NL7907425A - Werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisverbrandingsoven en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisverbrandingsoven en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL7907425A
NL7907425A NL7907425A NL7907425A NL7907425A NL 7907425 A NL7907425 A NL 7907425A NL 7907425 A NL7907425 A NL 7907425A NL 7907425 A NL7907425 A NL 7907425A NL 7907425 A NL7907425 A NL 7907425A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
loading
platform
ram
vessel
standing
Prior art date
Application number
NL7907425A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Von Roll Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Von Roll Ag filed Critical Von Roll Ag
Publication of NL7907425A publication Critical patent/NL7907425A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G5/00Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor
    • F23G5/44Details; Accessories
    • F23G5/442Waste feed arrangements
    • F23G5/448Waste feed arrangements in which the waste is fed in containers or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Muffle Furnaces And Rotary Kilns (AREA)
  • Incineration Of Waste (AREA)

Description

I 4 να 8U?1
Werkwij ze voor het met afval gevulde vaten, beladen van een draaibuis-verbraadingsoven en inrichting voor het toepasaren van deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisoven,waarbij de van boven open vaten door een lift op een laadvlak gebracht en naar elkaar door j middel van een mechanische stoter rechtopstaand op een goot . door de ' 5 . laadopening in de voorwand van de oven geschoven en tenslotte in de i draaibuis van de oven omgekiept worden.
De uitvinding'baefb verder betrekking op een inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
Bij een bekende werkwijze, reap, een inrichting van dit type 10 worden de bij voorkeur geopend geleverde vaten of dergelijke van boven open kuipen, bestaande vaste verpakking door middel van een stoter . in een arbeidsgang over de zich tot aan bet tinnenvlak- van de kopwand van de draait ui s oven zich uitstrekkende goot verschoven, en aan het einde dezelfde tewegingsgang in de draaibuis van de oven vrijvallend boven 15 de goot omgekiept. De verpakking, resp. de vaten zijn met vast, pastaachtig of vloeibaar afval, normaliter met industrie afvals t o ff en, gevuld.
De ingebrachte vaste afvalstoffen worden doorgaans onder invloed van warmte pastaachtig, resp. vloeibaar, terwijl da pastaachtige afvalstoffen bij verwarming weer vloeibaar kunnen worden of-wel pastaachtig 20 blijven. Bij en na het omkiepen van een vat treedt het Brandbare materiaal naar buiten en verspreidt zich in de draaioven, waarbij een relatief groot deel van het vlak aan de onderzijde van de draaibuis betrek— kelijk snel door het uitgelopen verbrandingsmateriaal bedekt wordt.
Als gevolg van de in de draaibuis heersende intensieve warmtestraling 25 treedt een snelle verdamping van het materiaal op, waarbij vooral vanwege het grote oppervlak, van het materiaal een sprongsgewijze, niet-controleerbare warmteontwikkeling ontstaat, welke tot een dienovereenkomstig steile en hoge warmtetop leidt en daardoor de draaibuisoven, hoewel slechts kortstondig, sterk Belast. Anderzijds is: daarbij de 30 ter beschikking staande verbrandingslucht dikwijls: niet voldoende., zodat bij het daardoor ontstane gebrek aan zuurstof roet en onverbrand gas wordt gevormd, wat met het oog op de wettelijke mi'lieubeveiligende maat- 790 7 4 25 ï 4 - 2 regelen voor schoarébeenemissie ontoelaatbaar is.
Ook is het reeds bekend om bedoelde nadelen te ondervangen, de vloeibare vatinhoud in een als buffert ank dienend reservoir om te pompen en van daar door middel van een pomp naar de draaibuisoven te 5 voeren. Deze methode is voor wat betreft de installatie én de bedrijfskosten duur en technisch niet altijd toe te passen vanwege de variatie in de- afvalstoffen.
i
Vaten met vaste,- onder invloed van warmte vloeibare, resp. pastaachtig wordende,, brandbare inhoud houden zich met het oog op de 10 grote· verspreiding in de draaibuis, de sprongsgewijze, niet controleerbare warmteontwikkeling en de gevormde kortstondige· warmtetoppen in hoofdzaak gelijk aan vaten met als zodanig reeds vloeibare afvalstoffen*. Vaten met vaste, los korrelige of uit brokken bestaande inhoud verhouden zich eveneens als vloeibare, resp. vloeibaar wordende afvalstoffen, 15" d.w.z* ook bij de uit. korrelig materiaal, resp. brokken bestaande, vast blijvende afvalstoffen geven in de draaitrommel de genoemde onaangename verschijnsels*
Het doel van de uitvinding is "deze nadelen van de bekende werkwijze resp. inrichting te ondervangen en beoogt wordt een beladings-20 methode van het bovenomschreven type te verschaffen, waarmee een controleerbare, gelijkmatige warmteontwikkeling wordt bereikt, d.w.z. het ontstaan van kortstondige warmtetoppen en dus een thermische overbelasting van de draaibuisoven alsmede het ongewenst vormen van roet vermeden kan worden, waardoor anderzijds echter ook een duur en tech-25 nisch problematisch ompompen van vloeibare of zelfs pastaachtige"®.t-vullingen in een afzonderlijke buffert ank vervangen kan worden.
Het gaat volgens de uitvinding om een werkwijze voor het beladen van een oven, als hierboven bedoeld, welke gekenmerkt is, doordat de verpakking door de stoter op de goot staand slechts zover naar voren 30 geschoven wordt, dat deze aan het einde van de goot rechtop staand, met hun open voorkant buiten het binnenvlak van de kopwand van de oven uitsteekt, het vat vervolgens tijdens een interval op een op de goot aansluitend laad- en afwerpplatform blijft staan en pas dan het vat door de stoter in de draaibuis omgekiept wordt.
35 Een doelmatige wijze van handelen kan daarin bestaan, dat het op het laad- en afwerpplatform staande vat door een na het terugtrekken 790 7 4 25
* X
3 van de stoter door deze op de goot geschoven volgens vat in de draaibuis wordt gekiept, waarbij de verpakking op zijn beurt op het platform, tot stilstand komt en aldaar de plaats van een voorafgaande verpakking inneemt.
5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het toepassen van de bovenomschreven werkwijze, welke inrichting gekenmerkt is, doordat het laad- en afwerpplatform in de draaibuis zover naar buiten reikt, dat een op het platform staand vat zich tenminste ten. dele reeds binnen de ruimte van de draaioven bevindt, 10 Een doelmatige uitvoeringsvorm is die, waarbij het laad- en afwerpplatform zover in de draaibuis rekt, dat een op het platform -.staand, vat als geheel zich voor het binnenwandvlak van de kopwand van de oven bevindt.
Het platform is doelmatig met water gekoeld en helt in over-1? eenstemming met de helling van de goot.
Een verder kenmerk van de nieuwe inrichting is, dat het platte glijvlak van de goot en het platte standvlak van het platform een gemeenschappelijk vlak vormen.
Doelmatig is in een voor de, in zijn beginstand teruggetrokken 20 stoter, dwars op de transportrichting vertikaal vlak een "toevoerstoter aanwezig, welke een van een vertikaal beweegbare lift op het transport-vlak gebrachte verpakking op de goot transporteert.
Een verdere doelmatige uitvoeringsvorm van de inrichting kan daarin bestaan, dat de slag van de stoter of de stang in de lengte zoda— 25 nig verstelbaar is, dat een op het laad- en afwerpplatform staande en daarop door een volgende verpakking verder geschoven verpakking bij elke slag- resp. stanglengte van de stoter aan een het omkiepen van de verpakking veroorzakend kantelmoment wordt onderworpen, alvorens een volgende verpakking op het platform tot stilstand komt.
30 In de tekening is een uitvoeringsvorm van een beladingsinrich— ting volgens de uitvinding weergegeven, waaruit ook. de nieuwe werkwijze blijkt. In de tekening toont: figuur 1 de beladingsinrichting in vertikale langs doorsnede; figuur 2 de warmteontwikkeling voor een enkel vat bij de beken— 35 de en nieuwe methode in de vorm van een grafiek; en 790 7425 S "3 -Ikfiguur 3 bet verloop van de verbranding en de effectieve warmtebelasting van de draaibuisoven onder toepassing van de uitvinding, een en ander in de vorm van een grafiek overeenkomstig figuur 2.
In figuur 1 is de draaibuis van een draaibuisverbrandingsoven 5 1 door 2. en de aan bet beladingseinde van de draaibuis 2 aangebracbte, vertikale kopwand van de oven door drie aangeduid. Eeb vlakke goot b, welke naar de draaibuisoven 1 toe enigszins belt, reikt door een laad-opening- 5 van de kopwand 3 van de oven en is voorbij bet wandvlak 6 ^verlengd met een laad- en afwerpplatform T voor de in figuur 1 met 8a 10. · resp. 8h weergegeven, vaten» Dit platform T steekt buiten bet binnenwand— vlak 6. uit en reikt zóver in de draaibuis 2,. dat een daarop tot stil— • stand, gekomen vat 8a zicb volledig in de de- eigenlijke- vuurruimte van de oven 1. vormende binnenruimte· 2a van. de draaioven 2 bevindt. Een stoter 9 is ia de richting; van de dubbele pijl A lineair been en weer 15 beweegbaar, waarbij de op een stoterstang 9a aangebrachte kop ÏOVop bet platte glijvlak 11 van de goot U rust,, welk vlak in bet standvlak 12 van bet platform J overgaat. De afzonderlijke vaten 8a, 8b worden door de stoter1 9 na elkaar met gelijkmatige laadintervallen op de goot b staand naar de draaibuisoven 1 toe verschoven. De met vloeibare of/en 20 pastaachtige of /en losse of. vaste, korrelige, resp. brokkelige afval stoffen gevulde, uit plaatijzer bestaande vaten 8a, 8b worden reeds: geopend, staand afgeleverd en na elkaar door een in figuur 1 duidelijkheidshalve niet weergegeven vertikale lift op een laadvlak 13’ gebracht. Een blokkeerschuif 1U, welke in de kopwand 3 van de, oven vertikaal 25 verschuifbaar gelegerd is, echter ook horizontaal verschuifbaar kan zijn dan wel uit een klep kan bestaan, dient voor het afdichtend afsluiten .van de laadopening 5, terwijl de draaibuis 2 van de. draaibuis— oven 1 rondom ten opzichte van de vaste kopwand 3 door een in figuur 1 door 15 aangeduide, ringvormige pakking, is afgedicht. Aldus is in 30 hoofdzaak de voor het beladen van de oven dienende voorzijde van da draaibuisoven 1 ten opzichte van de de oven omgevenda atmosfeer af dichtend gesloten, zodat geen valse lucht van vooraf in de door da draaibuis 2 gevormde vuurruimte 2a van de oven kan binnendringen. Alleen dan, warneer de stoter 9 een vat via de goot 3 door de laadopening 5 op het 35 laad- en afwerpplatform 7 moet schuiven, wordt de schuif 1U woor korte 790 7 4 25 tf * 5 duur uit de in figuur t weergegeven sluitstand gelicht, om het vat 8 door te laten, achter dit vat echter oraniddellijk weer in de sluitstand gebracht. Het vat bevindt zich voor het in de draaioven schuiven bij gesloten schuif 1¾ in een alzijdig afgesloten toevoerruimte. De 5 draaibuis 2 van de oven 1 bestaat uit een tenminste nagenoeg cylindrische mantel 16 uit staalplaat,welke op het binnenmantelvlak met vuurvaste bemetseling 17 is bekleed, welke tezamen met de eveneens uit vuurvast materiaal bestaande kopvand 3 van de vuuruimte 2a de draaibuis oven 1 begrenst.
1Q Een aan de kopwand 3 aanwezige luchtaansluiting 18 verzorgt de vuurruimte 2a met primaire verbrandingslucht. Hèt laad- en afwerp— platform. 7 is voortdurend onderhevig aan de stralingswarmte van de vuurhaard en dus voor waterkoeling ingericht.
Het beladen van de oven geschiedt op de navolgende wijze. Door 15 een vertikaal bewegende lift is het open vat 8a rechtopstaand op het laadvlak 13 gebracht. Vervolgens wordt dit vat door middel van de stoter 9 over het glijvlak 11 van de goot k door de laadopening 5 op het af— werpplatform 7 geschoven.
Aldaar blijft het vat 8a gedurende een late interval staan, 20 waarbij dit met de inhoud aan de intensieve warmtestraling van de draai— buis oven blootgesteld is. Als gevolg van de warmteinwerking van de vlamstraling begint het vergassen van de in hoofdzaak brandbare en vluchtige bestanddelen van het verbrandingsmateriaal. Ha de eerste warmteinwerking overblijvende brandbare deel van'de vatinhoud is door 25 deze behandeling van een aanvankelijke vergassing aanzienlijk kleiner geworden. Daardoor kan de rest aan brandbare vatinhoud zondermeer en zonder gevaar voor een overbelasting van de draaibuisoven door omkiepen van het vat 8a van het afwerpplatform 7 ia de draaibuis 2 gebracht worden. Door de gedeeltelijke voorvergas sing van de brandbare stoffen 30 wordt het procentuele inerte aandeel van de rest van de vatinhoud gro ter, hetgeen de uithrandtijd op gunstige wijze beïnvloedt.
Terwijl het vat 8a op de afwerpplaat 7 blijft staan, wordt de stoter 7 in zijn beginstand (figuur 1] teruggetrokken, waarna een volgend vat 8b door de lift op het laadvlak 13 gebracht en aansluitend 35 door middel van een veiligheidshalve in figuur 1 weergegeven, dwars- 790 74 25 6 _ op de stoter 9 gerichte toevoerinrichting op de goot 2 geschoven. Het vat 8b wordt dan door de stoter 9 via de goot k tot op het afwerpplat-form 7 doorgeschoven, waarbij gedurende het laatste gedeelte van de beweging tegelijk het reeds op het platform staande voor wat betreft de 5 brandbare inhoud reeds gereduceerde vat 8a in de binnenruimte 2a van de. draaioven 2 omgekiept. Met het vat 8b schuif de stoter 9 het voorafgaande 8a in de draaioven 2, waarbij het vat 8b de plaats van het voorafgaande Vat. 8a inneemt en op zijn beurt weer op het. afwerpplatform.
: blijft staan. Hierbij dent due een. en dezelfde laadinrichting,. -namelijk ^ . de stoter 9* zowel voor het periodiek doorschuiven van alle vaten 8 ' over de goot k als voor het intermitterend omkiepen in de draaibuis 2. Weliswaar worden de vaten 8' discontinu, in de draaibuisovea 1 geschoven, • : doek vooruitschuiven, laten staan en omkiepen van de vaten geschiedt : in een regelmatige tijdsvolgorde, d.w.z. periodiek volgens dezelfde ^ beladingsintervallen. Alnaargelang dé toevoer van de platen en/of de vatinhoud. worden bijv·.. U-15 vaten, normaliter 9—10 vaten per uur· in de draaibuisoven gebracht.
Van belang; is, dat de vatinhoud door het laten staan van een vat 8 op het beladingsplatform 7 gedurende een volledig laadiaterval, 20 dit door een optimaal stralingsvlak wordt beinvloed, hetgeen, chronologisch gezien, een gelijkmatige warmteontwikkeling resp, een constant werken van de oveninstallatie als geheel mogelijk maakt, zoals dit ook het geval is bij de tot nog toe bekende beladingsmethodes, resp. inrichtingen, pc
De as van het door het platform 7 ia de richting van de pijl D8 in de draaibuis 2 omgekiepte, in figuur 1met 8'a weergegeven, nu liggende vat verloopt evenwijdig aan de langs as A2 van de draaibuis 2,. hetgeen een. ongewenst doorrollen van het vat 8'a door de draaibuis tot in de in figuur 1 duidelijkheidshalve niet weergegeven slakkenaf—
3Q
voer, onmogelijk maakt.
Reeds door het omkiepen van het vat van het afwerpplatform 7 alsmede door een daarop aansluitende beweging in de draaibuisoven 2 wordt gewaarborgd, dat het restant aan brandbaar afval, zo ook de daarin zich bevindende brandbare stoffen, welke zich. eveneens in het vat 35 · - bevinden 9 in de regel daaruit verwijderd worden en zich. over bet vlak 790 74 25 r ( - 7 van de buiswand verspreiden.
In figuur 2 is de warmteontwikkeling voor een vat volgens de bekende en nieuwe methode naast elkaar in een gemeenschappelijke grafiek schematisch weergegeven, zodat ook betere vergelijking mogelijk is.
5 In het rechthoekige coördinatensysteem van de grafiek zijn op de abcis 2kt welke de tijd t in uren (h) aangeeft, voor de bekende en nieuwe werkwijze in twee op elkaar volgende beladingsintervallen tl en t2 weergegeven* terwijl op de ordinaat 25 van de grafiek de bijbehaende warmteontwikkeling, d.w.z. vrij geworden warmtehoeveelheden, resp.
10 het thermische ovenvermogen Q in Gcal/h getekend. Ih de grafiek volgens figuur 2 is links de warmteontwikkeling voor een vat volgens de tot nog toe bekende methode met een kromme 26 en rechts de warmteontwikkeling voor een vat volgens de nieuwe beladingsmethode door een kromme 27 schematisch aangeduid.
15 Bij de bekende beladingsmethode ontstaat direkt na het om— kiepen van het in de draaibuisoven in de vuurruimte, vanwege het aldaar gevormde, relatief grote oppervlak van het brandbare materiaal en de in de draaibuis heersende, intensieve warmtestraling reeds gedurende de eerste interval t1 een oncontroleerbare, sprongsgewijze warmteontwikke— 20 ling, welke tot een steile en hoge warmtetop in de vorm van de kromme 26 leidt, waardoor de draaibuisoven reeds in het eerste interval t1 korstondig sterk belast, resp. bij normale bemeting van de oven zelfs overbelast wordt. Weliswaar zou deze warmte tot 26 door een dienovereenkomstig grote, d.w.z. te grote dimensionerlng dus een maximaal toe— 25 laatbare thermische ovenvermogen 28 van de draaibuisoven zonder schade opgevangen kunnen worden, hetgeen echter vanwege de korte tijdsduur van de thermische helastingstop 26 gepaard gaat met een niet nuttige investering, d.w.z. de oven zou met dood kapitaal gekocht moeten worden.
Anderzijds wordt de draaibuisoven, wanneer het vermogen 30 voor het ver— 30 mijden van het bedoelde dode kapitaal slechts in overeenstemming met een gemiddelde warmtebelasting 29 zou worden geconstrueerd, zoals: dit in de praktijk in feite geschiedt, overeenkomstig de warmtetop 26 periodiek kortstondig overbelast, hetgeen de levensduur dienovereenkomstig verlaagt. Bovendien bestaat dan het nadeel van een gebrek aan zuurstof, 35 resp. een ontoelaatbare vorming van roet. Aldus zou het in overeenstem— 790 74 25 , « ^ - 8 ming met de warmtetop 26 bemeten vermogen 28 van de oven als gewenst ontwerp en de in overeenstemming met de gemiddelde warmtebelasting 29 bemeten vermogen 30 als werkelijk ontwerp aangeduid kunnen worden.
Daarentegen kunnen bij de nieuwe beladingsmethode dergelijke 5 warmtetoppen 26 niet meer ontstaan, omdat gedurende bet eerste bela- dingsinterval tl, d.w.z. gedurende de tijd, waarin bet vat op het platform blijft staan (T in figuur 1) als gevolg van een eerste warmtein-* / • werking, reeds een gedeeltelijke vergassing-van de vluchtige bestanddelen en een eerste verbranding van dit gedeelte plaatsvinden, hetgeen in . 10 hoofdzaak tot een meer'gelijkmatige warmteontwikkeling dan. bij de tot nog toe bekende methode 3eidt. Dit is in figuur 3 bij. de· warmteontwik— • kelingscurve 27 door een in het. eerste beladingsinterval t 1 liggende, . gelijkmatig en tot een relatief kleine hoogte- oplopende kromme 31 verduidelijkt. .
1J Eet na de eerste, tijdens· het eerste beladingsinterval t1 plaatsvindende warmteinwerking nog overblijvende brandbare gedeelte van de vatinhoud is echter als gevolg van de gedeeltelijke vergassing zodanig minder geworden,, dat dit nu .zonder gevaar van een warmteoverbe-lasting van de draaibuisoven door omkiepen in de draaibuis afgegeven 20 kan worden. Het vat heeft dus na het beëindigen van het eerste beladings— interval. 11, d.w.z. indirekt voor het omkiepen in de draaibuis, als gevolg van een voorafgegane gedeeltelijke vergassing van brandbare en vluchtige bestanddelen dienovereenkomstig minder brandbare stof, zodat in het tweede beladingsinterval t2, als gevolg van het verspreiden 25 over een groot vlak van de vatinhoud over het binnenvlak van de buis van de draaioven weliswaar een grotere warmteontwikkeling kan plaatsvinden, zoals dit in figuur 2 door een in het bereik van het tweede beladingsinterval t2 liggende, verder oplopende curvedeel 32 van de warmteontwikkelingskromme 27 is verduidelijkt. Deze verdere verhoging 30 van de warmteontwikkeling volgens, het deel 32 van de warmteontwikke-lingskromme 27 vanwege de voorafgegane vermindering van brandbare stoffen in de vatinhoud in vergelijking tot de warmtetop 26 bij de tot nog toe bekende methode van beladen zeer klein. In elk geval zijn duidelijke warmtetoppen 26, zoals deze bij direkt omkiepen van geleverde 35 vaten volgens de tot nog toe bekende beladingsmethode onvermijdelijk 790 7425 - 9 £ zijn» "bij de nieuwe methode zeker uitgesloten. De grafiek volgens figuur 3 toont daarentegen dat, wanneer de verbrandingsinstallatie voor de nieuwe methode in overeenstemming met de voor de tot nog toe bekende methode noodzakelijke doch in geen geval bevredigend met een thermisch 5 ovenrendement 30 uit gevoerd ontwerp, zou~®rden geconstrueerd, het maximaal toelaatbare warmtevermogen 30 van de warmteontwikkelingscurve 27 in het gehele bereik de voor het verloop van de verbranding bepalende op gfiraftr volgende beladingsintervallen t 1 en t2 nimmer bereikt zou worden, zodat hier zelfs nog een extra thermische zekerheid wordt ver- 1-0 kregen* Eerst door deze manier van beladen kan de draaibuisoven 1 optimaal worden gebruikt zonder nadelig invloed op het verbrandingsverloop.
- - - Omdat de effectieve hoeveelheid warmte, welke bij de warmteontwikkeling· van een enkel vat volgens de nieuwe heladingsmethode vrij komt» precies zo groot is, als de dienovereenkomstige warmtehoeveelheid 15 volgens de tot nog toe bekende methode (vooropgesteld dat de inbond van het vat en de verwarmingswaarde gelijk zijn), is het door de warmte-ontwikkelingskromme 27 omsloten, in figuur 2 met 3k aangeduide, gearceerde vlak volgens de nieuwe methode (welke een maat voor de bijbehorende vrij gekomen hoeveelheid warmte Q in Gcal/t moet z ijn) gelijk 20 aan het door de warmteontwikkelingskromme 26 volgens de bekende methode gevormde gearceerde vlak 35.
Figuur 3 toont in tijd een gedeelte van het totale verbrandingsverloop tijdens het werken van de oven en de effectieve warmtebelasting van de oven bij toepassing van de nieuwe heladingsmethode, welke 25 grafiek in beginsel overeenstemt met de grafiek volgens figuur 2. De tijd t in uren (h) is op de abcisas 2k getekend, met op elkaar volgende beladingsintervallen tl tot tk, terwijl op de ordinaatas 25 de bijbehorende waimteontwikkeling, d.w.z. de steeds vrijgekomen warmtehoeveelheid Q. in Gcal/h getekend is.
30 De kromme voor de effectieve warmteontwikkeling, die tijdens het werken van de oven uit een superpositie van de door vaten periodiek op elkaar volgende beladingen vereiste, chronologisch over een bela-dingsinterval onderling verzette afzonderlijke kromme 27 voor de afgegeven vaten resulteert, zoals dit aan de hand van de kromme 27 in figuur 35 2 reeds is toegelicht, is in figuur 3 als dik:getekende, doorlopende lijn weergegeven en met 37 aangeduid.
790 74 25 . * *"c 10
Aan het begin van het heladingsinterval t1 is een vat op het laad- en afwerpplatform 7 (zie figuur 1) geschoven, waarbij tegelijk ook de •warmteontwikkeling in dit vat volgens figuur 3 als dun getekende·, doorlopende lijn weergegeven kromme 27 begint (zie ook figuur 2). Deze 5 warmteontwikkelingskromme 27 is samengesteld uit het in het eerste be- ladingsinterval t-1 gelegen curvedeel 31 voor de eerste verbranding van de vatinhoud van het op het platform staande vat en het daarop aansluitende, reeds in het tweede heladingsinterval 2 liggende curvedeel 32 voor de verdere warmteontwikkeling van de door het platform omgekiepte • 10 nu op het wandgedeelte van de· draaioven liggende vat (zie figuur· 1 en 2)Aan het Ie gin van het tweede heladingsinterval t2.. begint echter niet ; alleen de warmteontwikkeling 32 van de uit het' omgekièpte vat in de : draaibuis gekomen, vatinhoud, dock tegelijk ook de warmteontwikkeling 27 van het volgende vat, d.w.z.. de uit het'vergassen'van de hu’op het 15 platform geschoven vat resulterende warmteontwikkeling. 31V Deze beide gelijktijdig optredende ontwikkelingen 31 en 32'worden gesiipérponeerd zodat' in de grafiek volgens figuur 3' de- daardoor· vrijkomende warmte— hoeveelheden elk tijdstip bij elkaar opgeteld zijn, zoals: dit in figuur 3 voor het tijdstip tx door superpositie van de warmtehoeveelheid 20 Q32 uit het deel 32 van de kromme van de eerste, belading met bijbehoren de warmtehoeveelheid Q31 uit het curvedeel 31 van de volgende ovenhe— lading verduidelijkt is. Het door deze samenvoeging, superpositie, van de beide warmtehoeveelheden Q31 en Q32 verkregen,punt voor-de momentele waarde van de totale effectieve· warmteontwikkeling op het tijdstip tx 25 is in figuur 3 door 38 aangeduid en ligt op de kromme 37 voor de effec tieve warmteontwikkeling in de draaibuis. De superpositie van steeds twéé bij elkaar behaende warmtehoeveelheden uit de heide curvedelën. 31 'en' 32 zoals in figuur 3 voor het heladingsinterval t2'door de superpositie van de warmtehoeveelheden Q31 en Q32 is verduidelijkt, Herhaalt zich.' 30 elk daaropvolgend heladingsinterval t3 en tk en heeft uiteraard ook reeds, in het eerste interval t1 van de grafiek.'plaatsgevonden, aangezien deze., slechts een gedeelte uit het gehele ovenproces: weergeeft; Daardoor pulseert de resulterende effectieve warmteontwikkeling, zoals de hij *· behorende, in figuur 3 met de dik getrokken lijn weergegeven effectieve 35 warmteontwikkelingskromme 37 toont.
79074 25 * : 11
In. liet beladingsinterval t2 nadert het onderste gedeelte van. het curvedeel 32 theoretisch en vel asymptotisch. de nabij gelegen· horizontale abcisas 2h, In figuur 3 is vanvege een grotere duidelijkheid het naar omlaag gerichte deel van de curve 32 met een gestippeld getekende korte lijn 32a als interpolatie tot het punt 39 van de abcisas 2h9 d.w.z.
5 bij een varnrtéontvikkelingsvaarde nul, doorgetrokken om tegen het einde . van de beladingsinterval t2 de effectieve warmteontwikkeling duidelijk te kunnen weergegeven.
Wanneer namelijk, zoals aangenomen, de warmteontwikkeling van het eerste vat aet de kromme-2J in het ahcispunt 39 de waarde nul be— 10 reikt (zoals dit in de praktijk bij grotere benadering geldt), dan is ook.
de superpositie van de beide curvedelen 31 en 32 in het beladingsinter— val t2 beëindigd, d.v.z» in dit interval vindt dan alleen nog de verdere warmteontwikkeling 31 van een op het platform staand vat alleen plaats (zie figuur 3 het tweede vat) en wel zolang tot ook dit vat 15 aan het begin van het interval 13 in de draaibuis wordt omgekiept.
Nog voor het einde van het beladingsinterval t2 vindt geen verdere superpositie in het punt. van de effectieve wararteontwikkelingskromme 3T plaats, waarbij punt 2*0 als snijpunt van de door het ahcispunt 39 gaande ordinaat 25a met het curvedeel 31 voor het op het platform staand, 20 verder vergast (tweede) vat verkregen wordt. Set tussen Eet punt ^0 aan het begin van het volgend beladingsinterval 13 liggend, in figuur 3 door 31a. aangeduide, relatief korte curvedeel wordt dus zowel het curve— deel 31 van een nieuw begonnen curve 27 als de effectieve warmt eontwik— kelingscurve 37.
25 Aan het begin van het volgende beladingsinterval t3 begint dan de eerste verbrandingsfase van een op het platform geschoven'volgend (in figuur 3 derde), vat, waarbij nu wederom een superpositie vande betreffende curvedelen 31 en 32 optreedt, zoals dit hiervoor met betrekking tot het interval t2 is toegelicht .Precies hetzelfde geldt dan ook.
30 voor eenwolgend beladingsinterval t4 enz.
Di figuur 3 is een aangenomen, maximaal toelaatbaar warmt ever— mogen van de oven in Gcal/h. met aangeduid. De vanwege de: chronologisch. in fase versuhoven warmteontwikkeling 27 van de na elkaar in de buis geschoven vaten golfvonnig pulserende effectieve warmteontwikkeling 35 V - 790 74 25 _ 12..
37» "welke tot een gemiddelde warmtebelasting k2 bij het stoken van de oven leidt, kan, indien noodzakelijk, door een bestuurde verbranding van een extra afvalstof, bijv. door een geregelde toevoer van vloeistof tot het gewenste constante vermogen, resp. tot een maximaal thermische 5 toelaatbare belasting 1*1 van het. stookproces gecompenseerd worden. De door deze extra bestuurde vloeistofverbranding ontwikkelde warmte stemt dan overeen met het. verschil D tussen de kromme 37 en. de gewenste effec—
J
tieve., constante belasting 1*1.
%· 790 74 25

Claims (7)

1. Werkwijze voor het beladen van een draaibuisverbrandingsoven met met afval gevulde verpakking, in het bijzonder vaten, waarbij de van boven open verpakking door een lift op een laadvlak wordt ^bracht 5 en vervolgens door een mechanische stoter, rechtopstaand over «n groot door de laadopening aan de voorwand van de oven geschoven en tenslotte in de draaibuis van de oven wordt omgekiept, met het kenmerk, dat de vaten door de stoter op de goot rechtop staand zover naar voren geschoven worden, dat deze, aan het einde van de goot blijven staan, met hun open 10 voorzijde voorbij het binnenwandvlak van de voorwand van de oven uitstéken, dat de vaten vervolgens tijdens een beladingsinterval op een op de goot aansluitend beladings— en afwerpplatform blijven staan en pas dan- door de stoter in de draaibuis omgekiept worden.
2. Werkwijze volgens conclusie T, met het kenmerk, dat een 15 op het beladings- en afwerpplatform staande vat door een, na. terugtrekken van de stoter daardoor op de goot geschoven volgend vat in de draaibuis .-wordt omgekiept, waarbij het vat op zijn beurt weer op het platform tot stilstand komt en. daar de plaats van een voorafgaand vat inneemt.
3. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens con clusie 1, met het kenmerk, dat een beladings— en afwerpplatform. (7) zover in de draaibuis (2) reikt, dat het op het platform staand vat (8a) zich tenminste ten dele in de ruimte (2a) van de draaibuis (2) bevindt. k. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het be-25 ladings- en afwerpplatform (7) zover in de draaibuis (2) reikt, dat een op" hst platform staand vat (8a) zich geheel voor het binnenwandvlak. (6) van de ovenkopwand (3) bevindt.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het platform (7) watergekoeld is en:m overeenstemming met de helling van 30 de goot (k) helt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het platte glijvlak (11) van de goot (UJ en het platte standvlak. (12). van het platform (7) een gemeenschappelijke vlak vormen.
7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in 35 een voor de in zijn beginstand terugge trokken stoter '(£?I dwars op de 79074 25 V ·ν 14. bewegingsrichting daarvanliggend vertikaal vlak' een toevoerstoter aanwezig is, welke een door een vertikaal beweegbare lift op het beladings-vlak (13) gebracht vat (8b) op de goot (4) transporteert.
8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 5 slag van de beladingsstoter (9) of de stoterstang (9a) zodanig in lengte verstelbaar is, dat het op het beladings- en afwerpplatform (T) staand en daarop door een volgend vat (8b)verder geschoven vat (8) bij elke slag-, stanglengte van de stoter (9) aan een voor het omkiepen van het vat (8a) leidend kantelmoment, is onderworpen, alvorens het 10 volgende vat (8b) op het platform. (T) tot stilstand komt, 79 0 7 4 25
NL7907425A 1978-10-13 1979-10-05 Werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisverbrandingsoven en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. NL7907425A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH1067378A CH635919A5 (de) 1978-10-13 1978-10-13 Beschickungsverfahren zur aufgabe von mit abfaellen gefuellten gebinden in einen drehrohrverbrennungsofen und einrichtung zur ausfuehrung des verfahrens.
CH1067378 1978-10-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7907425A true NL7907425A (nl) 1980-04-15

Family

ID=4365624

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907425A NL7907425A (nl) 1978-10-13 1979-10-05 Werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisverbrandingsoven en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4315712A (nl)
CH (1) CH635919A5 (nl)
DE (1) DE2937690A1 (nl)
FI (1) FI65854C (nl)
NL (1) NL7907425A (nl)
SE (1) SE7908198L (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK152308C (da) * 1984-12-13 1988-07-11 Jydsk Varmekedelfab As Indfyringsanlaeg for braendstof i hele baller
FI85759C (fi) * 1985-10-03 1992-05-25 Outokumpu Oy Avfallshanteringssaett.
US5224433A (en) * 1988-11-23 1993-07-06 Cadence Chemical Resources, Inc. Waste fuel delivery to long kilns
US4974529A (en) * 1988-11-23 1990-12-04 Cadence Chemical Resources, Inc. Method for energy recovery from containerized hazardous waste
US5083516A (en) * 1988-11-23 1992-01-28 Cadence Chemical Resources, Inc. Processed wastes as supplemental fuel for modified cement films
US4930965A (en) * 1988-11-23 1990-06-05 Cadence Chemical Resources, Inc. Apparatus for charging solid fuel to rotary kilns
KR950002639B1 (ko) * 1988-11-23 1995-03-23 카덴스 에바이론멘탈 에너지, 인코포레이티드 환경보존적인 고체 폐기물 처리와 이것을 행하기 위한 개선된 습식 또는 건식처리 회전식 건조로
US5058513A (en) * 1988-11-23 1991-10-22 Benoit Michael R Energy recovery from containerized waste
US4969407A (en) * 1988-11-23 1990-11-13 Cadence Chemical Resources, Inc. Containerized hazardous waste homogenate
US4984983A (en) * 1989-02-07 1991-01-15 F. L. Smidth & Co. A/S Method of cofiring hazardous waste in industrial rotary kilns
US5086716B1 (en) * 1990-04-30 1995-08-29 Perma Fix Corp System, apparatus and method for disposing of solid waste
US5207176A (en) * 1990-11-20 1993-05-04 Ici Explosives Usa Inc Hazardous waste incinerator and control system
US5226774A (en) * 1991-01-28 1993-07-13 Cadence Chemical Resources, Inc. Device for charging combustible solids to rotary kilns
US5078594A (en) * 1991-01-28 1992-01-07 Cadence Chemical Resources, Inc. Device for charging combustible solids to rotary kilns
US5257587A (en) * 1992-06-05 1993-11-02 F. L. Smidth & Co. A/S Method and apparatus for introducing and incinerating solid combustible waste in a rotary kiln
US5410121A (en) * 1994-03-09 1995-04-25 Retech, Inc. System for feeding toxic waste drums into a treatment chamber
US6371711B1 (en) * 1999-03-19 2002-04-16 Integrated Environmental Technologies, Llc Valveless continuous atmospherically isolated container feeding assembly
AU2002336510A1 (en) * 2001-09-13 2003-03-24 Holl Technologies Company Methods and apparatus for transfer of heat energy between a body surface and heat transfer fluid
US20090151609A1 (en) * 2007-12-15 2009-06-18 Hoskinson Gordon H Incinerator with pivoting grating system
US20210363918A1 (en) * 2020-05-19 2021-11-25 Daniel Gaudreault Baler Boiler Apparatus and Method

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH460228A (de) * 1967-11-28 1968-07-31 Von Roll Ag Einrichtung für die Beschickung von Drehtrommelöfen zur Verbrennung von schlammigen, teigigen oder halbflüssigen Abfallstoffen
DE2007030C3 (de) * 1970-02-17 1975-05-15 L. & C. Steinmueller Gmbh, 5270 Gummersbach Verbrennungsvorrichtung für stückige Abfallbrennstoffe in einem Dampferzeuger
US3986624A (en) * 1971-02-16 1976-10-19 International Incinerators, Inc. Disposal feeding system including selective container control
DE2245324C3 (de) * 1972-09-15 1975-02-20 L. & C. Steinmueller Gmbh, 5270 Gummersbach Verfahren zum Verbrennen von vorbehandelten Industrieabfällen

Also Published As

Publication number Publication date
US4315712A (en) 1982-02-16
FI65854C (fi) 1984-07-10
CH635919A5 (de) 1983-04-29
SE7908198L (sv) 1980-04-14
DE2937690A1 (de) 1980-04-30
FI793048A (sv) 1980-04-14
FI65854B (sv) 1984-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7907425A (nl) Werkwijze voor het met afval gevulde vaten beladen van een draaibuisverbrandingsoven en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
US5657706A (en) Apparatus for processing and vitrifying waste
US20010028136A1 (en) Two-chamber furnace for the melt- contact smelting of contaminated aluminum scrap
DE2814290B2 (de) Müllverbrennungsanlage
US5544598A (en) System for injecting slurry to be incinerated into an incineration furnace, corresponding operating procedure, use and furnace
US1776914A (en) Garbage incinerator
JP6685601B2 (ja) 汚泥処理方法及び汚泥処理装置
US3559597A (en) Incinerator
US1974231A (en) Method and means of incinerating garbage
US3620177A (en) Rubbish incinerator
US2912941A (en) Continuous incinerator structures
US3303947A (en) Feeder for moving refuse and like compactable materials
NO790947L (no) Forbrenningsovn for avfall ombord i skip
US3594287A (en) Apparatus for cooling solids by direct contact with liquids
US329044A (en) Apparatus for charging blast and other shaft furnaces
JPH062828A (ja) 廃油脂類の焼却炉
US1295729A (en) Ore-roasting furnace.
US1066184A (en) Destructor-furnace.
US839270A (en) Garbage-incinerating apparatus.
SU846956A1 (ru) Печь с шагающими балками дл НАгРЕВА длиННОМЕРНыХ зАгОТОВОК(EE ВАРиАНТы)
NL8304285A (nl) Smeltoven.
US31827A (en) Appabatus fob drying salt
CA1207601A (en) Wood chip burning stoker type furnace
EP0467436A1 (en) Plant for the thermodestruction of industrial wastes, especially tyres
US2397686A (en) Sublimating apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed