking tot de driewieler daarin, dat men deze kan afnemen, wanneer deze noodoplossing niet meer nodig is.

Er zijn ook reeds elastische zijsteunen in talrijke uitvoeringsvormen bekend. Gewoonlijk wordt daarbij een zwenkbaar gelegerde arm 25 die een steunwiel draagt, gecombineerd met een aan het rijwielframe afgesteunde schroef- of bladveer die de arm zodanig belast, dat het steunwiel veerkrachtig tegen de grond wordt aangedrukt (vergelijk bijvoorbeeld het Duitse Offenlegungssehrift 2.064.412, en de Amerikaanse oetrooischriften 2.391*982 en 2.450.979). Alle derge-30 lijke constructies hebben het nadeel, dat zij als gevolg van het groot aantal naar verhouding gecompliceerde onderdelen en de noodzaak van scharnierverbindingen duur en storingsgevoelig zijn. Op grond daarvan hebben zij zich tot nu toe in de praktijk niet doorgezet.

Er zijn reeds ook uitvoeringen van elastische zijsteunen bekend, 55 waarbij in plaats van een scharnierbaar gelegerde arm de veer op zichzelf het steunwiel draagt (vergelijk het Amerikaanse octrooi-schrift 2.795*877 en het Britse octrooischrift 2.452 A.D. 1897)· In. elk geval is ook bij deze constructies de gedachte van de vereen- 790 83 23 * 2 voudiging nog niet volledig gerealiseerd, omdat de veren telkens vast zijn verbonden met verscheidene andere onderdelen die het steunwiel dragen respectievelijk voor de bevestiging aan het rij-wielframe worden gebruikt, of een complex veerstelsel vormen. De 5 bekende samengestelde draag- en veerorganen zijn derhalve relatief zwaar, in opbouw gecompliceerd en duur.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een elastische zijsteun van de in de aanhef genoemde soort, die wezenlijk eenvoudiger en gemakkelijker kan zijn dan de tot nu toe bekende uit-10 voeringen en voor het bereiken van dit doel wordt volgens de uitvinding voorgesteld dat zij als één stuk uit een enkel veerkrachtig onderdeel bestaat, dat enerzijds losmaakbaar aan het rijwielframe kan worden bevestigd en anderzijds onmiddellijk zelf de as van het steunwiel draagt, waarbij de elastische uitwijking in de gemonteerde 15 toestand bij een draaimoment van 15 Hm ten minste 20 mm bedraagt.

In de bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm wordt de zijsteun door geschikte vormgeving en/of materiaalkeuze zelfs zodanig elastisch uitgevoerd, dat de uitwijking bij een draaimoment van 15 Hm ten minste ongeveer 40 tot 60 mm bedraagt.

20 Vanzelfsprekend zijn ook de bekende starre zijsteunen "elastisch" in fysische zin van het woord. Ten aanzien van het praktische gebruik en rekening houdende met de daarbij optredende, in beginsel van het gewicht van de kinderen afhankelijke krachten respectievelijk draaimomenten gedragen zij zich echter "praktisch 25 star", geven dus bij een dwars op de rijrichting omhoog werkend moment van bijvoorbeeld 15 Hm slechts minder dan 10 mm mee en vervormen bij uitwijkingen van bijvoorbeeld 30 tot 50 mm reeds plastisch of knikken weg.

De nieuwe zijsteun onderscheidt zich van de gewoonlijke starre 30 uitvoeringen, doordat hun elastische eigenschappen en hun grote veerweg tijdens het praktische gebruik volgens bestemming functioneel v naarvoren komen en duidelijk merkbaar zijn. Het kind wordt vanaf het eerste moment van het erop zitten gelijkmatig gesteund. Het kind maakt in rechte zithouding zijn eerste rij-oefeningen, waarbij wordt 35 vermeden dat het van het ene steunwiel op het andere schommelt en dat het achterwiel van tijd tot tijd het contact met de grond verliest. Verhogingen en gaten in het wegdek waarover het achterwiel rolt, worden door de steunwielen veerkrachtig vereffend. Hetzelfde geschiedt bij stenen en takken waarover een steunwiel rolt. De 40 elastische steun geeft ondanks de veiligheid die deze biedt, reeds 780 83 23 5 een echt gevoel van een tweewieler. Dit is in het "bijzonder gunstig "bij "bochten en de gehele leervoortgang.

Ook het omzetten naar het rijden zonder steunwielen voltrekt zich met met grote veiligheid. Steeds meer wordt de met toenemende 5 uitwijking groeiende terugstelkraeht van de elastische zijsteunen steeds meer zelden gebruikt, om in de rechte evenwichtsstand te "blijven en zijdelingse valhewegingen aldus zodanig te vertragen, dat het kind met de voet op de grond kan afsteunen zonder te vallen. Eventueel kan "bovendien ook nog een instelbare constructie worden 10 gekozen, die bijvoorbeeld door variatie van de uitsteeklengte van de arm of het niveau van het loopvlak van de steunwielen ten opzichte van die van het achterwiel bij ontspannen veer de mogelijkheid biedt de veerkracht van de zijsteunen overeenkomstig de leervoortgang continu te verminderen. Daardoor vervallen de gevaarlijke trappen, 15 waarbij het kind tot nu toe blootstond aan verhoogd risico van ongevallen.

Een bijzondere voordelige werking van de elastische zijsteunen . in de vorm van armen, die gewoonlijk bij de aehterwielas aan het rijwielframe zijn bevestigd, zijdelings ongeveer 10 tot 15 cm uit-20 steken en elk voorzien zijn van een aan het vrije einde gelegerd steunwiel, bestaat daarin dat een uitwijking naar boven gepaard gaat met een vergroting van de afstand tussen het onderste punt van het achterwiel en het steunwiel. Tijdens het rijden heeft de afstands-wijziging tussen het achterwiel en een steunwiel geen wezenlijke 25 beïnvloeding van de stijfheid van de zijsteunen tot gevolg, aangezien de wielen in de betreffende mate zonder meer uit elkaar kunnen lopen. Tijdens bedrijf is echter op gewoonlijk glijvaste bodem de wrijving van de wielen bij het glijden in dwarsrichting zo groot, dat het daartoe niet komt, dat wil zeggen de zijsteun is verhinderd mee te 50 geven en gedraagt zich dus in bedrijf vast als een starre steun.

Voor de uitvinding is het van belang, dat de zijsteun bestaat uit een enkel veerkrachtig onderdeel waarvan het binnenste einde met behulp van een geschikte bevestiging aan het rijwielframe kan worden bevestigd en waarvan het buitenste einde eenvoudig door het aan-55 brengen van een gat of een als één stuk met de veer uitgevoerde tap voor de gemakkelijke montage met een in de handel verkrijgbaar steunwiel is voorbereid. Voor het veerkrachtige onderdeel komen verschillende vormen in aanmerking. Voor een vlak bandvormig uitgangsmateriaal zijn L-, ïï- of S-vormige uitvoeringen geschikt, 40 waarbij telkens het buitenste einde hoofdzakelijk evenwijdig aan het 790 83 23 * tr 4 daaraan gelegerde steunwiel zich uitstrekt.. Daarbij kan op de eenvoudigste wijze de as van het steunwiel door een gat in de veer worden gestoken eri daaraan worden bevestigd. Bij een andere uitvoeringsvorm komt als uitgangsmateriaal voor het veerkrachtige 5 onderdeel echter ook een rond materiaal in aanmerking, dat behalve de reeds genoemde vormen ook kan worden gebogen respectievelijk gewikkeld tot een cilinder- of kegelvormige schroefveer. In verband met relatief grote steunwielen komen zelfs rechte veerstaven in aanmerking. De laatstgenoemde kunnen zich ook met betrekking tot 10 cL® bevestigingsplaats aan het frame naar achter uitstrekken, zodat zij bij normale belasting niet slechts op buiging maar ook op torsie worden belast.

Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm zijn de elastische zijsteunen zodanig veerkrachtig, dat zij volledig kunnen 15 "omklappen" en dus geen schade kan ontstaan, wanneer het rijwiel op de zijde valt of wordt geworpen. Zulk een uitvoering vermijdt beschadigingen aan de zijsteunen, die anders te vrezen zijn, wanneer een wiel met kracht op de zijde wordt'gelegd, waarmee bij het spelen rekening moet worden gehouden. Deze uitvoering vermijdt ook de bouw-20 kosten vergrotende aanslagorganen en het daarmee gepaard gaande verwondingsgevaar door kneuzen.

De vernieuwing is niet vastgelegd op een bepaalde veerkarakte-ristiek. Hoewel hierboven slechts als voorbeeld getallenwaarden van afzonderlijke punten van een veerkarakteristiek zijn aangegeven, 25 betekent dit niet dat voor alle aan elkaar toegevoegde paren van waarden van draaimoment en uitwijking dezelfde verhouding geldt.

In plaats van een lineaire zou bijvoorbeeld ook een progressief werkende veerkrachtige afsteuning kunnen worden toegepast, waarbij een terugstelkracht in verhouding tot de uitwijking meer dan even-50redig toeneemt.

Het is voordelig om de zijsteunen zodanig in te richten, dat de steunwielen op een vlak oppervlak met voorspanning tegen de grond worden gedrukt. Telkens volgens de geometrie van de zijsteun zal men daarbij gewoonlijk het vrije uiteinde daarvan, dat het steun-55wiel ondersteunt, in de ontspannen toestand naar binnen in de richting van het achterwiel laten wijzen, zodat in de ontspannen toestand het steunwiel bij een val wordt gehouden, echter in de normale voorgespannen toestand bij het rijden op een vlak oppervlak enigszins loodrecht staat.

40 Het is bekend om de zijsteunen naast de achterwielas aan het 790 83 23 * 5 rijwielframe kracht- of vormsluitend te bevestigen. Hiervoor kunnen geschikte bevestigingsmiddelen worden gebruikt, die bij voorkeur zo- v danig zijn uitgevoerd, dat zij een naarvoren of naar achteren zwenken van de zijsteunen verhinderen. Met betrekking tot de sterke 5 elastische vervormingen van de nieuwe zijsteunen is het voordelig wanneer de aan de vervorming onderworpen onderdelen bij de beves-tigingsplaats niet door gaten, sleuven of dergelijke verzwakt zijn.

Om de voor spanning op elke gewenste waarde te kunnen instellen is een klembevestiging aangebracht, die het klemmen van een het steun-10 wiel ondersteunende arm in een willekeurige stand mogelijk maakt.

Be beveiliging tegen draaien kan daarbij op een zodanige wijze worden uitgevoerd, dat deze met uitsteeksels in een gewoonlijk de achterwielas opnemende lengtesleuf van het frame ingrijpt.

Be uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand 15 van de tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een elastische zijsteun volgens de uitvinding en de bevestiging daarvan toont; en fig. 2a, b, c zijaanzichten en een bovenaanzicht van een klembevestiging van de zijsteun volgens de uitvinding illustreren, 20 die afwijkt van de uitvoering volgens fig. 1.

In fig. 1 is het einde 10 van de achterwielvork van een rijwiel getoond en bovendien een als geheel met 12 aangeduide, instelbare elastische zijsteun met een steunwiel 14· Be zijsteun 12 bestaat in detail uit een arm 16, alsmede een binnenste klanelement 18 en een 25 buitenste klemelement 20. Be beide klemelementen 18, 20 zijn voorzien van lengtegaten 22 respectievelijk 24 en worden daardoor op het naar buiten tot -voorbij de achterwielvork 10 uitstekende einde van de niet getoonde achterwielas gestoken en door de, het achterwiel bevestigende moeren aan het rijwielframe vastgelegd. Baarbij grijpen 30 twee uitsteeksels 26 aan de rand van het lengtegat 22 in het binnenste klemelement 18 in de gewoonlijke lengtesleuf 28 aan het einde van de achterwielvork, die de achterwielas opneemt. Op deze wijze wordt het binnenste klemelement 18 tegen verdraaiing geborgd.

Het verdraaien van het buitenste klemelement 20 en van de arm 16 35 met betrekking tot het binnenste klemelement 18 wordt door tegen elkaar gelegen loodrechte randen respectievelijk dwarse of schuine vlakken verhinderd. Be lengtegaten 22 en 24 storen niet de instelling van de achterwielas in de lengtesleuf 28.

Het klemmen van het rechte bovenste deel van de arm 16, dat 40 tussen de tegen elkaar liggende klemelementen 18 en 20 in loodrechte 790 83 23 4. “ <! 6 richting is geleid, vindt plaats met "behulp van en spansehroef 30 met een onderliggende schijf 32 en een buitenste dopmoer 34, die de voorste einden van de beide klemelementen naar elkaar toe trekken. De spansehroef zit in overeenkomstige gaten in de klemelementen.

5 Doordat het bovenste rechte einde van de arm 16 voldoende lang is gekozen, kan de zijsteun volgens steeds gelijke uitvoering en grootte worden vervaardigd en worden aangebracht aan rijwielen van verschillende grootte met telkens de gewenste voorspanning ten opzichte van de grond.

10 De uitvoeringsvorm heeft een arm 16 die uit een vlak materiaal met rechthoekige doorsnede en met een dikte van ongeveer 1,5 tot 3 mm en een breedte van ongeveer 15 tot 30 cm is vervaardigd. Het materiaal is een geschikt veerstaal, dat op de getoonde wijze in het middengebied met stralen van ongeveer 30 tot 40 mm S-vormig is 15 gebogen, zodat het onderste vrije einde van de arm 16 dat het steun-wiel 14 ondersteunt, ten opzichte van het bovenste rechte einde van de arm 16 ongeveer 10 tot 15 cm zijdelings is verschoven, terwijl de zijsteun ook ongeveer evenveel ten opzichte van de achterwiel-vork 10 uitsteekt. De elasticiteit van de arm 16 kan zodanig worden 20 gekozen, dat een op het steunwiel 14 werkende, naar boven gerichte kracht van bijvoorbeeld 100 N een uitwijking in de orde van grootte van 30 tot 70 mm ten gevolge heeft. De arm 16 moet ook niet worden beschadigd, wanneer deze in dezelfde richting verder naar boven wordt doorgebogen, zoals het geschiedt wanneer het rijwiel tegen de 25 veerkracht op de zijde wordt gelegd.

Opdat de spansehroef 30 en de bijbehorende moer 34 op de gewenste wijze een spankracht op de arm 16 uitoefenenen daarbij juist zit, is volgens fig. 1 het buitenste schroefonderdeel, in dit geval de moer 34» aan de ene zijde van zijn omtrek de arm 16 bedekt 30 en aan de andere zijde door een uitsteeksel 40 op het buitenste klem-element 20 in de vorm van een omgebogen stuk naar buiten is afgesteund. Zoals blijkt uit de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 zou in de plaats van het buitenste omgebogen stuk 40 ook een binnenste omgebogen stuk 42 of dergelijke worden aangebracht.

35 Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 wordt de arm 16 tegen verdraaiing in de klembevestiging 18, 20 geborgd, doordat deze aanligt tegen een trapvormige schouder 36 van het buitenste klem-element 20. Ook zou volgens fig. 2a, b de trapvormige schouder 36 kunnen worden vervangen door een binnenste rand 38 van het lengte-40 gat 21 in het buitenste klemelement 20, waardoor de spansehroef 30 790 8 3 23 7 > zich uitstrekt. Op overeenkomstige wijze zou echter ook door omkanten van de rand van het met het lengtegat 21 in lijn liggende lengtegat 19 in het klemelement 18 voor een "borging tegen verdraaien van de arm 16 worden gezorgd.

5 De elastische zijsteun in de voorgestelde vorm heeft tezamen met een geschikte klembevestiging, bijvoorbeeld volgens fig. 1 of fig. 2 het essentiële voordeel, dat deze telkens volgens de grootte van het rijwiel en de gewenste voorspanning qua lengte respectievelijk qua hoogte afzonderlijk kan worden ingesteld, waarbij dan slechts 10 het bovenste einde van de arm 16 meer of minder ver buiten de klembevestiging 18, 20 uitsteekt. Een ander essentieel voordeel bestaat daarin, dat onafhankelijk van de lengte van de veerkrachtige arm tussen de lager— plaats van het steunwiel en de spanplaats in de klembevestiging, de arm telkens met zijn gehele lengte aan de vering 15 ter beschikking staat. Dit levert een optimale veerlengte, hetgeen een gunstige invloed heeft op de elastische eigenschappen van de nieuwe zijsteun.

79083 23

Claims (21)

1. Elastische zijsteun met steunwiel voor een kinderrijwiel, met het kenmerk, dat de zijsteun als één stuk uit een enkel veerkrachtig onderdeel bestaat, dat enerzijds losmaakbaar aan 5 het rijwielframe kan worden bevestigd en anderzijds rechtstreeks zelf de steunwielas draagt, waarbij de elastische uitwijking in de gemonteerde toestand bij een draaimoment van 15 Hm ten minste 20 mm bedraagt.

2. Zijsteun volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, 10 dat de uitwijking bij een draaimoment van 15 Nm ten minste 40 mm bedraagt,

3· Zijsteun volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uitwijking bij een draaimoment van 15 Hm ten minste 60 mm bedraagt. 15

4· Zijsteun volgens één van de conclusies 1 t/m 3> m e t het kenmerk, dat deze aan beide zijden tot aan de aanlegplaats van het elastische onderdeel (16) of het steunwiel (14) aan het frame of achterwiel elastisch naar buiten zwenkbaar is.

5· Zijsteun volgens één van de conclusies 1 t/m 4> g e k e n - 20 merkt door een met de uitwijking progressief sterkere vering.

6. Zijsteun volgens één van de conclusies 1 t/m 3» m e t het kenmerk, dat de veerweg door een aanslag wordt begrensd.

7. Zijsteun volgens één van de conclusies 1 t/m 6, m e t 25 het kenmerk, dat het verende onderdeel (ié) een arm is, die bestaat uit een vlak materiaal van veerstaal met rechthoekige doorsnede .

8. Zijsteun volgens conclusie 7> m e t het kenmerk, dat de arm ongeveer 1,5 tot 3 mm dik is en ongeveer 15 tot 30 mm 30 breed is, terwijl het zijdelings uitsteken daarvan ongeveer 10 tot 15 cm bedraagt.

9. Zijsteun volgens conclusie 7 of 8,met het kenmerk, dat de arm (16) onder vermijding van knikken gebogen is uitgevoerd.

10. Zijsteun volgens conclusie 9>met het kenmerk, dat de arm (16) hoofdzakelijk S-vormig is gebogen.

11. Zijsteun volgens conclusie 9> m e t het kenmerk, dat de arm hoofdzakelijk L-vormig of U-vormig gebogen is uitgevoerd.

12. Zijsteun volgens conclusie 10 of 11,met het ken- 40. er k, dat de gebogen delen een straal van ongeveer 20 tot 40 mm 790 8 3 23 9 . ’Κ hebben.

13. Zijsteun volgens één van de conclusies 1 t/m 6, m e t het kenmerk, dat het veerkrachtige onderdeel (16) een rechte of gebogen arm is, die bestaat uit een materiaal met ronde 5 doorsnede, die op buiging en/of torsie belastbaar is en waarvan het buitenste einde de as van het steunwiel (14) vormt.

14· Zijsteun volgens conclusie 13» met het kenmerk, dat het veerkrachtige onderdeel (16) ten minste gedeeltelijk volgens een cilinder- of kegelvormige schroefveer is gewikkeld. 10

15- Zijsteun volgens één van de conclusies 7 t/m 14» met het kenmerk, dat het vrije einde van de arm in de ontspannen gemonteerde toestand zodanig naar binnen en/of naar onder wijst, dat het steunwiel (14) bij een val wordt gehouden.

16. Zijsteun volgens één van de conclusies 7 t/m 15» m e t 15 h e t kenmerk, dat de arm (16) aan het bovenste einde met een losmaakbare klembevestiging (18, 20) aan het rijwielframe kan worden bevestigd.

17- Zijsteun volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de klembevestiging (18, 20) aan de aehterwielas van het rijwiel 20 met behulp van de wielmoer kan worden bevestigd, waarbij deze tegen verdraaien kan worden geborgd door uitsteeksels (26) die ingrijpen in een de aehterwielas opnemende lengtesleuf (28) van het frame.

18. Zijsteun volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de klembevestiging bestaat uit een binnenste en 25 buitenste klemelement (18, 20), die enerzijds door de wielmoer en anderzijds door een spanschroef (30) met moer (34) onder inspanning van het elastische onderdeel (16) aan elkaar kunnen worden geschroefd, · waarbij de hoekverdraaiing van het elastische onderdeel (16) tussen de klemelementen (18, 20) door daaraan gevormde kanten (36) of uit-30 steeksels (38) is geborgd.

19. Zijsteun volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de schroefverbindingen met corresponderende lengtegaten (10, 21,· 22, 24) in de klemelementen (18, 20) samenwerken.

20. Zijsteun volgens conlcusie 18 of 19, m e t het ken-35 m e r k, dat een de hoekverdraaiing van het elastische onderdeel (16) borgend uitsteeksel bestaat uit een rand (38) van een lengte-gat (21) in één van de klemelementen (20).

21. Zijsteun volgens één van de conclusies 18 t/m 20, met het kenmerk, dat de spanschroef (30) respectievelijk de 40 moer (34) aan de ene zijde van zijn omtrek het elastische onderdeel 790 33 23 4 (16) bedekt en aan de andere zijde door een uitsteeksel (40; 42) wordt afgesteund tegen één van de klemelementen (20). 790 8 3 23