NL7907359A - Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. - Google Patents
Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7907359A NL7907359A NL7907359A NL7907359A NL7907359A NL 7907359 A NL7907359 A NL 7907359A NL 7907359 A NL7907359 A NL 7907359A NL 7907359 A NL7907359 A NL 7907359A NL 7907359 A NL7907359 A NL 7907359A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- page
- binder
- line
- bitumen
- tar
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L95/00—Compositions of bituminous materials, e.g. asphalt, tar, pitch
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Road Paving Structures (AREA)
- Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
- Paints Or Removers (AREA)
Description
it vo 7925
Titel: frfrufrinaafrl op "basis van. een mengsel van· een steenkoolteer en een bitumen, alsmede ^erkirijze. voor een oppervlakbehandeling van vegen,
De uitvinding beeft betrekking op een bindmiddel op basis van een mengsel van steenkoolteer en een bitumen, welk bindmiddel in bet bijzonder geschikt is voor gebruik, bij de wegenbouw als bindmiddel voor een oppervlakbefiandeling« 5 Eet is algemeen bekend, dat men voor bet onderhoud en bet veer opnieuw- stroef maken van wegoppervlakken. een oppervlakhehande-ling toepast, vaarbij met behulp van een sproei-installatie een a-m-m» laag van een bindmiddel op bet te behandelen wegdek vordt aan— gebracht en daarop een laag steenkorrels wordt gestrooid, die on-10 middellijk aan de bindmiddel laag dient vast te hechten. Ha enige keren aandrukken met behulp van een wals kan het verkeer met aangepaste snelheid worden toegelaten, waardoor de steenkorrels verder in een stabiele formatie worden gedrukt. Ha bet wegvegen van de overtollige steenkorrels wordt een stroef wegoppervlak verkregen.
15“ Het zal duidelijk zijn, dat aan bet bindmiddel zeer hoge eisen gesteld worden met betrekking tot bet viscositeit/temperatuur— gedrag en de hechting.
Het bindmiddel mag namelijk bij hoge temperaturen in de zomer niet dun-vloeibaar worden en in de ruimte tussen de steenkorrels 20 omhoog kruipen, omdat daardoor het wegoppervlak zwart zou worden en zijn stroefheid zou verliezen. Ook mag het bij lage temperaturen in de winter niet bros worden, omdat daardoor de hechting van de steenkorrels zou bezwijken en door opspattend split kans op ruit-breuk bij auto' s zou bestaan. Verder moet het bindmiddel tempera-25 tuurschokken kunnen opvangen, die bij voorbeeld optreden door een afwisseling van zonneschijn en regen en door het strooien van pekel.
Het viscositeitsgedrag moet zodanig zijn, dat het bindmiddel onder afkoeling op het wegoppervlak enerzijds nog voldoende vloeibaar is om enigszins tegen het oppervlak van de verstrooide steen— ' 30 korrels op te kruipen, anderzijds echter viskeus genoeg om de steenkorrels op hun plaats te fixeren en de vorming van een stroef oppervlak onder invloed van het rijdende verkeer mogelijk te maken.
790 7 3 59
De hechting tussen het "bindmiddel en de steenkorrels moet langdurig "bestand zijn tegen de mechanische krachten, die door het verkeer worden uitgeoefend, en tegen de chemische invloeden van het klimaat, zoals licht, lucht en neater, en andere chemische invloe— 5 den, zoals pekel, olie, "benzine, "mest en der gelijke.
Behalve de "Bovenstaand aangegeven eisen, die men aan het "bindmiddel moet stellen, moet het "bindmiddel ook voldoen aan een aantal voorwaarden met "Betrekking tot de uitvoering van de opper-vlakbehahdeling. Eet bindmiddel moet mechanisch versproeibaar zijn 10. tot een in lengte- en breedterichting homogene laagdikte, waarbij aan redelijke ergonometriscEe en milieu-eisen ten aanzien van de sproeibemanning en de omgeving wordt voldaan.’ Voorts moet het bindmiddel gedurende lange tijd opgeslagen kunnen worden zonder dat fysische en chemische eigenschappen ingrijpend veranderen. Verder-15-. moet het bindmiddel liefst ongevoelig zijn voor de kwaliteit van de steenkorrels (soort, stofgehalte, watergehalte) waarmee wordt afge-strooid. Verder dient de oppervlakbehandeling van het wegdek het wegverkeer zo kort mogelijk te onderbreken en dient de behandeling onafhankelijk van de weersgesteldheid, na het aanbrengen, te kunnen 20 worden uitgevoerd. Tenslotte moet de oppervlakbehandeling goedkoop zijn en een duurzaam resultaat verschaffen.
Een nadeel van de tot dusver toegepaste bindmiddelen, zoals wegenteer, teer/bit umen-mengsel, bitumenemulsie en vloeibitumen, is, dat zij slechts aan een deel van de bovenstaande eisen voldoen. 25 Voor het verbeteren van de Theologische eigenschappen van bitumineuze bindmiddelen heeft men reeds voorgesteld om daaraan kunststoffen toe te voegen. Zo heeft men getracht steenkoolteer te modificeren met polymeermatefi-alen. Daarbij bleek echter, dat zowel de'beer als het polymeermateriaal aan bepaalde voorwaarden moeten 30 voldoen om geheel compatibel te zijn. Voorts heeft men geprobeerd bitumen te modificeren met polymeermaterialen, waarbij bleek, dat ook hierbij zowel het bitumen als het polymeermateriaal aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om compatibel te zijn.
Een nadeel van deze bekende werkwijzen om teer of bitumen 35· te modificeren is, dat voor het verkrijgen van een waarneembaar effect gewoonlijk grote hoeveelheden van meer den 5 gev.$ tot wel 790 7 3 59 ......
5Q gew.3» polymeermat er laai noodzakelijk-zijn, -waardoor het "bindmiddel veel te duur -wordt, terwijl tij het versproeien niet met minder "Bindmiddel kan worden volstaan. Sen ander nadeel ia, dat de modificering soms tot een verBetering leidt van 'een of meer van de ge-5 wenste eigenschappen van Bet Bindmiddel, maar dat andere noodzake—. lijke eigenschappen verslechteren, en wel zodanig, dat de modificering in zijn totaliteit een negatieve uitwerking Beeft. Zo levert de toevoeging van polyvinylchloride aan wegenteer een toename van de taaiheid en ductiliteit, maar een aanzienlijke verslechtering 10 van de Bestendigheid op. De toevoeging van polyetheen aan Bitumen geeft weliswaar een verBetering van de stabiliteit en elasticiteit, maar de hechting neemt af. .
Zoals duidelijk zal zijn op grond van de problemen met betrekking tot de compatibiliteit van polymeermat eri aal met bitumen of 15 steenkoolteer was men algemeen van mening, dat het buitengewoon moeilijk zou zijn om een teer/bitumen-mengsel met kO-60% m/m bitumen te combineren met een kunststof» hetgeen temeer geldt omdat kunststoffen, die met bitumen compatibel zijn, dit in de regel niet zijn met steenkoolteer, en omgekeerd. Verder is bij proeven geble-20 ken, dat onbevredigende resultaten worden verkregen wanneer een kunststof met een van de componenten van het teer /bitumen mengsel wordt gemengd en daarna de andere component wordt toegevoegd. Door verandering van de viscositeit is het langs deze weg namelijk niet mogelijk om de unieke eigenschappen van de combinatie van teer met 25 h0-60% m/m bitumen ten volle te verkrijgen. Zo slaagde men er niet in om een homogene substantie te verkrijgen door bitumen aan een steenkoolteer polyvinylchloridemengsel toe te voegen. Evenmin gelukte het om een met polyetheen gemodificeerd bitumen te mengen met steenkoolteer.
2o Doel van de uitvinding is nu het verschaffen van een bind middel op basis van een mengsel van steenkoolteer en kQ-SQ% m/m bitumen, waarbij de eigenschappen van een dergelijk mengsel worden verbeterd, zodat zo optimaal mogelijk voldaan wordt aan het bovenstaand aangegeven samenstel van vereisten, en wel door het toevoegen van een zo klein mogelijke hoeveelheid van een polymeermateriaal.
790 73 59 \ -1*-,
Dit doel ia nu volgens de uitvinding gerealiseerd door liet verschaffen van een ‘bindmiddel op basis van een mengsel van steen— kooit eer en ^0-60$. m/m. bitumen, dat daardoor ie gekenmerkt, dat het een thermoplastiacIL polymeer "bevat waarin zich. elementen uit de la· 5 gere perioden van de groepen V, VI en 711 van het periodiek, systeem of een of meer van deze elementen "Bevattende groepen en/of eventueel deze elementen of groepen "Bevattende aromatische groepën "Bevinden, waarbij het aantal van deze groepen ten opzichte van het aantal koolstofatomen in de polymeerketen zodanig is gekozen, dat het 1d. thermoplastische polymeermateriaal goed compatibel is met het teer-bitumen mengsel.
Verrassenderwijs heeft men namelijk gevonden, dat door het toevoegen van een zeer kleine hoeveelheid van 1-5$ m/m, bij voorkeur 1-3$ m/m van een bovenstaand omschreven thermoplastisch poly-15 meer niet alleen een uitstekende compatibiliteit met het teer-bitumen mengsel kan worden verkregen, maar ook een voor de opper-vlakbehandeling van wegen uitermate geschikt bindmiddel wordt verschaft, dat ten opzichte van het niet gemodificeerde teer-bitumen mengsel aanzienlijk verbeterde reologische eigenschappen bezit en 20 betrekkelijk goedkoop is als gevolg van de kleine hoeveelheid thermoplastisch polymeer materiaal die nodig is.
Volgens de uitvinding kan het thermoplastische polymeer bij voorbeeld zulke elementen als zuurstof, stikstof, zwavel, fosfor, fluor, chloor, broom of deze elementen bevattende groepen zoals de 25 hydroxylgroep, de.carbonylgroep, de earboxylgroep, de alkoxygroep, de nitrilegroep, de peptidebinding -NH-C0-, de hydrosuifidegroep, de sulfochloridegroep, de sulfonzuurgroep en dergelijke alsmede de eventueel van deze elementen of groepen voorziene fenyl- of meer-kemige aromatische groepen bevatten.
30 Hoewel deze groepen bij voorkeur gevonden zijn aan de kool stofatomen van de lange ketens, zoals die ontstaan bij de polymerisatie van alkenisch. onverzadigde koolwaterstofmonomeren, vertonen ze dezelfde eigenschappen ten aanzien van de compatibiliteit met het teer-bitumen mengsel wanneer ze zijn ingebouwd in de polymeer- 79073 59 ......... ........ -5- + keten door condensatiepolymerisatie, zoals bij voorbeeld bij polyesters en polyamiden,
De onder de aktieve groepen genoemde aromatische groepen vormen Bij voorkeur geen bestanddeel van de koolstofketen in Bet 5 polymeer in de vorm van een fenyleengroep, doch. zijn aan de koolstofketen als aryigroep gebonden door substitutie van een waterstofatoom.
Behalve door copolymerisatie en condensatiepolymerisatie kunnen de voor Bet doel geschikte polymeren ook. verkregen worden 1Q door Blokcopolymerisatie reap, entpolymerisatie.
De verhouding van de Bovengenoemde aktieve groepen tot Bet aantal- koolstof at omen in de polymeerketen ie voor de compatibiliteit met het teer-bitumen mengsel zeer Belangrijk. geBleken. Gevonden werd» dat, voor een goede compatiBiliteit met een teer-bitumen com-15" Binatie, die k0-60% m/m Bitumen Bevat, het polymeer een afctief element of zo’n element Bevattende groep dient te Bevatten per 3-35"j Bij voorkeur per 6-30 koolstofatomen in de polymeerketen. De- * ze verhouding geldt ook in gevallen waar Blokcopolymeren resp. ent-copolymeren toegepast worden.
20 Een geschikte wijze voor het verkrijgen van Bovengenoemde polymeren is de copolymerisatie, Blok- en/of ent copolymerisatie van (A) een alkenisch onverzadigde koolwaterstof en (B) een alke-nisch onverzadigde koolwaterstof, die ten minste een aromatische groep Bevat, of een of meer aktieve elementen of deze elementen be-25 vattende groepen, of een aromatische groep, die een of meer aktieve elementen of deze elementen bevattende groepen bevat, waarbij de verhouding van monomeer (a). tot monomeer (b) zodanig is gekozen, dat aan de bovengenoemde voorwaarde is vqldaan.
Bij voorkeur gaat het bij monomeer (A}_ om alkenen of alkadi-30 enen, zoals etheen, propeen, isohuteen, isopreen en butadieen, of mengsels daarvan, zoals efcheen/uropeen.
Bij monomeer (3] gaat het bij voorkeur om een alkenisch onverzadigde koolwaterstof, die ten minste een halogeenatoom, een hydroxyl-, carbonyl-, carboxyl-, ester-, ether-, sulf onzuur-, ni- 790 73 59 • -b.
---......—........ ^ ' ~ ·"........
nitrilegroep en der gelijke bevat en/of een aromatische groep, zoals fenyl, naftyl en dergelijke. Voorbeelden van deze monomeren (B) zijn: vinylchloride, vinylideenchloride, vinylalcohol, vinylesters, vinylethers, acryl- of methacrylverbindingen, vinylbenzeen, vinyl-5 alkylbenzeen, vinylnaftaleen, vinylcarbazol en vinylpyridine.
Copolymeermat erialen die bij voorkeur in het teer/bitumen mengsel zijn opgenomen, zijn copolymeren uit etheen en vinylesters -en/of acrylverbindingen» Hierbij gaat het in het bijzonder om vinylesters, zoals vinylacetaat en vinylpropionaat. Geschikte 1G acrylverbindingen zijn acryl— en methacrylzuur en hun esters, in het bijzonder afgeleid van lineaire of vertakte alkanolen, die 1—10 koolstofatomen bevatten. Voorts omvatten de acrylverbindingen de eventueel aan stikstofatomen gesubstitueerde amidèn, en de nitrilen. Voorbeelden zijn: methyl-, propyl-, isobutyl-, eyclohexyl-, 2- \5 ethyl-hexylesters van acryl- en methacrylzuur, acrylamide, methacrylamide, H-methacrylamide, H-ethylmethacrylamide, acrylonitrile·en methacrylonitrile. Bijzonder gunstige eigenschappen worden verkregen met copolymeren, gevormd uit etheen en vinylacetaat met een smeltindex tussen 1 en 100, hij voorkeur tussen 1 en HO.
20 De volgens de uitvinding op te nemen polymeermaterialen om vatten ook thermoplastische rubbers, bij voorbeeld die op basis van monovinylaromaatalkadiëen, die hun thermoplastische eigenschappen ontlenen aan de vorming van zogenaamde "domains” door de monovinyl-aromaatblokken, terwijl de polyalkadiëenketens deze domains door 25 een netwerk, onderling verbinden. Deze copolymeren zijn uitermate geschikt voor het combineren met een teer/bitumen mengsel.
Verder blijkt volgens de uitvinding polyetheen, waarin het aktieve element, namelijk, chloor, is geïntroduceerd door chlorerin-go. i.v. UV-licht ook. zeer goed compatibel te zijn met het boven-30 genoemde teer/bitumen mengsel.
Men kan de modificatie van het bindmiddel met het copolymeer-materiaal uitvoeren, door dit bij voorkeur in korrelvorm aan het op 100-200°C, bij voorkeur 130-1T0°C verhitte teer-bitumen mengsel onder sterk roeren geleidelijk toe te voegen. Tijdens deze behande-35 ling stijgt de viscositeit van het mengsel als gevolg van de invloed 79073 59 S'*· -τ- van het capolymeermat eriaal.
Set op deze -«ij ze verkregen mengsel· kan nu met "behulp van. een gebruikelijke teerölie op een viscositeit worden getracht, waarmee het geschikt ie voor warm ver sproei en.
5 Desgewenst ie het verder mogelijk om de kunststof vooraf in een warme teerölie op te nemen en dit mengsel geleidelijk, aan het warme teer/Bitumen-mengsel toe te voegen.
Door een geschikte keuze van teerolien is het mogelijk om de gewenste viscositeit voor warm versproeien of emulgeren in te 10 stellen. Set kan voordelig zijn om de kunststof in de vorm van een waterige emulsie aan het teer/bitumen-mengsel toe te voegen. Men verwarmt dit mengsel dan op een temperatuur tussen 100 en 110°C en doseert al roerende de emulsie in fijnverdeelde vorm, bij voorbeeld via een sproeikop. Ia het toevoegen wordt voorzichtig onder voortij durend roerenvvervarmd tot 150°C, totdat geen schuimvorming meer optreedt. Daarna stelt men met behulp van een teerölie de gewenste viscositeit voor warm versproeien of emulgeren in.
Het onderhavige bindmiddel is in het bijzonder geschikt voor het gebruik in de wegenbouw bij een oppervlakbehandeling. De 20 uitvinding omvat derhalve ook een werkwijze voor het behandelen van het oppervlak van wegen waarbij een dunne laag van het onderhavige bindmiddel op het te behandelen wegdek wordt aangebracht en vervolgens op de aangebrachte laag een laag steenkorrels, die aan de bindmiddellaag dient vast te hechten, wordt gestrooid.
25 De uitvinding wordt aan de hand van de voorbeelden nader toegelicht.
Voorbeeld I
Aan 100 gew.dln van een teerölie met een kooktraject van 200—300°C worden bij 50°C 21 gew.dln van een thermoplastische 30 SBS-rubher (Cariflex TH 1100 van Shell}, toegevoegd, waarna onder . roeren 3 h. op 125°C werd verhit, waarbij een volkomen homogeen mengsel werd verkregen. Vervolgens werden 17,5 gew.dln van dit mengsel bij 1^0-150°C toegevoegd aan 100 gew.dln van een teer/ bitumen mengsel, bevattende 57^ n/n bitumen met een verwekings-35 punt R 4 K van 37»5°C bevattende 57.^ m/m bitumen, waarna het mengsel 790 73 59 .......... . .................~ -8-
w* -V
met teer olie op sproeiviscositeit werd gebracht. Het bindmiddel
Bevatte na verdampen vaa de lichte olie ongeveer' 3% m/m polymeer.
Het verkregen, materiaal werd op een proefstrook., waarvan de
Belasting vergelijkbaar was met die van een matig drukke weg (2.000 2 5 voertuigen/etmaal 1 versproeid in· een hoeveelheid van 1,1-1,5 kg/m in verschillende vakken met een' lengte van ongeveer 300 m op een nieuw grind—zandasfalt wegdek en afgestrooid met Nederlands steenslag 8/12. Na een periode van 2 jaar, waarin een zachte en een strenge winter voorkwam, Bleek de oppervlakBehandeling in uitate-1Q‘ kende staat te· verkeren. Het gedeelte met 1,5 kg/m was enigszins vet uitgeslagen, op het gedeelte met 1,1 kg/m2 trad plaatselijk zware Belasting op door wringend vrachtverkeer. De naast de proef-vakken aangelegde controlestrook met 1,3 respectievelijk 1,4 kg/m teer/Bi turnen mengsel Begon na 2 jaar tekenen van enige slijtage te 15 vertonen.
Een oude oppervlakBehandeling met split 5/8 werd Besproeid 2 met het verkregen materiaal in een hoeveelheid van 1,0 kg/m en afgestrooid met Nederlandse steenslag 5/8. Deze oppervlakBehandeling. vertoonde na 2 jaar geen slijtage.
2Q Voorbeeld II
Aan 100 gev.dln teer/Bitumen mengsel met 59% m/m Bitumen en een vervekingspunt R&K van 3T°C werd. 1,6 gew.dln van een etheen-vinylacetaatcopolymeer (Elvax 2^0 van DuPont) met een smeltindex van 1*0 toegevoegd Bij 130°C, waardoor het vervekingspunt opliep 25 tot 1*0°C. Na het terugstellen met een aromatische teerolie op een vervekingspunt vaa 3T,5°C werd het mengsel met een lichtere teerolie op sproeiviscositeit gebracht. Na verdamping van de lichte oliën Bevatte het mengsel ongeveer 1,5% m/m van het copolymeermateriaal.
Het verkregen materiaal werd versproeid op een asfaltbeton-3Q oppervlak onder Bomen en afgestrooid met Nederlandse steenslag 8/12.
Voor het gewone teer/Bitumen mengsel zou daarvoor 1,5 kg/m geadvi- * 2 seerd zijn. Nu werd echter een hoeveelheid van 1,25 kg/m aangebrachfc.
Hoewel door deze geringe hoeveelheid de inbedding van het steenslag niet optimaal Bleek en de proefstrook zeer ongunstig gesitueerd 35 was, lag na een periode van 1 jaar, waarin een strenge winter was 790 7 3 59 -9-.....
*
vóórgekomen, de oppervlakhehan deling er onverwacht goed hij. YoorheelA III
Op dezelfde wijze als ia voorbeeld IX werd een bindmiddel bereid. Dit werd aangehracht op een oude oppervlakbehandeling met 5 split U/8. De proefstrook* waarop gering verkeer plaatsvond, was kier en daar verontreinigd, terwijl plaatselijk uitvullingea weren 2 aangebracht. Voor een gewoon, teer/bitumen mengsel zou 1,5 kg/m noodzakelijk worden geacht. Van het bindmiddel volgens voorbeeld IX 2 werd 1,3 kg/m gesproeid en er werd afgestrooid met een droge, stof-10" ffige kwaliteit Nederlandse steenslag 8/11. Niettemin werd bij een inspectie na een half jaar, waarin een strenge winter was vóórgekomen, een ia uitstekende staat verkerende oppervlakbehandeling , aangetroffen.
In de nabijheid werd een oppervlakbehandeling aangehracht op 15 een oude oppervlakbehandeling met Nederlandse steenslag 5/8 met 2 gering verkeer, geheel onder de bomen. Hier werd eveneens 1,3 kg/m bindmiddel volgens voorbeeld II aangebracht en afstrooid met een droog en zeer stoffig Nederlandse steenslag 8/11; voor een behan- 2 deling met teer/bitumen mengsel zou zeker 1,6 kg/m gesproeid 20 moeten worden.
Tijdens een inspectie na een half jaar, waarin een strenge winter was voorgekomen, werd de oppervlakbehandeling in zeer goede staat aangetroffen. Steentjes konden bij 0°C slechts met grote moeite uit de taaie, niet-brosse bindmiddellaag worden verwijderd.
25 Om de invloed van de toevoeging van een copolymeermateriaal op het gedrag van het bindmiddel op de weg te kunnen verklaren, werden op laboratoriumschaal enige analyses uitgevoerd met materiaal, dat geacht werd dezelfde Theologische eigenschappen te bezitten als het bindmiddel op de weg, enige tijd na het aanbrengen.
30 Dergelijk. materiaal verkreeg men door de juiste hoeveelheid copolymeermateriaal in het uitgangsmengsel teer/bitumen met een verwe-kingspunt Η & K 35-^0°C op te lossen en de daarbij optredende verhoging in verwekingspunt Η & K te elimineren door terugstellen met een teerolie op de oorspronkelijke waarde.
35 In een Haake-consistometer werd de samendrukbaarheid bij 790 73 59 -10- -KL°C van een bindmiddel in de. vorm van een cilindertje met h = d = 10. mm bepaald yan een teer/bitumen, mengsel (monster 1), en teer/ bitumen mengsels, waaraan respectievelijk. 3% m/m etheen-vinylacetaai>-copolymeer (monster 2.1 en 3% m/m van een tbermoplastiscbe SBS-rub-5 ber (monster 3l waren toegevoegd. Ha terugstellen op bet oorspronkelijke verwerkingspunt R 4 IC van 39°C werden de volgende waarden gevonden:
Monster _L 3.
Kracht nodig voor indrukking IQ tot 1/2 h in min (N) 520 VfO ^70 terugwering na 1 min £n % van de indrukking) 13,5-1^,5 1W|6 12,5-1 ^->5 gesteldheid van het cilindertj e na indrukking (aantal radiale bros 5-7 6-8 15 barsten)
In een trekbank van het merk Zwick werd bij geschikte temperatuur een cilindertje van het bindmiddel in de lengterichting uit elkaar getrokken. Daarbij werd bepaald bij welke treksnelheid het cilindertje nog juist deformeerde door insnoering tot een 20 draad, zonder dat breuk optrad. Het cilindertje werd gevormd door twee ringen van metaal met enigszins taps uitlopende binnenkant en te voorzien van een. mechanisme om er in de richting van de hartlijn aan te kunnen trekken, bij voorbeeld een trekhaak of -oog, omgekeerd en met de kleinste diameter tegen elkaar aan te plaatsen 25 en met behulp van een klem te fixeren, en de gevormde holle ruimte vol te gieten met bindmiddel. Ra afkoelen tot kamertemperatuur werden de trekogen gemonteerd en werd verder af gekoeld tot de gewenste testtemperatuur. Ha verwijdering van de klem werd de trekproef uitgevoerd bij +10°C, De resultaten zijn in de onderstaande tabel 3ü aangegeven. Tussen haakjes zijn de waarden aangegeven, die gevonden werden bij +5°C,
Monster X - 2. X
max. treksnelheid (mm/minl 80 (6j 230 >300 (10) hierbij optredende max. (niet 35 trekkracht (H) 6o 1o5 100 790 7 3 59
Claims (8)
1. Bindmiddel op "basis, van een ateenkoolteer en eea "bitumen, met bet"kenmerk, dat bet. een.thermoplastisch polymeer "bevat, waarin zich elementen, uit de lagere perioden van de groepen V, VI en VXI van Bet* Periodiek Systeem of een of meer van deze elementen bevat-5 tende groepen en/of eventueel deze elementen of groepen bevattende aromatische groepen .Bevinden, waarbij Bet aantal van deze groepen ten opzichte van het aantal koolst of at omen in de polymeerketen zodanig is gekozen, dat het thermoplastische polymeermateriaal goed compatibel is met het teer/bitumen mengsel.
2. Bindmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het thermoplastische monomeer aanwezig is in een hoeveelheid van 1-5# m/m.
3. Bindmiddel volgens ‘conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de elementen zuurstof, stikstof, zwavel, fosfor, fluor, chloor en/of 15 broom zijn. U. Bindmiddel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk dat de elementen bevattende groepen de hydroxyl-, carbonyl-, carboxyl-, alkoxy-, nitrilegroep, de peptidebinding -BH-CO-, de hydrosulfide-, sulfochloride- en/of de sulfonzuurgroep zijn.
5. Bindmiddel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de elementen of groepen bevattende aromatische groepen fenyl- of meerkemige aromatische groepen zijn. 6. 3indmiddel volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het thermoplastische monomeer een element, deze element (en) bevattende 25 groep en/of deze element(en) of groep(en) bevattende aromatische groep bevat per 3-35 koolstofatomen in de polymeerketen.
7. Bindmiddel volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat als thermoplastisch polymeer een copolymeer uit etheen en een vinyles— ter en/of een acrylverhinding aanwezig is. 30 8, 3indmiddel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat als thermoplastisch polymeer een copolymeer uit etheen en vinylacetaat met een smeltindex van 1-100 aanwezig is.
9. Bindmiddel volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat als thermoplastisch polymeer een thermoplastische rubber, die zijn 790 7 3 59 η thermoplastiache eigenschappen ontleent aan de vorming van zogenaamde "domains'’, aanwezig ia, 10,. Bindmiddel volgens conclusie 9., met het kenmerk, dat als thermoplastische' ruhBer een ruhher op basis van monovinylaromaat-5 alkadieen aanwezig ia,
11, Werlorijze voor het Behandelen van het oppervlak van wegen, waarbij een dunne laag van een bindmiddel op het te behandelen wegdek wordt aangebracht en vervolgens op de aangebracht laag- een laag steenkorrels, die aan de bindmiddellaag dient vast te hechten, 10- wordt gestrooid, met het kenmerk, dat men als bindmiddel een middel, volgens de conclusies 1-10 toepast. » 790 7 3 59 V£R££ïMIGD£ OCTROOIBUKSAUX O.a. no. 79t.07359f t lied.KI. ·*.-* s-GRAveNHAGi {hólland) Behoort bij schrijven dd. 26 februari 1980 Lh/LCM '* — /3 — Verbetering(en) van erratum(a) in de beschrijving, behorende bij octrooiaanvrage no. T9.07359 voorgesteld door aanvrager(ster) onder datum 26 februari 1980 Op blz. 2, regel 11 wordt "ergonometrische" gewijzigd in "ergonomische" Op blz. 2, regel 19 worden beide komma’s geschrapt Op blz. 2, regel 25 en) _ ' o -1 wordt "rheologische” gewijzigd in "reolo- . 5 op blz. 9, regel 28 } gisohe" Op blz. 2, regel 36 en} wordt "gew.f gewijzigd-in '·% m/m" blz. 3, regel 1 } Op blz. 3, regel 1^ wordt "compataliliteit" gewijzigd in "compatibiliteit" Op blz. 4, regel 30 wordt "gevonden" gewijzigd in gebonden .
10 Op blz. 5, regel 3b wordt "ni-" geschrapt Op blz. 6, regels 28 - 29 wordt "chlorering o.i.v." geschreven. Op blz. 6, regel 33 wordt "teer-bitumen" gewijzigd in "teer/ bitumen". Op blz. 7» regel U - wordt toegevoegd: "Ook kan het mengsel #1,0 V met bijvoorbeeld een oppervlakte-actieve 15 verbinding in water in een koud versproei- bare emulsie worden omgezet". Op blz. 7, regel 3b wordt ",bevattende 57 % m/m bitumen" geschrapt. Op blz. 10, regel 10 wordt "tot 1/2 b in 1 min (ïi)" geschreven. Op blz. 10, regel 11 wordt "terugwering" gewijzigd in "terug- 20 veering". * \ / 80 0 7 35 9
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907359A NL7907359A (nl) | 1979-10-03 | 1979-10-03 | Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. |
DE19803037279 DE3037279A1 (de) | 1979-10-03 | 1980-10-02 | Bindemittel auf basis einer mischung aus einem steinkohlenteer und einem bitumen, sowie verfahren zu einer oberflaechenbehandlung von strassen |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907359 | 1979-10-03 | ||
NL7907359A NL7907359A (nl) | 1979-10-03 | 1979-10-03 | Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7907359A true NL7907359A (nl) | 1981-04-07 |
Family
ID=19833964
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7907359A NL7907359A (nl) | 1979-10-03 | 1979-10-03 | Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3037279A1 (nl) |
NL (1) | NL7907359A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5278207A (en) * | 1992-11-06 | 1994-01-11 | Shell Oil Company | Asphalt amine functionalized polymer composition |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3632709A1 (de) * | 1986-09-26 | 1988-04-07 | Ruetgerswerke Ag | Verfahren zur stabilisierung von pech-bitumen-gemischen |
DE3736215A1 (de) * | 1987-10-26 | 1989-05-03 | Juergen Dipl Chem Dr Kuether | Schuettfaehiges, lockeres bitumenmischgut, verfahren zu dessen herstellung und verwendung desselben |
AUPM510994A0 (en) * | 1994-04-15 | 1994-05-12 | Baclow Gardens Pty Ltd | Treatment of particulate surfaces |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3012486A (en) * | 1959-03-30 | 1961-12-12 | Shell Oil Co | Bituminous compositions |
FR2231815B1 (nl) * | 1973-05-30 | 1976-06-11 | Screg |
-
1979
- 1979-10-03 NL NL7907359A patent/NL7907359A/nl not_active Application Discontinuation
-
1980
- 1980-10-02 DE DE19803037279 patent/DE3037279A1/de not_active Withdrawn
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5278207A (en) * | 1992-11-06 | 1994-01-11 | Shell Oil Company | Asphalt amine functionalized polymer composition |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3037279A1 (de) | 1981-06-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2006242143B2 (en) | Modified asphalt binder material using crosslinked crumb rubber and methods of manufacturing a modified asphalt binder | |
DE69811774T2 (de) | Polymer zur Modifikation von Asphalt | |
US5795929A (en) | Polymer enhanced asphalt emulsion | |
US6713539B2 (en) | Storage-stable modified asphalt composition and its preparation process | |
CN106433168A (zh) | 一种非挥发性常温改性沥青粘合剂及非挥发性常温再生沥青混合物 | |
US5336705A (en) | Polymer-modified, oxidized asphalt compositions and methods of preparation | |
US5733955A (en) | Asphalt cement modification | |
US11084930B2 (en) | Co-solubilization process for preparing modified bitumen and product obtained thereof | |
US2550371A (en) | Bituminous composition | |
US20190300714A1 (en) | Dual emulsion for asphalt rejuvenation | |
DE2649373C2 (de) | Wäßrige Emulsion auf der Grundlage von Olefinpolymerisaten und Bitumen und Verfahren zu ihrer Herstellung | |
NL7907359A (nl) | Bindmiddel op basis van een mengsel van een steenkool- teer en een bitumen, alsmede werkwijze voor een opper- vlakbehandeling van wegen. | |
US5085701A (en) | Polymer-modified bitumen (pmb) | |
US4889880A (en) | Modified asphalt compositions | |
Hesp et al. | Stabilization mechanisms in polyolefin-asphalt emulsions | |
DE69627732T2 (de) | Modifizierte Zusammensetzung von Asphaltzement | |
US6776833B2 (en) | Emulsion of bitumen in a colloidal clay and water slurry | |
US3394094A (en) | Process of preparing a paving composition | |
US6786962B2 (en) | Emulsion of a colloidal clay and water slurry in a bitumen cutback | |
JP3927611B2 (ja) | 明色カチオン乳剤組成物およびそれを用いたスラリーシール | |
CA2301928A1 (en) | Latex for aggregate treatment | |
KR102673876B1 (ko) | 비훼손용 유화 아스팔트 조성물 및 이의 제조 방법 | |
EP0559462B1 (en) | New polymer-modified, oxidized asphalt compositions and methods of preparation | |
JPS58204205A (ja) | 舗装用再生添加組成物の製造方法 | |
JPH101613A (ja) | 舗装用ストレートアスファルト組成物 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |