NL7906968A - Reservoir voor gebruik bij elektrostatisch sproeien. - Google Patents

Description

- * ♦ ' 1 \ Imperial Chemical Industries Limited, te Londen, Groot-Brittannië.

Reservoir voor gebruik bij elektrostatisch sproeien.

De uitvinding heeft betrekking op een reservoir en in het bijzonder een reservoir voor gebruik bij het elektrostatisch sproeien van vloeistoffen.

In de Britse octrooiaanvrage 29539/76 is een 5 inrichting beschreven voor het elektrostatisch sproeien van vloeistoffen.

Deze inrichting is van eenvoudige constructie met gering vereist vermogen (het heeft geen bewegende delen en kan gemakkelijk werken op droge cellen), terwijl deze bijzonder geschikt is voor gebruik als handsproeier bij toepassingen, waarbij groot vermogen niet gemakkelijk beschikbaar is, 10 bijvoorbeeld bij het sproeien van gewassen. Het elektrostatisch sproeien van gewassen heeft ook voordelen bij het verbeteren van gelijkmatige bedekking van planten, waarbij de sproeiing wordt aangetrokken naar de achterzijde van het blad inplaats van slechts de blootgestelde oppervlakken te bedekken. Buitendien wordt sproeiaf wijking verminderd, hetgeen op 15 zijn mooist verlies geeft en in het slechtste geval gevaarlijk is voor de omgeving.

De inrichting volgens bovengenoemde Britse octrooiaanvrage 29539/76 omvat essentieel een uitgangsmondstuk, een elektrode geplaatst rond het mondstuk een reservoir voor toevoer van te sproeien 20 vloeistof naar het mondstuk, en een hoogspanningsgenerator voor het aanleggen van een hoge spanning aan de elektrode, waarbij de elektrode is geaard. Op deze wijze kan een sterk elektrisch veld worden gevormd tussen het mondstuk en de elektrode, voldoende voor het verstuiven van de vloeistof passerend door het mondstuk.

25 Deze inrichting is bijzonder geschikt voor toepas sing met pesticiden bij gering of ultra-gering volume (typerend bij een sproeitoepassingssnelheid in het gebied van 0,5 tot 10 liter sproeivloeistof per hectare. Gering of ultra-gering volume sproeien heeft verschillende erkende voordelen, evenals speciaal geschikt zijn waar water niet gemakke- 7906968 4 ' 2 A , lijk beschikbaar is als een sproeiverdunningsmiddel, maar er is ook een nadeel. Er moeten noodzakelijk relatief geconcentreerde pesticidertsamenstel-lingen zijn. Zulke samenstellingen zijn vaak in meerdere of mindere mate vergiftig voor mensen en om deze reden iis het wenselijk, dat zij zo weinig 5 mogelijk worden gebruikt. Een bijzonder gevaar is het overgieten van vergiftige vloeistoffen in drankflessen.

Een pesticidesproeier moet voor de beste werking · betrouwbaar en aanpasbaar zijn. Het is gewenst, dat deze in staat is om pesticiden van verschillende soorten te sproeien. Verschillende pesticiden 10 hebben verschillende formulés met verschillende elektrische eigenschappen en vereisen om te worden gesproeid in verschillende druppelafmetingen voor het geven van optimum effect, Bij de bovengenoemde· inrichting volgens de Britse octrooiaanvrage 29539/76 van aanvrager wordt geschikte regeling van de druppelafmetingen en sproeieigenschappen verkregen door het wijzigen 15 van aangelegde spanning. Maar de maat van het mondstuk en de relatieve maat en positie van de omgevende elektrode kan ook een instelling vereisen om aan te passen aan het te sproeien preparaat. Het is vaak moeilijk om dit betrouwbaar uit te voeren in het veld. Ook vereisen pesticidesproeiers (sproeitanks en sproèilijnen) normaal zorgvuldig reinigen tussen toepassingen • 20 van verschillende pesticiden, anders kunnen bijvoorbeeld sporen van een herbicide gewassen beschadigen, welke worden gesproeid tegen schimmels.

De noodzaak voor zulk een reiniging is groter wanneer preparaten moeten worden gesproeid op elektrostatische wijze, aangezien verontreiniging hun elektrische eigenschappen kan beïnvloeden. Grondig reinigen kan mond-25 stukken beschadigen, hetgeen kan leiden tot onjuist sproeien.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in reservoirs ’ geschikt voor gebruik bij een elektrostatische sproeiinrichting van de soort volgens de bovengenoemde Britse octrooiaanvrage 29539/76, waardoor een aantal van de bovenaangegeven problemen wordt verminderd of overwonnen.

30 ' Volgens de uitvinding in zijn ruimste aspect wordt voor zien in een vloei stof reservoir, uitgevoerd voor het vormen van een deel van een inrichting voor elektrostatisch sproeien, waarbij, de inrichting is voorzien van een vermogensbron, een hoogspanningsgenerator, een sproeimondstuk, waarbij tenminste een deel van het oppervlak ervan elektrisch 35 geleidend is, een elektrode geplaatst nabij het mondstuk en geïsoleerd daarvan met elektrische verbindingen voor het verbinden van vermogensbron 7906968 %

3 I

met de ingangsklemmen van de generator, de elektrode met een uitgangsklem en het mondstuk met de andere uitgangsklem van de generator, terwijl het reservoir een opening heeft voor het afleveren van vloeistof, monteerorganen voor het plaatsen van het reservoir op de inrichting in een positie, 5 waarin de opening vloeistof kan afleveren naar het sproeimondstuk, terwijl de monteerorganen zijn voorzien van een geleider of geleiders voor het voltooien van de elektrische verbindingen, en een deksel of afsluiting voor het afsluiten van de opening voorafgaand aan het plaatsen van het' reservoir op de inrichting.

10 Verder voorziet de uitvinding in een inrichting voor elektrostatisch sproeien zoals boven aangegeven, geschikt voor het opnemen van een reservoir volgens de uitvinding. Ook voorziet de uitvinding in een sproeier gevormd door de combinatie van een reservoir volgens de uitvinding, gemonteerd op een inrichting volgens de uitvinding. Verder 15 wordt opgemerkt dat de uitdrukking "geleidend oppervlak" is bedoeld om ook een halfgeleidend oppervlak aan te geven in deze. tekst.

Voorafgaand aan het monteren op de sproeiinrichting is het nodig dat de reservoiropening kennelijk wordt afgesloten tegen het afleveren van vloeistof. Een of meer gebruikelijke afsluitörganen . 20 kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld een schroefkap of een afsluiting met een metalen foelie over de opening, of allerbei. Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding is de reservoirafsluiting ingericht om te worden geopend indien, en bijvoorkeur alleen indien, aangebracht op de sproeiinrichting. Zulk openen kan plaats vinden gedurende het plaatsen 25 of daarna. Buitendien kan de opening mechanisch of elektrisch worden " bediend. Gedurende de werking van het monteren van het reservoir op de sproeiinrichting kan dus een mes of scherpe pen op de inrichting een metalen foelie over de opening van het reservoir afsnijden of doorsteken.

De reservoiropening kan worden afgesloten door een klep, bijvoorbeeld 30 een door een veer voorgespannen kogelklep, welke wordt geopend tijdens het monteren door aanraking met een grendel op de inrichting . Door zulk een stelsel wordt de reservoiropening automatisch gesloten bij verwijdering van de inrichting, hetgeen bijzonder geschikt is wanneer het reservoir nog vloeistof bevat. Hetzelfde gewenste doel kan ook worden bereikt door 35 het gebruik van een elektrostatische klep. Zulk een klep. kan door een veer 7906968 ' . 4 * zijn voorgespannen tot sluiten en slechts worden geópend door het aanleggen van een spanning vanuit de hoofdspanningsgenerator wanneer het reservoir op de inrichting wordt gemonteerd. De elektrostatische klep is bijzonder geschikt omdat het reservoir afgesloten blijft zelfs na te zijn 5 gemonteerd op de inrichting, totdat de stroom wordt ingeschakeld.

Volgens een ander aspect van de uitvinding vormt het j^roeimondstuk een deel van het reservoir inplaats van van de inrichting, waarop het is gemonteerd. Verder wordt dus volgens de uitvinding voorzien in een reservoir voor elektrostatisch sproeien van vloeistof, geschikt 10 voor het monteren óp een houder welke een hoogspanningsgenerator draagt, waarbij het reservoir is voorzien van een sproeimondstuk waarbij tenminste een deel van het oppervlak daarvan elektrisch geleidend is, een opening voor het afleveren van vloeistof naar het mondstuk, een elektrode geplaatst rond het mondstuk en geisoleerd daarvan, monteerorganen voor het-plaatsen 15 van het reservoir op de houder, afzonderlijke elektrische verbindingen vanaf het mondstuk en de elektrode naar afzonderlijke contacten op de monteerorganen zo geplaatst, dat wanneer het reservoir wordt geplaatst op de houder door de monteerorganen, elk contact een elektrische verbinding kan maken met een uitgangsklem van de hoogspanningsgenerator, en een 20 afsluiting voor het afsluiten van de opening voorafgaand aan het plaatsen op de houder. '

De uitvinding voorziet verder in een houder geschikt voor het opnemen van een reservoir volgens de uitvinding, welke houder een lichaam voor het dragen van een hoogspanningsgenerator, en 25 monteerorganen complementair aan de monteerorganen op de houder voorzien van afzonderlijke elektrische contacten complementair aan die op het reservoir voor elektrische verbinding met afzonderlijke klemmen van de hoogspanningsgenerator. _

Een verder kenmerk van de uitvinding is de 30 sproeier, gevormd door de combinatie van een reservoir volgens de uitvinding gemonteerd op een houder volgens de uitvinding.

Bijvoorkeur zijn organen aangebracht om een klem van de hoogspanningsgenerator te houden op of nabij aardpotentiaal.

Zulke organen kunnen een geleider zijn voor verbinding met aarde, bijvoor-35 beeld een slepende aarddraad afhangende van de houder. Wanneer zulke organen zijn aangebracht, heeft het de voorkeur, dat de geaarde klem van 7906968 * 5 de hoogspanningsgen.erat.or is uitgevoerd voor verbinding met de reservoir-elektrode inplaats van met het mondstuk. Het laden van de sproeiing geschiedt dan door direct contact inplaats van door inductie en er is een sterker elektrostatisch veld voor het transporteren van de sproeiing 5 naar zijn (geaarde) doel.

Indien gewenst, kan een van d.e twee elektrische verbindingen tussen de contacten op het reservoir en de hoogspannings-generatorklemmen lopen via aarde, ofschoon een meer directe verbinding soms geschikt is.

10 Voor de meest efficiënte werking vereist het reservoir ook een orgaan voor het egaliseren van de uitwendige en inwendige druk gedurende het sproeienf bijvoorbeeld een luchtopening, of niet-stijve wanden.

Reservoirs volgens de uitvinding kunnen worden 15 gevuld met de juiste samenstelling van sproeivloeistof door de fabrikant en nadat de reservoirs zijn gesloten, zal de sproeivloeistof niet-veront-reinigd blijven totdat werkelijk wordt gesproeid. Er is geen noodzaak sproeitanks (of zelfs sproeilijnen of mondstukken indien het mondstuk een deel van het reservoir vormt) te reinigen ter vermijding van . 20 verontreiniging, zodat verschillende produkten op-volgend kunnen worden gesproeid zonder ontoelaatbaar tijdverlies. Vergif tigingson-gelukken door hantéren door bedieningspersonen zijn tot een minimum beperkt. Fouten door behandeling in het veld bij mengen en verdunnen zijn opgeheven. Na gebruik kunnen de reservoirs volgens de uitvinding worden teruggezonden naar de 25 fabrikant voor het opnieuw vullen, of kunnen worden weggegooid. Reservoirs ~ kunnen zijn gemaakt uit een of meer elementen van plastiek materiaal door hg voorbeeld spuitgieten of blaasgieten of een combinatie van de twee.

De geleidende elementen van de reservoirs (mondstuk, elektrode, contacten en verbindingen) kunnen worden aangebracht door metalen inzetstukken of 30 (voor alle delen behalve de contacten) door het aanbrengen van geleidende metalen bekledingen of verf op het reservoir-oppervlak of door het gebruik van gedeeltelijk geleidende plastics.

Het is mogelijk de energiebron voor de hoogspannings-generator aan te brengen in de houder. Het kan de voorkeur echter hebben 35 deze aan te brengen in het reservoir. Volgens een ander aspect voorziet de uitvinding in een reservoir voor elektrostatisch sproeien van vloeistof, ·* 7906968 6 geschikt voor montage op een houder welke een hoogspanningsgenerator draagt, waarbij het reservoir is voorzien van een opening voor het afleveren van vloeistof naar een sproeimondstuk, een energiebron geschikt voor het leveren van voldoende elektrische energie voor het verstuiven op 5 elektrostatische wijze van de werkelijke of bedoelde inhoud daarvan, monteerorganen voor het plaatsen van het reservoir op de houder, en afzonderlijke elektrische verbindingen vanaf de polen van de aiergiebron naar afzonderlijke contacten op de monteerorganen zo geplaatst, dat wanneer het reservoir is geplaatst op de houder door de monteerorganen, 10 elk contact een elektrische verbinding kan maken met een ingangsklem van de hoogspanningsgenerator, en een afsluiting voor het afsluiten van de opening voorafgaand aan het plaatsen op de houder. Het heeft verder de voorkeur, dat het reservoir wordt voorzien van een sproeimondstuk waarvan tenminste een deel van het oppervlak elektrisch geleidend is en een 15 elektrode geplaatst rond het mondstuk en geïsoleerd daarvan, terwijl het mondstuk en de elektrode zijn'geplaatst voor elektrische verbinding via contacten op de monteerorganen met tegengestelde contacten van de hoogspanningsgenerator wanneer het reservoir is geplaatst op de houder.

Een soms geschikt alternatief is het aanbrengen van zulk een elektrode 20 of zulk een mondstuk of allerbei op de houder. Bij een bijzonder geschikte inrichting hebben de monteerorganen op het, reservoir drie elektrische contacten, een voor verbinding met een pool van de voedingsbron naar de eerste ingangsklem van de generator, een voor verbinding van het mondstuk met een eerste uitgangsklem van de generator en een voor 25 verbinding van de tweede pool van de energiebron en de elektrode met een geleider op de houder, verbonden met de tweede ingangs- en uitgangsklemmen van de generator en geschikt voor verbinding met aarde.

Een geschikte vorm van energiebron is een elektrische voorraadbatterij. De hoeveelheid elektrische energie, vereist voor het 30 verstuiven van vloeistof, is bijzonder laag. Een typerend voorbeeld kan worden beschouwd: een reservoir dat 500 ml te sproeien vloeistof bevat voor een snelheid van 0,5 ml per seconde, met een druppelafmeting van -3 ongeveer 100 micron en een verhouding van lading tot massa van 5 x 1)0 coulomb per kilogram. De stroom gevoerd door de druppels welke vanaf het 35 mondstuk worden verstoven, is dus 2,5 microampere. De sproeitijd zal 1000 7906968 7 seconde zijn (iets meer dan een kwartier) bij een ingangsstroom van typerend 15 milliampere, een ingangsspanning van ongeveer 10 volt en een uitgangsspanning van 2 kilovolt. Aldus is de vereiste batterijsterkte slechts 4 milliampere-uur bij ongeveer 10 volt. Dit vermogen is aanzien-5 lijk minder dan dat van de meeste beschikbare zaklantarenbatterijen. Indien de reservoirs na gebruik moeten worden weggegooid, kunnen batterijen van het nodige vermogen goedkoop op grote schaal worden gemaakt. Alternatief kunnen kleine snel oplaadbare batterijen worden gebruikt. Een voorbeeld van een andere vorm van energiebron, welke kan worden gebruikt bij de 10 uitvinding, is een zonnecel. Geschikte hoge spanningen voor gebruik big de uitvinding liggen tussen ongeveer 1 tot ongeveer 30 kilovolt en het meest geschikt tussen ongeveer 5 en ongeveer 20 kilovolt.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.

15 Fig. 1 toont in perspectief een reservoir volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een eindaanzicht van een reservoir volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont een vertikale doorsnede door het reservoir 20 volgens de lijn A-A van fig. 2.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van de houder,

Fig. 5 is een bovenaanzicht van de kraag van het reservoir.

Fig. 6 toont een schakeling van de keten gevormd 25 wanneer het reservoir is gemonteerd op de houder. ~

Fig, 7 is een vertikale doorsnede door de hals van een tweede'reservoir volgens de uitvinding.

Fig. 8 is een vertikale doorsnede door de hals van een derde houder volgens de uitvinding.

30 Fig. 9 is een bovenaanzicht van een plaat volgens fig. 8.

In verband met figuren 1 tot 3 en 5 omvat het reservoir een algemeen flesvormig lichaam 1 van polyethyleen met hoge dichtheid en verkregen door blaasgieten, waarbij de hals van het reservoir in vloeistof-35 dichte samenwerking is met een kraag 2 door spuitgieten gevormd uit polyacetal. Hij bevat een oplossing 40 van 10 gew.% van een insecticide in 7906968 8 % een oplosmiddel van een aromatische koolwaterstof. De kraag 2 is gevormd uit twee concentrische cylinders 3 en 4 verbonden nabij hun einden voor het vormen van een ring. Binnen de binnencylinder 4 is een polyacetal-plug 5, waarvan de buitendiameter iets kleiner is dan de binnendiameter 5 van de cylinder 4. De plug 5 wordt op zijn plaats gehouden binnen de cylinder 4 door buitenwaarts uitstekende lippen 6. Hij vormt dus in samenwerking met de cylinder 4 een ringvormig kanaal 7 van capillaire afmetingen, waardoor de sproeivloeistof kan passeren. De plug 5 is ook voorzien van een centrale boring, welke een capillaire buis 8 van 10 polytheen draagt, welke zicht opwaarts uitstrekt in het lichaam 1 van het reservoir. Het ringvormige mondstuk, gevormd door de combinatie van de plug 5 en de cylinder 4, is gesloten tegen vloeistoflekkage door een sluitkap 9 (slechts in fig. 3 op zijn plaats getekend). Binnen het reservoir op het bovenoppervlak van' de kraag 2 wordt een 10 volt batterij 15 10 gedragen. Deze batterij is speciaal gemaakt en bevat voldoende elektrische energie voor het verstuiven van de vloeistof in het reservoir, met een extra marge van 50% voor het toelaten van elektrische lek, De positieve pool van de batterij 10 is verbonden met een koperen contactstuk 11 op de buitenwand van de kraag 2 door een strook 12 van elektrisch geleidende 20 verf, lopend vanaf de batterij .10 over de rand van kraag 2 en omlaag over de buitenzijde daarvan. De negatieve pool van de batterij 10 is verbonden via een dergelijke geleidende strook 13 met een tweede koperen contactstuk 14, Het stuk 14 is ook verbonden via een dergelijke geleidende strook 15 met de rand 16 van de cylinder 3. Deze rand 16 is zelf bekleed 25 met elektrische geleidende verf voor het vormen van een ringvormige geleider. Overeenkomstig is de rand 17 van de binnencylinder 4 bekleed met elektrisch geleidende verf voor het vormen van een ringvormige geleider. De geleidende rand 17 is verbonden via een elektrisch geleidende verf-strook 18, neerwaarts lopend langs de binnenzijde van de cylinder 4 en 30 over de bovenrand van de kraag, met een derde koperen contactstuk 19 op de buitenzijde van de kraag 2, Ter voorkoming van stroomlek door de sproeivloeistof, zijn de geleidende stroken 12, 13 en 18 beschermd binnen het lichaam in van het reservoir door isolerende lak. Een uitstekende grendel 20 is ook gevormd op de buitenzijde van de kraag 2.

35 De houder volgens fig. 4 voor het reservoir omvat 7906968 9 een lichaam 21, geschikt voor het in de hand houden en het dragen van een variabele hoogspanningsgenerator 220(233P, 0-20 kilovolt, 200 micro-amp. module, ex. Brandenburg Limited). Het lichaam 21 is van. algemeen langgerekte vorm en eindigt in een ring 23, waarvan de binnenzijde is 5 ingericht voor het opnemen van de kraag 2 van het reservoir. Een grendel-baan 24 komt overeen met de grendel 20 op kraag 2. Koperen contacten 25, 26 en 27 zijn gemonteerd op de binnenzijde van de ring 23, teneinde contact te maken met de stukken 11, 14 en 19 respectievelijk op het reservoir. Het stuk 25 is verbonden via een geïsoleerde geleider 28 met 10 een schakelaar 29, welke in de ingeschakelde stand is, en voert via een geleider 30 naar de ingangsklem van de hoogspanningsgenerator 22. Het stuk 26 is via een geïsoleerde geleider 31 verbonden met een geleider 32 voor verbinding met aarde. De geleider 32 is een metalen draad met een ontbloot einde voor het slepen over de grond. Het stuk 27 is via een 15 geïsoleerde elektrische geleider 33 verbonden met de positieve hoogspannings-uitgangsklem 34 van de generator 22. De negatieve uitgangsklem 35 van de generator 22 is verbonden met de aardingsdraad 32.

In bedrijf wordt het reservoir geplaatst in vertikale stand en wordt de afsluitkap 9 verwijderd. De ring 23 van de houder wordt 20 dan geplaatst over de kraag 2 van het reservoir, waarover hij met druk past en de twee samenwerkende delen worden op elkaar gedrukt. De ring 23 grijpt de kraag 2 voldoende stevig om het reservoir op zijn plaats te houden.· De grendel 20 van het reservoir werkt samen met de grendelbaan 24 om het reservoir op een plaats te houden, waarin de volgende paren van 25 contacten elkaar aanraken: 11 en 25, 14 en 26, en 19 en 27. De aldus gevormde keten ziet men in fig. 6. De houder wordt nu gebruikt om hét reservoir om te keren boven het te besproeien doel en de vloeistof begintj te druppelen uit het kanaal 7. De schakelaar 29 wordt direct in de ingeschakelde stand gedraaid. Dit veroorlooft stroom vanuit de batterij 30 10 via de contacten 11 en 25 naar de generator 22. Hierdoor wordt een hoge spanning (geschikt 15 kilovolt) gevoerd van de klem 34 via contacten 27 en 19 naar het elektrisch geleidende oppervlak 17 van de cylinder 4. Onderwijl wordt het elektrisch geleidende oppervlak 16 van de cylinder 3 geaard via contacten 14 en 26 en de aardingsdraad 32. Een sterk elektro-35 statisch veld wordt daardoor gevormd tussen de twee geleidende oppervlakken 7906968 10 17 en 16, waardoor de vloeistof, uittredende nabij het oppervlak 17, wordt verstoven en neerwaarts wordt gericht als een fijne sproeiing van geregelde deeltjesafmeting naar elk gewenst doel. Wanneer de vloeistof passeert uit het reservoir door het ringvormige kanaal 7, wordt de afnemen-5 de druk binnen het reservoir geegaliseerd door lucht passerend opwaarts door de centrale capillaire buis 8. Het sproeien wordt gestopt door het uitdraaien van de schakelaar 29 en het opwaarts keren van de reservoir-uitmonding.

Verscheidene wijzigingen van de bovenbesproken in-10 richting zullen duidelijk zijn. Het getekende reservoir is bestemd om te worden weggegooid. Evenwel kunnen opnieuw te gebruiken reservoirs ook worden gemaakt, geschikt met oplaadbare batterijen._ Voor opnieuw te gebruiken reservoirs kan het nodig blijken het mondstuk en de elektrode evenals andere elektrische verbindingen, te maken van metaal inplaats 15 van slechts een geleidende bekleding of verf. Om deze reden zijn zulke opnieuw te gebruiken reservoirs aanzienlijk kostbaarder,

De beschreven inrichting omvat een geleider voor verbinding naar aarde in de vorm van een slepende naakte metalen draad.

Dit heeft het nadeel, dat deze kan vastlopen of worden verward. De inrich-20 . ting werkt het beste met een aardverbinding. Maar deze behoeft niet van een lage weerstand te zijn. De geleider voor verbinding met aarde kan bijvoorbeeld een metalen strook zijn langs het handvat van de houder.

Wanneer· de bedieningspersoon de handgreep vastgrijpt, wordt een elektrische weg naar aarde gevormd door het lichaam van de bedieningspersoon. Hoewel 25 dezecborgang een hoge weerstand heeft,· blijkt het dat dit in het algemeen toch geschikt is. Proeven hebben aangetoond, dat met een inrichting van deze soort de spanning op de reservoirelektrode kan zijn tot ongeveer 100-200 volt boven die van aarde, zelfs wanneer de bedieningspersoon rubber laarzen draagt iii relatief droge toestand, zulk een spanning op de 30 elektrode verschilt iets van die van aarde met betrekking tot de spanning op het mondstuk van enige duizende volt. De stroom welke loopt door de bedieningspersoon r is zo klein, dat er voor hem geen enkel gevaar is en hij dat zelfs niet zal voelen.

De inrichting volgens de uitvinding is beschreven 35 in het bijzonder bij het sproeien van pesticiden, in het bijzonder samen- 7906968 11 stellingen welke pesticiden bevatten in vloeibare organische dragers, waarvoor hij speciale voordelen heeft. Het heeft echter ook voordelen bij het sproeien van bekledingen of verf, bij-voorbeeld bij 'het schilderen van een huis. Houders voor het reservoir worden geschikt ingericht voor 5 het houden in de hand. Maar zij kunnen ook worden gedragen op voertuigen zoals trekkers of vliegtuigen, wanneer zij meer dan een enkel reservoir kunnen ondersteunen. Het kan echter de voorkeur hebben omhLj trekkers of vliegtuigen gebruik te maken van een vorm van de uitvinding, waarbij het sproeimondstuk niet een geheel met het reservoir vormt. In dit geval 10 kan een relatief groot reservoir verscheidende sproeimondstukken voeden.

Het elektrische vermogen kan worden geleverd door de batterijen of generatoren, gedragen in het voertuig.

Fig. 7, 8 en 9 tonen twee andere sluitorganen, 'die kunnen worden gebruikt bij de reservoirs volgens de uitvinding. Zij 15 zijn getekend in reservoirs, waarbij het sproeimondstuk niet een geheel daarmee vormt. In fig. 7 heeft het reservoir 40 een hals 41, waarin een eenvoudige mechanische kogelklep is gemonteerd, bestaande uit een kogel 42 gedrukt tegen een zitting 43 door een drukveer 44, gemonteerd tegen aanslagen 45. Voorafgaand aan het plaatsen op de sproeiinrichting of 20 houder 46, voorkomt de kogelklep dat vloeistof het reservoir 40 verlaat.

Bij het plaatsen van het reversoir 40 op de inrichting 46, wordt de kogel 42 binnenwaarts gedrukt van de zitting 43 af door een vinger 47, waardoor vloeistof kan stromen uit het reservoir 40 in de inrichting 46 voor het afleveren aan een elektrostatische sproeikop (niet getekend). Tegelijk 25 voltooien contacten 48 op de mond van de hals 41 een elektrische verbinding in de inrichting 46, waardoor toevoer van een geschikte hoge spanning ' naar de sproeikop wordt verkregen. Fig. 8 toont een alternatieve vorm van een klep in een dergelijk reservoir. Deze klep wordt elektrostatisch bediend. De klep omvat een metalen plaat 50, met een centrale opening 30 51 gemonteerd in de hals 52 van het reservoir 53. Onder de plaat 50 is een tweede plaat 54 aanwezig, zie in bovenaanzicht in fig. 9. Deze heeft een centraal uitsteeksel 55, dat past binnen in de opening 51 van de plaat 50 en deze sluit tegen vloeistof-doorgang. De plaat 54 heeft omtreks-gleuven 56 en wordt gedrukt tegen de plaat 50 door een drukveer 57. Metalen 35 platen 50 en 54 zijn bekleed, op hun ondervlak, respectievélijk bovenvlak, 7906968 12 met een dunne laag van een dielektricum (epoxyhars). Contacten 58 en 59 op de buitenzijde van de hals 52 zijn elektrisch verbonden via de metalen platen 50 en 54. In bedrijf wordt het reservoir 53 gemonteerd op een sproeiinrichting (niet getekend) op een vloeistofdichte wijze met 5 een leiding naar een elektrostatische sproeikop. De contacten 58 en 59 worden daardoor respectievelijk verbonden metuitgangsklem van een hoogspanningsgenerator en met het geleidende oppervlak van de elektrostatische sproeikop. Een spanning van ongeveer 20 kilovolt wordt aldus aangelegd op de platen 50 en 54. Deze spanning drukt de platen van elkaar 10 door elektrostatische afstoting tegen de werking van de veer 57 in en vloeistof loopt uit het reservoir 53 door de opening 51 en de gleuven 56 in de inrichting voor het afleveren aan de sproeikop, Tegelijkertijd ontvangt de sproeikop een geschikte spanning voor het verstuiven van de . vloeistof, die daaraan wordt toegevoerd. Zonder het reservoir op de 15 inrichting kan de elektrostatische klep niet open gaan en kan geen spanning worden geleverd naar de elektrostatische sproeikop.

7906968

Claims (18)

1. Vloeistofreservoir geschikt voor het vormen van een deel van een inrichting voor elektrostatische sproeien waarbij de inrichting is voorzien van een vermogensbron, een hoogspanningsgenera-tor, een sproeimondstuk waarvan tenminste een deel van het oppervlak 5 elektrisch geleidend is, een elektrode geplaatst nabij het mondstuk en geïsoleerd daarvan, met elektrische verbindingen voor het verbinden van de vermogensbron met de ingangsklemmen van de generator en de elektrode met een uitgangsklem van de generator en het mondstuk met de andere uitgangsklem van de generator; methét kenmerk, dat het reservoir is 10 voorzien van een opening voor het afleveren van vloeistof, monteerorganen voor het plaatsen van het reservoir op de inrichting in een positie waarin de opening vloeistof kan leveren naar het sproeimondstuk, monteerorganen omvattende een geleider of geleiders voor het voltooien van de elektrische verbindingen, en een deksel of afsluiting voor het afsluiten van de 15 opening voorafgaand aan het plaatsen van het reservoir op de inrichting.

2. Reservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsluiting is ingericht om te worden geopend tijdens het plaatsen op de inrichting.

3. Reservoir volgens conclusie 1 of 2, 20 met het kenmerk, dat de afsluiting is ingericht om slechts te worden geopend indien geplaatst op de inrichting.

4. Reservoir volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de afsluiting is ingericht om automatisch opnieuw te worden gesloten indien het reservoir wordt verwijderd van de 25 inrichting.

5. Reservoir volgens een van de conclusies 3-of 4, met het kenmerk, dat de afsluiting een elektrostatische klep is.

6. Reservoir volgens conclusie 1 voor een elektrostatisch te sproeien vloeistof geschikt voor montage op een houder 30 welke een hoogspanningsgenerator draagt, met hét kenmerk, dat het reservoir is voorzien van een sproeimondstuk waarvan tenminste een deel van het oppervlak elektrisch geleidend is, een opening voor het afleveren van vloeistof naar het mondstuk, een elektrode geplaatst rond het mondstuk en geisoleerd daarvan, monteerorganen voor het plaatsen van het reservoir 35 op de houder, afzonderlijke elektrische verbindingen vanaf het mondstuk 7906968 ·* f* __ , * 14 en de elektrode naar afzonderlijke contacten op de monteerorganen zo geplaatst dat wanneer het reservoir is geplaatst op de houder door de monteerorganen, elk contact verbinding kan maken met een uitgangsklem van de hoogspanningsgenerator, en een afsluiting voor het afsluiten van, de 5 opening voorafgaand aan het plaatsen op de houder.

7. Reservoir volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir een vloeistof bevat geschikt voor elektrostatisch sproeien.

8. Reservoir volgens conclusie 7, met het kenmerk, 10 dat de vloeistof een samenstelling is welke een pesticide bevat in een vloeibare' organische drager.

9. Reservoir volgens conclusie 1 voor elektrostatisch te sproeien vloeistof, geschikt voor montage op een houder welke een hoogspanningsgenerator draagt, met het kenmerk, dat een opening 15 aanwezig is in het reservoir voor het af leveren van vloeistof naar een sproeimondstuk, een vermogensbron geschikt voor het leveren van voldoende energie voor het verstuiven op elektrostatische wijze van de werkelijke of bedoelde inhoud van het reservoir, monteerorganen voor het plaatsen van het reservoir op de houder, afzonderlijke elektrische verbindingen . 20 vanaf.'de polen van de vermogensbron naar afzonderlijke contacten op de monteerorganen zo. geplaatst dat wanneer het reservoir is geplaatst op de houder door de monteerorganen, elk contact elektrische verbinding kan maken met een ingangsklem van de generator, en een afsluiting voor het afsluiten van de opening voorafgaand aan het plaatsen op de houder.

10. Reservoir volgens conclusie 9, met hét kenmerk, dat de vermogensbron een elektrische opzamelbatterij is.

11. Reservoir volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een sproeimondstuk aanwezig is met tenminste een deel van het oppervlak daarvan elektrisch geleidend, een elektrode geplaatst om het mondstuk en 30 geisoleerd daarvan, terwijl het mondstuk en de elektrode zijn geplaatst om elektrisch te worden verbonden via contacten in de monteerorganen met tegengestelde verbindingsorganen van de generator wanneer het reservoir is geplaatst op de houder.

12. Reservoir volgens conclusie 11, met het kenmerk, 35 dat de monteerorganen zijn voorzien van drie contacten, een eerste contact voor verbindihg met een pool van de batterij naar een eerste 7906983 ingangsklem van de generator, een tweede contact voor het verbinden van het mondstuk met een eerste uitgangsklem van de generator, en een derde contact voor het verbinden van de elektrode en de tweede pool van de batterij met een geleider op de houder verbonden met de tweede ingangs-5 en uitgangsklemmen van de generator, en geschikt voor verbinding naar aarde.

13. Houder voor het opnemen van een reservoir volgens een van de conclusies 6-12, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een lichaam voor het dragen van een hoogspanningsgenerator, 10 en monteerorganen heeft,complementair met de monteerorganen op het reservoir en voorzien van elektrische contacten complementair aan die op het reservoir voor verbinding met de uitgangsklemmen van de hoogspanningsgenerator.

14. Houder volgens conclusie 13, met het kenmerk, 15 dat deze is voorzien van een geleider voor verbinding met aarde.

15. Houder volgens conclusie 14, geschikt voor het opnemen van een reservoir volgens conclusie 12, waarbij de monteerorganen van de houder zijn voorzien van drie elektrische contacten complementair met de drie elektrische contacten op het reservoir, waarbij 20 de drie complementaire elektrische contacten elektrische verbindingen leveren naar respectievelijk een generatoringangsklem, een generatoruitgangs-klem, en de tweede generatoringangs- en uitgangsklemmen en een geleider voor verbinding naar aarde.

16. Inrichting voor elektrostatisch sproeien van 25 een vloeistof vanuit een reservoir volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat een vermogensbron aanwezig is, een hoogspanningsgenerator, een sproeimondstuk tenminste met een deel van het oppervlak daarvan elektrisch geleidend, een elektrode geplaatst nabij het mondstuk en geisoleerd daarvan, met onvolledige elektrische verbindingen voor 30 verbinding van de vermogensbron met de ingangsklemmen van de generator, de elektrode met een uitgangsklem en het mondstuk met het andere uitgangsklem van de generator, een leiding voor het voeren van de sproeivloeistof vanuit het reservoir naar het sproeimondstuk, en monteerorganen complementair aan de monteerorganen op het reservoir voor het plaatsen van het 35 reservoir op de inrichting, terwijl de complementaire monteerorganen zijn s. 790 6 96 8 V - " 16 voorzien van contacten ingericht voor het voltooien van de elektrische verbindingen via het reservoir wanneer het reservoir is geplaatst op de inrichting.

17. Sproeier gevormd door de combinatie van een 5 reservoir volgens een van de conclusies 1-12 geplaatst op een sproeiinrich-ting of houder geschikt daarvoor en volgens een van de conclusies 13-16.

18. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. /7906966 i ! /. ' /'