NL7908277A - Onder druk staand dragermengsel voor aerosolpreparaten. - Google Patents

Onder druk staand dragermengsel voor aerosolpreparaten. Download PDF

Info

Publication number
NL7908277A
NL7908277A NL7908277A NL7908277A NL7908277A NL 7908277 A NL7908277 A NL 7908277A NL 7908277 A NL7908277 A NL 7908277A NL 7908277 A NL7908277 A NL 7908277A NL 7908277 A NL7908277 A NL 7908277A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spray
nozzle
carrier mixture
valve
aerosol
Prior art date
Application number
NL7908277A
Other languages
English (en)
Other versions
NL177608B (nl
NL177608C (nl
Original Assignee
Schwarzkopf Gmbh Hans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schwarzkopf Gmbh Hans filed Critical Schwarzkopf Gmbh Hans
Publication of NL7908277A publication Critical patent/NL7908277A/nl
Publication of NL177608B publication Critical patent/NL177608B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL177608C publication Critical patent/NL177608C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/14Containers or packages with special means for dispensing contents for delivery of liquid or semi-liquid contents by internal gaseous pressure, i.e. aerosol containers comprising propellant for a product delivered by a propellant
    • B65D83/44Valves specially adapted therefor; Regulating devices
    • B65D83/48Lift valves, e.g. operated by push action
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K3/00Materials not provided for elsewhere
    • C09K3/30Materials not provided for elsewhere for aerosols

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Medicinal Preparation (AREA)
  • Cosmetics (AREA)

Description

-- ¢1 -1- 21012/CV/ts *
Aanvrager: Hans Schwarzkopf GmbH, te Hamburg, Bondsrepubliek Duitsland.
Korte aanduiding: Onder druk staand dragermengsel voor aerosolpreparaten.
De uitvinding heeft betrekking op een onder druk staand dragermeng-5 sel voor aerosolpreparaten van een zelfaandrijvend sproeisysteem voor toepassing als universeel spray in het bijzonder in de cosmetica, voor ruimte-behandeling en/ of in de geneeskunde op de basis van af te geven hormonen, organische oplosmiddelen, water en drijfmiddelen in een sproeihouder, bijvoorkeur in een aerosolbus met fijnvernevelingsklep, en een werkwijze voor 10 de vervaardiging van het dragermengsel volgens de uitvinding voor aerosolpreparaten en op een inrichting, die bij de vervaardiging van het dragermengsel en zijn toepassing als aerosolpreparaat geschikt is.
Er zijn reeds talrijke zelfaandrijvende sproeisystemen bekend.
Zo wordt in het Amerikaanse octrooischrift 3.387.425 een werkwij-15 ze voor de vervaardiging van aerosolverpakkingen beschreven,waarbij in een sproeibus het af te geven middel als vloeibaar concentraat ingevuld, daarna de sproeibus met een klep afgesloten wordt en door de klepafsluiting als drijfmiddel een verzadigde Oplossing van een gecomprimeerd gas, dat uit de groep bestaande uit kooldioxyde, stikstofoxyde en stikstof in een 20 normaal gasvormige vlóeibaar gemaakte chloorfluoreerde verzadigde alifa-tische koolwaterstof uitgekozen is, wordt ingevuld. Hierbij vinden als chloorgefluoreerde verzadigde alifatische koolwaterstoffen dichloordifluor-methaan, trichloormonofluormethaan, dichloortetrafluorethaan en mengsels daarvan toepassing. Op grond van milieubescherming zijn pogingen op gang 25 gebracht de toepassing van dergelijke chloorgefluoreerde koolwaterstoffen te verbieden.
In het Duitse Auslegeschrift 2.327.067 is een uit onder druk staande houders als haar»·, lichaams- of ruimtespray te versproeien mengsel van kooldioxyde en oplossingsmiddel als drijfmiddel,werkzame stof eri oplos- stof* 30 singsmiddelen voor dewerkzame/ bescnreven, welke daardoor gekenmerkt is, dat het mengsel als drijfmiddel aceton en/of diethylcarbonaat bevat, waarop 1-15 % kooldioxyde tot aan een verzadigingsdruk van 6 atü opgedrukt is.
Deze spray bezit een hoogigehalte aan brandbare bestanddelen. In de Duitse octrooiaanvrage 2.705.872 is een aerosol beschreven, *.dat een vloeibaar 35 mengsel uit een koolwaterstof-drijfmiddel, water en een organisch oplosmiddel omvat, daardoor gekenmerkt, dat het vloeibare mengsel een enkele fase,,vormt en althans in hoofdzaak uit: a) 5 tot 30 gew. % van een koolwaterstof-drijfmiddel, dat een 7908277 * » w
1C
* -2- 21012/cv/ts druk van 1,5 tot 8,5 kp/cm^ bij 25°C in de aerosolhouder levert, b) 5 tot 30 gew. % water, c) 10 tot 40 gew. % methyleenchloride· en/of 1,1,1-trichloorethaan en 5 d) ten minste 37 gew. % ethanol, n-propanol en/of iso propanol bestaat.
Naar de daar op bladzijde 5 gegeven informatie moeten ten minste 95 gew. % van het vloeibare mengsel uit genoemde bestanddelen a) tot b) worden gevormd, terwijl kleinere hoeveelheden van andere organische 10 vloeistoffen opgenomen kunhen zijn,·'vooropgesteld, dat zij de eigenschappen van het middel niet op van belang zijnde wijze nadelig beïnvloeden.
Als voorbeelden wordemldimethoxymethaan, methaancarbonzuurethylester, aceton, dimethylether, diethylether, 2-methoxyethanol, 2-ethoxyethanol of een butanol genoemd. Aanvullend op het koolwaterstofdrijfmiddel kunnen 15 gecomprimeerde gassen, zoals bijvoorbeeld kooldioxyde en/of distikstof-monoxyde in het aerosol opgenomen zijn. Dit bekende aerosol, dat 5 tot 30, bij voorkeur 10 tot 20 gew. % van een koolwaterstofdrijfmiddel ter bereiking van een druk van 1,5 tot 8,5 kp/cm^ bij 25°C in een aerosolhouder bevat, bezit echter het nadeel, dat bij zijn vervaardiging uit de com-20 ponenten a, b, c, en d, waarbij de keuze zo getroffen wordt, dat voldaan wordt aan de eisen, die in de conclusies 1-4 zijn aangegeven, daarbij nimmer eenfasige aerosols met ten minste 55 gew. % niet-brandbare bestanddelen verkregen kunnen worden, zoals uitgevoerde onderzoekingen hebben aangetoond. Dit is ook niet mogelijk indien de daar,op bladzijde 5 genoem-25 de kleinere hoeveelheden van andere organische oplosmiddelen en/of gecomprimeerde' gassen mee toegepast worden. Het aerosolpreparaat volgens de uitvinding bevat echter geen koolwaterstofdrijfmiddel.
In de Japanse octrooiaanvrage Sho 46-28440 is een eenfase aerosol-samenstelling uit fe) 1-5 gew. % bestrijdingsmiddelen voor schadelijke or-30 ganismen,(b) 0 -20 gew. % korte kettingen bezittende alcoholen met 2 tot 3 koolstofatomen, ethyleenglycomonoalkylether met 1 tot 4 koolstofatomen in de alkylrest of diethyleenglycolmonoalkylether met 1 tot 4 koolstofatomen in de alkylrest, (c) 1,5 tot 15 gew. % polyoxyethyleenalkylarylether met 8 tot 18 polyexyethyleenresten of polyoxyethyleen hogeren alhohol-e-35 thers met 6 -15 polyoxyethyleenresten,(d) 20 tot 50 gew. % water en (e) 20 tot 50 gew. % dimethylether beschreven. De droogtijden van de versproeide aerosols zijn zeer groot' in vergelijking met de droogtijden * van vergelijkbare aerosols op de basis van fluorkpolwaterstoffen als drijfgas. In de Japanse octrooiaanvrage Sho 47*22599 is een aerosol van 7908277 ,/ -3- 21012/CV/ts een vormgevingsdispersie voor de haarbehandeling beschreven, welke een mengsel bevat, dat voor de waterige dispergering een overeenkomstige hoeveelheid van een vormgevingsmiddel “door dispergeren van organische amine, bevochtigingsraiddelen, thio-ureum of ureum en parfum in de waterige oplos-5 sing van een kationisch hars vervaardigd werd, 20 tot 50 gew. % dimethyl-ether, betrokken op de dispersie als toevoeging bevat, in de spuitbus afgevuld en afgesloten is. Het nadeel van dit aerosolpreparaat bestaat daarin, dat het hier gaat om· een dispersie en niet om een heldere oplossing.
10 Met de uitvinding wordt beoogd een onder druk staand ,dragermeng- sel voor aerosolpreparaten van een zelfaandrijvend sproeisysteem voor toepassing als universele spray, in het bijzonder in de cosmetica, voor de ruimtebehandeling en/of in de geneeskunde op de basis van af te geven hormonen,organische oplosmiddelen, water en drijfmiddelen in een sproei- 15 houder, bij voorkeur in een a erosolbus met fijnvernevelingsklep, en een vervaardiging van het dragermengsel volgens de uitvinding voor aerosolpreparaten, en een inrichting die bij de vervaardiging van het drqgermeng-sel en zijn toepassing als aerosolpreparaat geschikt is, ter beschikking te stellen, welke 20 1. In de drukgashouder als een stabiele homogene oplossing- dus als enige fase - aanwezig is, opdat; bij het gebruik de spray steeds in dezelfde samenstelling wordt afgegeven, 2, In de oplossing een zo hoog mogelijk aandeel aan ’.niet brandbare bestanddelen bezit, opdat transport, opslag en gebruik zo goed mogelijk 25 zonder risiko van ongevallen en milieuvriendelijk kan plaats vinden en 3, Vrij van chloorgefluoreerde koolwaterstoffen en koolwaterstof-drijfgassen is, 4, Vrij van chloreerde koolwaterstoffen, bijvoorbeeld methyleen-chloride en/of 1,1,1-trichloorethaan is, 30 5. Droogtijden en een sproeigedrag althans onder toepassing van een speciaal aangepaste drukklep bezitten die in vergaande mate overeen komen met de bekende aerosolpreparaten op de basis van fluorchloorkool-waterstofdrijfgassen, 6. Volgens gebruikelijke werkwijzeivan de vlamstraalmeting geen 35 vlamstraal geven en niet meer van 45- gew. % brandbare aandelen bevat.
Onderwerp van de uitvinding is een onder druk staand dragermengsel voor^aerosolpreparaten van een zelfdrijvend sproeisysteem voor toepassing als universele spray op de basis van af te geven werkzame stoffen 7908277 t - » · '
V
-4- 21012/CV/ts organische oplosmiddelen, water en drijfmiddelen in een sproeihouder, daardoor gekenmerkt, dat het dragermengsel als homogene oplossing aanwezig is en deze 70,0 -50,1 gew. % water, 5 38,5 -28,7 gew. % dimethylether, 0,5 -10,0 gew. % iso-propanol en/of ethanol en/of n-propanol en 1,4 - 0,8 gew. % kooldioxyde- omvat, waarbij de aangegeven gew.
% elkaar moeten aanvullen tot 100 gew. %.
In de zin van onderhavige uitvinding worden onder niet brandbare 10 bestanddelen water, kooldioxyde en dergelijke andere bestanddelen, bijvoorbeeld werkzame stoffen, verstaan, welke een ontstekingstemperatuur boven de 600° C bezitten.
De dragermpngsels van de aerosolpreparaten volgens de uitvinding kunnen geformuleerd worden met cosmetische, hygiënische of medicinaal 15 actieve bestanddelen (werkzame stoffen) en geven preparaten voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld als sprays voor cosmetica, ruimte-of medicinale doeleinden, bij voorkeur deo-sprays.
Als actieve bestanddelen kunnen bijvoorbeeld haarverzorgende substanties, haarsprayhars, transpiratie tegenwerkende middelen, deodoranten, 20 ·bacteriënbestrijdingsmiddëlen, parfums, fungicides, planten- en/of orgaan-extracten opgenomen zijn.
Het in de aerosolpreparaten volgens de uitvinding toegepaste waterige dragermengsel is gebaseerd op de drijfgassen kooldioxyde en dimethylether als drijfmiddel.
25 Een uitvoeringsvorm van het dragermengsel wordt daardoor gekenmerkt, dat het als drijfgassen 0,8-1,1 gew. % kooldioxyde en .28,7-38,5 gew. % dimethylether bevat, waarbij de gew. % op het totale gewicht van het waterige dragermengsel betrokken zijn.
Een andere uitvoeringsvorm van het dragermengsel wordt daardoor 30 gekenmerkt, dat het 54,0 -70,0 gew. % water bevat, waarbij de gew. % op het totale gewicht van het waterige dragermengsel betrokken zijn.
Een verdere uitvoeringsvorm van het dragermengsel^wordt daardoor gekenmerkt, dat het 5,0 - 10,0 gew. % alcoholen met 2 en/of-3 C-atomen bevat, waarbij de gew. % op het totale gewicht van het waterige drager-35 mengsel betrokken zijn.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van het dragermengsel wordt daardoor geketynerkt, dat het dragermengsel 7908277 * -5- 21012/CV/ts 54,0 - 55,0 gew. % water, 0,9 - 1,1 gew. % kooldioxyde, 38,5 - 35,1 gew. % dimethylether, 9,0 - 6,4 gew. % alcoholen met 2 en/of 3 C-atomen bevat, waar- 5 bij de aangegeven gew. % elkaar tot aan 100 gew. % moeten aanvullen.
Bij de vervaardiging van het dragermengsel, respectievelijk de aerosolpreparaten volgens de uitvinding wordt de soort en hoeveelheid aan benodigde werkzame stoffen, alcoholen van de genoemde soort, kooldioxyde, dimethylether en water onder rekening houden met het toepassings- \ 10 doel in een beproevingshoeveelheid kwalitatief en kwantitatief onder rekening houden met de bovengenoemde gew. % -gebieden zodanig afgesterad, dat een homogene oplossing als enige fase ontstaat, welke zich perfect tot een voor gebruik gereed zijnd aerosol laat versproeien.
Bij vervaardigde dragermengsels voor aerosolpreparaten van boven-15 genoemde de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm bedroeg het gehalte aan niet brandbare bestanddelen 55,1 -55,9 gew. %. Dit betekent ten opzichte van de stand van de techniek volgens de Duitse 'octrooiaanvrage 2.705.872 voorbeeld 2, met maximaal 40 gew. % onbrandbare bestanddelen een sprongsgewijze vooruitgang. Op grond hiervan worden de aerosolpreparaten van de 20 uitvinding bij transport, bij opslag en bij gebruik als een aan risiko voor ongevallen arm produkt voor het aangegeven doel toegepast, zodat liet als "veiligheids-aerosolpreparaat" kan worden aangeduid.
Een werkwijze voor de vervaardiging van een dragermengsel voor voor gebruik gereed zijnde aerosolpreparaten van de uitvinding wordt 25 daardoor gekenmerkt, dat werkzame stoffen, water, organische oplosmiddelen tot een mengsel verwerkt worden en een vereiste deelhoeveelheid in een drukspuithouder ingevuld wordt, waarna de houder wordt afgesloten, zodat dan na het onder druk inbrengen van dimethylether en daarna van kooldioxyde de vloeibare vulling als een uit een fase bestaande homogene oplossing aan-30 wezig is.
Onderwerp van · de uitvinding is ook een inrichting om het dragermengsel en de daaruit vervaardigde aerosolpreparaten bij het versproeien een geschikte fijne druppeitverdeling te geven, daar met de tot nu toe bekende inrichtingen van soortgelijke bouwwijze aerosols versproeid werden 35 die door de gebruikers als te nat bevonden werden.
Dit oogmerk van de onderhavige uitvinding is uitgaande van de in het Duitse octrooi 1.575.851 beschreven zelfsluitende sproeiklep voor gas-en/of vloeistofoplossingen bevattende drukhoudeis daardoor opgelost, dat in 7908277
1 I
*· - -6- 21012/CV/ts het klepschachtgedeelte een speciaal smoorlichaam aangebraoht is en aanvullend de sproeikop op speciale wijze uitgevoerd.
Onderwerp van de uitvinding is een aerosolbus met een zelfsluiten! de sproeiklep voor gas- en/of vloeistofoplossingen bevattende drukhouder 5 is uitgerust met een klepschacht, welke binnen een klephuis in openingsrichting tegen de werking van een sluit- drukveer axiaal beweegbaar is, welke via het klephuis afgestamd is, waarbij in de klepschacht een axiaal uitlaatkanaal met het inwendige van de onder druk staande houder met behulp van een radiaal uitlaatkanaal verbon-10 den is, welke in een ringvormige groef in de klepschacht uitmondt, waarvan het radiale uitlaatkanaal in de sluitstand door een elastische ringvormige afdichtschijf gesloten is, waarvan de cylindrische binnenomtrek met radiale voorspanning in de ringvormige groef ingrijpt en waarvan de buitenrand tussen het klephuis en de dekselkoppel niet ingespannen is, 15 waarbij in de sluitstand de de houder toegekeerde schouder van de ringvormige groef onder de werking van de sluitdrukveer aan dê afdichtschijf afdichtend aanligt, terwijl de van de ringvormige groef in de klepschacht op het boven de neutrale buigzone liggende omvangsgedeelte van het gat in de afdichtschijf inwerkende krachten in een ten opzichte 20 van de klepschacht telkens radiale en een as-parallelle krachtcomponent uiteenvallen, welke aan de bovenrand het grootste zijn en bij gesloten klep ook de door de ringvormige groef in de klepschacht op het onder de neutrale buigzone liggende omvangsgedeelte van het gat in de afdichtschijf inwerkende krachten in een ten opzichte van de klepschacht telkens radiale 25 en een asparallelle krachtcomponent uiteenvallen, waarbij deze krachtcom-ponenten aan de onderste rand van het gat van de afdichtschijf het grootste zijn, welke aan het speciale gebruiksdoel door de combinatie van de uitvoeringen a, b, c, d, e en f aangepast aanwezig ie, zodat a) . In het axiale-uitlaatkanaal van het klepschachtgedeelte een 30 smoorlichaam ingeperst aangebracht is, dat als cylindrisch doorboord lichaam is uitgevoerd en in het centraal aangebrachte smoorkanaal een in het midden yan het smoorlichaam liggend bruggedeelte met de doortredeopening is aangebracht, b) . De wervelsproeikop met ingebouwd wervelmondstuk vast, maar 35 losneembaar opgezet is en de sproeikop een cylindrische mondstukopneemtap heeft, welke twee asparallelle vlakken omvat, die vanaf de mondstukope-ning uit gezien loodrecht zijn aangebracht c) . De mondstukopneemtap opgeperst het wervelmondstuk draagt, waarvan vier aanwezige ruggen op het eindvlak van de mondstukopneemtap 7908277 -7- 21012/CV/ts liggen d) . De vier ruggen op de mondstukopening aan de binnenzijde van het wervelraondstuk een ongeveer oylindrische wervelkamer vormen en de ruggen de intredekanalen vrijgeven, welke tangentieel ten opzichte van 5 de cirkelvormige mondstukopening liggen, e) . Op het buitenvlak van het wervelmondstuk concentrisch ten opzichte van de mondstukopening een cylindrische uitsparing is aangebracht, f) . De wervelsproeikop een ongeveer excentrisch aangebrachte zich vernauwende kamer omvat, welke in verbinding met het ringvormige kanaal i 10 staat en onder de daaronder liggende opneemopening voor het opnemen van het klepschachtgedeelte overgaat.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1 tooht een doorsnede over een sproeiklep in gesloten stand.
15 Fig. 2 toont de in fig. 1 weergegeven sproeiklep in geopende stand.
Fig. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van een sproeiklep in langsdoorsnede, waarbij de sproeiklep in het linker gedeelte in geopende stand en in het rechter gedeelte in gesloten stand afgebeeld is.
Fig. 4 toont een doorsnede over een smoorlichaam.
20 Fig. 5 toont een doorsnede over een wervelsproeikop.
Fig. 6 toont een doorsnede over de in fig. 5 afgebeelde wervelsproeikop, gezien volgens de lijn A-B.
Fig. 7 toont een doorsnede over de mondstukopneemtap van de wervelsproeikop met ingezet mondstuk.
25 Fig. 8 toont een aanzicht op de binnenbodem van het inzetmondstuk.
Fig. 9 toont een vertikale doorsnede over het in fig. 8 gedeeltelijk weergegeven mondstuk.
Fig. 10 toont een verdere uitvoeringsvorm van een sproeiklep in langsdoorsnede.
30 Fig. 11 toont op grotere schaal een deel van fig. 10.
Fig. 12 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van de in fig. 10 en 11 weergegeven constructie.
Fig. 13 toont een aerosolsproeibus in langsdoorsnede voorzien van een sproeiventiel van de in figuren 1-12 afgebeelde soort en gevuld met 35 een aerosolpreparaat.
In de figuren 1 en 2 is een zelfsluitende sproeiklep voor een gas -„ vloeistofoplossing, bijvoorbeeld een vloeibaar gemaakt drijfgas bevattend aerosolpreparaat bevattende, niet nader weergegeven onder druk ’ 7-3 ü 2 2 7 7 τ -8- 21012/CV/ts staande houder weergegeven, welke sproeiklep althans in hoofdzaak uit een huis 1, een klepschacht 2, een elastische afdichtschijf. 3 en een sluitveer 4 bestaat. De klepschacht 2 is tegen de werking van de sluitdrukveer 4 en de elasticiteit van de afdichtschijf in openingsrichting beweegbaar. De 5 gatrand van de afdichtschijf 3 is met radiale voorspanning ingezet in een ringvormige groef 5 van de klepschacht, waarvan de grootste breedte over ongeveer eenderde groter bemeten is dan de dikte van de afdichtschijf.
Bij de in fig. 1 afgebeelde gesloten stand van de klep worden de van de ringvormige groef 5 in de klepschacht 2 op de boven en onder de neutrale 10 buigzone liggende oratreksdèlen van het gat in de afdichtschijf 3 gelijktijdig inwerkende krachten in een ten opzichte van de klepschacht 2 telkens ongeveer radiale en een ongeveer asparallelle krachtcomponent ontbonden. Tengevolge van de profielvorm van de ringvormige groef, zijn daarbij de beide krachtcomponenten aan de bovenste en onderste gatrand 15 van de afdichtschijf het grootste bemeten. Bij het uitvoeringsvoorbeeld in fig. 1 en 2 wordt dit door een in dwarsprofiel ongeveer cirkelboogvormige ringvormige groef bereikt. Verder kan het profiel van de ringvormige groef echter ook de vorm van een kettinglijn of een parabool of dergelijke bezitten of ook V-vormig zijn uitgevoerd. Van belang is slechts, 20 dat in de nabijheid van de de houder toe - respectievelijk afge keerde gatrand in de afdichtschijf een bijzónder hoge specifieke vlakte-druk aanwezig is, waardoor zowel aan de bovenste als ook aan de onderste binnenrand een bijzonder goed afdichteffect wordt bereikt. In afhankelijkheid van de radiale voorspanning en de soort materiaal voor de afdicht-25 schijf is de vorming van een ringvormige ruimte 6 tussen de bodem van de ringvormige groef 5 en het cylindrische binnenvlak van het gat in de afdichtschijf mogelijk. Zelfs bij toepassing van bijzonder elastisch materiaal voor de afdichtschijf, dat de groef volkomen opvult, wordt . echter het nagestreefde doel van een verhoogde specifieke vlaktedruk zowel aan 30 de bovenste als ook aan de onderste gatrand door de volgens de uitvinding aangebrachte krachtsontbinding door de ringvormige groef bereikt.
5
De ringvormige groef -óverlapt althans een radiaal uitlaatkanaal 7» dat in de stromingsrichting van de oplossing van gas en vloeistof in een axiaal uitlaatkanaal 8 van de klepschacht 2 uitmondt, welke in de na-35 bijheid van het radiale uitlaatkanaal 7 begint en slechts naar het buiteneinde toe open is.
Op het het axiale uitlaatkanaal 8 omsluitende klepschachtgedeelte 9 is een uit kunststof bestaande wervelsproeikop 10 met ingezet wervel-mondstuk 37 vast, maar losneembaar opgezet. De wervelsproeikop 10 staat 7908277 -9- 21012/CV/ts - zoals dit in liet bijzonder uit de figuren 5-9 blijkt, uit een sproeikop 12 ( zonder mondstuk) met een cylindrische mondstukopneemtap 13» welke twee asparallelle vlakken 35 die van de mondstukopening 36 gezien loodrecht aangebracht zijn, omvat. De mondstukopneemtap 13 draagt opge-5 perst het wervelmondstuk 37 van welke vier ruggen 38 op het eindvlak 39 van de mondstukopneemtap 13 liggen. De vier ruggen 38 vormen om de mondstukopening 36 op de binnenzijde van het wervelmondstuk 37 een ongeveer cylindrische wervelkamer 44. Onderling geven de ruggen 38 de intredekana-len 40 vrij, welke tangentieel ten opzichte van de cirkelvormige mondstuk-10 opening 36 liggen. De ruggen 38 bezitten een cylindrische buitenzijde, welke door intredekanalen 40 onderbroken is. Op het buitenoppervlak van het wervelmondstuk 37 is concentrisch ten opzichte van de mondstukopening 36 een cylindrische uitsparing 41 aangebracht.
De wervelsproeikop 10 omvat een ongeveer excentrisch aangebrachte 15 zich vernauwende kamer 11, welke in verbinding met het ringvormige kanaal 42 staat en onder de daaronder liggende opneemopening 43 voor het opnemen van het klepsehaehtgedeelte 9 overgaat. In het axiale uitlaatkanaal 8 van het klepsehaehtgedeelte 9 is een smoorlichaam 32, dat in het bijzonder in fig. 4 duidelijk weergegeven is, ingeperst aangebracht, en dat als door-20 boord cylindrisch lichaam is uitgevoerd. Het centraal aangebrachte smoor-kanaal 33 is in een in het midden van het smoorlichaam 32 liggend brugge-deelte 31 aangebracht. De doortredeopening 27 bedraagt ongeveer 2,0 tot 3,0 mm, bij voorkeur 2,5 mm. De diameter van het radiale uitlaatkanaal 7 in de klepschacht 2 kan ongeveer 0,2 tot 0,3 mm, bij voorkeur 0,25 mm 25 bedragen. Het smoorkanaal 33 in het bruggedeelte 31 bezit een lente : diameter (1/d) verhouding van 1,0 tot 3>0, waarbij de diameter in de orde van grootte van het radiale uitlaatkanaal 7 ligt. De hoogte van het bruggedeelte 31 bedraagt ongeveer 1/10 van de lengte van het smoorlichaam 32, waarbij de diameter van de inlaat - en uitlaatopeningen van het smoorlichaam 30 32 0,5 ram tot 1,0 mm, bij voorkeur 0,8 mm bedragen. Het doortredekanaal 45 tussen de mondstukopneemtap 13 en het wervelmondstuk 37, dat door de vlakken 35 aan de mondstukopneemtap 13 en de binnenwand van het wervelmondstuk 37 wordt gevormd, heeft aan de maximale plaats een breedte van 0,15 tot 0,25 mm, bij voorkeur 0,20 mm. De lengte van dit doortredekanaal 45 35 bedraagt ongeveer 3,5 mm. Het voorste ringvormige kanaal 47 op het eindvlak 39 van de mondstukopneemtap 13 heeft een buitenste diameter van ongeveer 4 mm, een binnenste diameter, welke door de cylindrische contour van de ruggen 38 gevormd wordt. Deze inwendige diameter bedraagt 2 tot 3 mm en het voorste ringkanaal 47 bezit een kanaalhoogte, die gelijk aan 7908277 -to- ' 21012/CV/ts de rughoogte is en wel van 0,2 tot 0,3 nun, bij voorkeur 0,25 mm. De in-tredekanalen 40 zijn 0,15 tot 0,30 mm breed en bezitten de hoogte van de ruggen 38· De wervelkamer 44 heeft een ongeveer cylindrische diameter van 0,70 tot 1,30 mm, bij voorkeur 0,90 mm. De hoogte van de wervelkamer 44 ^ is gelijk aan de hoogte van de ruggen 38. De mondstukopening 36 bezit een lengte : diameter (1/d) verhouding van 0,3 tot 1,0, bij voorkeur ongeveer 0,5, waarbij de diameter 0,3 tot 0,6, bij voorkeur 0,5 mm bedraagt. De cylindrische uitsparing 41 heeft een diameter van ongeveer 1 mm en een diepte van 0,2 mm. Het het axiale uitlaatkanaal 8 omgaande buitenste klep- 10 schachtgedeelte 9 steekt door een middelste opening 14 in de koepel 15 van een deksel 16 van de houder. In de.: koepel is het klephuis 1 geplaatst, waarvan de middelste opening 14 in het de koepel toegekeerde buiten afgeschuinde eindvlak van de buitenrand van de afdichtschijf tegen de binnenzijde van de koepel door indrukken van het cylindrische deel van de koepel 15 onder een in diameter verwijd deel 17 van het klephuis vast en dicht spant.
Aan de de houder toegekeerde zijde van het ringvormige vlak 18 is een in diameter sterk verminderd binnenste geleidingsschachtgedeelte 22 aan binnen het klephuis 1 aangebrachte geleidingsklauwen 23 axiaal verschuifbaar geleid. De geleidingsklauwen zijn met de binnenwand er de 20 bodem van het klephuis 1 verbonden en als verhoudingsgewijs smalle ribben uitgevoerd. Zij sluiten tussenruimtes tussen zich in, welke verbindings-· kanalen 24 tussen het inwendige'van de houder en het klephuis vormen.
De beide einden van de het geleidingssehachtgedeelte 22 omgevende sluitdrukveer zijn aan de de houder toegekeerde eindzijden van het ring- pc vlak 18 op een ringvormige schouder 25 en tegen de deze toegekeerde eindzijden 26 van de geleidingsklauwen 23 van het klephuis afgesteund. De binnenste geleidingsschacht 22 van de klepkegel is in de nabijheid van het tegen de ringschouder 25 liggende buiteneinde van de sluitdrukveer 4 op geringe lengte in diameter ongeveer aan de binnendiameter van de sluit-drukveer aangepast, waarvan de buitendiameter ongeveer overeenkomt met die van het buitenste klepschachtgedeelte 9. Het hoofdgedeelte van het binnenste klepschachtgedeelte 22 Is ten opzichte van de binnendiameter van de sluitdrukveer 4 geringer bemeten om een wrijving tussen de zich relatief ten opzichte van elkaar bewegende delen te vermijden. Doelmatig 35 bezitten ook de geleidingsklauwen 23 in de nabijheid van hun de sluitdrukveer toegekeerde eindzijde 26 het binneneinde van de sluitdrukveer van buiten omgevende niet .weergegeven aanzetstukken waardoor het einde van de veer is vastgelegd.
7908277 -11- 21012/CV/ts
Het klephuis 1 is in de bodem met een doortredeopening 27 uitge-rust, welke in een in de houder gericht aanzetstuk 28 voor een daarop opgeschoven dompelbuis 29 uitmondt. Het aanzetstuk 28 kan zijn voorzien van een tandvormige ringvormige kraag 30, waardoor een vergrendelende verbin-5 ding tussen de dompelbuis en het aanzetstuk 28 wordt bereikt.
.De in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm kenmerkt zich daardoor, dat de bovenrand van het klephuis 1 van buiten omhoog lopend schuinliggend uitgevoerd is. De middenopening 14 in de koepel van de schotel bezit een door omkralen aangebrachte binnenrol 34. Het buitenste klepschachtgedeelte 10 2 is ten opzichte van de klepschacht kleiner in diameter uitgevoerd.
De in de figuren 10, 11 en 12 weergegeven uitvoeringsvormen onderscheiden zich ten opzichte van.de in fig. 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm daardoor, dat de bodem 5a van de ringvormige groef 5 in de klepschacht 2 met de van de houder afgekeerde bovenste, ten opzichte van de hoofdas van 15 de klepschacht ongeveer normale zijwand 5b van de groef een ongeveer rechte hoek insluit. Aan de de houder toegekeerde zijde verloopt de bodem 5a op de wijze van een kegel radiaal naar beneden en naar buiten. Het groef-profiel Volgens fig. 11 en fig. 12 toont, dat de bodem ongeveer op het bovenste derde van de groefbreedte cylindrisch verloopt en daarna naar on-20 deren toe cirkelboogvormig uitgevoerd is. In plaats van een nauwkeurig cirkelboogvormige lijn kan de groef naar de onderzijde ook in de vorm van een andere boogvormige lijn uitlopen. Belangrijk is, dat in de nabijheid. van de de houder toegekeerde gatrand 3a in de elastische afdichtschijf 3 een bijzonder hoge specifieke vlaktedruk bereikt wordt om een hoog afdicht-25 effect te bereiken.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 11 is het doelmatig, het radiale doortredekanaal 7 in de klepschacht 2 eveneens in het aan de axiale en radiale krachtcomponenten blootgestelde gedeelte van de ringvormige groef in te brengen. Dienovereenkomstig is de afstand tussen de 30 ziel van het doortredekanaal 7 en de onderste snijlijn tussen de boogvormig uitlopende groef en het cylindrische mantelvlak van het daaronder liggende gedeelte van de klepschacht 2 ongeveer 1/5 van de totale breedte van de groef tussen de snijlijn 5c en de bovenste axiale dwarsschouder 5b.
Op deze wijze voegt zich bij de radiale voorspanning waaronder de afdicht-35 schijf in de groef ingrijpt, de radiale en axiale krachtcomponenten, die in de zin van een verhoogde vlaktedruk in de nabijheid van het radiale doortredekanaal 7 door de sluitkracht van de drukveer 4 worden opgewekt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 12 bezit de klepschacht 2 . 7908277 -12- 21012/CV/ts voor de nauwkeurige bepaling van zijn sluitstand ook bij gezwollen af-dichtschijf 3 direkt boven zijn ringvormige groef althans een radiaal uitstekend vlak 46, dat voor aanslag tegen de binnenzijde van de het klep-huis 1 insluitende koepel 15 van een houdendeksel 16 ligt. In dit geval ~ 5 kan het aanbeveling verdienen het radiale doortredekanaal 7 een weinig hoger te plaatsen, daar de afdichtschijf 3 tengevolge van de steeds nauwkeurig bepaalde sluitstand met zijn bovenste gatrand in de nabijheid van de bovenste axiale dwarsschouder 5b ligt. Om de nauwkeurig vlakke stand 'an de afdichtschijf ook in de nabijheid van zijn gatrand te waarborgen 1Ω is de de opening 14 voor de klepschacht 2 begrenzende rand 15a van de koepel 15 van het houderdeksel 16 over de hoogte van het het aanslagvlak 34 vormende radiale aanzetstuk van de klepkegel bij de vervaardiging van het deksel van de houder naar boven gedrukt.
Bij gebruik wordt de wervelsproeikop 10 omlaag gedrukt. Hierbij ^ wordt het radiale uitlaatkanaal 7, dat in de ruststand door de elastische afdichtschijf 3 afgesloten is, naar beneden bewogen en met de vrije ringvormige ruimte verbonden. Gelijktijdig wordt de sluitdrukveer samengedrukt en gespannen. Het te versproeien medium wordt door de inwendige druk in de bus door de dompelbuis 29, de doortredeopening 27, en de 20
Verbindingskanalen 24 in de vrije ringvormige ruimte 20 gedrukt en doorstroomt het radiale uitlaatkanaal 7. De expansie, in het axiale uitlaatkanaal 8 van de klepschabht 2 bewerkt een dampvorming, waardoor het uit een fase bestaande mengsel in een uit twee fasen bestaand mengsel over— gaat. Bij de verdere stroming door het smoorlichaam 32, in het bijzonder ^5 door het smoorkanaal 33, wordt het mengsel gecomprimeerd en versneld, waardoor de druppelgrootte van het mengsel bij de expansie achter het smoorlichaam en in de kamerruimte 11 verfijnd wordt. Het reeds druppelvormige gereedgemaakte mengsel stroomt van de kamer 11 uit in het ringvormige kanaal 42, wordt daar opgedeeld in twee stromen axiaal ten op-zichte van de mondstukopneemtap 13, dat door de doortredekanalen 45, via het voorste ringkanaal naar de intredekanalen geraakt. De vier in-' tredekanalen 40 werken weer als smoororganen en bewerken gelijktijdig een draaivormige uitvoering van de mengselstroming in de wervelkamer.
Zowel door de expansie in de wervelkamer als ook door het diffusie-35 effect van de intredekanalen 40 wordt de druppelgrootte van het uit twee fasen bestaande mengsel opnieuw verminderd. De mondstukopening 36 bewerkt een nogmalige smoring met daarop volgende expansie. De draaiing van de stroming in de wervelkamer zet zich bij uittrede uit de mondstukopening 7908277 _13_ 21012/CV/ts 36 voort en bewerkstelligt aanvullend een verdeling van de druppels van het uit twee fasen bestaande n£ngsel na het verlaten van de opening. Maatgevend voor de vorm van de sproeistraal is de lengte : diameter (1/d) verhouding van de mondstukopening 36 en de geometrie van de daarvoor 5 liggende cylindrische uitsparing 41.
7908277 . -14- _ 21012 'CV/ts
' I
cj - ’"cr I
0J g ' ' ε 6
£ u I
o 0(1)
> > bO
c (1) 0) o m 2 ni «J c <m <*-· td a) ® ^ U u x (0 («3 £>%«<MVOCMO j ii ® a -. ^ ® 73 ο 1 ® j s (o «-in 9 5 h o in m h φ ® ® c C C (1) ® ** ω 4J .
ο h a °. ° °. § S
8 Λ Si £3 c W» O «- t- o S 60
(U · t» f-- I pi M d) C
Φ 3*- . r- vn «> ·Η a: ® if in co ., ·£ ® o in m 9 c 6 I—I <-t > o
<V <P 43 O
3 ï* 3 *H CM
3 ° ° ° ° ^ U 3 - a ü ë & % ~ « 5 5 2 •H Ό Ό C rat, c 'd cm
h w. 'T: > ® £I
5 3" ° ^ ° ^ 0¾ «HC-
•HCtiOiroo vo «—in 23 P
3 ü ^ " .. I 9 > Φ φ ¢) x) 03 a) •O > <—I > w. w c ® <u h § 3 ° ® ® 0 ^ ) > a c « ,^w®i3-ino«— co <-3 0 in m «- ,9 ® K 01 J i-l S 43
CO r-4 W ® CO
•a; ® m 03 or 43
Eh 03 %<. ' W1 M bO
M · 0 0 0 o in H m 21° • 2 ο a) if in 0 «-in r oc S 0 in m «- c φ u Φ φ ® Φ bfl Q > bO m (Ö W. C vs c ot— in 00 0 ^ 0 in in 0 0 c- . 0 3 0“ « ο οι> I; S ® at ® in *- «- in u φ f. (\j ο 0 in m o C3 0 o > > W. c w c * 0 t— ιηοοσ» ο ο ο ο ο o- Ό co φ o oo ooio ^ -1 .¾ -3- 00 ' «- «- in <-1 0 s m w a> O in on <U £3 £, c u ο W.
ovi ο · ο ο ο σ a 0 0 O «of— in co 00 ί5* 3 - > c 3 ► * · Λ. Λ. !χία>.=τιη*-·οο«-«-ιο <u 0 ao o oio U in on
O t- CM
C
C Φ 1—I _ C
0) £! Ο (DC C0)i-t
^4 n c Μ-Ort Φ i 0 _ ® C
0) a> (0 o >1 JO 1-1 43 C Ι-4ΌΠ1
OnHacx ® φ λ 0>>ja
•o tnOrHtfloC Ό <-40, CX
C JC C Ο Q, -H -¾ V ^OrHrtOC
ns c 43 a c ο η c xicocx-rH-H
+3 ® ® 1 (tl O rH J* (ÖC-IJO.COT3 W43B0J3&403 43 a) a) I Hi C 1-4 Ü
®CU-H03|43|oC 0343EOJ2O.OC
masQMCdniidQ 0) Λ -H n 43 1 O C
1. 1 I p j I I m s ο] ω ic hé jo 7908277 _15- 21012/CV/ts VOORBEELD 1
Aanleunend aan het in de tabel I aangegeven dragerraengsel «J werd een produkt voor het onderhouden van haar vervaardigd. Hiertoe werd 0,80 g polyvinylpyrrolidon, 5 0,10 g parfumolie en 6,86 g iso-propanol in een geschikte aerosolhouder gebracht.
De aerosolhouder werd uitgerust met een sproeiklep volgens fig. 1 of fig. 3 of fig. 10 echter zonder wervelsproeiklep 10. Aansluitend werd door de sproeiklep 10 77,0¾ g waterige dimethyletheroplossing (30 gew. % dimethylether en 70 gew. % water) 14,11 g dimethylether en 1.09 g kooldioxyde in de aerosolhouder ingedrukt. Daarop werd een wervelsproeikop 10 15 op de sproeikop geplaatst. De gevulde aerosoldoos wordt door fig. 13 verduidelijkt .
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt door de toepassing van een dragermengsel in een inrichting volgens de uitvinding in verregaande mate overeen met het gedrag van overeenkomstige produkten voor 20 het onderhouden van haar, welke met fluorchloorkoolwaterstofdrijfmidde-len zijn geformuleerd.
VOORBEELD 2
Aanleunend aan het in de tabel I gegeven dragermengsel H werd een deo-spray-preparaat volgens de volgende formulering vervaardigd: 25 98,00 gew. % dragermengsel H, 0,10 gew. % bacteriënbestrijdingsmiddel, voor deo-spray, 0,50 gew. % parfumolie,.
0,30 gew. % oplossingtussenmiddel en, 1.10 gew. % ontvettingsmiddel voor deo-spray.
30 Hiertoe werden 0,108 g bacteriënbestrijdingsmiddel voor deo-spray, 0,50 g parfumolie 0,30 g oplossingtussenmiddel en 1.10 g ontvettingsmiddel voor deo-spray in 35 8,40 g ethanol opgelost en in een geschikte aerosolhouder ge bracht. De aerosolhouder werd voorzien van een sproeiklep volgens fig. 1, of fig. 3 of fig. 10 echter zonder 'wervelsproeikop 10. Aansluitend werden door de sproeiklep 7908277 210 i2/CV/ts -16- 76,57 g waterige dimethyletheroplossing (30 gew. % dimethylether en 70 gew. % water), 12,03 g dimethylether en 1.0 g kooldioxyde in de aerosolhouder gedrukt.
5 Daarop werd de wervelsproeikop 10 op de sproeiklep geplaatst.
De gevulde aerosoldoos wordt door fig. 13 verduidelijkt.
Het sproeigedrag· van deze aerosolvulling komt door de toepassing van een· dragermengsel en een inrichting volgens de uitvinding in verregaande mate * overeen met het gedrag van overeenkomstige deo-sprayproduk- 10 ten, welke zijn geformuleerd met fluorchloorkoolwaterstofdrijfmiddelen. VOORBEELD 3
Aanleunend op het in de tabel I aangegeven dragermengsel I werd een anti-transpiratiespraypreparaat met volgende formulering vervaardigd: 96,7 gew. % dragermengsel I, 15 3,0 gew. % transpiratietegenwerkend middel en 0,3 gew. % parfumolie.
Hiertoe werden 3.0 g transpiratietegenwerkend middel, 0,3 g parfumolie, 20 10,0 g water en 9,67 g ethanol opgelost en in een geschikte aerosolhouder gebracht. De aerosolhouder werd daarna uitgerust met een sproeiklep volgens fig. 1 of fig. 3 of fig. 10, echter zonder wervelsproeikop 10. Aansluitend werden door de sproeiklep 25 60,31 g waterige dimethyletheroplossing (30 gew. % dimethylether en 70 gew. % water) 15,75 g dimethylether en 0,97 g kooldioxyde in de aerosolhouder gedrukt.
Daarop werd een wervelsproeikop 10 geplaatst op de sproeiklep.
30 De gevulde aerosoldoos wordt door fig. 13 verduidelijkt.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt door de toepassing van een dragermengsel en een inrichting volgens de uitvinding in verregaande mate overeen met het gedrag van overeenkomstige anti-transpiratie-sprayprodukten, welke met fluorchloorkoolwaterstoffen als drijfmiddel 35 zijn geformuleerd.
Verdere onderzoekingen hebben aangetoond, dat de dragermengsels werkzame H en I in de tabel I door de overeenkomende toegift van actieve'stor’ien : en gebruikelijke toevoegingen uitstekend geeigend zijn om aerosolprepara- 7908277 .17- 21012/CV/ts ten voor middelen voor liehaamsverpleging, middelen voor haarverpleging, huishoudelijke artikelen, medicinale sprays, technische aerosols en verstuivingsmiddelen voor parfums te vervaardigen.
VOORBEELD ** .
5 In aansluiting aan het in tabel I aangegeven dragermengsel H
werd een deo-spray-preparaat volgens volgende formulering vervaardigd.
98,00 gew. % dragermengsel H, 0,10 gew. % bacteriënbestrijdingsmiddel voor deo-spray, 0,50 gew. % parfumolie, 10 0,30 gew. % oplossingsverbeteraar en I, 10 gew. % ontvettingsmiddel voor deo-spray.
Hiertoe werden 0,10 g bacteriënbestrijdingsmiddel voor deo-spray, 0,50 g parfumolie, 15 0,30 g oplossingsverbeteraar en J, 10 g ontvettingsmiddel voor deo-spary in een geschikte aero-solhouder gebracht. De aerosolhouder werd voorzien van een sproeiklep volgens fig. 1, fig. 3 of fig. 10, echter zonder wervelsproeikop 10. Aansluitend werden-door de sproeiklep 20 97,00 g een-fasige waterige alcoholische dimethyletheroplossing (36,08 gew. % dimethylether, 55,26 gew. % water en 8,66 gew. % ethanol) en 1.00 g kooldioxyde in de aerosolhouder ingedrukt. Daarop werd de wervelsproeikop 10 op de sproeiklep geplaatst. De gevulde aerosoldoos wordt door fig. 13 verduidelijkt.
25 Het sproeigedrag van deze aerosolafvulling komt door de toepas sing van een dragermengeel en een inrichting volgens de uitvinding in vergaande mate overeen met het gedrag van overeenkomende deo-sprayprodukten, welke met fluorchloorkoolwaterstoffen als drijfmiddel zijn geformuleerd. VOORBEELD 5 .
30 In aansluiting aan het in de tabel I aangegeven dragermengsel I werd een anti-transpiratiespraypreparaat met de volgende formulering vervaardigd: 96,70 gew. % dragermengsel I, 3.00 gew. % transpiratie' tegengaand middel en 35 0,30 gew. % parfumolie,
Hiertoe werden 3.0 g transpiratie tegengaand middel en 0,3 g parfumolie ingebracht in een geschikte aerosolhouder.
7908277 -18- 210 1^CV/ts
De aerosolhouder werd voorzien van een sproeiklep volgens fig. 1, fig. 3 of fig. 10,echter zonder wervelsproeikop 10. Aansluitend werden door de sproeiklep 95,73 g éénfasige waterige alcoholische dimethylether-oplossing 5 (35,35 gew. % dimethylether, 54,55 gew. % water en 10,10 gew. % ethanol) en 0,97 g kooldioxyde in de aerosolhouder gedrukt.
Daarop werd een wervelsproeikop 10 op de sproeiklep geplaatst. De gevulde aerosolbus wordt door fig. 13 verduidelijkt.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt door de toepassing 10 van een dragermengsel en een inrichting volgens de uitvinding in vergaande mate overeen met het gedrag van overeenkomende anti- transpiratie-sprayprodukten, welke met fluorchloorkoolwaterstoffen als drijfmiddel zijn geformuleerd.
VOORBEELD 6 .
15 In aansluiting aan het in tabel I gegeven dragermengsel J werd een produkt voor het onderhoud van haar vervaardigd. Hiertoe werd.
0,80 g polyvlnylpyrrolidon en 0,10 g parfumolie in een geeigende aerosolhouder gebracht. De aerosolhouder werd voorzien van een sproeiklep volgens fig. 1, fig. 3 of 20 fig, 10, echter zonder wervelsproeikop 10. Aansluitend werden door de sproeiklep • 98,01 g éénfasige waterige iso-propylalcoholische dimethylether- oplossing ( 37,98 gew. % dimethylether, 55,02 gew. % water en 7,00 gew.
% iso-propylalcohol) en .25 1,09 g kooldioxyde in de aerosolhouder gedrukt.
Daarop werd een wervelsproeikop 10 op de sproeiklep geplaatst.
De gevulde aerosolbus wordt door fig. 13 verduidelijkt.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt door de toepassing van een dragermengsel en een inrichting volgens de uitvinding in vergaan-30 de mate overeen met het gedrag van overeenkomstige produkten voor het onderhouden van haar, welke met fluorchloorkoolwaterstofdrijfmiddelen zijn geformuleerd.
VOORBEELD 7-.
Er werd een samenstelling volgens de gegevens in voorbeeld 4 ver-35 vaardigd, maar werd afwijkend daarvan in een mengtank te voren in het dragermengsel H dat nog vrij van kooldioxyde is, de aangegeven hoeveelheid aan bacte'riënbestrijdingsmiddel, parfumolie, oplossingsverbeteraar en ontvettingsmiddel opgelost. Daarop werd het mengsel in een aerosolhou- 7908277 -19- 21012/CV/ts der met opgeplaatste sproeiklep, echter zonder wervelsproeikop 10 uitgerust, ingedrukt.
Aansluitend werd door de sproeiklep het mengsel door de sproeiklep in de aerosolhouder ingebracht. Aansluitend werd de aangegeven hoeveelheid 5 kooldioxyde in de aerosolhouder door de sproeiklep ingeperst. Daarop werd de wervelsproeikop 10 op de sproeiklep gedrukt.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt overeen met dat van de vulling volgens voorbeeld 25.
VOORBEELD 8.
10 Er werd een samenstelling volgens de gegevens in voorbeeld 5 vervaardigd. lm afwijking van het voorbeeld 5 werd echter de in voorbeeld 7 aangegeven werkwijze toegepast.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt overeen met dat van de vulling volgens voorbeeld 5 15 VOORBEELD 1).
Er werd een samenstelling volgens de gegevens in voorbeeld 6 vervaardigd. In afwijking daarvan werd echter de in voorbeeld 7 aangegeven werkwijze uitgevoerd.
Het sproeigedrag van deze aerosolvulling komt overeen met dat van 20 de vulling volgens voorbeeld ®.
25 7908277 -20- 210 12/CV/ts J ’ " ' * cm in o in in *- cm in
I I
£* ή Φ O
ω o «d u
CM
3 o CM O CO
O - p cri in h in 0 in Φ φ on in in si w p ϋ -H 3 p Cl OJ O' I—I CM r- - r- ® ® · - - > 3 00 in X in «3 10 <i) on in in H 4J P ® § s Q, 3 01 φ o 0 Φ 3 - . .
33 t- co o in t— in 0 in in “X!
P
(d w
Id 3 cl ή oj id c 0 co
Q« Φ A M
φ ü 10 in Ip in mo m 3 Φ cm in in 0. u 1—1
O P
0} φ o si _ co 0 0 *- ® 3 - <d φ in T- ω in m 10 3 on in in p 3 Φ 0 Λ 60 B 3
P « O O
be - bp zt ice in _ in w φ -π m in ^ in H r-t 3 Φ 3
-3 3 O
W 3 O
eg 3 > 00 cr> •a; td ·> <- Η p Φ O _ II £ n oo 0 t— m vo Φ 0 on in X) 01 Ή Φ 3 3 3
Id Ö
£3 φ CO O
3 P - ' ·> e 01 0 m 0 cm m <d Φ ar o- in
3 P
p 3d Ή P Φ Φ 3
•Η Φ CM
3 3 00 CO
Φ φ T- t— o in 33 on «d t- in 3 3 0 td
O > I I
> . Φ 3 3 I
bl 3d bO 3 3 3 I Φ we ©ided® td Φ <d 3 Ο Ή · ·Η 3 P 3 P > 3 φ c oj et» w m 3 w «w C t- 3 3 Φ 3 Φ 3 3 •i->p%> otd 3 cd 3 φρφ p e · Φ cd v?. > <a p φ bo ortinp-H φ φ id .3 h nido· o 3 · h 3· *3 o bo f— 3 Φ o ms® ids 3cdP> 33*333 3 Φ W 3 Φ 3 0. *rl
ΗΦΓΜ P 3 bC bO bO 3 bO Φ 3' -< bO
3d P 3 3 O CM 3 333 33 Φ3 3 ©ι-ίΛΟΟ-ΠίΒΦτΗ (dC iH Q. 3 W ·Η Ή r-l b£ Φ > CO 3 ·Η Ξ 3 3 ·Η © r-l bO bO 3 r-t Φ (d Φ Φ · 3 333 © Ο ·Η C 3 ®W333Win 3Φ·Η 3 3 W 3 © Ή b0bt>33POP©b0>p© 3 O 3 S >
3330tdvlt-©HcflP Φ-l O 3 id 3 P
ΦΦ(ΰΟΡ3··ΗΦ3·ΗρΦ Ο ΦΠ)Φ·Η >E(d>WQ0J33Ö3 S3 > d > Μ 3 7908277 “21“ 21Gi2/CV/ts
Bij de berekening van de vergelijkingscijfers voor de niet brandbare bestanddelen werd rekening gehouden met de volgende componenten: 1. Volgens Duitse octrooiaanvrage 2.705.872: haarsp^ay-hars, methyleenehloride, water, 1,1,1-trichloorethaan; het in voorbeeld 10 aan-5 wezige aluminiumchloorhydroxyde-propyleenglycol-complex werd als 50 gew.
% niet brandbaar aangenomen. 2. Volgens onderhavige uitvinding: haarspray-hars, water, kooldioxyde, bacteriënbestrijdingsmiddel, transpiratietegen-gaand middel, oplossingsverbeteraar.
De bovenstaande vergelijkingscijfers tonen, dat door de onder-10 havige uitvinding sprongsgewijs verbeterde dragermengsels respectievelijk aerosolpreparaten ter beschikking gesteld worden, daar volgens de stand van de techniek in het gunstigste geval in het fluorchloorkoolwaterstof -vrije aerosoIprepara&t HO gew. % niet brandbare bestanddelen aanwezig zijn, terwijl bij het dragerraengsel volgens de uitvinding het gehalte 15 aan niet brandbare bestanddelen in alle voorbeelden ten minste 55 gew.i bedraagt.
-CONCLUSIES- 7908277

Claims (7)

1. Onder druk staand dragermengsel voor aerosolpreparaten van een zelfdrijvend sproeisysteem voor toepassing als universele spray op de 5 basis van af te geven werkzame stoffen, organische oplosmiddelen, water en drijfmiddelen in een sproeihouder, met het kenmerk, dat het drager-msngsel aanwezig is als homogene oplossing en dit 70,0 - 50,1 gew. % water, 38.5 - 28,7 gew. % dimethylether, 10 0,5-10,0 gew. % iso-propanol en/of ethanol en/of n-propanol en 1,4 - 0,8 gew. % fcooldioxyde bezit, waarbij de aangegeven gew. % hoeveelheden elkaar tot 100 gew. % moeten aanvullen.
2. Dragermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het als drijfgassen 0,8 tot 1,1 gew. % kooldioxyde en28,7 - 38,5 gew. % dimethyl- 15 ether bevat, waarbij de gew. % .op het totale gewicht van het waterige dragermengsel betrokken zijn.
3. Dragermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dragermengsel 54,0 - 70,0 gew. % water bevat, waarbij de gew. % op het totale gewicht van het waterige dragermengsel betrokken zijn.
4. Dragermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het drager mengsel 5,0 - 10,0 gew. % ethanol en/of iso-propanol en/of n?propanol bevat, waarbij ''de gew. % zijn betrokken op het totale gewicht van het waterige dragermengsel.
5. Dragermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 25 mengsel 54,0 - 55,0 gew. % water, 0,9 - 1,1 gew. % kooldioxyde 38.5 - 35,1 gew. % dimethylether en 9,0 - 6,4 gew. % ethanol en/of iso-propanol en/of n-propanol 30 bevat, waarbij de aangegeven gew. f> elkaar tot 100 gew. % moeten aanvullen.
6. Werkwijze voor de vervaardiging van een dragermengsel volgens een der conclusies 1-5, voor voor gebruik geschikte aerosolpreparaten, met het kenmerk, dat werkzame stoffen, water en organisch oplosmiddel 35 tot een mengsel verwerkt worden en een vereiste deelhoeveelheid in een drukspuithouder opgesloten wordt, zodat dan na het onder druk invoeren van ' dimethylether en daarna van kooldioxyde de vloeibare vulling als uit een fase bestaande homogene oplossing aanwezig is. 7908277 -23- 21012/CV/ts
7. Toepassing van de volgens een der conclusies 1-6 vervaardigde homogene oplossing, als drijfmiddelvulling in aerosolbussen, welke als medicinale » cosmetische, ruimte- of universele spray geformuleerd aanwezig zijn, welke als fijnvernevelingsklep met een 5 zelfsluitende sproeiklep voor gas en/of vloeistofoplossingen bevattende onder druk staande houder is uitgerust, met een kiepschacht, welke binnen een klephuis in de openingszin tegen de werking van een sluitdrukveer axiaal beweegbaar is, welke via het klephuis is afgesteund, waarbij in de kiepschacht een axiaal uitlaatkanaal met het inwendige van de onder 10 druk staande houder met behulp van een radiaal uitlaatkanaal verbonden is, dat in een ringvormige groef in de kiepschacht uitmondt, waarvan het radiale uitlaatkanaal in de sluitstand door een elastischè ringvormige afdicht-schijf gesloten is, waarvan de cylindnische binnenomtrek met radiale voor·, spanning in de ringvormige groef ingrijpt en waarvan de buitenrand tussen 15 klephuis en dekselkoepel niet ingespannen is, waarbij in de sluitstand de de houder toegekeerde schouder van de ringvormige groef onder de werking van de sluitdrukveer dicht tegen de afdichtschijf aanligt, terwijl de van de ringvormige groef in de kiepschacht op de boven de neutrale buig-zone liggende omtreksgedeelten van het gat in de afdichtschijf inwerkende 20 krachten in een naar de kiepschacht telkens radiale en een asparallelle krachtcomponent uiteenvallen, die aan de bovenrand het grootste zijn en bij gesloten klep ook de van de ringvormige groef in de kiepschacht op het onder^de neutrale buigzone liggende omtreksgedeelte van het gat in de afdichtschijf inwerkende krachten in een naar de kiepschacht telkens 25 radiale en een asparallelle krachtcomponent uiteenvallen, waarbij deze krachtcomponenten aan de onderste gatrand van de afdichtschijf het grootste zijn, met het kenmerk, dat zij aan het speciale gebruiksdoel door de combinatie van de uitvoeringen a, b, c, d, e en f aangepast aanwezig is, zodat, 30 a) in het axiale uitlaatkanaal (8) van het klepschachtgedeelte (2) een smoorlichaam (32) ingedrukt aangebracht is, dat als cylindrische doorboord lichaam is uitgevoerd en in het centraal aangebrachte smoor-kanaal (33) een in het midden van het smoorlichaam (32) liggend brugge-deelte (3-1) met de doortredeopening (27) aangebracht is, 35 b) de wervelsproeikop (10) met ingezet wervelmondstuk (37) vast maar losneembaar is opgeplaatst en de sproeikop (12) een cylindrische mondstukopneemtap (13) heeft, welke twee asparallelle vlakken (35) bezit, die van de mondstukopening (36) uit gezien loodrecht aangebracht zijn, c) de mondstukopneemtap (13) opgedrukt het wervelmondstuk (37) 7908277 -24- 21012/CV/ts f t t draagt, van welke vier aanwezige ruggen (38) op het eindvlak van de mond-stukopneemtap (13) liggen, d) de vier ruggen (38) om de mondstukopening (36) op de binnenzijde van het wervelmondstuk (37) een ongeveer cylindrisehe wervelkamer 5 (44) vormen en de ruggen (38) de intredekanalen (40), die tangentieel ten opzichte van de cirkelvormige mondstukopening (36) liggen, vrijgeven, h) op het buitenvlak van het wervelmondstuk (37) concentrisch ten opzichte van de mondstukopening (31) een cylindrisehe uitsparing (14) is aangebracht, 10 f) de wervelsproeikop (10) een ongeveer excentrisch aangebrachte, zich vernauwende kamer (11) omvat, welke in verbinding met het ringvormi- . ge kanaal (42) staat en onder de daaronder liggende opneemopening (43) voor opname van het klapschachtdeel (9) overgaat voor de fijne verneveling van het ingevulde sproeipreparaat. 7908277
NLAANVRAGE7908277,A 1978-11-15 1979-11-13 Onder druk staand, verstuifbaar aerosolpreparaat en houder met aerosolpreparaat. NL177608C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2849590 1978-11-15
DE2849590A DE2849590C2 (de) 1978-11-15 1978-11-15 In einem Behälter unter Druck stehendes Aerosolpräparat, Verfahren zu seiner Herstellung und Verwendung der Aerosolpräparate unter Druck in einem Behälter (Aerosoldose)

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7908277A true NL7908277A (nl) 1980-05-19
NL177608B NL177608B (nl) 1985-05-17
NL177608C NL177608C (nl) 1985-10-16

Family

ID=6054757

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7908277,A NL177608C (nl) 1978-11-15 1979-11-13 Onder druk staand, verstuifbaar aerosolpreparaat en houder met aerosolpreparaat.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4466838A (nl)
JP (1) JPS5573774A (nl)
AT (1) AT372968B (nl)
BE (1) BE880034A (nl)
CH (1) CH643879A5 (nl)
DE (1) DE2849590C2 (nl)
FR (2) FR2441653A1 (nl)
GB (1) GB2038352B (nl)
IT (1) IT1127234B (nl)
NL (1) NL177608C (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2849599A1 (de) * 1978-11-15 1980-05-22 Schwarzkopf Gmbh Hans Aerosoldose mit einem feinstvernebelungsventil mit einer treibmittel enthaltenden fuellung, verfahren zu ihrer herstellung sowie ihre verwendung
JPS5731699U (nl) * 1980-07-31 1982-02-19
FR2500471A1 (en) * 1980-09-30 1982-08-27 Ccl Ind Inc Aq. liq. propellant contg. di:methyl ether - esp. for application of water-based paint
JPS5849787U (ja) * 1981-10-01 1983-04-04 東洋エアゾ−ル工業株式会社 エアゾール容器用ハウジングの取付具
DE3347742A1 (de) * 1983-12-30 1985-07-11 IG Sprühtechnik GmbH, 7867 Wehr Geruchloeschendes spray
US4578415A (en) * 1984-06-29 1986-03-25 Dap Inc. Aqueous aerosol coating composition
FR2692904A1 (fr) * 1992-06-30 1993-12-31 Nln Sa Compositions liquides propulsées en récipient sous pression de gaz comprimé pour une pulvérisation ininflammable et à faibles retombées.
GB2273299A (en) * 1992-12-08 1994-06-15 Nelly Kamel Rizk Mixture that produces cooling
US6764693B1 (en) 1992-12-11 2004-07-20 Amaox, Ltd. Free radical quenching composition and a method to increase intracellular and/or extracellular antioxidants
CZ287277B6 (en) * 1993-08-10 2000-10-11 Boots Co Plc Aerosol formulation intended for administration in the form of spray and use thereof
JP3725567B2 (ja) * 1994-01-19 2005-12-14 株式会社ダイゾー 霧状噴射型エアゾール組成物
DE19616573C2 (de) * 1996-04-25 1999-03-04 Pari Gmbh Verwendung unterkritischer Treibmittelmischungen und Aerosole für die Mikronisierung von Arzneimitteln mit Hilfe dichter Gase
GB9622216D0 (en) * 1996-10-25 1996-12-18 Juniper Weikop Product Dev Ltd A sprayable composition for application to a fabric
FR2782635B1 (fr) * 1998-08-27 2001-09-14 Oreal Dispositif aerosol contenant un polycondensat comprenant au moins un motif polyurethanne et/ou polyuree
DE19850146A1 (de) * 1998-10-30 2000-05-11 Coster Tecnologie Speciali Spa Ventil für die Abgabe von unter Druck stehenden Flüssigkeiten
US7454827B2 (en) * 2003-11-03 2008-11-25 Cap And Seal Company, Inc. Threaded pedestal cup
US20050092755A1 (en) * 2003-11-03 2005-05-05 Cap And Seal Company, Inc. Refrigerant cup for use with a container
DE102004011381A1 (de) * 2004-03-05 2005-09-15 Boehringer Ingelheim Pharma Gmbh & Co. Kg Impaktionsdüse für treibgasbetriebene Dosieraerosole
DE102006014433A1 (de) * 2006-03-27 2007-10-04 Boehringer Ingelheim Pharma Gmbh & Co. Kg Dosieraerosole für die Verabreichung von pharmazeutischen Zubereitungen
JP4909646B2 (ja) * 2006-06-02 2012-04-04 株式会社ダイゾー 人体用エアゾール製品
US20070284395A1 (en) * 2006-06-09 2007-12-13 Scott Specialty Gases, Inc. Container and method for maintaining stability of gas mixtures
JP4909651B2 (ja) * 2006-06-12 2012-04-04 株式会社ダイゾー 噴霧用エアゾール組成物
WO2009030579A1 (en) 2007-09-05 2009-03-12 Unilever Plc Aerosols
CN105013051A (zh) * 2015-07-30 2015-11-04 中山市美捷时包装制品有限公司 一种带保险罩的可计数定量给药促动器装置
CN105129250B (zh) * 2015-07-30 2018-02-13 中山市美捷时包装制品有限公司 一种单体万向定量阀门及喷雾罐
FR3049275B1 (fr) * 2016-03-23 2019-07-19 Aptar France Sas Valve doseuse et dispositif de distribution de produit fluide comportant une telle valve
FR3065891B1 (fr) * 2017-05-05 2021-12-24 Aptar France Sas Valve doseuse et dispositif de distribution de produit fluide comportant une telle valve.
DE102019109081B4 (de) * 2018-07-03 2020-06-04 MO GmbH & Co. KG Aerosol-Dispersionseinrichtung

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3555145A (en) * 1965-12-23 1971-01-12 Procter & Gamble Aerosol antiperspirant composition
NL136834C (nl) * 1969-01-13
US3948817A (en) * 1972-02-03 1976-04-06 Gisela Grothoff Propelling gas system for alcoholic perfumed liquids for use in aerosol dispensers
US4145411A (en) * 1974-09-05 1979-03-20 Colgate-Palmolive Company Pressurized foaming shaving composition
GB1578331A (en) * 1976-02-18 1980-11-05 Unilever Ltd Aerosol compositions
FR2388789A1 (fr) * 1977-04-27 1978-11-24 Seuref Ag Derives d'acide benzoique, leur procede de preparation et leur application therapeutique
CH634480A5 (de) * 1977-11-25 1983-02-15 Schwarzkopf Gmbh Hans Unter druck stehendes aerosolpraeparat.

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5573774A (en) 1980-06-03
FR2441653B1 (nl) 1984-02-24
FR2441653A1 (fr) 1980-06-13
GB2038352B (en) 1983-04-13
NL177608B (nl) 1985-05-17
DE2849590C2 (de) 1981-11-19
IT7927320A0 (it) 1979-11-15
IT1127234B (it) 1986-05-21
DE2849590A1 (de) 1980-05-22
NL177608C (nl) 1985-10-16
FR2460859B1 (nl) 1984-02-10
US4466838A (en) 1984-08-21
ATA715179A (de) 1983-04-15
FR2460859A1 (fr) 1981-01-30
BE880034A (fr) 1980-03-03
JPS6317875B2 (nl) 1988-04-15
AT372968B (de) 1983-12-12
CH643879A5 (de) 1984-06-29
GB2038352A (en) 1980-07-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908277A (nl) Onder druk staand dragermengsel voor aerosolpreparaten.
US4322037A (en) Aerosol can, having a super-fine atomization valve, with a filling which contains a propellant, process for its manufacture, and its use
US3207386A (en) Aerosol dispenser producing non-flammable spray with fluid system having a flammable propellant
US4243548A (en) Pressurized aerosol formulation and process for the manufacture thereof
US2995278A (en) Packaged self-propelling liquid compositions
US5620631A (en) Pressurized-gas pack and propellant for aerosols
US3131152A (en) Foam producing formulations
US3938708A (en) Aerosol dispensing system
US4117958A (en) Vapor tap valve for aerosol containers used with flammable propellants
US3131154A (en) Foam producing compositions
US4511069A (en) Dispensing system
US3137416A (en) Composition for aerosol dispenser consisting of two immiscible liquid phases
US6173907B1 (en) Dispenser for dispensing in the form of fine droplets a liquid product with a film-forming polymer
US7527173B2 (en) Dispensing device for a cosmetic product
WO2009030579A1 (en) Aerosols
US3934761A (en) Outer container assembly for housing an aerosol
CN112638793B (zh) 阀上袋技术
WO1994001511A1 (en) Pressurised aerosol formulation
NL7908278A (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een veilig te transporteren dimethylether-bereiding en de toepassing daarvan als drijfmiddelvulling en aerosolbussen.
CA1048453A (en) Aerosol containers for delivering high active concentration aerosol compositions at a low delivery rate
GB1597147A (en) Aerosol dispenser
US3148127A (en) Aqueous pvp solution in two phase aerosol hair spray
JPH02294382A (ja) エアゾール製品
WO1995001775A1 (en) Dispensing dispersed powder which resolubilizes on application
EA046297B1 (ru) Технология &#34;клапан с мешком&#34;

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee