NL7906730A

NL7906730A - Werkwijze voor het aanbrengen van een laag op een stalen buis die een lasnaad heeft, en een inrichtng voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Info

Publication number: NL7906730A
Application number: NL7906730A
Authority: NL
Original assignee: Mannesmann Ag
Priority date: 1978-11-14
Filing date: 1979-09-10
Publication date: 1980-05-19
Also published as: DE2849814B1; DE2849814C2; JPS603981B2; GB2035148A; IT7925890A0; IT1123259B; SU824885A3; FR2441483A1; US4287223A; GB2035148B; JPS5567411A; FR2441483B1

Description

-1- 20896/JD/tj \ %

Aanvrager.:. Mannesmann Aktiengesellschaft, Düsseldorf, Bondsrepubliek Duitsland .

Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanbrengen van een laag op een stalen buis die een lasnaad heeft, en een inrichting voor het uit-5 voeren van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een laag op een stalen buis die een lasnaad, era een mantellaag uit thermoplastische kunststof heeft, in het bijzonder polyethyleen,, waarbij de kunst-10 stof van de mantellaag slang- of bandvormig op het' omtreksvlak van de stalen buis, die met een kleefstof is bedekt, wordt opgebracht en waarbij op het gebied van de lasnaad een beschermingsstrook uit thermoplastische kunststof wordt aangebracht. Ook heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

15 Er zijn talrijke werkwijzen bekend stalen buizen, in het bijzonder die, die in de aardbodem worden gelegd, met een deklaag, dienende voor de bescherming tegen corrosie, uit een thermoplastische kunststof zoals polyethyleen te ommantelen - Het verbinden van de deklaag met het oppervlak van de stalen buis vindt meestal plaats door kleven. De thermoplastische kunststof kan 20 bijvoorbeeld direct na het extruderen daarvan op de stalen buis worden opgebracht, waarbij het verbinden tussen het oppervlak en de foelie uit kunststof door toepassing van een op de stalen buis aangebrachte hechtkleefstof plaatsvindt .

Uit het Duitse octrooischrift 17 71 764 is bekend dat de thermoplas-25 tische kunststof in de vorm van een foelieband samen met een kleefstofstrook lijn- en slangvormig om de zich draaiende verwarmde stalen buis wordt gewikkeld, waarbij de foelieband en de strook uit de bij de verwerkingstemperatuur hoogvisceuze kleefstof gelijktijdig, echter gescheiden van elkaar, direct voor het opwikkelen op de stalen buis worden geëxtrudeerd. Bij het omwikkelen van 30 een stalen buis met een gelaste langsnaad, is volgens deze bekende werkwijze gebleken, dat de kunststoflaag in vele gevallen niet volledig tegen de langsnaad, die boven het oppervlak van de stalen buis uitsteekt, ligt. Daardoor kunnen in het gebied van de langsnaad doorgaande capillaire spleten ontstaan, waardoor media kunnen binnendringen, die corroderend inwerken op het oppervlak 35 van de buis.

7906730 ' '2P?· ? -2- 20896/JD/tj ·

Hetzelfde probleem ontstaat bij stalen buizen, die een schroeflijnvormige lasnaad hebben, of die met een slangvormig -geëxtrudeerde deklaag volgens een op zich bekende wijze van een laag worden voorzien. Een verdere moeilijkheid ontstaat hierbij, dat bij de bekende werkwijze voor het 5 aanbrengen van een laag, in het bijzonder bij het omwikkelen de laagdikte van de thermoplastische mantel niet gelijkmatig is. Over de langsnaad, waar ervaringsgewijs de mantel een bijzonder hoge belasting bij de verwerking optreedt, is de laagdikte-geringer dan op het overige gedeelte van de buis. Om deze aantel- gelijkmatig te maken, wordt in het algemeen een foelie geëxtru-10 deerd, waarvan de dikte zo groot is, dat ze boven de verhoging van de lasnaad de hier optredende belastingen opvangt. Voor de corrosiebescherming van het gladde buisoppervlak is echter zo'n foeliedikte in de regel niet noodzakelijk, zodat daarvoor een onnodig materiaalverbruik en daarmee verhoogde kosten plaatsvinden.

15 Om deze nadelen te vermijden is in het Duitse octrooischrift 21 17 618 bekend direct voor het opwikkelen van de foelieband en de kleefstofstrook op de de stalen buis een bekleding, die/verhoging van de langsnaad gelijkmatig maakt, uit een plastische stof op de langsnaad afsnijgewijs, dat wil zeggen in een lengte op te brengen, welke tenminste met het axiale vooruitschuiven van de 20 stalen buis, die bij een omdraaiing plaatsvindt, overeenkomt. Het snijgewijs opbrengen van de bekleding wordt tot stand gebracht doordat de verhoging van de langsnaad bij elke omdraaiing van de stalen buis een electrisch contact voor een doseermechanisme voor de elastische stof aanraakt.

Verder is voor het afdekken van de verhoging van de lasnaad bij het 25 omwikkelen van de zich in de omdraaiing bevindende stalen buis met een geëx trudeerde foeliestrook:·, die gedurende het wikkelproces onder rekspanning wordt gehouden, overeenkomstig het Duitse octrooischrift 24 07 427, bekend, dat het rekken in regelmatige, de omlooptijd van de langsnaad van de buis overeenkomstige afstand in telkens het gebied van de langsnaad aangebrachte afsnijdingen 30 van de foelieband wordt verwrongen.

Met deze maatregel wordt bereikt dat zich op de langsnaad, in het bijzonder op de rug ervan, een voldoende beschermingsbekleding bevindt, die van de lasrug, bijvoorbeeld bij uitwendige mechanische inwerkingen op de buis, niet doordrongen kan worden. De bij het ommantelen toegepaste aandrukrol voor 35 de foelieband zorgt ervoor, dat de verdikte foelieband op het zijdelingse vlak 7906730 -3- 20896/JD/tj van de langsnaad nauw aansluit, zodat ook de vorming van holle ruimtes naast de langsnaad wordt vermeden.

De uitvinding heeft,ten doel een werkwijze en een hiervoor doelmatige inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze, te scheppen, waarmee op 5 eenvoudige wijze mogelijk wordt gemaakt, dat bij het aanbrengen van een laag op een stalen buis de lasnaden een bekleding krijgen, die de vorming van schadelijke capillaire spleten langs de las naad verhindert en stand houdt tegen mechanische belastingen, terwijl voor de corrosiebescherming van het buisop-pervlak de laag dunner kan worden gehouden, zodat geen onnodig groot kunst-10 stofverbruik ontstaat.

De werkwijze volgens de uitvinding voor het aanbrengen van een laag op een stalen buis die een lasnaad heeft, wordt daardoor gekenmerkt, dat het opbrengen van de beschermingsstrook door extruderen na het opbrengen van de man-tellaag plaatsvindt, waarbij de kunststof ervan in het gebied van de lasnaad 15 voor het opbrengen van de beschermingsstrook die uit dezelfde kunststof als de kunststof van de mantellaag.bestaat, bij verwekingstemperatuur wordt verwarmd. Het verwarmen en het opbrengen van de beschermingsstrook kan continu plaatsvinden. Verder heeft de inrichtingvoor het uitvoeren van de werkwijze als bijzonderheid dat de inrichting voor het aanbrengen van de beschermings-20 strook een extruderinrichting heeft, waarvan het mondstuk op de lasnaad van de stalen buis is gericht, waarbij in de richting van het vooruitschuiven voor het mondstuk een hete-luchtblaasinrichting voor het verwarmen van de mantellaag in het gebied van de lasnaad en achter het mondstuk een watersproei-in-richting voor het afkoelen zijn aangebracht. Voor de hete-luchtblaasinrichting 25 is een electrisch met een draai-inrichting voor de stalen buis of met een riehtingsregelende inrichting voor het mondstuk van de extruderinrichting verbonden tastinrichting voor het vaststellen van de plaats van de lasnaad geplaatst. Na de watersproei-inrichting is een inrichting voor het meten van de laagdikte-geplaatst. De inrichting voor het opbrengen van de beschermings-30 strook is vast aangebracht.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk aanzienlijk minder kunststof te gebruiken dan het geval is bij de gebruikelijke werkwijze, omdat een betere doseer- en aanpasbaarheid wordt gegeven.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt aan de hand van de 35 afbeelding nader verklaard. Deze toont in schematische voorstelling een voor 7906730 #*· .

-4- 20896/JD/tj het aanbrengen van een laag van een stalen buis met een gelaste langsnaad dienende inrichting.

De stalen buis 1, die reeds van een laag polyethyleen is voorzien, bevindt zich op een transportinrichting, die uit wagen 2 en draai-inrich-5 ting 3 bestaat, met welke de buis om zijn lengteas bewogen kan worden. Bo ven de buis is op een draagconstructie 4 een vaste houderp’laat 5 aangebracht, waaraan een kleine extruderinrichting 6 met uitgangsmondstuk 7 is bevestigd, die op de lasnaad van de buis 8 is gericht. Voor het mondstuk van de extruderinrichting is een hete-luchtblaasinrichtlng 9 en achter haar een watersproei-10 inrichting 10 voor het koelwater aangebracht. Aan het voorste einde van de houderplaat 5 bevindt zich een tastinrichting 11 die de plaats van de lasnaad 8.vaststelt, en aan het achterste einde van de houderplaat is een laag-diktemeetinrichting 12 bevestigd. Met 13 en 14 zijn de toevoeringen voor het gegranuleerde polyethyleen en voor het koolwater aangeduid. Aan de draagcon-15 structie 4 zijn drukcilinders 15 aangebracht, waarvan de zuigers op de houderplaat 15 werken en de daaraan bevestigde inrichtingen op de schedellijn van de buis drukken.

Voor het opbrengen van de afdekking van de lasnaad wordt de buis in pijlrichting verweckt. Daarbij wordt de opgebrachte polyethyleenlaag met de 20 hete-luchtblaasinrichting 9 in het gebied van de lasnaad bij verwekingstem-peratuur verwarmd en direct daaropvolgend op de weekgemaakte laag met het aansluitende mondstuk 7 van de extruderinrichting 6 met de strookvormige po-lyethyleenbedekking opgebracht. De erna geschakelde koelwatersproeiinrich-ting 10 koelt de nog weke laag snel af. De lasnaadaftastinrichting 11 is 25 electrisch via een niet-voorgestelde stuurinrichting met de draai-inrichting 3 verbonden en zorgt ervoor, dat de lasnaad 8 exact onder de hete-luchtblaasinrichting, onder het extrudermondstuk en onder de koelinrichting langs gevoerd wordt. De nageschakelde laagdiktemeetinrichting 12 dient voor het controleren van de vaste lasnaadafdekking 13· 30 In een vervoeging van de werkwijze volgens de uitvinding kan in plaats van een axiale beweging van de buis de houderplaat 5 met de daarin bevindende inrichting boven de lasnaad 8 worden verwerkt. Voor het aanbrengen van een laag van schroeflijnvormige lasnaden stuurt de naadaftastinrichting 11 de draai-inrichting 3 en het axiale vooruitschuiven van de transportwagen 2 resp. 35 houderplaat 5· 7906730

-- - V

-5- 20896/JD/tj

De werkwijze en inrichting kunnen ook toepassing vinden, wanneer vanwege andere redenen een pl'aatselijk verdikte bedekking over het omtrek van de stalen buis, voorzien van een laag, een strook- of kraalvorm uit thermoplastische kunststof is gewenst.

5 -CONCLUSIES- r 7906730

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een laag op een stalen buis die een lasnaad en een mantellaag uit thermoplastische kunststof heeft, in het 5 bijzonder polyethyleen, waarbij de kunststof van de mantellaag slang- of bandvormig op het omtreksvlak van de stalen buis, die met een kleefstof is bedekt, wordt opgebracht en waarbij op het gebied van de lasnaad een bescher-mingsstrook uit thermoplastische kunststof wordt aangebracht, met het kenmerk, dat het opbrengen van de beschermingsstrook door extruderen na het op-10 brengen van de mantellaag plaatsvindt, waarbij de kunststof ervan in het gebied van de lasnaad voor het opbrengen vanbeschermingsstrook die uit dezelfde kunststof als de kunststof van de mantellaag bestaat, bij verwekingstemperatuur wordt verwarmd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verwarmen 15 en opbrengen van de beschermingsstrook continu plaatsvinden.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusies 1-2, met een ommantelingsinrichting voor het opbrengen van de mantellaag en met een boven de stalen buis aangebrachte inrichting voor het aanbrengen van de beschermingsstrook, met het kenmerk, dat de inrichting voor het aanbrengen 20 van de beschermingsstrook (5) een extruderinrichting (6) heeft, waarvan het mondstuk. (7) op de lasnaad (8) van de stalen buis (1) is gericht, waarbij in de -richting van het vooruitschuiven voor het mondstuk een hete-luchtblaasin-richting (9) voor het verwarmen van de mantellaag in het gebied van de lasnaad en achter het mondstuk een watersproei-inrichting (10) voor het afkoelen zijn 25 aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 3> met het kenmerk, dat voor de hete-lucht-blaasinrichting (9) een electrisch met een draai-inrichting voor de stalen buis of met een richtingregelingsinrichting voor het mondstuk van de extruder verbonden tastinrichting (11) voor het vaststellen van de plaats van de 30 lasnaad is geplaatst.

5. Inrichting volgens conclusies 5-4, met het kenmerk, dat na de watersproei-inrichting (10) een inrichting (12) voor het meten van de laagdikte is geplaatst.

6. Inrichting volgens conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de inrich-35 ting voor het aanbrengen van de beschermingsstrook (5) vast is aangebracht. 7906730