NL7906807A - Opvouwbaar bagagewagentje, tevens zitplaats. - Google Patents

Description

p & c ,, * *4 W 5623-2 Ned.

%

Opvouwbaar bagagewagentj e, tevens zitplaats

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van bagage, zoals deze bijvoorbeeld worden gebruikt door huisvrouwen bij het doen van inkopen, ofwel een inrichting waarmee het transport wordt vergemakkelijkt van koffers, zakken enz.

5 Er zijn talrijke opvouwbare inrichtingen voor het dragen van bagage bekend, welke bestaan uit een gestel met een eerste frame dat aan zijn ondereinde is voorzien van rollen of wielen en van een ondersteuning voor de bagage of de boodschappen, en uit een tweede frame, dat scharnierend is verbonden met het boveneinde van het eerste frame zodanig dat dit 10 tweede frame een gebruiksstand kan innemen waarin het een verlengstuk vormt van het eerste frame, en een opbergstand, waarin het tweede frame is opgevouwen tegen het eerste frame zodanig dat de inrichting weinig ruimte inneemt.

Eén der doeleinden van de uitvinding is het verschaffen van een in-15 richting van het bovengenoemde type, die door de gebruiker kan worden omgevormd tot zitplaats zodat hij erop kan plaatsnemen, met name bij het wachten op stationsplatforms.

De inrichting volgens de uitvinding is van het type met een gestel, bestaande uit een eerste frame met aan één einde wielen en een ondersteu-20 ning voor de bagage, en aan het andere einde een tweede frame, dat zwenk-baar met het betreffende einde van het eerste frame is verbonden zodanig dat het een gebruiksstand kan innemen waarin dit tweede frame zich in hoofdzaak in het verlengde van het eerste frame bevindt, en een opbergstand waarin het tweede frame tegen het eerste frame is weggezwenkt. Vol-25 gens de uitvinding heeft de inrichting, scharnierend verbonden met het tweede frame nabij het vrije einde daarvan, een steun welke op de grond kan rusten in een stand waarin het tweede frame zich in hoofdzaak loodrecht op het eerste frame uitstrekt.

Door deze maatregel verkrijgt men wanneer de steun met zijn vrije 30 einde op de grond rust en het tweede frame horizontaal staat, een zitplaats waarop de gebruiker kan gaan zitten.

Teneinde aan de inrichting een goede stabiliteit te geven heeft de steunorganen om deze vast te zetten in tenminste één stand, waarin de steun met zijn vrije einde op de grond rust.

35 Teneinde de steun gemakkelijker te kunnen vasthouden wanneer de inrichting zich in de gebruiksstand bevindt heeft de steun organen om deze tegen het tweede frame aangedrukt te houden in een stand waarin dit tweede frame zich uitstrekt in het verlengde van het eerste frame.

7906807 * t -2-

I I

Als constructieve maatregel kan het eerste frame een horizontale bovenstang hébben en een horizontale onderstang hebben en bestaat de steun uit twee evenwijdige stangen, welke door dwarsverbindingen met elkaar zijn verbonden in de nabijheid van de beide einden, waarbij één der 5 dwarsverbindingen is verlengd aan weerszijden van de stangen en de schar-nieras vormt voor het zwenken van de steun, terwijl de andere dwarsverbinding draaibaar twee schoren draagt, welke elk eindigen in een haak en een zodanig lengte hebben dat in de werkstand van de steun, waarin de steun in hoofdzaak vertikaal staat en met zijn vrije einde op de grond 10 rust, één der schoren met zijn haak samenwerkt met de onderste horizontale stang van het eerste frame en de andere schoor met de horizontale bovenstang van het eerste frame.

De scharnieras voor de steun aan het tweede frame wordt gedragen door losneembare beugels. Hierdoor kan men gemakkelijk de steun wegnemen 15 wanneer deze niet meer nodig is.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding bestaat elk der genoemde beugels uit een U-vormig verend plaatje, waarvan één der benen langer is dan het andere en een leger bevat voor de as van de steun, terwijl de beide benen elk een gat .hebben voor de doorgang van een schroef 20 waarop een vleugelmoer kan worden geschroefd.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding heeft de dwarsverbinding, waarop de beide schoren zwenkbaar zijn aangebracht, een haak welke bestemd is om samen te werken met de horizontale bovenstang van het eerste frame in de gebruiksstand van de inrichting.

25 Het langste been van elke beugel kan zi jn voorzien van twee aan slagen, een eerste aanslag voor het tegenhouden van de opgeklapte schoor wanneer de steun niet wordt gebruikt, en een aanslag die de zwenkbeweging van de steun begrenst wanneer deze in de werkstand wordt geplaatst.

Tenslotte kan het tweede frame zijn voorzien van een wegnèembare 30 zittingbekleding, voorzien van een rugleuning, teneinde de inrichting meer confort te geven wanneer deze als zitplaats wordt gebruikt.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

35 Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de inrichting in de opberg- stand.

Fig. 2 toont de inrichting in de gebruiksstand voor het transport van bagage.

Fig. 3 is een aanzicht in perspectief van de inrichting in een 7906807 -3- * 4 tussenstand waarin zij als zitplaats kan dienen.

Fig. 4 toont de steun van de inrichting in perspectief met uiteengenomen delen.

Fig. 5 is een aanzicht in perspectief van een deel van de inrichting 5 met opgevouwen steun.

De inrichting volgens fig. 1-3 bestaat uit een gestel met een eerste frame 1 dat is gevormd van twee kolommen 2 en 3 en een horizontale bovenstang 4f alsmede een horizontale onderstang 5, welke laatste een as vormt voor rollen of wielen 6.

10 Aan assen 8, 9 aan de kolommen 2, 3 zijn scharnierend bevestigd verlengstukken 10/ 11 van de benen 12 resp. 13 van een ü-vormige steun 14. Aan de as 8 is een beugel 15 bevestigd, waarmee één der einden is verbonden van een soepele band 16, waarvan het andere einde is verbonden met een soepele band 17, welke eindigt in een haak 18. Aan de as 9 is 15 een beugel 15 gemonteerd, waaraan een soepele band 19 is bevestigd, welke eveneens is verbonden met de band 17.

Aan de kolommen 2, 3 is verschuifbaar een grendelstang 22 gemonteerd, voorzien van langwerpige gaten 23 welke bestemd zijn om te worden geplaatst om de verlengstukken 10, 11 van de benen 12, 13, waardoor de steun 14 20 wordt vergrendeld aan het eerste frame in de gebruiksstand, zoals weergegeven in fig. 2 en 3.

De kolom 2 is nabij zijn vrije boveneinde voorzien van een beugel 25, tussen de benen waarvan een einde scharnierend is bevestigd van een zij stang 26 van een tweede frame 27, waarvan de andere zij stang 28 25 scharnierend is verbonden tussen de benen van een beugel 29, welke is aangebracht nabij het vrije boveneinde van de kolom 3.

Het tweede frame 27 bestaat uit een dwarsstang 31 en heeft grendel-ringen 32, 33, aangébracht om de zijstangen 26 resp. 28, welke ringen kunnen worden geschoven om de vrije einden van de kolommen 2, 3 waardoor 30 het tweede frame in de gebruiksstand van de inrichting wordt gehouden in het verlengde van het eerste frame 1.

Aan het tweede frame 27 is met elastische haken 35, welke samenwerken met de zijstangen 26, 28, een zittingbekleding 36 gemonteerd, voorzien van een rugleuning 37, welke scharnierend is aangebracht om een as 35 41, zodat de rugleuning kan worden aangeklapt tegen de zitting 36 wanneer de inrichting niet wordt gebruikt als zitplaats, of ongeveer loodrecht op de zitting 36 kan staan in de stand waarin de inrichting kan dienen als zitplaats, zoals is weergegeven in fig. 3. De rugleuning 37 bevat een metalen wapening 43 waaraan de haak 18 kan worden aangehaakt.

7906807 $ * -4- t ·

In fig. 4 is een losneembare steun 38 weergegeven, bestaande uit twee ongeveer evenwijdige stangen 39, 40, welke nabij één einde met elkaar zijn verbonden door een dwarsstang 45 en nabij het andere einde door een dwarsstang 44. De dwarsstang 45 loopt door in twee aseinden 63 welke zijn 5 bestemd om te worden geplaatst in legers 58 in de beide beugels 54, 55.

De beugel 54 bestaat uit een U-vormig gevouwen strook met twee benen 56, 57, waarvan het been 57 langer is dan het been 56 en het leger 58 bevat.

De benen 56, 67 hebben gaten 59 resp. 60, welke bestemd zijn voor het doorsteken van een schroef 61, waarop een vleugelmoer 62 kan worden ge-10 schroef d. De beugel 54 is bestemd om te worden aangebracht aan de zij stang 26 nabij de dwarsstang 31 (fig. 5). De beugel 55 is gelijk uitgevoerd als de beugel 54 en wordt niet verder in detail besproken. De beugel 55 is bestemd om te worden bevestigd op de zij stang 28 van het tweede frame 27.

De dwarsstang 44 is aan weerszijden van de stangen 39, 40 verlengd en vormt 15 een as voor twee schoren 51, 52. De schoor 51 heeft een grotere lengte dan de schoor 52 en eindigt aan zijn vrije einde in een haak 64, welke is bestemd voor samenwerking met de horizontale bovenstang 4 van het eerste frame 1. De schoor 52 eindigt eveneens in een haak 68 en heeft een zodanige lengte dat deze haak kan samenwerken met de horizontale onderstang 5 van 20 het frame 1. De beugel 54 heeft twee aanslagen 65, 66, terwijl de beugel 55 twee soortgelijke aanslagen 65a, 66a heeft.

Aan de dwarsstang 44 is draaibaar een haak 53 gemonteerd welke, zoals blijkt uit fig. 2, is bestemd voor samenwerking met de horizontale / bovenstang 4 van het frame 1 in een stand waarin de inrichting wordt ge-25 bruikt als bagagedraaginrichting en waarin het niet nodig is dat de steun op de grond rust.

Zoals blijkt uit fig. 5 wordt de steun, in de stand waarin de inrichting wordt gebruikt voor het transport van koffers, pakjes en dergelijke voorwerpen, weggevouwen tegen het frame 27 en vastgezet door de 30 haak 53 aan de stang 4. Het is duidelijk dat de schoren 51, 52 worden vastgehouden door de aanslagen 65 resp. 65a.

De aanslagen 66 resp. 66a zijn bestemd voor het beperken van de zwenkbewegingen van de stangen 39, 40 wanneer men de steun 38 zwenkt om deze in de stand te plaatsen waardoor de inrichting tot zitplaats wordt 35 gemaakt. Zoals blijkt uit fig. 1 neemt de inrichting in opgevouwen toestand, zelfs met de steun, weinig plaats in en kan daardoor worden opgeborgen in een kleine koffer of zelfs in een zak.

Wanneer de inrichting wordt gebruikt voor het transport van bagage 7906807 t ' -5- ( (zie fig. 2 en 5) wordt het tweede frame 27 in het verlengde gehouden van het eerste frame 1 door de ringen 32r 33, terwijl de steun 38 door zijn haak 53 is bevestigd aan de stang 4, terwijl de schoor 51 wordt tegengehouden door de aanslag 65 en de schoor 52 door de aanslag 65a. De schoren 5 51, 52 hébben een zekere elasticiteit zodat zij achter de aanslagen kun nen worden gébracht door middel van een lichte elastische vervorming.

Wanneer men de inrichting in de stand van fig. 3 wenst te plaatsen maakt men de haak 53 los, de ringen 32 en 33 en daarna de schoren 51, 52, waarna de haak 18 wordt losgemaakt van de stang 31 en geplaatst op de 10 wapeningsstang 43.

Het tweede frame 27 wordt gezwenkt om de assen van de beugels 25, 29 tezamen met de steun 38 die loodrecht komt te staan op het frame 27, waarbij het zwenken van de steun 38 wordt begrensd door de aanslagen 66, 66a. Het is dan voldoende, teneinde een goede stabiliteit te geven aan de 15 inrichting, de haak 64 in ingrijping te brengen met de stang 4 en de haak 68 met de stang 5. Wanneer nu ook nog de rugleuning 37 wordt opgezet heeft men een. gemakkelijke zitplaats.

Voor het brengen van de inrichting in de stand volgens fig. 2 en 5 is het voldoende in tegengestelde volgorde te werk te gaan als hierboven 20 is beschreven.

De steun 38 kan bevestigd blijven aan het tweede frame 27, zelfs in de geheel opgevouwen toestand van de inrichting, zoals is weergegeven in fig. 1.

In dit geval wordt de haak 53 losgemaakt en wordt het vrije einde 25 van de steun 38 geplaatst langs het frame 1 tussen de stangen 4 en 5, waarbij de steun tegen de stang 4 aangedrukt wordt gehouden door de steun 14, die wordt gezwenkt, waarna de grendelstang 22 wordt gebracht in de grendelstand, terwijl ook de soepele banden 16, 19 en 17, die het geheel omgeven, de steun vasthouden, waarbij de haak 18 bijvoorbeeld wordt 30 bevestigd aan de stang 22.

7906807

Claims (9)

1. Opvouwbare inrichting voor het dragen van bagage van de soort met een gestel bestaande uit een eerste frame met aan één einde rollen en een ondersteuning voor de bagage, en aan het andere einde een tweede frame, dat zwenkbaar aan dit einde van het eerste frame is bevestigd zodanig dat het 5 een gebruiksstand kan innemen, waarin dit tweede frame zich ongeveer in het verlengde uitstrekt van het eerste frame, en een opbergstand, waarin het tweede frame is weggeklapt tegen het eerste frame, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van een steun die scharnierend is bevestigd aan het tweede frame nabij het vrije einde daarvan, welke steun kan rusten 10 op de grond in een stand waarin het tweede frame in hoofdzaak loodrecht staat op het eerste frame.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun is voorzien van organen voor het vastzetten van de steun in tenminste één stand, waarin de steun met zijn vrije einde op de grond rust.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun is voorzien van organen om deze weggeklapt te houden tegen het tweede frame in een stand waarin dit tweede frame zich bevindt in het verlengde van het eerste frame.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het 20 eerste frame een horizontale bovenstang heeft en een horizontale onderstang, terwijl de steun bestaat uit twee evenwijdige stangen, welke met elkaar zijn verbonden nabij de einden ervan door dwarsverbindingen, waarvan de ene dwarsverbinding is verlengd aan weerszijden van de stangen en de scharnieras vormt voor de steun, terwijl de andere dwarsverbinding twee 25 schoren draagt, die zwenkbaar zijn aangebracht op deze dwarsverbinding en elk eindigen in een haak, waarbij deze schoren een zodanig lengte hebben dat in de werkstand van de steun, waarin deze steun ongeveer vertikaal staat en met zijn vrije einde op de grond rust, één der schoren samenwerkt door middel van zijn haak met de horizontale onderstang van het eerste 30 frame en de andere schoor met de horizontale bovenstang van het eerste frame.

5. Inrichting volgens één der conclusies 1, 2 of 4, met het kenmerk dat de scharnieras van de steun aan het tweede frame zich bevindt in weg-neembare beugels.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat elke beugel bestaat uit een U-vormig gevouwen elastische strook, waarvan één der benen langer is dan de andere en een leger bevat voor het steunen van de scharnieras van de steun, terwijl de beide benen elk een gat hebben voor de 7906807 *·. ? -7- doorgang van een schroef, waarop een vleugelmoer schroefbaar is.

7. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de dwarsverbinding, waarmee de beide schoren zwenkbaar zijn verbonden, is voorzien van een haak, die bestemd is voor samenwerking met de horizontale 5 bovenstang van het eerste frame in de gebruiksstand van de inrichting.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het langste been van elke beugel is voorzien van twee aanslagen, waarvan de eerste aanslag dient voor het tegenhouden van de bijbehorende schoor in de ingeklapte stand, terwijl de steun niet wordt gebruikt en een aanslag de 10 zwenking beperkt van de steun wanneer deze in de werkstand staat.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tweede frame is voorzien van een losneembare zittingbekleding, voorzien van een rugleuning. 7906807