NL7907755A - Afdichting. - Google Patents

Afdichting. Download PDF

Info

Publication number
NL7907755A
NL7907755A NL7907755A NL7907755A NL7907755A NL 7907755 A NL7907755 A NL 7907755A NL 7907755 A NL7907755 A NL 7907755A NL 7907755 A NL7907755 A NL 7907755A NL 7907755 A NL7907755 A NL 7907755A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seal
pipe
wall
sealing
connection
Prior art date
Application number
NL7907755A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dunlop Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dunlop Ltd filed Critical Dunlop Ltd
Publication of NL7907755A publication Critical patent/NL7907755A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L5/00Devices for use where pipes, cables or protective tubing pass through walls or partitions
    • F16L5/02Sealing
    • F16L5/10Sealing by using sealing rings or sleeves only
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L7/00Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic
    • F16L7/02Supporting of pipes or cables inside other pipes or sleeves, e.g. for enabling pipes or cables to be inserted or withdrawn from under roads or railways without interruption of traffic and sealing the pipes or cables inside the other pipes, cables or sleeves

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gasket Seals (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)

Description

τ.
Afdichting
De uitvinding heeft betrekking op een afdichting en in het bijzonder op een afdichting voor het afdichten en beschermen van pijpen binnen bijvoorbeeld een uitwendige bekleding. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op pijpen en bekledingen onder water 5 maar is daartoe niet beperkt. Voor het gemak zal de uitvinding echter worden beschreven met betrekking tot gebruik onder water.
Bij het buitengaats winnen van olie en gas zijn aanzienlijke hoeveelheid aan stijve pijpleidingen onder water in gebruik. Dergelijke pijpleidingen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om het ene boor-10 platform buitengaats aan te sluiten op een ander platform of met een installatie aan de wal. In het laatste geval kan éen pijpleiding over verscheidene honderden kilometers zich uitstrekken.
Om eventueel installatie van pijpen mogelijk te maken is het bekend om aansluitingen op te nemen in de constructie van een 15 platform. De inwendige diameter van de aansluiting is groter dan de uitwendige diameter van de aan te sluiten pijp. Het verschil in diameter kan bijvoorbeeld in het gebied van 300 mm zijn en de aansluiting kan een inwendige diameter van bijvoorbeeld tot 1 meter hebben.
Het is gewenst dat de ingesloten pijp vrij is om axiaal te 2o bewegen binnen de aansluiting om thermische uitzetting en samentrekking op te vangen zonder schade en het is ook gewenst om een zekere mate van relatieve beweging in radiale richting op te vangen. Het is ook gewenst dat de ringvormige ruimte tussen de pijp en de aansluiting afgedicht is, bij voorkeur aan beide uiteinden, tegen binnendringen 25 van zeewater. Een verdere eis is dat het inwendige oppervlak van de aansluiting en het uitwendige oppervlak van de pijp tegen corrosie beschermd zijn.
Het is duidelijk dat na het installeren een pijp binnen de aansluiting slechts zeer moeilijk toegankelijk is. Onklaarraken van 2o de pijp zou een kostbaar stilzetten van de werkzaamheden noodzakelijk maken en het toepassen van uitgebreide reparatiewerkzaamheden. In 790 77 55 <*> 2 het geval van een hoofdleiding naar de wal vanaf een buitengaats platform kunnen afsluitprocedures en preparatie zeer aanzienlijke dagelijkse kosten met zich mede brengen.
Een opblaasbare afdichting uit een stuk welke in staat is 5 om enige relatieve beweging tussen een pijp en een aansluiting toe te staan, is reeds voorgesteld maar is slechts beperkt bruikbaar zoals in het volgende zal worden aangegeven.
De uitvinding beoogt te voorzien in een afdichtsysteem met de bovengenoemde gewenste eigenschappen, waarbij in het bijzonder IQ relatieve beweging tussen de pijp en de aansluiting wordt toegestaan en waarbij door zijn doelmatige werking de kans op beschadigen van de pijp aanzienlijk wordt verminderd.
Daartoe voorziet de uitvinding in een torroidale afdichting in de vorm van een dubbelwandige buis, waarbij de wanden van een 15 flexibele elastomerische samenstelling zijn en in staat zijn om tussen hen een holle torroide te begrenzen, waarbij de afdichting volgens de richting van zijn hartlijn kan rollen door verplaatsen van een deel van de buitenwand van de buis in de binnenwand en omgekeerd zonder het afdiehtende effect te verliezen, waarbij de afstand tussen de 20 binnenste diameter en de buitenste diameter van de afdichting groter is dan de af te dichten radiale afstand en de afdichting voorzien is van een afdichtbare, langs de omtrek reikende spleet in zijn buitenwand. Door "langs de omtrek reikende" wordt bedoeld reikend om het oppervlak van de afdichting in een vlak loodrecht op zijn hartlijn.
25 Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding levert een af dichtsysteem waarbij een door een aansluiting reikende pijp in afdichtende aanraking is met de wanden van de aansluiting met behulp van êên of meer afdichtingen volgens de uitvinding als hierboven is beschreven.
30 De af te dichten radiale afstand zal zijn het verschil tussen de inwendige diameter van bijvoorbeeld een aansluiting en de uitwendige diameter van een pijp welke door de aansluiting reikt.
Bovendien zal door het aanbrengen van een spleet aan de omtrek van de afdichting het vervaardigen uitgevoerd worden rondom een 35 torridaal vormlichaam, terwijl indien een continue, niet gespleten 790 7 7 55 » 3 afdichting genaakt zou dienen te worden, deze afdichting gemaakt zou dienen te worden rondom een cilindervormige doom. Deze laatste techniek zou inhouden dat de binnen en buitenwanden van de dubbelwandige buis "plat1' vervaardigd dienen te worden tegen het oppervlak 5 van de doom met een film of een ander scheidend middel tussen de wanden om aan elkaar hechten van de wanden te vermijden. Deze wijze van plat vervaardigen veroorzaakt begrenzingen aan de radiale afstand welke afgedicht kan worden aangezien het duidelijk is dat er een betrekkelijk lage grens is aan de mate van expansie welke plaats kan hebben 10 zonder de structuur te verzwakken wanneer deze platte soort afdichting wordt opgeblazen om de binnen en buitenwanden van elkaar te scheiden.
De uitgevonden afdichting is daarom ontworpen om een pijp te ontvangen in afdichtende aanraking door een centrale boring bepaald door de binnenwand van de buis en om af te dichten tegen het inwen-15 dige oppervlak van bijvoorbeeld een aansluiting met behulp van de buitenwand van de buis. Het middel dat aanwezig is om de spleet aan de omtrek van de buis af te dichten kan worden opgenomen in een aan-grijpmiddel welke aangebracht is in het inwendige oppervlak van de aansluiting. Bij voorkeur zeil het aangrijpmiddel de afdichting be-20 vatten en de gehele eenheid zal worden opgenomen in de aansluiting.
Een afdichting tussen de pijp en de buis wordt hierdoor bereikt en de soepelheid en de vorm van de dubbelwandige buis maakt relatief bewegen tussen de pijp en de aansluiting mogelijk aangezien de afdichting bij zulk een beweging zal rollen. Gedurende dit rollen 25 zal een deel van de binnenwand van de soepele buis worden overgenomen in de buitenwand en omgekeerd tot aan de grens welke door het af-dichtmiddel wordt opgelegd. Indien een gelijke of nagenoeg gelijke rolafstand vereist is in elke richting, verdient het de voorkeur om de afdichtbare spleet bij of nabij het midden van de afdichting te 30 vormen. Indien een ongelijke rolafstand vereist is, kan de spleet dichter nabij één van de einden worden opgesteld.
Het is mogelijk dat een versterkte, elastomerische afdichting zonder textiel met de vorm van de onderhavige afdichting de bovenbeschreven rolbewegingen kan opvangen en de vereiste afdichtende 35 aanraking kan handhaven. Het verdient echter de voorkeur om verster- 790 7 7 55 h kende middelen in het lichaam van een afdichting op te nemen om voldoende handhaven van de druk te verzekeren bij in het bijzonder diep vater.
Algemeen bekend is om textiel, garen, koorden en weefsel te 5 gebruiken voor het versterken van polymerische produkten. Het is eveneens bekend dat dergelijke ingesloten materialen de neiging hebben om een betrekkelijk vormvasthoudend effect op een produkt te leveren. Zulk een effect wordt in feite in vele produkten gebruikt waarbij een betrekkelijk stabiele vorm vereist is onder verschillende werkom-10 standigheden. In gevallen waarbij een verandering van vorm vereist is onder bijvoorbeeld verschillende druk of spanningen, is het gebruikelijk om vouwen of plooien in de constructie op te nemen. In het onderhavige geval wordt een versterkingssysteem toegepast welke het plaatshebben van aanzienlijke vormveranderingen toestaat in een af-15 dichting zonder verlies van de versterkende eigenschap. Een systeem van versterkingen van textielkoord wordt gebruikt waarbij de lagen van koord in een koord/elastomeerlaminaat in hoofdzaak vrij ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn.
De koorden zullen gewoonlijk bij een hoek ten opzichte 20 van de hartlijn van de afdichting zijn gelegd en het verdient de voorkeur dat tenminste twee lagen van koord worden gebruikt, waarbij de koorden in de ene laag hellen in tegengestelde richting ten opzichte van de koorden'in de andere laag. Het verdient de voorkeur dat de in het uiteindelijke produkt toegepaste hellingen gelegen zijn tussen 25 20° en ^0°. Aangezien de afdichting wordt gemaakt op een vormlichaam met de vereiste uiteindelijke torroidale vorm, zal de toegepaste wikkelhoek dezelfde zijn als de uiteindelijke hoek. Als boven aangegeven, is hét gebruik van een vormlichaam mogelijk aangezien het gewenst is om de afdichting als een gespleten torroide te vormen, 30 hetgeen vanzelfsprekend het verwijderen van het vormlichaam vanaf het gevormde produkt mogelijk maakt. De spleet kan worden afgedicht door het opnemen van flensdraden of flenzen welke dan samengeklemd zullen worden. Indien gewenst kan een klem worden gestoken binnen de gespleten afdichting om zijn binnenwand stevig op de af te dichten pijp 35 te klemmen.
790 7 7 55 ·» 5
De spleet kan bij voorkeur concentrisch worden opgenomen in een stijve pijp welke gemakkelijk kan worden bevestigd aan de wand van de af te dichten aansluiting. De pijp kan bijvoorbeeld van kunststof zijn maar het verdient de voorkeur om metaal, in het bij-5 zonder staal toe te passen. De pijp dient voldoende lengte te hebben om de afdichting in al zijn afdichtende standen op te vangen.
Stijve pijpen welke de afdichtingen bevatten, kunnen worden geschroefd of gelast op de binnenwand van de aansluiting en volgens een andere uitvoeringsvorm kan een pijp een huis vormen waarin twee 10 of meer afdichtingen kunnen worden bevestigd. Aldus kan een afdicht-eenheid met twee of meer afdichtingen worden geklemd of op andere wijze op hun plaats worden bevestigd in de buis om een voldoende afdichting te leveren bij een minimum aan werk voor het bevestigen en installeren.
15 Bij een andere uitvoeringsvorm is de uitgevonden afdichting voorzien van een schort bevestigd aan één van de wanden, gewoonlijk de binnenwand. De schort is bij voorkeur van met rubber behandeld weefsel en zijn lengte is zodanig dat het schort reikt voorbij een einde van de afdichting. Het schort kan dan worden geklemd aan de pijp 20 welke reikt door de afdichting om een extra afdichtbescherming te leveren. Het schort kan aan het buitenoppervlak van de binnenwand van de afdichting wordt gehecht over een deel van de lengte van de afdichting zodat het vermogen om te rollen wordt gehandhaafd. Het schort is bij voorkeur geklemd nabij de plaats waar het schort uitsteekt uit 25 de afdichting.
De uitvinding zal nader worden beschreven met betrekking tot de bijgaande tekening.
Figuur 1 geeft eer. op de zeebodem opgesteld platform aan.
Figuur 2 is een doorsnede van een aansluiting in het platform.
30 Figuur 3 is een schema in doorsnede welke de rolbeweging van een afdichting toont.
Figuur b is een schema als volgens figuur 3 maar met de afdichting in samengedrukte toestand.
Figuur 5 is een doorsnede van een pijp welke reikt door de 35 afdichting.
79C 77 55 6
Figuur 6 is een aanzicht als volgens figuur 5 en toont een pijp welke reikt door een afdichting waarbij een inwendige klem is toegepast.
Figuur 7 is een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een 5 fase in de vervaardiging van een afdichting op een torroidaal vorm-lichaam.
Figuur 8 is een vergrote doorsnede van het flensgedeelte volgens figuur 7·
Figuur 9 is een aanzicht van de afdichting volgens figuur 7 10 waarbij een deel is weggelaten en waarbij de afdichting is voltooid en is aangebracht in een stijve buis.
Figuur 1 toont een deel van een platform van beton en opgesteld op een zeebodem. Een aantal identieke, holle, betonnen kamers 1 worden gewoonlijk gedeeltelijk gebruikt als drijfmiddelen voor be-15 hulpzaam te zijn bij het slepen van een platform naar de vereiste plaats. Bij aankomst op de vereiste plaats boven de zeebodem, worden de kamers gevuld waardoor het platform zinkt naar de zeebodem. Na de installatie kunnen de kamers 1 met water gevuld blijven om de stabiliteit van het platform te verbeteren.
20 Een aantal holle, betonnen benen 2 dragen een bovenconstruc tie met een werkdek 2a boven zeeniveau. Dergelijke benen worden gewoonlijk gebruikt om vele van de vertikale stijgpijpen te bevatten, waarbij de pijpen reiken vanaf de zeebodem naar het werkplatform.
Zoals beschreven met betrekking tot de kamers 1, kunnen de benen 2 25 aangepast zijn om drijfvermogen te leveren tijdens het verplaatsen naar de hoorplaats en kunnen dan met water worden gevuld. Nadat het platform geïnstalleerd is geworden wordt gewoonlijk het water uit de benen verwijderd om een veilige werkplaats te leveren voor het installeren van pijpen en machines. Na het installeren kunnen de benen 20 weer worden gevuld met water of met lucht gevuld blijven. In het eerste geval, is het gebruikelijk om het water periodiek te verwijderen om inspectie en onderhoud van de installatie te vergemakkelijken.
Een aansluiting 3, kenmerkend met een diameter van 1 meter, staat in verbinding tussen het been 2 en de omgeving. Hierdoor steekt 35 de aansluiting door de kamer 1. Om het binnendringen van water ge- 7907755 fc.
7 * durende het verslepen en het installeren te vermijden, kunnen één of heide einden van de aansluiting worden voorzien van tijdelijke deksels of afdichtingen.
Een stijgpijp H is binnen het been 2 geïnstalleerd. Een 5 pijpleiding 5 onder water staat met zijn andere einde in verbinding met een installatie op de wal. Het is gewenst om een verbinding te maken tussen de pijpen ^ en 5 door toepassen van de aansluiting 3.
Vroeger werd zulk een verbinding gewoonlijk gemaakt door het steken van een afzonderlijk pijpstuk in de aansluiting 3 en door het verbin-10 den van de einden van de pijp met de einden van de stijgpijp en de pijpleiding. Deze bekende methode vereist dat een aanzienlijke hoeveelheid werk onder water uitgevoerd dient te worden. Om de constructie van een verbinding tussen slechts de pijpleiding onder water en de stijgpijp toe te passen, wordt veel van dit werk onder water vermeden 15 en de uitvinding is in het bijzonder toepasbaar op dit laatste systeem.
Figuur 2 is een vergrote en vereenvoudigde doorsnede van de aansluiting 3 volgens figuur 1 voorafgaand aan het installeren van het platform op een zeebodem. Afdichtingen 9, 10, 11 en 12 zijn vol-20 gens de uitvinding geconstrueerd als later zal worden beschreven.
Zij zijn getekend in de leeggelopen toestand. De organen 13 en 1U zijn geleidende en draagelementen. De afdichting 15 is een soepeler, rolbaar diafragma-afdichting zonder huis voor het vervolgens bevestigen.
25 Om bij te dragen tot begrip van de constructie en de functie van het onderhavige afdichtsysteem wordt een korte beschrijving van het gebruik gegrepen.
Een platform met de bovenbeschreven aansluiting wordt geïnstalleerd op de zeebodem. Kamers 1 en benen 2 worden met water ge-30 vuld. Tijdelijke deksels worden verwijderd van de aansluiting 3 en het naburige einde van de pijpleiding 5 wordt getrokken door de aansluiting om binnen het been 2 uit te steken in een stand welke bruikbaar is voor het bevestigen aan de stijgpijp k. Afdichtingen 9, 10, 11 en 12 zijn bevestigd op hun gewenste plaatsen voorafgaand aan het 35 trekken van de pijpleiding 5 door de aansluiting. De afdichtingen zijn 790 77 55 8 voorzien van niet getekende inlaatkleppen en worden vervolgens aangesloten op een bron voor persfluidum aan het oppervlak waarbij de druk tenminste gelijk is aan de druk van het omgevende water en de afdichtingen zullen daardoor hun volledig afdichtende vorm tussen 5 de aansluiting en de pijpleiding aannemen. De benen 2 kunnen dan worden geledigd van water en de roldiafragmavormige afdichting 15 kan worden bevestigd aan de pijpleiding 5·
De afdichtingen 11 en 12 worden dan geledigd door verwijderen van de druk uitgeoefend vanaf het oppervlak en worden in die toe-10 stand gehouden. Water aanwezig in de torroidale ruimte tussen de aansluiting en de pijp wordt verwijderd. Dit water wordt vervangen door een anti-corrosief fluidum. De afdichtingen 9 en 10 zijn door hun constructie in staat om een afdichting te handhaven ongeacht de thermische beweging van de pijp. Aldus levert de beschreven installatie een 15 effectieve afdichting en een tegen corrosie bestendig systeem.
Het is duidelijk dat de doelmatigheid van het systeem in hoge mate afhangt van de capaciteit van een torroidale afdichting om in af dichtende aanraking te komen en deze te handhaven.
Figuur 3 toont schematisch de mate van kenmerkende bewegingen 20 welke dienen te worden opgevangen door een afdichting zonder de afdichtende aanraking te verliezen. Voor een afdichting met een lengte van 1 meter, kan de dimensie X in de orde van 0,75 meter zijn. Figuur 5 toont een pijp 36 welke steekt door de uitgevonden afdichting 37·
De binnenwand 37a van de afdichting staat in aanraking met de pijp 25 en de buitenwand 37b staat in aanraking met de stijve buis of uitwendige huls k2. De buitenwand 37h is voorzien van een spleet in de omtrek waarbij de spleet wordt bepaald door de einden 38 en 39 met daarin versterkende randdraden kO en kl. De einden 38 en 39 zijn tegen elkaar en aan de buis k2 geklemd door klemorganen k3 welke langs de 20 omtrek reiken, waardoor een gesloten afdichting wordt bereikt.
Figuur 6 toont een dergelijk systeem aan dat volgens figuur 5 maar waarbij een inwendige klem kk is toegepast. De klem kk houdt de binnenwand 37a van de afdichting stevig tegen de pijp 36. De klem is vanzelfsprekend ingestoken voorafgaand aan het sluiten van de 25 einden 38 en 39 door de klemorganen k3.
790 7 7 55 9
De figuren 7» 8 en 9 tonen het aanbrengen van een afdichting op een torridaal vormingslichaam en een voltooide afdichting opgesteld binnen een stijve buis.
Volgens figuur 7 is op een torridaal vormingslichaam 51 5 in secties een metalen ring 52 losneembaar bevestigd.
De ring 52 is voorzien van boutgaten 53 en is aangebracht op het vormingslichaam 51 in een stand welke samenvalt met de plaats van de spleet in de uiteindelijke afdichting. De ring is ook voorzien van een luchtweg als aangegeven in figuur 8, 10 Een enkelvoudige laag 5^ van niet gevulkaniseerd elasto- merisch velvormig materiaal is aangebracht om het vormlichaam 51 op de getekende wijze te bedekken en om te reiken tot de vertikale vlakken van de ring 52.
Lagen 55 en 58 van niet gewoven nylonkoord zijn daarna aan-15 gebracht met ten opzichte van elkaar tegengestelde hoeken over de laag 5^· In de praktijk worden vier lagen van koord gebruikt. Een-voudigheidshalve zijn slechts twee lagen getekend.
Een bekledingslaag 57 van niet gevulkaniseerd, elastcmerisch velvormig materiaal is aangebracht over de laag 58.
20 De lagen 5^· tot en met 57 zijn aangebracht op het vormlichaam 51 op bekende wijze en geconsolideerd om een homogene structuur te vormen.
Figuur 8 toont een vergroot deel van een doorsnede door de vertikale componenten (flenzen) en de ring volgens figuur 9.
25 De ring 52 omvat een loodrecht kanaal 58 welke de luchtweg vormt van de uiteindelijke afdichting. Het kanaal 60 is een tijdelijke verlenging van het kanaal 58. Een bus 59 met schroefdraad is gebed in het vormlichaam 51.
Om de ring op het vormlichaam op te stellen en vast te 20 houden wordt de verlenging 60 eerst in het verlengde met de bus 59 opgesteld en dan met bouten stevig op zijn plaats vastgezet. Ha het vervaardigen van de afdichting wordt de verlenging 60 afgedicht en gelast.
Ringvormige versterkingsplaten 61 en 62 zijn gebed in beide 25 flenzen.
790 77 55 10
De constructie van de flenzen wordt uitgevoerd tegelijkertijd met het bouwen van de afdichting op het vormlichaam en omvat de volgende fasen: elastomerisch velvormig materiaal 5^ en de eerste laag 55 5 van koorden worden volgens de tekening opgesteld tegen de vertikale vlakken van de ring 52. Gaten worden door de lagen 5^· en 55 gesneden in overeenstemming met de gaten in de ring 52. Stalen platen 61 en 62 welke doorboord zijn in overeenstemming met de ring 52 en welke op de juiste wijze zijn voorbereid voor het aanhechten worden op hun 10 plaats volgens de tekening opgesteld. Opgemerkt wordt dat de uitwendige diameters van de platen 61 en 62 weinig kleiner zijn dan de uitwendige diameter van de ring 52.
Een tweede laag 56 van koord en de bekledende laag 57 worden op gelijke wijze opgesteld en geperforeerd. De randen van de lagen 15 van koord en elastomerisch materiaal worden dan afgesneden om samen te vallen met de buitenrand van de platen 61 en 62. De afgesneden randen worden bekleed met niet gevulkaniseerd elastomerisch strook-vormig materiaal 63 en èh.
Na het vervaardigen van de afdichting volgens de bovenbeschre-2o ven wijze, wordt het stelsel gehecht met bekledingen van textiel op bekende wijze en gevulkaniseerd in een autoclaaf. Na het vulkani-seren worden de bekledende kleden verwijderd en het produkt, met inbegrip van de ring 52, wordt van het vormlichaam verwijderd.
De afdichting is nu gereed voor het aanbrengen op een stijf 25 buizenstelsel. Figuur 9 toont een kenmerkend stelsel van de afdichting en de buis. Een verbindingsorgaan 6h staat in verbinding met het kanaal 58 en is bestemd om te worden aangesloten op niet getekende opblaasmiddelen. De organen 65 en 66 zijn stukken stijf, staalbuis met flenzen 67 en 68 waartussen de flenzen van de gespleten afdichting 30 worden geklemd. De flenzen 67 en 68 zijn doorboord om vastzetbouten te kunnen ontvangen.
Het is duidelijk dat de vastzetbouten reiken door de flenzen van de afdichting en door de ring 52 om met behulp van moeren op de gebruikelijke wijze te worden bevestigd.
35 Buizen 65 en 66 zijn ook voorzien van flenzen of afstand- 790 7 7 55 « 11 organen 69 en 70 met grotere diameter welke bruikbaar is voor het door lassen bevestigen aan de binnenzijde van een aansluiting.
79 0 7 7 55

Claims (10)

1. Torroidale afdichting in de vorm van een dubbelwandige buis, waarbij de wanden van een flexibele elastomerische samenstelling zijn en in staat zijn om tussen hen een holle torroide te be- 5 grenzen, waardoor de afdichting kan rollen in de richting volgens de hartlijn door overdracht van een deel van de buitenwand van de buis in de binnenwand en omgekeerd zonder verlies van het afdichtende effect, gekenmerkt doordat de afstand tussen de binnenste diameter en de buitenste diameter van de afdichting-groter is dan de af te 50 dichten radiale afstand, waarbij de afdichting voorzien is van een afdichtbare, langs de omtrek reikende spleet in zijn buitenwand.
2. Afdichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de elastomerische samenstelling versterkt is met textielkoorden welke een hoek insluiten van 20° tot ^0° ten opzichte van de hartlijn van 55 de afdichting.
3. Afdichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat twee lagen van koorden zijn toegepast, waarbij de koorden in de ene laag in tegengestelde richting hellen ten opzichte van de helling van de andere laag. 20 *+· Afdichting volgens êên der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de afdichting concentrisch is opgesteld binnen een stijve pijp, waarbij de pijp bevestigbaar is aan de wand van de af te dichten aansluiting en voldoende lang is om de afdichting in al zijn afdichtende standen te ontvangen. 25 5· Afdichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een schort van met rubber behandeld weefsel bevestigd rondom een wand van de afdichting en met voldoende lengte om voorbij een einde van de afdichting te reiken.
6. Afdichting volgens conclusie 5S gekenmerkt doordat het 2o schort is bevestigd aan de binnenwand van de afdichting.
7. Afdichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de spleet afdichtbaar is door opname van draden in de rand of flenzen welke tegen elkaar klembaar zijn.
8. Afdichting volgens één der voorgaande conclusies, 35 gekenmerkt doordat de afdichting is voorzien van een inlaatklep welke 790 7 7 55 verbonden is net een bron voor persfluidun.
9. Afdichtsysteem waarbij een door een aansluiting stekende pijp in afdichtende aanraking is met de wanden van de buis door een torroidale afdichting in de vorm van een dubbelwandige buis, waarbij ^ de wanden van een soepele elastomerische samenstelling zijn en in staat zijn om tussen hen een holle torroide te begrenzen, waarbij de afdichting in een richting volgens de hartlijn kan rollen door overdracht van een deel van de buitenwand van de buis aan de binnenwand en omgekeerd zonder verlies van het afdichtende effect, gekenmerkt doordat de afstand tussen de inwendige diameter en de uitwendige diameter van de afdichting groter is dan de af te dichten radiale afstand, waarbij de afdichting voorzien is van een afgedichte, rondom de omtrek reikende spleet in de buitenwand, waarbij de pijp reikt door en in afdichtende aanraking is met de boring van de afdichting. ^ 10. Afdichtsysteem volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de afdichting concentrisch is opgesteld binnen een stijve pijp welke geschroefd of gelast is aan de wanden van de aansluiting, waarbij de stijve pijp voldoende lang is om de afdichting in al zijn afdicht-standen te bevatten. 2q 11. Afdichtsysteem volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de stijve pijp voorzien is van twee of meer afdichtingen.
12. Afdichtsysteem volgens conclusie 9» 10 of 11, gekenmerkt doordat de afdichting voorzien is van een schort bevestigd rondom één van zijn banden, waarbij het schort reikt voorbij één einde van 2t- de afdichting waar het is bevestigd rondom de door de afdichting stekende pijp.
13. Afdichtsysteem volgens conclusie 12, gekenmerkt doordat het schort is bevestigd aan de binnenwand van de afdichting. 1¼. Afdichtsysteem volgens één der conclusies 9 tot en met 13, 2q gekenmerkt doordat een klem is aangebracht binnen de holle torroide om de binnenwand van de afdichting op de pijp te klemmen.
15· Afdichtsysteem in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
NL7907755A 1978-11-18 1979-10-22 Afdichting. NL7907755A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7845164 1978-11-18
GB7845164 1978-11-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7907755A true NL7907755A (nl) 1980-05-20

Family

ID=10501162

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907755A NL7907755A (nl) 1978-11-18 1979-10-22 Afdichting.

Country Status (3)

Country Link
FR (1) FR2441783A1 (nl)
NL (1) NL7907755A (nl)
NO (1) NO793711L (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2938569A (en) * 1953-04-03 1960-05-31 Texas Eastern Trans Corp Casing end seals and methods of constructing and applying the same
US2816575A (en) * 1953-05-11 1957-12-17 William S Stokes Apparatus for laying a pipe line under a right-of-way
US3038732A (en) * 1958-04-07 1962-06-12 Texas Pipe Line Company Inflatable seal bushing for pipeline casing
FR2361587A2 (fr) * 1976-08-13 1978-03-10 Doris Dev Richesse Sous Marine Procede et dispositif de passage etanche d'une canalisation a travers une paroi
FR2300954A1 (fr) * 1975-02-14 1976-09-10 Sea Tank Co Procede et dispositif de raccordement de pipe-lines sous-marins a une plate-forme-poids

Also Published As

Publication number Publication date
NO793711L (no) 1980-05-20
FR2441783A1 (fr) 1980-06-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4780072A (en) Apparatus for internally coating welded pipe at the weldment
KR102058005B1 (ko) 조립식 경량 패커 장치를 이용한 노후관로의 광경화 보수·보강 공법
CN103109125B (zh) 用于密封管路系统的方法及系统
US20160169427A1 (en) Flange joint containment device
GB2047356A (en) Inflatable seals
JP4976079B2 (ja) 管路の内面被覆止水装置及びその施工方法
WO2017124182A1 (en) Sewer pipe fitting assembly
EP2764284A1 (en) Tubular apparatus for making rigid tubular structures, and corresponding installation method
RU2367838C1 (ru) Угловой армированный резиновый компенсатор
NL7907755A (nl) Afdichting.
CN210344706U (zh) 管道泄漏控制设备
JP2015099056A (ja) 管路接続部に設けられる止水継手の水密試験装置
GB2588784A (en) Clamping system
RU2374551C2 (ru) Способ ремонта дефектных участков трубопроводов
CA2877703A1 (en) Pipe repair clamp assembly
US9599260B1 (en) Pipe coupling
KR102058004B1 (ko) 노후관로 보수·보강을 위한 조립식 경량 패커 장치
GB2075086A (en) Duct linings
GB2041110A (en) Seals
KR20180007426A (ko) 관로의 비굴착 보수·보강공법 및 그에 이용되는 확관장치
EP2848851A1 (en) Flange and flanged system for joining pipes
KR100488218B1 (ko) 관 이음 플랜지
WO2008152369A1 (en) Reinforcing system
RU2805717C1 (ru) Способ безогневого композитного ремонта постоянным методом сквозных дефектов трубопроводов без изменения режимов перекачки
GB2174041A (en) Sealing device

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed