NL7908225A - Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie. Download PDF

Info

Publication number
NL7908225A
NL7908225A NL7908225A NL7908225A NL7908225A NL 7908225 A NL7908225 A NL 7908225A NL 7908225 A NL7908225 A NL 7908225A NL 7908225 A NL7908225 A NL 7908225A NL 7908225 A NL7908225 A NL 7908225A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
counter
alarm
signal
pulse
time interval
Prior art date
Application number
NL7908225A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gen Electric
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Electric filed Critical Gen Electric
Publication of NL7908225A publication Critical patent/NL7908225A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B13/00Burglar, theft or intruder alarms
    • G08B13/16Actuation by interference with mechanical vibrations in air or other fluid
    • G08B13/1609Actuation by interference with mechanical vibrations in air or other fluid using active vibration detection systems
    • G08B13/1618Actuation by interference with mechanical vibrations in air or other fluid using active vibration detection systems using ultrasonic detection means
    • G08B13/1636Actuation by interference with mechanical vibrations in air or other fluid using active vibration detection systems using ultrasonic detection means using pulse-type detection circuits

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)
  • Length Measuring Devices Characterised By Use Of Acoustic Means (AREA)
  • Measurement Of Velocity Or Position Using Acoustic Or Ultrasonic Waves (AREA)

Description

E 2348-980 » P & C , ‘-t t
Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor insluipalarm. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een ultrasonore werkwijze en inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van een insluiper in een beveiligd gebied of bepaalde andere veran-5 deringen in de omgeving.
Insluipalarm is toegepast voor het detecteren van de aanwezigheid van een insluiper in een beveiligd gebied. Bij een bekend insluipalarmstelsel dat werkt volgens het Dopplerprincipe bevinden een zender en ontvanger zich in of bij een te beveiligen gebied en de zender straalt bij een 10 voorafbepaalde frequentie een continue golf ultrasonore energie uit.
Acoustische energie met dezelfde frequentie wordt gereflecteerd door stilstaande voorwerpen in het beveiligde gebied en wordt waargenomen door de ontvanger. Zolang de gereflecteerde energie dezelfde frequentie heeft als de uitgestraalde energie stelt de inrichting vast dat geen insluiping heeft 15 plaatsgevonden en er wordt geen alarm gegeven. De doorgang door of beweging in het beveiligde gebied van een insluiper veroorzaakt echter een variatie in de frequentie van de gereflecteerde energie, welke variatie wordt vastgesteld en aanleiding geeft tot een alarm.
Deze vorm van insluipalarm is onderhevig aan loos alarm. Elke beweging 20 in het beveiligde gebied veroorzaakt een frequentieverschuiving die tot loos alarm aanleiding geeft. De beweging kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door het wapperen van een gordijn, de bewegingen van een huisdier in een kamer en andere bewegingen die normaal mogen worden verwacht. Zulk loos alarm is natuurlijk onwenselijk en vermindert de betrouwbaarheid en waarde 25 van het stelsel.
Een andere techniek die met impulsecho's werkt voor het waarnemen van voorwerpen maakt gebruik van een impuls acoustische energie die wordt uitgestraald door een omzetter en het optreden van een gereflecteerde impuls binnen een voorafbepaald tijdinterval geeft de aanwezigheid van een voorwerp 30 in een te bewaken gebied aan. Bekende met impulsecho's werkende toestellen voor het detecteren van voorwerpen zijn echter tamelijk ingewikkeld en kostbaar en zijn niet zeer geschikt voor gebruik als insluipalarm.
De uitvinding verschaft een werkwijze voor het detecteren van de aanwezigheid van een insluiper of andere veranderingen in de omgeving in 35 een beveiligd gebied. De werkwijze omvat het uitstralen van een referentie-impuls acoustische energie vanuit een bron in een gebied dat tenminste één reflecterend oppervlak bevat en het vastleggen van een referentieparameter (T^) waarvan de grootte evenredig is met het tijdinterval dat is verstreken tussen het uitstralen van de referentieimpuls en reflectie van de referen- 7908225 - 2 - *» * tieimpuls naar een ontvanger. De werkwijze omvat tevens het uitstralen van een soortgelijke impuls acoustische energie vanuit de bron naar het gebied, het vastleggen van een parameter (ΊΜ voor de verstreken tijd waarvan de waarde evenredig is met het tijdinterval dat is verstreken 5 sedert het uitstralen van de soortgelijke impuls en de reflectie van de soortgelijke impuls naar de ontvanger; het vergelijken van de grootten van de referentieparameter : (TM en de parameter (T ) voor de verstreken tijd en het vaststellen van een afwijking (ΔΤ) daartussen en het opwekken van een alarm als reaktie tot een afwijking (ΔΤ).
10 . Volgens nadere kenmerken van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een alarm uitsluitend gegeven als de afwijking (ΔΤ) een voorafbepaalde waarde overschrijdt. Het alarm wordt gedurende een voorafbepaalde tijd gegeven en eindigt bij het verstrijken van die tijd. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze het automatisch vastleggen van een referen-15 tieparameter (T ) bestaande uit een numeriek elektrisch signaal door het voortschakelen van een binaire teller tijdens een tijdinterval, het overbrengen van een telling die is verzameld in de teller naar een geheugen-register, het voortschakelen van de binaire teller over een volgend tijdinterval en het vergelijken van de irihouden van de teller '.en het geheugen-20 register.
Een ander aspect van de uitvinding omvat een toestel met een bron voor het periodiek uitstralen van een impuls acoustische energie in een gebied dat tenminste één reflecterend oppervlak bevat en een ontvanger voor het waarnemen van reflecties van de impulsen acoustische energie. De inrichting 25 omvat een meetorgaan en vergelijkingsorgaan dat is gekoppeld met de bron en de ontvanger voor het meten van de tijd die is verstreken tussen het uitstralen van elke impuls door de bron en de ontvangst van de reflectie . daarvan door de ontvanger, het vastleggen van een referentie (T ) met ëen waarde die evenredig is met de tijd die is verstreken tussen het uitstralen 30 en de ontvangst van een aanvankelijke impuls, het vergelijken van de referentieparameter (TM met een parameter (T ) voor de verstreken tijd waarvan de waarde evenredig is met de tijd die is verstreken tussen het uitstralen en de ontvangst van een volgende impuls en het waarnemen van een afwijking (ΔΤ) daartussen en het opwekken van een uitgangssignaal als reaktie 35 op een afwijking (Δτ) , alsmede een al armor gaan dat is gekoppeld met het meetorgaan en vergelijkingsorgaan voor het ontvangen van uitgangssignalen daarvan, welk alarmorgaan een alarm geeft als reaktie op een uitgangssignaal van het meetorgaan en vergelijkingsorgaan.
Volgens een verder aspect van de uitvinding is een gemeenschappelijk 40 telorgaan aanwezig dat niet alleen de referentieparameter (T ) en de 7908225 * - 3 - « parameter (T ) voor de verstreken tijd vastlegt, maar tevens verschillende e vertragingsperioden levert die nuttig zijn voor de werking van de inrichting.
Er is een orgaan aanwezig om het gemeenschappelijke telorgaan betrekkelijk snel te doen voortschakelen tijdens een normaal bedrijf en betrekkelijk 5 langzaam te doen voortschakelen tijdens het inschakelbedrijf en het alarm-bedrijf.
De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekening, die betrekking heeft op een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
10 Fig. IA is een schetsmatig bovenaanzicht van een kamer die tegen inslui ping moet worden beveiligd.
Pig. 1B is een soortgelijk aanzicht als fig. IA met een gewijzigde inrichting van de.kamer.
Pig. 2 is een vergroot zijaanzicht van een inrichting volgens de 15 uitvinding.
Pig. 3 is een blokschema van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 4 is een tijddiagram van de verschillende signalen die optreden in de inrichting uit fig. 3.
Fig. 5 is een meer gedetailleerd schema van de inrichting uit fig. 3.
20 Pig. 6 is een schetsmatig bovenaanzicht van een andere toepassing van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding.
In fig. IA is een bovenaanaicht van een te beveiligen gebied afgeheeld. Het gebied omvat een kamer 10 met verschillende ingangen en uitgangen, zoals een deur 12 en een venster 14. De inrichting 16 volgens 25 de uitvinding is op geschikte hoogte tegen een wand 18 van de kamer bevestigd. Een kegelvormige betrekkelijk smalle bundel 20 acoustische energie wordt uitgestraald door een bron in de inrichting 16. De bundel wordt door een zendomzetter 22 uitgestraald naar een referentieoppervlak dat bestaat uit het vlakke oppervlak van een tegenoverliggende wand 24.
30 De geprojecteerde acoustische energie die is aangegeven met de gekromde golffronten 26 treft de vlakke wand en wordt daaraan gereflecteerd, waarbij de golffronten van de gereflecteerde acoustische energie zijn aangegeven met de lijnen 28. De gereflecteerde acoustische energie wordt waargenomen door een ontvanger. Gereflecteerde acoustische energie die een ontvangom-35 zetter 30 treft veroorzaakt een elektrisch signaal dat de ontvangen energie voorstelt. De zendomzetter 22 en ontvangomzetter 30 zijn naast elkaar aangebracht in een kast 32 van de inrichting 16. Deze omzetteruitvoering levert een betrekkelijk compacte en eenvoudig te monteren insluipalarm-_ inrichting die met betrekkelijk geringe kosten kan worden vervaardigd.
40 In plaats daarvan kunnen de zendomzetter en de ontvangomzetter ook op 7908225 * * ? - 4 - verschillende plaatsen worden aangebracht, mits de ontvanger zo is gericht dat hij gereflecteerde energie kan ontvangen.
De insluipdetectieinrichting 16 werkt volgens het beginsel van impulsecho's, waarbij impulsen acoustische energie periodiek worden 5 uitgestraald naar en gereflecteerd door de wand 24. De acoustische energie doorloopt een afstand (2 D^) bij het uitstralen en reflecteren tussen de inrichting 16 en de wand 24. Een tijdinterval dat nodig is voor het uitstralen en reflecteren van een impuls over de afstand (2 D^) wordt aangeduid als de referentieparameter (T ). Zoals nader zal worden beschreven 10 wekt de inrichting 16 aanvankelijk automatisch een elektrisch signaal op dat wordt bewaard en representatief is voor de referentietijd (Tr). De inrichting 16 straalt vervolgens periodiek impulsen energie uit, vergelijkt de verstreken tijd (T ) voor het uitstralen en reflecteren met de bewaarde © referentietijd (T ) en neemt eventuele afwijkingen waar. De aanwezigheid 15 of doorgang van een ingeslopen voorwerp 33 in of nabij de bundel 20 doet de verstreken tijd (T ) met een bepaald bedrag (ΔΤ) verschillen van de referentietijd (T ). Als een afwijking (AT) optreedt (en bij voorkeur een afwijking (ΔΤ) die een bepaalde waarde overschrijdt) levert .de inrichting 16 onmiddellijk of na een voorafbepaalde vertraging een alarm dat de aanwezigheid 20 van een insluiper aangeeft.
Een voordeel van de inrichting 16 is dart hij onderscheidt maakt ten aanzien van de afmetingen· en vorm van voorwerp. Binnen sijn bereik neemt de inrichting 16 gemakkelijk reflecties waar aan vlakke oppervlakken die loodrecht staan op de bundel 20, zoals de wand 24. De wand 24 verdient 25 de voorkeur als referentiedoel daar zijn betrekkelijk grote vlakke oppervlak het mogelijk maakt de gehele doorsnede van de bundel 20 of een belangrijk deel daarvan het oppervlak te doen treffen en met hoog rendement acoustische energie te reflecteren naar de ontvangomzetter. Vlakke referentieoppervlakken leveren een betrekkelijk goede reflectie, terwijl betrekkelijk kleine voor-30 werpen weinig energie reflecteren en weinig interferentie vertonen met energie die wordt gereflecteerd aan het referentieoppervlak. Gekromde oppervlakken vertonen soortgelijke eigenschappen. De inrichting is daardoor betrekkelijk ongevoelig voor bewegingen die niet door insluipers zijn veroorzaakt en anders loos alarm zouden kunnen veroorzaken. Zulke bewegingen 35 kunnen bestaan uit het bewegen van een huisdier in het beveiligde gebied, het wapperen van een gordijn en dergelijke. De aanwezigheid of doorgang van een betrekkelijk groot voorwerp in het beveiligde gebied daarentegen, zoals het lichaam 33 van een volwassene uit fig. 1 zal op zichzelf niet voldoende energie reflecteren om te worden waargenomen door de inrichting, maar zal 40 in aanmerkelijke mate interfereren met de reflectie van energie aan het 7908225 - 5 - referentieoppervlak 24 en deze reflectie verzwakken.
Als de reflectie van energie aan het referentieoppervlak wordt verzwakt, verschilt de verstreken tijd (TM van de uitgestraalde en gereflecteerde impuls van de referentietijd (T ), waarbij de verstreken tijd 5 groter zal zijn. De inrichting 16 neemt het verschil (ΔΤ) waar en geeft de aanwezigheid van insluiping aan. Op soortgelijke wijze zal de aanwezigheid of beweging van een betrekkelijk groot vlak voorwerp in het beveiligde gebied nadat de inrichting 16 in werking is gesteld een voortijdige reflectie van de uitgestraalde energie veroorzaken en het tijdinter-10 val (T ) zal kleiner zijn dan (T ), waarbij een verschil (ΔΤ) optreedt dat aanleiding geeft tot een alarm.
Andere betrekkelijk vlakke referentieoppervlakken met kleinere afmetingen dan de wand 24 kunnen eveneens als referentiedoelen worden gebruikt. Zoals afgebeeld in fig. 1B kan de uitgestraalde acoustische 15 energie in hoofdzaak een betrekkelijk vlak reflecterend oppervlak 23 van een meubelstuk 25 zoals een schrijftafel of een televisietoestel treffen. De mate waarin de doorsnede van de bundel het reflecterende oppervlak treft hangt af van afmetingen van het oppervlak, de afstand (D'^) tussen de inrichting en het reflecterende referentieoppervlak, eventuele bewegingen 20 van het oppervlak en de aanwezigheid van storende voorwerpen tussen het oppervlak en de inrichting . In dat geval is de referentieparameter (TM de tijd die nodig is voor het uitstralen en reflecteren van een impuls over de afstand (2 D^'). Als door enige oorzaak het meubelstuk 25 later uit de bundel wordt verwijderd, verschilt de verstreken tijd (T^) voor volgende 25 impulsen van de referentietijd (T^_) en er wordt een alarm gegeven. In dit verband dient te worden opgemerkt dat volgens de uitvinding een alarm wordt gegeven als een verandering in de omgeving optreedt, zelfs als geen impuls acoustische energie een afzonderlijk voorwerp of een insluiper in de baan van de bundel heeft ontmoet. In dat geval, waarbij het aanvankelijke 30 doeloppervlak van het voorwerp 25 niet langer door de bundel wordt getroffen, treedt een alarm op zelfs al wordt de bundel gereflecteerd aan het wandoppervlak 24 en de alarmtoestand is in dit geval identiek met de referentietoestand uit fig. IA. Op soortgelijke wijze kan de bundel worden gericht op andere voorwerpen zoals een deur of een venster, in 35 welk geval alarm optreedt als de deur of het venster wordt geopend. Het insluipalarm volgens de uitvinding neemt bepaalde belangrijke veranderingen in de omgeving waar die optreden na het vastleggen van de referentieparameter (T ) . r
De inrichting 16 volgens de uitvinding is afgebeeld in het blokschema 40 van fig. 3. Een bron van acoustische uitgangsimoulsen omvat een zendtrao 7908225 - 6 - 100 die een elektroacoustische omzetter 22 bevat. De omzetter 22 is in fig. 3 voorgesteld door het vervangingsschema van een spoel en een kristal. Als hij periodiek wordt bekrachtigd met een impülselektrische energie geeft de omzetter 22 periodiek een impulsacoustische energie af. De omzetter 5 22 wordt bekrachtigd door een stuurtrap en een poortorgaan 102. Ingangs signalen voor de stuurtrap en poortorgaan 102 omvatten een poortsignaal
(E ) dat wordt ontleend aan een tijdketen 104 van het stelsel en een * HBC
hoofdbloksignaal (E^) dat wordt ontleend aan een hoofdklokoscillator 106.
Het poortsignaal (E ) dat periodiek optreedt met een voorafbepaalde HBC
10 imDulsherhalingsfrequentie PRR heeft een impulsduur (T ) volgens fig. 4.
Tijdens het impulsinterval (T e ) is de stuurkracht en poortorgaan 102
HBC
gedeblokkeerd en de omzetter wordt bekrachtigd door het kloksignaal (E^) met de hoofdklokoscillatorfrequentie (fc).
Voor een voorafbepaalde impulsherhalingsfrequentie PRR heeft de 15 inrichting 16 een maximaal bereik (D ). Het uitstralen van acoustische m energie voorbij dit bereik kan een ongewenste overlapping tussen de uitgestraalde en ontvangen impulsen veroorzaken. Bij een uitvoerings-voorbeeld bedraagt het maximale bereik (D^) 9 m en de impulsherhalingsfrequentie is van de orde van groo'tte van 12 Hz. De hoofdklokoscillator 20 106 wekt een kloksignaal op bij een ultrasonore frequentie (f^), waardoor de uitgestraalde acoustische impulsen onhoorbaar zijn.
Een tijdorgaan voor het opwekken van een reeks tijdimpulsen voor de tijdbepaling van de verschillende werkingen van de inrichting is afgébeeld bij 108 en omvat de hoofdklokoscillator 106, een klokdeeltrap 110 en een 25 tijdbepalingstrap 104 van het stelsel. Het kloksignaal (E^) wordt toegevoerd aan de klokdeler 110. De klokdeeltrap deelt de ultrasonore klokfrequentie en wekt uitgangssignalen op de leidingen 112, 114 en 116, die zijn aangesloten op de tijdbepalingstrap 104 van het stelsels. De tijdbepa-
lingssignalen (E-) , (E ) , (E ) en (E ) sturen de ti j dbepaling en werking H HA HB HBC
30 van de verschillende onderdelen van de inrichting. Deze signalen en hun tijdbetrekkingen zijn afgebeeld in fig. 4. Naast deze tijdbepalingssignalen levert de tijdbepalingsketen 104 van het stelsel een voortschakelsignaal (E^) voor de teller met betrekkelijk lage frequentie.
Bij 118 is een referentieorgaan en een orgaan voor het bepalen en 35 vergelijken van de verstreken tijd afgebeeld. Dit orgaan omvat een geheugen met een geheugenregister 120 waarin een numeriek signaal wordt bewaard dat representatief is voor de referentietijd (T^), een telorgaan met een binaire teller 122 die wordt voortgeschakeld met de klokfrequentie (f^) teneinde een numeriek uitgangssignaal te leveren dat de verstreken tijd 40 (T ) aangeeft en een orgaan bestaande uit een optelketen 124 en een compa- 79-0*8 2 2 5 - 7 - rator 126 voor het detecteren van een afwijking tussen (T ) en (T^) . Zoals hierna zal worden beschreven dient de teller 122 verder als vertragings-tijdketen tijdens het inschakelbedrijf en voor het bepalen van de.duur van een alarm tijdens alarmbedrijf. Het uitgangssignaal van het geheugen-5 register en een uitgangssignaal van de binaire teller 122 worden toegevoerd aan een volledige optelketen 124. Deze optelketen trekt het binaire uitgangs-getal van het register 120 dat^ClM voorstelt af van het uitgangssignaal van de binaire teller 122. Bij afwezigheid van insluiping is het uitgangssignaal van de volledige optelketen gelijk een 0. Tijdens het bedrijf 10 optredende variaties veroorzaken echter een verschil tussen de bewaarde referentietijd (T^) en de verstreken tijd (T^J . De optelketen en comparator 126 onderzoekt het uitgangssignaal van de optelketen 124 teneinde afwijkingen tussen de waarde van de verstreken tijd (T ) en de referentietijd (T^) vaststellen. Als deze afwijkingen een voorafbepaalde waarde (ΔΤ) overschrijden 15 wordt insluiping aangegeven in een uitgangsleiding 128 van de comparator.
Zoals aangegeven verzameld de binaire teller 122 een telling die representatief is voor de verstreken tijd (T^) tijdens het bedrijf. Tijdens inschakelbedrijf legt hij een tijdvertraging vast voor de overgang van de inrichting naar het normale bedrijf. Tijdens het normale bedrijf wordt de 20 teller voortgeschakeld door het kloksignaal (E } met de klokfrequentie (f ) c o dat wordt ontleend aan de hoofdklokoscillator 106 en aan de teller 122 wordt toegevoerd via een stuurpoort 130 voor de telsnelheid. Tijdens het inschakelbedrijf wordt de teller 122 voortgeschakeld door het signaal (E^) met betrekkelijk lage frequentie dat tevens via de stuurpoort 130 25 voor de telsnelheid wordt toegevoerd aan de teller 122 teneinde deze voort te schakelen. Tijdens het normale bedrijf wordt de teller 122 aanvankelijk teruggesteld door een terugstelimpuls (E^) die daar via een ingangsleiding 132 aan wordt toegevoerd. De instelpoort 130 voor de telsnelheid wordt geopend door een signaal in de ingangsleiding 133 als de 30 omzetter 22 voor het eerst wordt bekrachtigd, waarna de teller 122 voortdurend wordt voortgeschakeld met de klokfrequentie (f^) totdat de telling wordt geblokkeerd door de ontvangst van een gereflecteerde acoustische impuls door een ontvanger 134. Een gereflecteerd acoustisch signaal dat de ontvangomzetter 30 (fig. 1) treft en in fig. 3 is aangegeven door 35 het vervangingsschema van een spoel parallel aan een kristal, veroorzaakt de opwekking van een elektrisch signaal dat wordt toegevoerd aan een ingangs-versterker 136 met variabele versterking. De versterker 136 heeft een tijd-afhankelijke versterking, waarbij de versterking van de versterker met de tijd toeneemt teneinde de gevoeligheid van de inrichting te vergroten 40 en een complementaire verzwakkingskarakteristiek van de acoustische impulsen 7908225 - 8 - te compenseren. Een uitgangssignaal van de versterker wordt via een stuurpoort 138 toegevoerd aan een bistabiele keten 140 van de ontvanger. Het ontvangen signaal stelt de bistabiele keten 140 in en een uitgangssignaal daarvan wordt via een blokkeersturing 142 toegevoerd aan de teller 122 5 teneinde het voortschakelen daarvan te beletten. De bistabiele ontvanger-stuurketen 138 blokkeert de instelling van de bistabiele keten 140 van de ontvanger tijdens het impulsinterval van het signaal (E^) teneinde overspraak tussen de zendontvanger en de ontvangomzetter tijdens het uitstralen van energie te voorkomen. Een orgaan met een terugstelpoort 144 10 is aanwezig voor het rerugstellen van de bistabiele keten 140 tijdens het zendinterval (T. ) zodat de bistabiele keten 140 wordt ingesteld voor het h waarnemen van de ontvangst van een gereflecteerde impuls. Een hoofdterug-stelsignaal dat nader zal worden beschreven wordt eveneens toegevoerd aan de poort 144 teneinde de bistabiele keten terug te stellen bij het 15 inschakelen van de inrichting. De tellerblokkersturing 142 maakt het voortschakelen van de teller ónmogelijk bij het waarnemen van insluiping, aangegeven door een signaal uit een insluip-bistabiele keten 146 of een signaal uit een deblokkeer-bistabielek keten 148 voor de klokimpulsen, wat nader zal worden beschreven.
20 Bij 149 is.een insluip-waarnemingsorgaan aanwezig. Het insluip- 1 waarbemingsorgaan omvat de insluip-bistabiele keten 146, een poortorgaan 150 voor de bistabiele keten 146, een-bistabiel insluip-instelorgaan 152 en een poortorgaan 154 voor de bistabiele keten 152. Het optreden van een afwijking (Δτ) die groter is dan een voorafbepaalde waarde stelt een 25 insluiptoestand voor. Een signaal dat deze toestand aangeeft wordt in de uitgangsleiding 128 van de comparator 126 opgewekt tijdens het tijdinterval van het tijdsignaal (E) en wordt toegevoerd aan de stuurpoort 150. De tijdbepaling tijdens het interval (T^) vindt plaats door het signaal (E^) toe te voeren aan de comparator 126 via een ingangsleiding 156. Een tweede 30 ingangssignaal voor de poort 150 bestaat uit een uitgangssignaal van een met een grendel gedeblokkeerde bistabiele keten 158 die nader zal worden beschreven. De instelling van de insluipbistabiele keten 146 deblokkeert de ene ingangsleiding voor de bistabiele insluip-instelpoort 154. Een terug-stelimpuls (E^) uit de teller-terugstelsturing 160 die optreedt tijdens het 35 impulsinterval van het signaal (E ) stelt de insluip-instel-bistabiele keten in. Een uitgangssignaal (EJ daaruit wordt toegevoefd aan een primaire tellersturing 162 teneinde te beletten dat de klokimpulsen de teller 122 voortschakelen en een betrekkelijk langzame voortschakeling van de teller met het signaal (E^) tijdens een insluip-tijdbepalingsbedrijf mogelijk ’ 40 te maken. Het signaal (E.) wordt tevens toegevoerd aan een alarmorgaan 164 7908225 - 9 - teneinde alarm te maken.
Het alarmorgaan 164 omvat een alarmhoom 166, een hoomstuurketen 168, een alarm-bistabiele keten 170 en een stuurketen 172 voor de alarm-bistabiele keten. De alarmhoom 166 klinkt onmiddellijk bij het optreden van het 5 uitgangssignaal (E J of kan in plaats daarvan na een voorafbepaalde tijd-vertraging klinken. Het onmiddellijk of vertraagd klinken van de hoorn bij detectie van insluiping kan worden gekozen door een schakelaar 184.
Een kontakt 176 van de schakelaar 174 kan naar keuze worden verbonden met een aansluiting die is verbonden met een voedingsbron 178 danwel een aanslui-10 ting die is geaard. Als het kontakt 176 is verbonden met de voedingsbron is het alarmorgaan ingesteld voor het onmiddellijk klinken bij het optreden van het signaal (E J . Een spanning van het kontakt 176 wordt via een leiding 180 toegevoerd aan de alarm-grendelsturing 172 die daardoor in werking wordt gesteld. Het optreden van het signaal (E^) schakelt de 15 bistabiele alarm-grendelketen 170 over naar de alarmtoestand, waarbij de hoomstuurketen 168 in werking wordt gesteld, die de hoorn 166 bekrachtigd en een alarm doet optreden.
In plaats daarvan kan een vertraging bij het geven van alarm worden verkregen door aan de alarm-grendelsturing 172 ingangssignalen van de uit-20 gangen van de binaire teller 122 toe te voeren. Ingangssignalen voor de stuurketen 172 omvatten volgens fig. 3 de teller-uitgangssignalen aan de aansluitingen Qg en Q^. Vertraagd alarm wordt verkregen door het kontakt 176 van de kiesschakelaar 174 te verbinden met aarde, waardoor de deblokkeer spanning van de stuurketen 172 wordt weggenomen. Bij het optreden van 25 het signaal E^ wordt de teller 122 omgeschakeld naar het waarschuwings-bedrijf en hij telt met de betrekkelijk langzame voorts chakelsnelheid van het signaal (E^). in dat geval telt de teller betrekkelijk langzaam voort en als een voorafbepaald tijdinterval is verstreken treden gelijktijdig signalen op aan de telleruitgangen Q. en Q„. Op dat tijdstip wordt de 30 alarm-grendelsturing 172 in werking gesteld en daardoor wordt de bistabiele alarm-grendelketen 170 ingesteld, waardoor de hoorn 166 klinkt.
Bij het onmiddellijk of vertraagd klinken van de hoorn blijft de hoorn 166 voortdurend klinken terwijl de teller 122 langzaam voortschakelt, totdat een uitgangssignaal optreedt aan de telleraansluiting Q,„. De hoorn 1 2- 35 166 klinkt daardoor gedurende een voorafbepaalde periode. Het samenvallen van een signaal aan de telleraansluiting en het insluip-instelsignaal (E J wordt waargenomen door een hoofd-terugstelpoort 181 waaraan deze signalen worden toegevoerd. Een uitgangssignaal van deze poort bij het optreden van het signaal aan de aansluiting wordt toegevoerd aan een 40 hoofd-terugstelsturing 184 die een hoofd-terugstelimpuls opwekt in de 79(1 8 9 9 * - 10 - uitgangsleiding 192. De hoofd-terugstelimpuls stelt alle registers terug, beëindigt het klinken van de hoorn 166 en begint een inschakelbedrijf van de inrichting.
Het stuurorgaan 182 omvat de hoofd-terugstelsturing 184, een volgorde 5 bepalende bistabiele keten 186 en de bistabiele keten 148 voor het deblokkeren van klokimpulsen. Een uitgangssignaal van de teller bistabiele keten 148 dat wordt toegevoerd aan de primaire sturing 162 voorde telleringang levert een uitgangssignaal in een uitgangsleiding 133. Dit signaal deblokkeert de klokfrequentiestu'ring 130 voor het doorlaten van het 10 klokfrequentiesignaal (E ) naar de teller 122 teneinde de teller met de c klokfrequentie te doen voortschakelen. De klokfrequentie kan bijvoorbeeld 24 kHz bedragen. Als de deblokkeer-bistabiele keten 148 voor klokimpulsen wordt teruggesteld deblokkeert een signaal in de uitgangsleiding 133 van de primaire sturing 162 voor de telleringang de telfrequentiesturing 130 15 teneinde het signaal (E^) door te laten en de teller 122 betrekkelijk langzaam te doen voortschakelen. De lage frequentie kan bijvoorbeeld 6 Hz bedragen.
De toevoer van bedrijfsspanning aan de inrichting via een schakelaar 190 (als het schakeIkontakt 176 is geaard) doet de hoofd-terugstelsturing 20 184 kortstondig een hoofd-terugstelimpuls opwekken in een uitgangsleiding 192. Deze impuls stelt alle bistabiele ketens en registers in de inrichting terug en maakt de inrichting gereed voor het inschakelbedrijf. De hoofd- terugstelimpuls wordt toegevoerd aan de volgorde bepalende bistabiele keten 186 en stelt deze terug, alsmede aan de klokimpulsen deblokkerende bistabiele 25 keten 148. Daar de volgorde bepalende bistabiele keten 186 wordt teruggesteld, wordt een klokimpulsen deblokkerende stuurpoort 194 geblokkeerd en hij belet dat het signaal (¾) de klokimpulsen deblokkerende bistabiele keten 148 instelt. Onder deze omstandigheden doet de primaire stuurketen 162 voor de telleringang de sturing 130 voor de telfrequentie de doorgang van het 30 laagfrequente signaal (E ) mogelijk maken en daardoor telt de teller 122 s voort met een betrekkelijk lage frequentie. Terwijl de teller in deze lage frequentie voortschakelt verstrijkt een voorafbepaald tijdinterval (TQ) voordat de teller een telling bereikt waarbij een uitgangssignaal optreedt aan een aansluiting daarvan.
35 Dit tijdinterval (T^) wordt zo gekozen dat het een gewenste tijdsduur levert na het inschakelen van de inrichting, waarbinnen de gebruiker het te beveiligen gebied kan verlaten.’ Er bestaat daardoor een tijdsduur waarin de gebruiker de inrichting inwerking kan stellen en het beveiligde gebied kan verlaten zonder dat loos alarm wordt gegeven door zijn tijdelijke 40 aanwezigheid bij het inschakelen.
7908225 - 11 -
Aan het einde van dit interval (Τβ) wordt een uitgangssignaal dat optreedt aan de telleraansluiting Qg toegevoerd aan een vertragings-stuurpoort 196 die de volgordebepalende bistabiele keten 186 de poort 194 doet openen. Bij het optreden van het volgende tijdsignaal (E ) aan 5 de poort 194 wordt de bistabiele keten 148 voor het deblokkeren van de klokimpulsen ingesteld. Een instel-uitgangssignaal van de bistabiele keten 148 doet de primaire sturing 162 voor de telleringang een spanning opwekken in zijn uitgangsleiding 133 teneinde de klokfrequentiesturing 130 het kloksignaal (Ec) te doen doorlaten en de teller met de klok-10 frequentie te doen voortschakelen. Het tijdsignaal (E ) dat tevens wordt toegevoerd aan de teller-terugstelsturing 160 stelt gelijktijdig de teller 122 terug.
. In plaats van de beschreven vertraagde inschakelwijze kan onmiddellijke inschakeling worden verkregen door het schakelorgaan 176 van de schakelaar 15 174 te verbinden met de aansluiting die is verbonden met de voeding 178.
Daardoor wordt de poort 916 geopend, waardoor de volgorde bepalende bistabiele keten 186 wordt ingesteld en de teller 129 van het begin af voortschakelt met de betrekkelijk hoge klokfrequentie.
Een voordeel van de beschreven inrichting is de automatisch afstands-20 bepaling van het referentie-oppervlak 24 (fig. 1). Het aanvankelijk voortschakelen van de teller 122 wordt in tijd gestuurd door het impulssignaal (E ) dat de bistabiele keten 148 instelt en de primaire sturing 162 voor de telleringang die als reaktie op de bistabiele keten 148 de stuurpoort 130 voor de telfrequentie de impulsen met de klokfrequentie doet door- 25 laten. Gelijktijdig met het signaal (E ) treedt het eerder beschreven
HB
zendomzetter-poortsignaal (E ) op. Een acoustisch signaal wordt opgewekt
HBC
en uitgezonden terwijl de teller 122 een begin maakt met zijn telling. Het acoustische signaal wordt geprojecteerd naar het referentieoppervlak 24 en wordt daaraan gereflecteerd. Bij het vaststellen van de gereflecteerde 30 energie door de ontvangomzetter 30 op een tijdstip tijdens een interval (T ) tussen een ontvanger-blokkeerinterval (T ) en een later ontvanger-
b XX
blokkeerinterval (Τ') wordt de bistabiele keten 140 van de ontvanger h ingesteld en hij belet verdere voortschakeling van de teller 122 als hierboven beschreven. Uitgangsaansluitingen van de teller 122 zijn tevens 35 verbonden met ingangsaansluitingen van het geheugenregister via een ver- zamelleiding 199 en de verzamelde telling wordt toegevoerd aan het geheugenregister 120. Bij het optreden van het volgende tijdbepalingssignaal (E ) ΠΑ wordt een bistabiele grendel-stuurpoort 198 in werking gesteld, waardoor de bistabiele grendel-deblokkeerketen 158 wordt ingesteld. Een uitgangssignaal 40 van deze Doort wordt via de ingangsleiding 200 toegevoerd aan het geheugen- 7908225 - 12- V* register waardoor dit register wordt vergrendeld en de aanvankelijke telling van de binaire teller 122 in het register wordt opgenomen. Deze aanvankelijk bewaarde telling in de vorm van een elektrisch signaal aan de uitgangen 201 van het register 120 omvat een referentieparameter (T ) waarvan de 5 grootte representatief is voor het tijdinterval dat is verstreken tijdens de ongehinderde uitstraling en reflectie van een eerste acoustische impuls tussen de zendomzetter 22 en de ontvangomzetter 30. Deze telling (T )
R
wordt door het register 120 bewaard totdat de bistabiele grendel-deblokkeer-keten 158 wordt teruggesteld bij het optreden van een hoofd-terugstelimpuls. 10 De hoofdterugstelling gebeurt automatisch als de binaire teller 122 een telling Q bereikt en de bistabiele keten 170 voor het alarm wordt ingesteld. Na een aanvankelijke bedrijfscyclus zijn de irihouden van het geheugenregister 120 en de teller 122 vrijwel gelijk en het uitgangssignaal van de volledige optelketen is nagenoeg gelijk aan 0. De optelketen en 15 comparator zijn vooringesteld op een voorafbepaald getal dat representatief is voor een afwijking (ΔΤ) teneinde enig verschil tussen (T ) en (T ) te R Θ kunnen verwerken, dat kan worden veroorzaakt door verschillende bedrijf s-factoren zoals ontwerptoleranties en dergelijke. Het uitgangssignaal van de comparator 126 is derhalve gelijk aan 0 tijdens het tijdinterval (T^) 20 van het vervolgens optredende tijdbepalingssignaal (E ) . Na het volgende
HA
signaal (E ) en het uitstralen van een impulsacoustische energie schakelt HBC
de teller 122 voort en de verstreken tijd (T ) tussen het uitstralen en de reflectie van de impuls wordt bewaard in de teller 122. De inhoud van het geheugenregister 120 dat (T ) voorstelt en de inhoud van de teller
R
25 122 die (T ) voorstelt worden vervolgens vergeleken tijdens het volgende e tijdinterval T„). Als het verschil tussen (T ) en (T ) kleiner is dan een HA p e voorafbepaalde afwijking (ΔΤ) wordt geen insluiping aangegeven en wordt geen insluiping-uitgangssignaal opgewekt in de leiding 128.
De inrichting volgens de uitvinding is verder nuttig voor het detec-30 teren yan insluipingen in een beveiligd gebied als een ontoereikend referentieoppervlak aanwezig is of geen referentieoppervlak bestaat. Een toepassing onder deze omstandigheden bestaat bijvoorbeeld uit het detecteren van de aanwezigheid van voorwerpen of personen bij een buitendeur. In fig. 6 is een deel van een buitenmuur 210 met een deur 212 afgebeeld. De inrichting 35 16 is naast de deur op geschikte hoogte aangebracht en straalt de kegelvormige bundels 20 naar buiten ten opzichte van de muur en de deur uit. Opgemerkt kan worden dat binnen het bereik (D' ' ) van de inrichting geen referentieoppervlak bestaat. De lijn 214 geeft het uiteinde van de kegel 20
op de afstand (D,T ) aan. Onder deze omstandigheden en bij afwezigheid van R
40 een voorwerp binnen de kegel tussen de bron 16 en de lijn 214 treedt er 7908225 - 13 - geen reflectie van uitgestraalde acoustische energie op en er wordt ook geen ingangssignaal opgewekt door de ontvanger 134 uit fig. 3. De binaire teller 122 blijft daardoor voortschakelen tot het optreden van een
volgend signaal (E ), op welk tijdstip de verzamelde telling van de teller HA
5 122 wordt overgebracht naar het geheugenregister 122 na de aanvankelijke telling. De teller 122 heeft een zodanige telcapaciteit dat zijn capaciteit bij de klokfrequentie (f ) groter is dan het aantal tellingen dat kan worden verzameld tussen achtereenvolgend optredende impulsen (E ). Bij een impuls-herhalingsfrequentie (E ) van ongeveer 12 Hz (T=83 ms) en een teller-
Jail 10 voortschakelfrequentie van 24 kHz wordt bijvoorbeeld een telling van ongeveer 1999 verzameld tussen opeenvolgende impulsen (E ), De teller 122 is een teller voor 12 bits die een capaciteit heeft van 2096, wat meer is dan in 83 ms kan worden verzameld. Een verzamelde telling aan het einde van een aanvankelijke periode van 83 ms (dat wil zeggen 1999) wordt 15 overgebracht naar het geheugenregister 120 en vastgelegd als referentie- . telling (T). Deze telling stelt een virtueel referentieoppervlak op de
Xv plaats 214 uit fig. 6 voor. Als een voorwerp of persoon de bundel 20 binnentreedt en een reflectie veroorzaakt op een plaats tussen de inrichting 16 en de plaats 214, ontstaat een afwijking tussen de bewaarde telling en 20 de telling die overeenkomt met de reflectie op de afstand 214, en zoals hiervoor beschreven wordt alarm gegeven. Hoewel zoals hiervoor beschreven een menselijk lichaam op grote afstand niet goed acoustische energie reflecteert, verhoogt een beweging van een lichaam naar een meer nabij gelegen plaats ten opzichte van de inrichting 16 het reflectierendement 25 totdat een punt wordt bereikt waar detectie optreedt.
In fig. 5 is de inrichting uit fig. 3 nader uitgewerkt. De onderdelen uit fig. 3 die volgens fig. 5 bestaan uit verscheidene logische komponenten - zijn in streeplijnrechthoeken getekend en aangegeven met dezelfde verwijzings- cijfers als in fig. 3. De onderdelen uit fig. 3 waarvan de functie wordt 30 uitgeoefend door een enkele logische komponent zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers in fig. 5. Het omzettercircuit 102 van de zender 100 omvat een eerste en een tweede NEN-poort 300 en 302, die via inverterende versterkers 304 en 306 zijn verbonden met de basis van NPN-transistor-versterkers 308 respektievelijk 310. Deze versterker zijn tezamen met NPN-35 transistorversterkers 312 en 314 aangesloten volgens een totempaalcircuit teneinde de omzetter 22 periodiek te bekrachtigen met de klokfrequentie (f) tijdens een beperkt interval (T „).
De osicllator 106 omvat een vrijlopende multivibrator met een condensator 301 en weerstanden 303, 305 en 307 die een gewenste bedrijfsfrequentie 40 levert. Bij een uitvoeringsvoorbeeld werkt de oscillator bij een frequentie 7908225 « - 14 - van 24 kHz. Een uitgangssignaal van de oscillator 106 wordt toegevoerd aan een eerste decadeteller 370 van een klokverdeeltrap 110. Deze verdeel-trap omvat tevens decadetellers 372 eri 376 benevens een halve sectie van een dubbele D-bistabiele keten 374. Bij de als voorbeeld gekozen klok-5 frequentie van 24 kHz hebben de uitgangssignalen aan de aansluitingen van de decadetellereenheden 370 en 372, van de bistabiele keten 374 en van de decadeteller 376 frequenties van 2,4 kHz respektievelijk 240 Hz respektieve-lijk 120 Hz respektievelijk -12 Hz. De uitgangssignalen worden toegevoerd aan een tijbepalingstrap 104 van het stelsel. Deze trap omvat de NEN-poort .
10 316 en een inverterende versterker 317, de NEN-poorten 318 en 320 die alle zijn afgebeeld in de rechthoek 104 en verder een dubbele D-bistabiele keten 321 die gemakshalve buiten de rechthoek 104 is afgebeeld.
De telfrequentiesturing 130 voor het toevoeren van voortschakelimpulsen aan de teller 122 omvat de NEN-poorten 358 en. 360. De blokkeersturing 142 15 voor het blokkeren van het voortschakelen van de teller omvat een NOF-poort 364 en een NEN-poort 362. De teller 122 omvat een binaire teller met 12 trappen waarvan de uitgangen Q tot en met zijn gekoppeld met het · geheugenregister. 120 en met de volledige optelketen 124. Het geheugenregister ' 120 omvat drei viervoudige klokgrendelketens 330, 332 en 334 die elk vier 20 bits kunnen bewaren. Een grendelsignaal wordt via de leiding 200 ontleend aan de bistabiele keten 158 en wordt toegevoerd aan elk van deze grendels.
Ter vereenvoudiging van de tekening is de aansluiting van de grendelstuur-leiding 200. op de grendelketens niet afgebeeld. De volledige optelketen 124 omvat een volledige opteller voor 12 bits die is gevormd uit drie volledige 25 optelketens 336, 338 en 340 voor elk vier bits. Uitgangen van deze trappen zijn gekoppeld met de optelketen en comparator 126 die NEN-poorten 342 en 344 omvat. De uitgangen van deze NEN-poorten zijn verbonden met een NOF-poort 346. De uitgangen van de comparatortrappen zijn tevens verbonden met NOF-poorten 348 en 350. Uitgangen van deze NOF-poorten zijn verbonden met 30 een NEN-poort 352. Het signaal van de NEN-poort 352 en het uitgangssignaal van de NOF-poort 346 worden rechtstreeks respektievelijk via een inverterende versterker 356 toegevoerd aan een NEN-poort 354.
Een signaal in de leiding 128 wordt toegevoerd aan de NOF-poortsturing 150 voor de bistabiele keten voor het waarnemen van insluiping. De insluip-35 bistabiele keten 146. en de bistabiele keten 152 voor de insluip-instelling omvatten een halve sectie van dubbele D-bistabiele ketens. De poortsturing 154 wordt geleverd door een inverterende versterker 431 en een NOF-poort 433.
De bistabiele keten 186 voor de volgordebepaling, de bistabiele keten 148 voor het deblokkeren van klokimpulsen en de bistabiele keten 158 voor 40 het deblokkeren van de grendels uit het stuurorgaan 182 omvatten elk de 7908225 - 15 - helft van een dubbele D-bistabiele keten.
De stuurpoort 196 behorende bij de bistabiele keten 186 wordt gevormd door een NOF-poort 384 en een inverterende verwerker 388. De poorten 194 en 198 behorende bij de bistabiele ketens 148 en 158 omvatten elk een 5 NOF-poort. De tellerterugstelsturing 160 wordt geleverd door een NEN—poort 366 waarvan de uitgang is gekoppeld met een verdere NEN-poort 368, tezamen met een terugstelimpuls (E ) uit de hoofd-terugstelsturing 184. De terug-
R
stelpoort 181 omvat een NEN-poort 390 en een inverterende versterker 392.
Het uitgangssignaal van deze versterker wordt aan de basis van een transistor 10 396 toegevoerd aan de hoofd-terugstelsturing 184. De schakelaar 190 voert collectorspanning toe aan de transistor 396 en levert bedrijfspanningen D aan komportenten van de inrichting. De emitter van de transistor 396
CO
is aangesloten op een NOF-poort 394. De ene uitgang van deze poort is verbonden met een inverterende versterker 400 teneinde een terugstelimpuls 15 (E ) toe te voeren aan verscheidene registers. Een andere uitgang van de NOF-poort 394 is verbonden met de NEN-poort 144 teneinde de bistabiele keten 140 van de ontvanger terug te stellen en met de NEN-poort 268 teneinde de teller 122 op de aangegeven wijze terug te stellen. De keuze van een vertraagde bedrijfswijze wordt mogelijk gemaakt door omschakeling van het 20 bewegende kontakt 176 dat is aangesloten op een ingang van de NOF-poort 384 van de vertragings-stuurpoort 196 en op een NEN-poort 404 van de sturing 172 voor de alarm-bistabiele keten.
De sturing 172 van de alarm-bistabiele keten van het alarmstuurcircuit 164 wordt gevormd door NEN-poorten 402 en 404 die elk zijn aangesloten op 25 een NEN-poort 406. Een uitgang van de NEN-poort 406 is verbonden met een dubbele D-bistabiele keten 170 voor het alarm. Het alarmhoom-stuurcircuit 168 omvat NEN-poorten 410 en 412 waarvan de uitgangen via inverterende versterkers 414 respektievelijk 416 zijn verbonden met een totumpaal-transistorstuurketen met NPN-transistoren 418, 420, 422 en 424. De hoorn 30 166 is in fig. 5 als een spoel voorgesteld. Ingangssignalen voor de NEN- poorten 410 en 412 omvatten een signaal met de verlaagde frequentie van 2,4 kHz dat wordt ontleend aan een uitgang van de decadeteller 370 van de klokverdeeltrap 110. Een inverterende versterker 408 voert dit ingangssignaal toe aan de NEN-poort 412. ^ 35 Een elektrisch signaal van de acoustische omzetter 30 van de ontvanger 134 wordt toegevoerd aan een versterker 378 met variabele versterking.
Het aldus ontvangen signaal wordt versterkt en in tandem toegevoerd aan een operationele versterker 380 en een impulsversterker 382 waarin het versterkte ontvangen acoustische signaal als een elektrische uitgangsimpuls 40 wordt geleverd. Deze impuls wordt toegevoerd aan de NOF-poort 138 teneinde 7α n fi o 9 ς - 16 - een dubbele D-bistabiele keten 140 van de ontvanger in te stellen. De bistabiele keten 140 van de ontvanger wordt teruggesteld door een uitgangs-impuls van de terugstel-NEN-poort 144.
Alle logische komponenten uit fig. 5 zijn in de handel verkrijgbare 5 komponenten. Bij een uitvoeringsvoorbeeld zijn de onderstaande komponenten met succes toegepast in een configuratie volgens fig. 5, Fig. 5 geeft de aansluitingnumraers aan voor de hieronder opgegeven komponenten.
Komponent CMOS Type
Multivibrator 106 4047 10 Decadetellers 370, 372, 376 4017
Bistabiele ketens 374, 32, 140, 148, 158, 186, 146, 152, 170 4013
Binaire teller 122 4040 'Viervoudige geklokte grendels 330,332, 334 4042 15 Volledige optelketens 336, 338, 340 4008 NEN-poorten 4011 4023 4012 NOF-poorten 4001 20 4002
Inverterende versterkers 4009
Operationele versterkers CA 3094
Impulsversterker 382 2N 5210
De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding hebben het voordeel 25 dat met impulsecho's werkende insluipdetectie wordt verkregen met een geringere gevoeligheid voor loos alarm. De insluipdetectie omvat de automatische afstandsbepaling van een referentieoppervlak en een orgaan voor het verkrijgen van een insehakelvertraging, telling tijdens het bedrijf, telling van een alarmperiode en automatische beëindiging. De 30 inrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel dat hij betrekkelijk compact is en met geringe kosten kan worden vervaardigd.
7908225

Claims (13)

1. Werkwijze voor het detecteren van de aanwezigheid van een insluiper of een andere verandering in de omgeving in een beveiligd gebied, met het kenmerk dat men 5 (a) een referentieimpuls acoustische energie vanuit een bron uitstraalt in een gebied dat tenminste één reflecterend oppervlak bevat, (b) een referentieparameter (ΊΜ bepaalt met een waarde die evenredig is met het tijdinterval dat is verstreken sedert het uitstralen van de referentieimpuls en de reflectie van de referentieimpuls naar een 10 ontvanger, (c) een soortgelijke impuls acoustische energie vanuit de bron uitstraalt in het gebied, (d) een parameter (T ) voor de verstreken tijd bepaald met een waarde die e evenredig is met het tijdinterval dat is verstreken sedert het uitstra-15 len van de soortgelijke impuls tot de reflectie van de soortgelijke impuls naar de ontvanger, (e) de waarde van de parameter (T^) voor de verstreken tijd vergelijkt met 'de waarde van de referentieparameter (ΊΜ en een afwijking (ΔΤ) daartussen waarneemt en 20 (f) een alarm opwekt als reaktie op een afwijking (AT).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men een alarm opwekt als de waarde van de afwijking (Δ-T) een voorafbepaalde waarde overschrijdt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat men een alarm 25 opwekt gedurende een voorafbepaald tijdinterval en het alarm beëindigt en bij het verstrijken van dat tijdinterval.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat men de stappen (a) tot en met (f) herhaalt bij beëindiging van het alarm.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de referentie- 30 parameter (T ) een eerste numeriek elektrisch signaal omvat, waarbij het verstreken tijdinterval (T ) wordt voorgesteld door een tweede numeriek e elektrisch signaal en de eerste en tweede numerieke elektrische signalen worden vergeleken.
5. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men het numerieke 35 eerste elektrische signaal automatisch vastlegt door periodieke voortscha-keling van een binaire teller tijdens een tijdinterval en overdracht van een in de teller verzamelde telling naar een geheugenregister, waarbij men het tweede elektrische signaal vastlegt door voortschakeling van een binaire teller over een tijdinterval en een vergelijking uitvoert tussen de inhoud 40 van de teller en de inhoud- van het geheugenregister. 7Ünfi9 9 K - 18 - 7. werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat men de teller met een eerste frequentie doet voortschakelen tijdens een voorafbepaald tijdinterval en vervolgens de teller doet voortschakelen met een tweede en hogere frequentie.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat men de teller met de eerste frequentie doet voortschakelen tijdens een voorafbepaald - tijdinterval als de afwijking ΔΤ de voorafbepaalde waarde overschrijdt en het alarm opwekt gedurende het voorafbèpaalde tijdinterval.
9. Inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van een 10 insluiper of een andere verandering van de omgeving in een beveiligd gebied, gekenmerkt door (a) een bron die periodiek een impuls acoustische energie uitstraalt in een gebid dat tenminste één reflecterend oppervlak bevat, (b) een ontvanger voor het waarnemen van reflecties van de impulsen acous- 15 tische energie, (c) een meetorgaan en vergelijkingsorgaan dat is aangesloten op de bron en de ontvanger en dat (1) de tijd meet die is verstreken tussen het uitstralen van elke impuls door de bron en de ontvangst van de reflectie daarvan door de 20 ontvanger, (2) een referentieparameter (T^) vastlegt met een waarde evenredig met de tijd die is verstreken tussen het uitstralen en de ontvangst van een aanvankelijke impuls, (3) de referentieparameter (T^_) vergelijkt met een parameter (TJ voor 25 de verstreken tijd met een waarde die evenredig is met de tijd die is verstreken tussen het uitstralen en de ontvangst van een volgende impuls en een afwijking (ΔΤ) daartussen vaststelt en (4) een uitgangssignaal levert als reaktie op een afwijking·(ΔΤ) en (d) een alarmorgaan dat is gekoppeld met het meetorgaan en vergelijkings- 30 orgaan en daarvan uitgangssignalen ontvangt, welk alarmorgaan een alarm opwekt als reaktie op een uitgangssignaal van het meetorgaan en vergelijkingsorgaan .
10. Inrichting volgens conclusie 9, m-et het kenmerk dat het meetorgaan en vergelijkingsorgaan een numerieke teller bevat voor het verzamelen van 35 een telling die representatief is voor het verstreken tijdinterval, een numeriek geheugenorgaan voor het bewaren van een numeriek signaal, een orgaan dat als reaktie op de aanvankelijke impuls een numeriek signaal (T ) r uit de teller ovefbrengt naar het geheugenorgaan en een orgaan dat periodiek de waarde van het numerieke signaal bewaart in het geheugenorgaan (T ) 40 vergelijkt met het numerieke signaal (T ) dat is verzameld in de teller. 7908225 r - 19 -
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het meetorgaan en vergelijkingsorgaan verder een optelketen bevat die is gekoppeld met het geheugenorgaan en met de teller en een signaal levert dat representatief is voor het verschil in waarde tussen numerieke signalen bewaard in het 5 geheugen en de teller, alsmede een orgaan voor het vergelijken van een uitgangssignaal van de optelketen met een numeriek signaal dat een voorafbepaalde afwijking voorstelt.
12. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt door een orgaan dat de teller doet voortschakelen met een eerste frequentie tijdens inschakel- 10 bedrijf en doet voortschakelen met een tweede en hogere frequentie tijdens normaal bedrijf.
13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door een orgaan dat de teller met de eerste frequentie doet voortschakelen gedurende een voorafbepaalde tijdperiode als de voorafbepaalde afwijking van de waarde optreedt 15 en gedurende die voorafbëpaalde tijdperiode alarm diet geven.
14. Inrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt door een orgaan dat de opwekking van het alarm vertraagt totdat de teller, die met een betrekkelijk lage frequentie voortschakelt, een voorafbepaalde vertragingstelling heeft bereikt. 7908225
NL7908225A 1978-11-09 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie. NL7908225A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/959,236 US4242743A (en) 1978-11-09 1978-11-09 Intrusion detection method and apparatus
US95923678 1978-11-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908225A true NL7908225A (nl) 1980-05-13

Family

ID=25501811

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908225A NL7908225A (nl) 1978-11-09 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4242743A (nl)
JP (1) JPS5589768A (nl)
AU (1) AU5193479A (nl)
BE (1) BE879879A (nl)
BR (1) BR7907302A (nl)
CA (1) CA1130908A (nl)
DE (1) DE2945183A1 (nl)
FR (1) FR2441226A1 (nl)
GB (1) GB2034949A (nl)
NL (1) NL7908225A (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4347590A (en) * 1980-03-03 1982-08-31 Heger Vernon G Area surveillance system
FR2508210A1 (fr) * 1981-06-22 1982-12-24 Alsthom Cgee Detecteur d'intrusion a ultrasons
DE3138964A1 (de) * 1981-09-30 1983-04-14 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Verfahren zur unterdrueckung von stoerungen bei dem phasenvergleich zweier wechselspannungssignale, insbesondere bei dem phasenvergleich in ultraschall-echosignal-phasendetektoranordnungen fuer raumueberwachungsgeraete
JPS59198375A (ja) * 1983-04-27 1984-11-10 Keisuke Honda 盗難防止装置
JPH0644040B2 (ja) * 1984-11-14 1994-06-08 松下電工株式会社 超音波式防犯装置
US4639902A (en) * 1985-06-24 1987-01-27 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Near ultrasonic pattern comparison intrusion detector
JPH0321501Y2 (nl) * 1985-09-06 1991-05-10
US4929925A (en) * 1988-02-24 1990-05-29 Bodine David B Alarm system
GB2217013B (en) * 1988-04-07 1992-10-21 Kodak Ltd Control of light emission from devices such as cathode ray tubes
US4903009A (en) * 1988-05-18 1990-02-20 Eastman Kodak Company Intrusion detection device
AU751059B2 (en) * 1998-05-11 2002-08-08 Robert Bosch Gmbh Ultrasonic monitoring and intruder detection
EP1735586B1 (en) * 2004-03-03 2018-02-14 Metis Design Corporation Damage detection device
US7373260B2 (en) * 2004-03-03 2008-05-13 Metis Design Corporation Sensor infrastructure
US7019683B2 (en) * 2004-03-05 2006-03-28 General Electric Company Shipping container security system
US7533578B2 (en) * 2006-04-18 2009-05-19 Metis Design Corporation Triangulation with co-located sensors
US7710824B1 (en) * 2007-09-18 2010-05-04 Sprint Communications Company L.P. Location monitoring and sonar determination of presence
US7925606B1 (en) 2007-09-18 2011-04-12 Sprint Communications Company L.P. Monitoring physical locations using rules and events processing
RU2464642C2 (ru) * 2011-01-11 2012-10-20 Сергей Юрьевич Моссаковский Способ дистанционного контроля объектов без возможности доступа к ним и устройство для его реализации
US10641013B2 (en) 2016-02-16 2020-05-05 Go Lock Technology, Inc. Portable lock with integrity sensors
US10778285B2 (en) 2017-01-04 2020-09-15 Go Lock Technology, Inc. Cable with integral sensing elements for fault detection
US10544605B2 (en) 2017-05-19 2020-01-28 Douglas A. Yates Sliding lockable housing with supplemental openings

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3042303A (en) * 1959-04-24 1962-07-03 Gen Railway Signal Co Object or vehicle detection system
US3042899A (en) * 1959-06-16 1962-07-03 Gen Railway Signal Co Ultrasonic vehicle detection system
DE1218194B (de) * 1961-08-22 1966-06-02 Electroacustic Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Fahrzeug-Verkehrskontrolle
US3255434A (en) * 1961-11-01 1966-06-07 Peter D Schwarz Vehicle detection and counting system
GB1187775A (en) * 1966-06-21 1970-04-15 Marconi Co Ltd Improvements in or relating to Ultra-Sonic Presence Detectors
NL6911200A (nl) * 1968-08-03 1970-02-05
US3622957A (en) * 1970-01-26 1971-11-23 Westinghouse Electric Corp Ultrasonic object detector
US3686658A (en) * 1970-05-12 1972-08-22 Teledyne Geotech Intrusion detector responsive to change in dominant frequency
NO130132B (nl) * 1970-06-13 1974-07-08 Electroacustic Gmbh
US3713126A (en) * 1971-02-18 1973-01-23 Novar Electronics Corp Burglar deterrent timing switch
US3781772A (en) * 1972-02-25 1973-12-25 Matsushita Electric Works Ltd Ultrasonic detection apparatus
JPS50142057A (nl) * 1974-05-01 1975-11-15

Also Published As

Publication number Publication date
FR2441226A1 (fr) 1980-06-06
BR7907302A (pt) 1980-07-22
CA1130908A (en) 1982-08-31
US4242743A (en) 1980-12-30
BE879879A (fr) 1980-03-03
AU5193479A (en) 1980-05-15
GB2034949A (en) 1980-06-11
DE2945183A1 (de) 1980-05-29
JPS5589768A (en) 1980-07-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908225A (nl) Werkwijze en inrichting voor insluipdetectie.
US5828626A (en) Acoustic object detection system and method
US4382291A (en) Surveillance system in which a reflected signal pattern is compared to a reference pattern
US4639902A (en) Near ultrasonic pattern comparison intrusion detector
US4125826A (en) Ultrasonic vehicle alarm system
US4229811A (en) Intrusion detection method and apparatus
JPS6016000B2 (ja) 音響伝導媒体の監視方法
JPS6041793B2 (ja) 超音波による警戒方式
US4197528A (en) Movement-detecting processing circuit for an ultrasonic detection system
EP0632904B1 (en) A device for and method of surveillance of a space
EP0220877A1 (en) Fail-safe sensor system
JPH07160956A (ja) 侵入監視装置
JPH1139574A (ja) 組合せセンサシステム
JPH0620164A (ja) 侵入検出器
US3022496A (en) Testing of apparatus for detecting disturbances in an enclosure
JP2001133549A (ja) 障害物判定方法
US3098213A (en) Ultrasonic vehicle detection system
US20010048365A1 (en) Intrusion alarm for swimming pool
EP0032278B1 (en) Ultrasonic detection system
JPS6232839B2 (nl)
GB1602441A (en) Detector
JP2871123B2 (ja) 人体検知装置
JPS5916376B2 (ja) 超音波スイッチの雑音除去回路
SU864317A1 (ru) Устройство дл охранной сигнализации
JP3118594B2 (ja) 超音波を利用した対象物の検出制御方法及びこの検出制御方法を用いた超音波検知器

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed