NL7907496A

NL7907496A - Potbrander voor vloeibare brandstoffen.

Info

Publication number: NL7907496A
Application number: NL7907496A
Authority: NL
Original assignee: Sesto Res Inst Bv
Priority date: 1979-10-10
Filing date: 1979-10-10
Publication date: 1981-04-14
Also published as: DE3061798D1; EP0027298A1; NO811907L; FI68121C; DK150318B; DK150318C; NO151058B; EP0027298B1; NO151058C; CA1140452A; ES263625U; FI68121B; FI803156L; US4466790A; WO1981001043A1; JPS56501296A; ES263625Y; ES260960Y; JPS6331686B2; DK243981A

Description

Aanvrager: Research. Instituut SESTO B.V. te Hilversum.

Gemachtigde: Ir. H.A. van der Hoek te Hilversum.

Korte aanduiding: Potbrander voor vloeibare brandstoffen.

1 De uitvinding heeft betrekking op een potbrander voor vloeibare brandstoffen, bevattende een enkele pot met aan de bovenzijde een vlamopening waarvan het doorstroomopper-vlak kleiner is dan het doorstroomoppervlak voor brandstof-5 dampen in de pot, een de pot omgevende mantel, middelen voor het toevoeren van vloeibare brandstof en middelen voor het toevoeren van primaire en secundaire lucht.

Een dergelijke potbrander wordt in het algemeen gebruikt voor het verwarmen van kleine ruimten. Tijdens het bedrijf wordt 10 vloeibare brandstof vanuit een niveauregelaar via een toevoer-leiding naar de potbodem gevoerd. De toegevoerde vloeibare brandstof wordt over de in hoofdzaak horizontaal opgestelde potbodem gelijkmatig verspreid en door de hoge temperatuur van het oppervlak van de potbodem vergast. Wanneer een dergelijke lp potbrander echter wordt gebruikt als ruimteverwarmingsinrichting in een voertuig of een vaartuig is de horizontale positie van de potbodem geenszins verzekerd door de optredende schommelingen of een hellende stand van het voertuig of het vaartuig. In dit geval zal de verspreiding van de toegevoer-20 de vloeibare brandstof over de potbodem bij verschillende gewenste regelstanden van de niveauregelaar ongelijkmatig zijn met de bezwaren dat het vergassingsproces niet bevredigend verloopt, het vlambeeld onrustig wordt en het rendement van de verbranding niet optimaal is met het gevolg, dat roetont-25 wikkeling ontstaat en het GO-gehalte van de verbrandingsgassen hoog is.

De uitvinding beoogt een potbrander te verschaffen van de in de aanhef genoemde soort, die door bepaalde voorzieningen in het bijzonder geschikt is als ruimteverwarmings inrich-3ö ting in voertuigen, vaartuigen of andere objecten, die aan schommelingen onderhevig zijn. Verder beoogt de uitvinding de constructie van de potbrander zeer eenvoudig te houden zodat vervaardiging hiervan tegen een lage kostprijs mogeliik is.

Θ \ 790 74 96 2 1 Daartoe wordt de potbrander volgens de uitvinding geken merkt door een, concentrisch, ten opzichte van de potwand gelegen en met de potbodem verbonden ring ten einde het met vloeibare brands tof'" te bevochtigen 'oppervlak van de potbodem 5 te beperken, door een centraal in de potbodem aangebrachte opening voor de toevoer van vloeibare brandstof, door een eerste, het buitenoppervlak van de ring, nauw omsluitende, omgekeerde korf met een gesloten bovenwand en met een van openingen voorziene zijwand, door een tweede, concentrisch 10 binnen de eerste korf opgestelde, omgekeerde korf met een gesloten bovenwand en met een van openingen voorziene zijwand, waarvan de benedenzijde, zonder het oppervlak van de ring en de potbodem te raken, zich binnen de door de ring en de potbodem gevormde ruimte uitstrekt, waarbij de afstand tussen de 15 benedenrand van de zijwand van de tweede korf en de potbodem zodanig is, dat voor alle bedrijfstoestanden van de potbrander de vergassing wordt onderhouden, ongeacht binnen bepaalde grenzen — optredende afwijkingen van de centrale as van- de potbrander ten opzichte van de vertikale stand.

20 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de. hand van de navolgende figuren.

Fig.l geeft schematisch een vertikale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van de potbrander volgens de uitvinding.

Fig.2 toont een deel van de zijwand van de eerste omge-25 keerde korf in uitgeslagen toestand.

Fig,3 toont een deel van de zijwand van de tweede omgekeerde korf in uitgeslagen toestand.

. .. Volgens fig.l bestaat de pot van de brander uit een cilin drische zijwand 1, een bodem 2 en een bovenwand 3 met een uit-30 sparing, die toegang geeft tot een vlamopening 4·. De vlamope-1 ning 4- wordt begrensd door een zich in axiale richting uitstrek kende wand 5, die loodrecht staat op de bovenwand 3 van de pot.

De pot is omgeven door een mantel 6, die aansluit op de bovenrand van de wand 5 van de vlamopening, die tot voorbij de 35 potbodem 2 reikt en aan de onderzijde van een opening ? is voorzien voor de aanvoer van geforceerde lucht door middel van een ventilator (niet afgebeeld). De aangezogen lucht \ 790 7 4 96 t 3 1 wordt omhoog gedreven in de ruimte tussen de potwand en de mantel en vervolgens afgevoerd via verspreid over de hoogte van de potwand aangebrachte gaten 8 in de pot als primaire lucht respectievelijk afgevoerd via gaten 9 in de wand 5 van 5 de vlamopening 4 als' secundaire lucht.

Op gebruikelijke wijze is een met een niveauregelaar (niet afgebeeld) verbonden leiding 10 aanwezig voor de toevoer van vloeibare brandstof. De leiding 10 is door de mantel 6 gestoken en mondt uit in een centraal in de potbodem 2 aangebrachte 10 opening 11.

Concentrisch in de pot is een,' met de potbodem 2 verbonden /aangebra cht ring 12 van bijvoorbeeld plaatstaal. De ring 12 beperkt het door de vloeibare brandstof te bevochtigen oppervlak van de potbodem en concentreert het vergassingsproces binnen de door de 15 ring ingesloten ruimte. Het buitenoppervlak van de ring 12 wordt nauw omsloten door een omgekeerde korf 13 met een gesloten bovenwand en met een geperforeerde zijwand. Concentrisch binnen de korf 13 is een tweede omgekeerde korf 14 opgesteld waarvan de hoogte ongeveer de helft van de hoogte van de korf 20 13 bedraagt. De tweede korf bezit eveneens een gesloten bovenwand en een geperforeerde zijwand. De korf 14 wordt door bepaalde ondersseuningsmiddelen (niet afgebeeld) op zijn plaats gehouden, waarbij de benedenzijde van de zijwand, zonder het oppervlak van de ring 12 en de potbodem 2 te raken, zich binnen de, 25 door de ring en de potbodem gevormde ruimte uitstrekt. De afstand tussen de benedenrand van de zijwand van de tweede korf 14 en de potbodem is zodanig, dat voor alle bedrijfstoestanden van de potbrander de vergassing wordt onderhouden, ongeacht binnen bepaalde grenzen optredende afwijkingen van de cen-30 trale as 15 van de potbrander ten opzichte van de vertikale stand.

Beide korven 13 en 14 zijn vervaardigd uit hittebestendig materiaal, in het bijzonder plaatstaal. Figuren 2 en 3 tonen in uitgeslagen toestand respectievelijk een deel van de zijwand 35 van de eerste korf 13 en een deel van de zijwand van de tweede korf 14. Uit fig.2 blijkt, dat de eerste korf 13 nabij de bene-s denzijde een rij openingen 16 van een eerste type bezit, welke

S

790 7 496 ‘T ·*.

4 1 openingen in hoofdzaak rechthoekig zijn, met daarboven een aantal rijen openingen 17 van een tweede type, d.w.z. in hoofdzaak ronde openingen. Het oppervlak van elke opening 16 van het eerste type is groter dan dat van elke opening 17 van het twee-5; de type. Wanneer de eerste korf 13 om de ring 12 is geplaatst worden de rechthoekige' openingen 16 enerzijds begrensd door de bovenrand van de ring terwijl deze openingen zich over de zijwand van de eerste korf uitstrekken over een hoogte, die geringer is dan de afstand tussen de bovenwand van de ingeslo-10 ten tweede korf 14 en de potbodem 2. De relatief grote rechthoekige openingen 16 dienen om de verbrandingslucht onbelemmerd toe te laten tot de tweede korf 14, De relatief kleine openingen 18 van de tweede korf 14 zijn over de gehele zijwand hiervan aanwezig.

15 Gedurende het bedrijf wordt de toegelaten vloeibare brandstof op het deel van de potbodem binnen de ring 12 vergast.

Door de gesloten bovenwanden van beide korven -13 en 14 wordt het gas zijwaarts gedreven om de temperatuur van de korven zo hoog mogelijk te doen stijgen, De vrij opgestelde korf 14 bereikt 20 een temperatuur (circa 700 graden Celcius), die aanzienlijk hoger is dan de temperatuur (circa 380 graden Celcius) van de potbodem 2. De hete inwendige korf 14 houdt de vergassing in stand, zelfs wanneer de potbrander binnen bepaalde grenzen schommelingen ondervindt, d.w.z. wanneer de potbodem zijn ho-25 rizontale positie verlaat, zodat het contactoppervlak tussen de verspreide vloeibare brandstof en de potbodem wordt gereduceerd en de vloeibare brandstof via de rechthoekige openingen 16 over de bovenrand van de ring 12 tracht te lopen. De verbrandingslucht, die door de relatief grote openingen 16 van 30 de uitwendige korf 13 wordt toegelaten tot de inwendige korf 14 doet op de zijwanden van beide korven kleine vlammen bij de relatief kleine openingen ontstaan. Deze vlammen worden op de zijwand van de inwendige korf 14 door de uitwendige korf 13 vastgehouden wanneer de potbrander op een hogere capaciteit 35 brandt.

Gebleken is, dat dieselolie als vloeibare brandstof opti-resultaten oplevert en dat de potbrander ook bij schom- \ /907496

Claims

1. Potbrander voor vloeibare brandstoffen, bevattende een 10 enkele pot met aan de bovenzijde een vlamopening waarvan het doorstroomoppervlak kleiner is dan het doorstroomoppervlak voor brandstof dampen in de pot, een de pot omgevende mantel, middelen voor het toevoeren van vloeibare brandstof en middelen voor het toevoeren van primaire en secundaire lucht, 15 gekenmerkt door een, concentrisch ten opzichte van de pot-wand (1) gelegen en met de potbodem (2) verbonden ring (12) ten einde het met vloeibare brandstof te bevochtigen oppervlak van de potbodem te beperken, door een centraal in de potbodem aangebrachte opening (11) voor de toevoer van vloei-20 bare brandstof, door een eerste, het buitenoppervlak van de ring nauw omsluitende, omgekeerde korf.(15) met een gesloten bovenwand en met een van openingen (16,17) voorziene zijwand, door een tweede, concentrisch binnen de eerste korf opgestelde, omgekeerde korf (14) met een gesloten bovenwand en met 25 een van openingen (18) voorziene zijwand, waarvan de beneden-zijde, zonder het oppervlak van de ring en de potbodem te raken, zich binnen de door de ring en de potbodem gevormde ruimte uitstrekt, waarbij de afstand tussen de benedenrand van de zijwand van de tweede korf en de potbodem zodanig is, dat voor 50 alle bedrijfstoéstanden van de potbrander de vergassing wordt onderhouden, ongeacht binnen bepaalde grenzen optredende afwijkingen van de centrale as (15) van de potbrander ten opzichte van de vertikale stand.

1 melingen binnen bepaalde grenzen een rustig vlambeeld vertoont en een volledige verbranding geeft bij alle regelstanden van de niveauregelaar. Het is duidelijk, dat binnen bet kader van de uitvinding 5 verschillende varianten kunnen worden bedacht. Onder andere kan de potbrander inplaats van een cilindrische vorm ook een ovale vorm bezitten.

2. Potbrander volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 55 zijwand van de eerste korf (15) een hoogte bezit, die ongeveer tweemaal die van de zijwand van de tweede korf (14) bedraagt \ 790 7 4 96 1 en is voorzien van een nabij de benedenzijde gelegen rij ope-ningen (16) van een eerste type alsmede van een aantal daarboven gelegen rijen openingen (17) van een tweede type, waarbij het oppervlak van elke opening van het eerste type groter 5 i-s dan dat van elke opening van het tweede type.

3. Potbrander volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de openingen (16) van het eerste type van de eerste korf (13) in hoofdzaak rechthoekig zijn, enerzijds door de bovenrand van de ring worden begrensd en zich over de zijwand van de eerste 10 korf uitstrekken over een hoogte, die geringer is dan de afstand tussen de bovenwand van de ingesloten tweede korf en de potbodem.

4. Potbrander volgens conclusie 1, 2 of 3» met het kenmerk, dat de openingen (18) van de tweede korf (14) over de gehele 15 zijwand hiervan zijn aangebracht. T 790 7 4 96