NL7906662A - Koppeling voor een soepele leiding of een buis uit meegevend materiaal. - Google Patents
Koppeling voor een soepele leiding of een buis uit meegevend materiaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7906662A NL7906662A NL7906662A NL7906662A NL7906662A NL 7906662 A NL7906662 A NL 7906662A NL 7906662 A NL7906662 A NL 7906662A NL 7906662 A NL7906662 A NL 7906662A NL 7906662 A NL7906662 A NL 7906662A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coupling
- lip
- annular
- tube
- coupling according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L19/00—Joints in which sealing surfaces are pressed together by means of a member, e.g. a swivel nut, screwed on or into one of the joint parts
- F16L19/08—Joints in which sealing surfaces are pressed together by means of a member, e.g. a swivel nut, screwed on or into one of the joint parts with metal rings which bite into the wall of the pipe
- F16L19/10—Joints in which sealing surfaces are pressed together by means of a member, e.g. a swivel nut, screwed on or into one of the joint parts with metal rings which bite into the wall of the pipe the profile of the ring being altered
- F16L19/14—Joints in which sealing surfaces are pressed together by means of a member, e.g. a swivel nut, screwed on or into one of the joint parts with metal rings which bite into the wall of the pipe the profile of the ring being altered the rings being integral with one of the connecting parts
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L47/00—Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics
- F16L47/04—Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics with a swivel nut or collar engaging the pipe
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Joints That Cut Off Fluids, And Hose Joints (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
- Joints With Sleeves (AREA)
Description
i i
Koppeling voor een soepele leiding of een buis uit meegevend materiaal.
De uitvinding heeft betrekking op een koppeling bedoeld om het gladde uiteinde van een buis te verbinden met 5 het uiteinde van een andere buis of met een aansluiting van een inrichting, in het bijzonder op de constructie van koppe-lingsorganen voor pij'pl eidingen en kranen.
Bekend zijn reeds koppelingen voor soepele leidingen omvattende een kegelvormige verankeringsring die radiaal 10 deformeerbaar is, waarvan de rand dringt in de omtrek van de leiding als men de koppeling aanhaalt, wat het mechanisch bevestigen van de koppeling op het uiteinde van de leiding verzekert.
Het Franse octrooischrift 7125987 beschrijft een 15 dergelijke koppeling waarbij de verankeringsring uit één stuk bestaat en is gescheiden van het lichaam van de koppeling en de dichtheid tussen de koppeling en de buis niet kan verzekeren.
Het Franse octrooischrift 864.880 beschrijft even-20 eens een koppeling die een verankeringshuls bezit, die is gescheiden van de koppeling en die komt te rusten tegen een schouder van de buis of die in de buis dringt. In rust is deze verankeringshuls cilindrisch. Als men de koppeling samenstelt trekt de huls zich samen en buigt zich. De dichtheid 25 van de koppeling wordt niet gevormd door de verankeringshuls maar door een schouder die een zitting vormt waartegen het uiteinde van de buis in afdichtende samenwerking komt.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.195.933 beschrijft een koppeling uit polyamide (nylon) bedoeld om soepele lei-30 dingen met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld leidingen uit polyetheen. Deze koppeling omvat een kegelvormig verankerings-deel dat een geheel vormt met het lichaam van de koppeling, waarvan het vooruiteinde een ringvormige rand bezit, die zich uitstrekt naar het inwendige waarvan de ribbe snijdend is en 35 in de buis dringt. De dichtheid van de koppeling wordt verkregen door de samenwerking van het uiteinde van de buis met een keel van het einde waarmede men de buis wenst te verbinden. Het verankeringsdeel kan een van het lichaam van de koppeling gescheiden deel zijn.
40 Uit de bovenstaande bespreking van de stand van de 7906662 i. ' « - 2 - techniek blijkt dat pijpkoppèlingen bekend zijn die een ver-ankeringsdeel dragen, dat wel of niet een geheel vormt met het lichaam van de koppeling, dat dient om de mechanische verbinding tussen het lichaam van de koppeling en de buis uit 5 soepel plastisch materiaal of uit meegevend materiaal te verzekeren, maar bij deze bekende koppelingen is de verbinding tussen het verankeringsstuk en de omtrek van de buis niet dicht zodat in afdichtmiddelen moet worden voorzien.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van 10 een koppeling bedoeld om het gladde uiteinde van een leiding uit soepel plastisch materiaal of een buis uit een meegevend materiaal te verbinden met het uiteinde van een andere buis of leiding of met een aansluiting van een inrichting, welke koppeling een lip bezit die in de koppeling is opgenomen, die 15 het materiaal van de leiding of de buis terugdrukt onder vorming van een ribbel als men de koppeling samenstelt, zodanig dat genoemde lip enerzijds als afdichtende verbinding en anderzijds als mechanische verankeringsring werkt, waarbij men aldus een koppeling uit een stuk verkrijgt, die zich aan 20 kan passen aan elk willekeurig eindstuk dat een inwendige schouder en een uitwendige verwijding omvat.
Een buiskoppeling volgens de uitvinding is bedoeld voor het verbinden van het gladde uiteinde van een buis met een verbindingsstuk omvattende een verwijd uiteinde en midde-25 len voor het mechanisch samenstellen, die samenwerken met middelen voor het samenstellen aanwezig op het vooruiteinde van de koppeling, welke samenstellende middelen bijvoorbeeld schroefdraden of banden en bouten zijn.
Op bekende wijze omvat een koppeling volgens de uit-30 vinding een cilindrisch lichaam dat aan zijn achtereinde is voorzien van een eerste axiale boring die een diameter bezit die iets groter is dan de uitwendige diameter van de buis en waarvan een uiteinde in samenwerking is gebracht met genoemde boring. Het lichaam van de koppeling is eveneens aan het voor-35 uiteinde voorzien van een tweede axiale boring waarvan de diameter groter is dan de uitwendige diameter van de buis, op zodanige wijze dat hierdoor een ringvormige ruimte wordt begrensd waarin het verwijde uiteinde van het verbindingsstuk dringt.
40 7 9 0 6 6 6 2 ο * * -3-.
Het lichaam van de koppeling omvat bovendien een verankeringsring, in de vorm van een ringvormige lip aangebracht op het lichaam geplaatst in genoemde ringvormige ruimte.
5 De doeleinden van de uitvinding worden bereikt door middel van koppelingen van dit type waarin het achterste deel van de ringvormige lip, die is verbonden met het lichaam van de koppeling ten minste een omtreksuitsparing bezit die zich uitstrekt om het gehele achteruiteinde van genoemde lip en is 10 bedoeld om het doorbuigen van genoemde lip naar de hartlijn uitgaande van genoemde ruimte te vergemakkelijken.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm is de inwendige diameter van het achterste deel van de ringvormige lip groter dan de diameter van genoemde eerste boring, op zodanige wijze 15 dat in rust het inwendige vlak van genoemde ringvormige lip van het uitwendige vlak van de leiding is gescheiden door een ringvormige ruimte. Deze ringvormige ruimte strekt zich axiaal uit over de gehele lengte van genoemde ringvormige lip en is aan de voorzijde begrensd door de voorrand van genoemde 20 lip waarvan de inwendige diameter in rust gelijk is aan de uitwendige diameter van genoemde buis.
Het achteruiteinde van genoemde lip, die is verbonden met genoemd lichaam, heeft de vorm van een cilindrische ring waarvan de inwendige diameter groter is dan de uitwendi-25 ge diameter van genoemde buis.
Het vooruiteinde van genoemde lip heeft de vorm van een afgeknotte kegelvormige ring waarvan de top naar voren is gericht.
De halve hoek van de top γ van genoemde afgeknotte 30 kegelvormige ring ligt tussen 1° en 15°.
Het vooruiteinde van de ringvormige lip is schuin afgewerkt en het voorvlak vormt met de beschrijvende lijnen van de buis een stompe hoek ©c liggende tussen 100° en 120°.
De halve tophoek jS van de kegelvormige verwijding 35 van het uiteinde van het verbindingsstuk ligt tussen 15° en 40°.
Volgens een tweede uitvoeringsvorm omvat het achterste deel van de ringvormige lip een verdunning die wordt begrensd door een uitwendige omtrekskeel en/of door een 40 79 0 6 6 6 2 I -¾ - 4 - inwendige omtrekskeel.
De uitvinding verschaft een buis- of leidingskoppe-ling die is bedoeld voor het verbinden van een buis uit soepel plastisch materiaal of uit een meegevend materiaal, met 5 een andere buis of met een aansluiting van een inrichting, die mechanische verbindingsorganen omvat.
De koppelingen volgens de uitvinding hebben het voordeel dat zij in een enkel stuk kunnen worden gevormd en geen enkel afdichtingsorgaan of een verankeringsring geschei-10 den van-het lichaam van de koppeling bezitten. Bovendien behoeven de koppelingen volgens de uitvinding niet tevoren te worden verbonden met het uiteinde van de buizen. Het afdichtend bevestigen van de koppeling op het gladde uiteinde van een buis heeft plaats tegelijkertijd met het drukken van de 15 koppeling op het bevestigingsdeel.
De mechanische verbinding tussen de buis en de koppeling volgens de uitvinding kan belangrijke trekkrachten opnemen. Dankzij de kegelvormige ringvorm van het vooruiteinde van de verankeringslip heeft deze als men aan de leiding 20 trekt de neiging zich op de buis te klemmen waardoor de verankering wordt verbeterd.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoor-beelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
25 fig. 1 toont een halve axiale doorsnede van een kop peling volgens de uitvinding tijdens het aanbrengen ervan op een van schroefdraad voorzien einde.
fig. 2 toont een gedeeltelijke doorsnede van de koppeling na het aanbrengen ervan.
30 fig. 3 toont een gedeeltelijke doorsnede op groter schaal van een detail van fig. 1.
fig. 4, 5 en 6 tonen gedeel tel i jke doorsneden van andere uitvoeringsvormen.
Fig. 1 toont een koppeling die in zijn geheel is 35 aangegeven met 21 en die is bedoeld om het gladde uiteinde van een leiding 22 met de hartlijn x-xl, aan te brengen op een verbindingsstuk 23, dat bijvoorbeeld een aansluiting van een inrichting is of een kraanverbinding. Duidelijkheidshalve wordt opgemerkt, dat de koppeling 21 eveneens kan dienen 40 7 9 0 6 6 6 2 - 5 - voor het verbinden met de einden tegen elkaar van uiteinden van een gladde buis 22 en het uiteinde van een andere buis.
In dit geval is het verbindingsstuk 23 een inwendige verdikking op elk uiteinde waarvan een halve verbinding 21 wordt 5 aangebracht.
In alle gevallen omvat het verbindingsstuk 23 mechanische verbindingsorganen die samenwerken met de verbin-dingsorganen aanwezig op het voorste uiteinde· van de koppeling 21. In het geval van de figuur worden deze verbindingsorganen 10 gevormd door een schroefdraad 24 die samenwerkt met,een schroefdraad 25 van de koppeling, maar deze verbindingsmiddelen kunnen worden vervangen door equivalente middelen, bijvoorbeeld door twee banden die onderling zijn verbonden door bouten.
15 Het verbindingsstuk bezit eventueel een inwendige schouder 26 waartegen het uiteinde 27 van de buis 22 komt te rusten. Men beoogt geen dichte aanraking tussen het einde 27 en de schouder 26 en het is dus niet noodzakelijk dat de schouder 26 een bepaalde vorm heeft die een afdichtende aan-20 raking verzekert. Het is voldoende dat hij dient als aanslag voor het einde 27 van de leiding 22. Hij is niet nodig voor koppelingen met schroefdraad.
De buis 22 is hetzij een soepele buis uit plastisch materiaal, bijvoorbeeld uit polyetheen of polyvinylchloride, 25 hetzij een buis uit een meegevend materiaal, bijvoorbeeld een buis uit lood of uit koper.
De koppeling 21 bezit een cilindrisch lichaam 28, dat aan zijn achteruiteinde is voorzien van een axiale boring 29, waarvan de diameter iets groter is dan de uitwendige 30 diameter van de buis 22, die is geplaatst in de boring 29.
Het lichaam 28 is eveneens aan het vooruiteinde ervan voorzien van een tweede axiale boring 30 waarvan de diameter groter is dan de uitwendige diameter van de buis 23 op zodanige wijze dat hij met de uitwendige wand van de buis een 35 ringvormige ruimte 31 vormt.
Het achteruiteinde 32 van het verbindingsstuk 23 omvat een afschuining die een kegelvormige verwijding 33 vormt. Dit verwijde uiteinde dringt in de ruimte 31 als de koppeling 26 wordt verbonden met een deel 23 en meer of minder diep 40 7906662
S
- 6 - dringt in de holte 31, naarmate men de koppeling 21 aandraait.
De koppeling 21 bezit bovendien een verankeringsring 34, die de vorm heeft van een ringvormige lip die is ondergebracht in het lichaam 21, welke lip het vooruiteinde van de 5 eerste boring omgeeft en is geplaatst in genoemde ringvormige ruimte 31.
Het lichaam 28 en de lip 34 vormen een enkel stuk dat bij voorkeur door vormen of gieten is vervaardigd en dat bestaat uit een polymeriseerbaar hars dat half stijf is, bij 10 voorkeur een acetaalhars, dat de eigenschappen heeft van stijfheid, flexibiliteit en de mogelijkheid tot vorming door injecteren wat het beste lijkt voor het vervaardigen van een dergelijke koppeling.
Als men de van schroefdraad voorziene koppeling aan-15 brengt op het verbindingsstuk 23 komt de lip 34 in aanraking met het verwijde uiteinde 33, waardoor een afwijking naar de hartlijn van de voorrand 35 van de lip 34 plaats heeft, welke rand steunt tegen de omtrek van de buis 22 en hét materiaal opstuwt naar voren onder vorming van een omtreksverdikking 36 20 die zichtbaar is in fig. 2, zonder in de buis te dringen. De rand 36 dient voor het mechanische verankeren van de koppeling 21 op de gladde buis 22 zodat het samenstel de trekkrachten kan opnemen waaraan het gewoonlijk wordt onderworpen. Tegelijkertijd is het contact tussen de voorrand 35 en de 25 leiding 22 een afdichtend contact. Bovendien is het contact tussen het uitwendige vlak van de lip 34 en de afscheiding 33 eveneens afdichtend.
Om dit resultaat te bereiken bezit de lip 34 bepaalde eigenschappen. De inwendige diameter van de ringvormige lip, 30 in het achterste deel ervan is groter dan de diameter van de eerste boring zodat in rust, dat wil zeggen voordat de rand 35 in aanraking is met de kegelvormige verwijdig 33, het inwendige vlak van de lip 34 is gescheiden van het uitwendige vlak van de buis door een ruimte die de vorm heeft van een 35 ringvormige uitsparing 37. Deze ringvormige uitsparing 37 wordt aan de voorzijde begrensd door de voorrand 35 van de lip 34 waarvan de inwendige diameter ongeveer gelijk is aan de uitwendige diameter van de buis 22.
Fig. 3 toont op grotere schaal de vorm van een 40 79 0 6 6 6 2 - 7 - voorkeursuitvoering van de lip 34. Deze omvat een achterste deel 38, dat is verbonden met het lichaam 28, en de vorm heeft van een cilindrische ring waarvan de inwendige diameter groter is dan de uitwendige diameter van de buis 22. Het voorste deel 5 van de lip 34 bezit de vorm van een afgeknotte kegelvormige ring 39 waarvan de top is gericht naar de voorzijde zodat de inwendige en uitwendige vlakken van genoemde ring divergeren naar de hartlijn x-xl naar voren.
De kleinste inwendige diameter van de ring 39 is in 10 rust ongeveer gelijk aan de uitwendige diameter van de buis 22 zodat de voorrand 35 van de lip 34 in rust ongeveer in aanraking is met de omtrek van de buis. De inwendige diameter van de rand 35 is normaal iets groter dan de uitwendige diameter van de buis 22, maar kan ook gelijk daaraan zijn of 15 zelfs iets kleiner omdat de buis 22 in de koppeling van achteren naar voren aanwezig is en in deze richting steunt hij naar het uitwendige van de lip 34.
De afgeknotte kegelvormige ring 39 en de cilindrische ring 38 hebben dezelfde dikte en de uitwendige en inwendige 20 wanden van de ring en de ronding zijn zonder discontinuïteit met elkaar verbonden.
De halve hoek van de top y van de afgeknotte kegelvormige ring ligt tussen 1° en 15°. De totale axiale lengte L, die de lengte is van de cilindrische ring 38 plus de lengte 25 van de afgeknotte kegelvormige ring 39 ligt tussen 5mm en 20mm en de axiale lengte A van de kegelvormige ring 39 ligt tussen lmm en lOmm al naar de diameter van de buis 22.
Het uiteinde 35 van de lip 34 is afgeschuind en het voorvlak vormt met de beschrijvende lijnen van de buis 22 een 30 stompe hoek c< liggende tussen 100° en 120°. De openingshoek van de afschuining Θ ligt tussen 45° en 80°.
De halve hoek nabij de top van de afschuining 33 ligt tussen 15° en 40°. Hij is altijd groter dan de hoek γ .
Alle waarden van.de hoek en van de bovenbeschreven 35 lengte zijn zeer belangrijk voor het verkrijgen van het gezochte resultaat omdat de voorrand 35 van de lip 34 het materiaal van de buis 22 opstuwt voor het vormen van een ver-ankeringsring en voor het verzorgen van de dichtheid zonder in de buis te dringen.
40 7 9 0 6 6 6 2 ν· ‘ ^ - 8 -
Bij voorkeur omvat de ringvormige uitsparing 37 een verlenging 37a die zich naar achteren uitstrekt van het achteruiteinde van de cilindrische ring. Bijvoorbeeld is de uitsparing 37a begrensd door een kegelvormige verwijding 40 van de 5 wand van de boring 29 en ligt hij met zijn top naar de achterzijde en bezit hij een halve hoek in de top γ identiek aan de halve hoek in de top van de ring 39.
Het koppel i ngsl i chaam bezit aan zijn- vooruiteinde een omtrekskraag 41, die kan dienen als verbindingsband en 10 die is versterkt door ribben of driehoekige verhogingen 42, die rusten tegen het achtervlak van de kraag 41 en die zich in hoofdzaak in lengterichting van de holte 31 uitstrekt. Deze kraag en deze ribben dienen om het lichaam van de koppeling te versterken in het deel dat is onderworpen aan sterke spanningen 15 gedurende het buigend vervormen van de lip 34.
In het geval van een van schroefdraad voorziene koppeling met grote diameter zorgen de aanwezigheid van de holte 31 en van de ribben 42 ervoor dat de uitwendige diameter van de koppeling veel groter wordt om in dit deel een polygonale 20 omtrek te bezitten, die het mogelijk maakt de koppeling met een gebruikelijke sleutel aan te draaien.
In dit geval omvat het lichaam van de koppeling een verlenging 43 die zich naar achteren naar het achteruiteinde van de ribben 42 uitstrekt en deze verlenging 43 bezit een 25 polygonale omtrek. Ter besparing van materiaal zijn uitsparingen 44 geplaatst tussen de ribben van de polygonale omtrek. Dezelfde uitsparingen 45 zijn aanwezig tussen de rug van de polygonale omtrek van het verbindingsstuk.
Het achteruiteinde van het verlengde 43 voldoet aan 30 een andere functie. De axiale lengte liggende tussen het veranker! ngspunt 35 en het achteruiteinde van de verlenging 43 is ten minste gelijk aan de helft van de uitwendige diameter van de buis, zodanig dat deze verlenging de buis op zijn plaats houdt en voorkomt dat deformaties door buiging van de 35 buis zich voortzetten tot aan de ring 36 en niet kunnen zorgen voor het vervormen van deze ring, waardoor men het risico zou lopen dat de dichtheid teniet wordt gedaan en de mechanische verankering van het samenstel in het geval van herhaalde doorbuigingen van de buis wordt verzwakt.
40 7 9 0 6 6 6 2 • r » - 9 -
De fig. 4, 5 en 6 zijn gedeeltelijke doorsneden, zoals de doorsnede volgens fig. 3, die andere uitvoeringen van een koppeling volgens de uitvinding weergeven.
De inwendige uitsparing 37 heeft tot doel het door-5 buigen van de ringvormige lip 34 om zijn achteruiteinde te vergemakkelijken, dat wil zeggen de verbindingszone van de lip op het lichaam 28. Hetzelfde resultaat kan worden verkregen met andere equivalente middelen, in het bijzonder door een verdunning van het achterste deel van de ringvormige lip 34.
10 De fig. 4 en 5 verschaffen een uitvoeringsvorm waar bij het inwendige vlak van de ringvormige lip 34 evenwijdig is aan de hartlijn van de buis 22. In tegenstelling hiermede is het achteruiteinde van de ringvormige lip 34 verbonden met het lichaam 28 door een verdunde zone 46. Bij de uitvoerings-15 vorm volgens fig. 4 strekt de verdunde zone 46 zich naar de voorzijde van de ringvormige lip uit, waarvan het uitwendige vlak een kegelvorm 47 bezit.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 wordt de verdunning 46 bepaald door een keel 48 die is aangebracht in de 20 uitwendige omtrek van de lip 34 om het achterste uiteinde ervan.
Fig. 6 toont een variant waarbij het achterste uiteinde van de ringvormige lip 34 een verdunning 46a bezit die enerzijds een gevolg is van een inwendige uitsparing 37 en 25 anderzijds van een concaviteit van het uitwendige vlak van de ringvormige lip.
30 .....
7906662
Claims (12)
1. Buiskoppeling bedoeld voor het op afdichtende wijze verbinden van een glad uiteinde van een buis met het verwijde einde van een verbindingsstuk dat mechanische ver-bindingsorganen bevat die samenwerken met verbindingsmiddelen 5 aanwezig op het voorste uiteinde van genoemde koppeling, welke koppeling een lichaam bezit met twee axiaal tegenover elkaar liggende uiteinden, waarbij het achterste uiteinde dat is voorzien van een eerste axiale boring een diameter bezit die iets kleiner is dan de uitwendige diameter van. genoemde buis 10 zodat genoemd gladde uiteinde kan worden geplaatst in genoemde boring, en een voorste einde, dat is voorzien van een tweede axiale boring waarvan de diameter iets groter is dan de uitwendige diameter van genoemde buis, zodat als genoemd' gladde uiteinde is geplaatst in het lichaam van de koppeling 15 deze met de tweede boring een ringvormige ruimte vormt waarin • genoemde verwijde einde van het verbindingsstuk zich uitstrekt, welk koppelingslichaam bovendien een ring voor het verankeren en het afdichten bezit, die is gevormd uit een ringvormige lip welke lip is geplaatst in genoemde ringvormige ruimte 20 en is ondergebracht in het lichaam van de koppeling waarmede hij is bevestigd via zijn achterste uiteinde, dat het voorste uiteinde van de eerste boring omgeeft, met het kenmerk, dat genoemde ringvormige lip (34) in zijn achterste deel ten minste êên omtreksuitsparing (37) bezit die zich 25 geheel om het achterste uiteinde van genoemde ringvormige lip uitstrekt en die is bedoeld om het buigen van genoemde lip naar de hartlijn uitgaande van genoemde uitsparing te verge-makkeli j ken.
2. Koppeling volgens conclusie 1, m e t het 30 kenmerk, dat de inwendige diameter van het achterste deel (38) van genoemde ringvormige lip (34) iets groter is dan de diameter van de eerste boring (29) zodat in rust ge-. noemde ringvormige lip van het uitwendige oppervlak van het gladde uiteinde van de buis is gescheiden, als hij in genoemde 35 koppeling via een ringvormige uitsparing (37) wordt gebracht.
3. Koppeling volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat genoemde ringvormige uitsparing zich axiaal uitstrekt over de gehele lengte van genoemde ringvormige lip 7906662 » τ- ·9 - 11 - en aan de voorzijde wordt begrensd door de voorrand (35) van genoemde lip waarvan de inwendige diameter in rust ongeveer gelijk is aan de uitwendige diameter van genoemde leiding (22).
4. Koppeling volgens een of meer van de conclusies 2 en 3, met het kenmerk, dat genoemde ringvormige lip in zijn achterste deel is samengesteld uit een cilindrische ring (38) waarvan de inwendige diameter iets groter is dan de uitwendige diameter van genoemd gladde uiteinde 10 van de buis en in zijn voorste deel door een afgeknotte kegelvormige ring (39), waarvan de top is gericht naar de voorzijde en dat genoemde cilindrische ring (38) en genoemde kegelvormige ring (39) dezelfde dikte bezitten en uitwendige en inwendige wanden, die zonder discontinuïteit zich met 15 elkaar verbinden.
5. Koppeling volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de halve hoek van de top γ van genoemde afgeknotte kegelvormige ring (39) ligt tussen 1° en 15°.
6. Koppeling volgens een of meer van de conclusies 20. tot 5, met het kenmerk, dat het vooruiteinde (35) van genoemde ringvormige lip is afgeschuind en het voorvlak met de beschrijvende lijnen van genoemde buis een stompe hoek o' vormt liggende tussen 100° en 120°.
7. Koppeling volgens een of meer van de conclusies 25. tot 6, met het kenmerk, dat de halve hoek in de top van genoemd verwijde uiteinde ligt tussen 15° en 40°.
8. Koppeling volgens een of meer van de conclusies 2 tot 7, met het kenmerk, dat genoemde ringvor-30 mige uitsparing (37) een verlenging (37a) bezit achter het achterste uiteinde van genoemde ringvormige lip.
9. Koppeling volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het achterste deel van genoemde ringvormige lip ten minste een ringvormige uitsparing (47) bezit, 35 die een verdunning (46) van het achterste uiteinde van genoemde lip bepaalt.
10. Koppeling volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat het uitwendige vlak van het achterste uiteinde van genoemde ringvormige lip een uitwendige 40 7 9 0 6 6 6 2 - 12 - * 4 fr> V -V omtrekskeel (42,48) bezit, waarvan de concaviteit naar het uitwendige is gericht die de genoemde verdunning bepaalt.
11. Koppeling volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het achterste uiteinde van genoemde ring- 5 vormige lip bovendien op zijn inwendige vlak een omtrekskeel (37) bevat waarvan de concaviteit naar de hartlijn is gericht, welke inwendige keel met genoemde uitwendige keel (47) genoemde verdunning (46a) van het achterste uiteinde bepaalt.
12. Koppeling volgens een of meer van de conclusies 10. tot 11, waarbij genoemd koppel!ichaam driehoekige uitwen dige ribben bezit die zich in hoofdzaak over de lengte van genoemde ringvormige holte uitstrekt en een polygonale uitwendige omtrek bezit voor het aanzetten ervan door middel van een sleutel, met het kenmerk, dat genoemd 15 verbindingslichaam een verlenging (43) omvat die zich naar de achterzijde van genoemde ribbe van genoemde ringvormige ruimte uitstrekt en genoemde polygonale omtrek aanwezig is op de omtrek van genoemde verlenging. 20 7906662
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7825976 | 1978-09-05 | ||
FR7825976A FR2435654A1 (fr) | 1978-09-05 | 1978-09-05 | Raccords pour tuyaux souples ou tubes en un materiau ductile |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7906662A true NL7906662A (nl) | 1980-03-07 |
Family
ID=9212481
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7906662A NL7906662A (nl) | 1978-09-05 | 1979-09-05 | Koppeling voor een soepele leiding of een buis uit meegevend materiaal. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4256334A (nl) |
BE (1) | BE871547A (nl) |
BR (1) | BR7905486A (nl) |
DE (1) | DE2932953A1 (nl) |
FR (1) | FR2435654A1 (nl) |
GB (1) | GB2029538B (nl) |
IT (1) | IT1208766B (nl) |
MA (1) | MA18570A1 (nl) |
MX (1) | MX147631A (nl) |
NL (1) | NL7906662A (nl) |
OA (1) | OA06332A (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2259123B (en) * | 1991-08-31 | 1995-07-19 | Victaulic Plc | Pipe couplings |
DE29702223U1 (de) * | 1997-02-10 | 1997-04-03 | Fa. Franz Viegener Ii, 57439 Attendorn | Klemmverbindung zwischen zwei vorzugsweise aus Kunststoff gefertigten Rohren |
US7416225B2 (en) * | 2001-02-06 | 2008-08-26 | Swagelok Company | Fitting for metal pipe and tubing |
US7407196B2 (en) * | 2003-08-06 | 2008-08-05 | Swagelok Company | Tube fitting with separable tube gripping device |
EP1358419B1 (en) * | 2001-02-06 | 2008-06-11 | Swagelok Company | Tube fitting for stainless steel tubing |
TW539824B (en) * | 2001-02-06 | 2003-07-01 | Swagelok Co | Tube fitting with separable tube gripping device |
US7066496B2 (en) * | 2001-02-06 | 2006-06-27 | Swagelok Company | Fitting with separable gripping device for pipe and tube |
SG148150A1 (en) * | 2003-11-03 | 2008-12-31 | Swagelok Co | Fitting for metal pipe and tubing |
TW200602577A (en) * | 2004-04-22 | 2006-01-16 | Swagelok Co | Fitting for tube and pipe |
US7497483B2 (en) | 2004-04-22 | 2009-03-03 | Swagelok Company | Fitting for tube and pipe with cartridge |
JP5023721B2 (ja) * | 2006-01-31 | 2012-09-12 | ダイキン工業株式会社 | 食い込み式管接続構造 |
JP2007239947A (ja) * | 2006-03-10 | 2007-09-20 | Daikin Ind Ltd | 管継手、冷凍装置、ヒートポンプ式給湯機、及び給水配管 |
WO2008030375A2 (en) * | 2006-09-01 | 2008-03-13 | Swagelok Company | Fitting for fluid conduits |
DE102008001523A1 (de) * | 2008-04-30 | 2009-11-05 | Robert Bosch Gmbh | Gewindestutzen |
US10215315B2 (en) | 2008-09-05 | 2019-02-26 | Parker-Hannifin Corporation | Tube compression fitting and flared fitting used with connection body and method of making same |
PT2857733T (pt) * | 2013-10-02 | 2016-12-29 | Elaflex Hiby Tanktechnik Gmbh & Co Kg | Combinação que compreende uma parte de ligação de mangueira, um bocal de mangueira e uma porca |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DD36719A (nl) * | ||||
US2179127A (en) * | 1937-06-05 | 1939-11-07 | Dole Valve Co | Pipe coupling |
US2738994A (en) * | 1950-06-28 | 1956-03-20 | Kreidel Hans | Cam actuated gland type pipe coupling |
US3006558A (en) * | 1958-03-19 | 1961-10-31 | Arthur W Jacobs | Lawn sprinkler nozzle |
US3079182A (en) * | 1958-06-03 | 1963-02-26 | Arthur I Appleton | Cable connector having a deformable portion therein |
GB894999A (en) * | 1960-02-25 | 1962-04-26 | Wednesbury Tube Company Ltd | Improvements relating to joint-forming fittings for pipes |
US3195933A (en) * | 1960-10-27 | 1965-07-20 | Arthur W Jacobs | Gland type coupling for tubes |
DE1238734B (de) * | 1960-11-29 | 1967-04-13 | Hans Hermann Voss Dipl Ing | Dichtung fuer Rohrverbindungen mittels eines als Schneidring ausgebildeten Dichtungsringes |
GB904948A (en) * | 1961-02-03 | 1962-09-05 | Frederick Russell Duffield | Improved hose fittings |
FR1408909A (fr) * | 1964-07-09 | 1965-08-20 | Ermeto Sa | Raccord à bagues, notamment pour la jonction de tuyaux en plastique ou autres applications, ainsi que les bagues conformes ou similaires aux précédentes |
GB1016347A (en) * | 1964-10-16 | 1966-01-12 | Bearing Service Holdings Ltd | Improvements in and relating to tube fittings |
US3325192A (en) * | 1964-11-19 | 1967-06-13 | Parker Hannifin Corp | Flareless tube coupling nut and ferrule assembly |
DE1525937A1 (de) * | 1965-02-08 | 1969-10-09 | Wytwo Rnia Sprzetu Komunikacyj | Rohrverschraubung |
GB1167779A (en) * | 1966-10-18 | 1969-10-22 | Amp Inc | A pipe coupling and method of application. |
US3584900A (en) * | 1968-09-18 | 1971-06-15 | Sno Trik Co | High-pressure sealing and gripping device |
GB1277026A (en) * | 1968-09-25 | 1972-06-07 | Armstrong Patents Co Ltd | Improvements in and relating to pipe couplings |
GB1304230A (nl) * | 1970-09-28 | 1973-01-24 | ||
US3977708A (en) * | 1975-09-11 | 1976-08-31 | Fluoroware, Inc. | Plastic tube fitting and joint |
FR2335783A1 (fr) * | 1975-12-19 | 1977-07-15 | Martelli Louis | Perfectionnements aux raccords de tubes souples ou en un materiau ductile |
US4133312A (en) * | 1976-10-13 | 1979-01-09 | Cordis Dow Corp. | Connector for attachment of blood tubing to external arteriovenous shunts and fistulas |
-
1978
- 1978-09-05 FR FR7825976A patent/FR2435654A1/fr active Granted
- 1978-10-26 BE BE2057376A patent/BE871547A/xx not_active IP Right Cessation
-
1979
- 1979-08-10 GB GB7927937A patent/GB2029538B/en not_active Expired
- 1979-08-14 DE DE19792932953 patent/DE2932953A1/de not_active Withdrawn
- 1979-08-15 US US06/066,641 patent/US4256334A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-08-23 MA MA18769A patent/MA18570A1/fr unknown
- 1979-08-24 IT IT7968711A patent/IT1208766B/it active
- 1979-08-27 BR BR7905486A patent/BR7905486A/pt unknown
- 1979-09-04 OA OA56891A patent/OA06332A/xx unknown
- 1979-09-04 MX MX179166A patent/MX147631A/es unknown
- 1979-09-05 NL NL7906662A patent/NL7906662A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BR7905486A (pt) | 1980-05-20 |
GB2029538B (en) | 1982-12-22 |
FR2435654B1 (nl) | 1982-04-30 |
MX147631A (es) | 1983-01-03 |
IT1208766B (it) | 1989-07-10 |
IT7968711A0 (it) | 1979-08-24 |
MA18570A1 (fr) | 1980-04-01 |
GB2029538A (en) | 1980-03-19 |
BE871547A (fr) | 1979-02-15 |
OA06332A (fr) | 1981-06-30 |
US4256334A (en) | 1981-03-17 |
DE2932953A1 (de) | 1980-03-20 |
FR2435654A1 (fr) | 1980-04-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7906662A (nl) | Koppeling voor een soepele leiding of een buis uit meegevend materiaal. | |
US5324083A (en) | Pipe connection with sleeve, insert part and retaining ring | |
US3347571A (en) | Hose fitting | |
JP3283528B2 (ja) | 液体を通す差込み継手のための接続体 | |
US5484174A (en) | Pipe coupling and method of joining materials | |
SA95150556B1 (ar) | قارنة coupling للتعشيق engagement مع السطح الخارجي لانبوب بوليمري | |
US6702336B1 (en) | Coupling device for polymeric pipes | |
CN105276307A (zh) | 管接头 | |
JP3990204B2 (ja) | 柔軟性補強パイプの端部に装着される再使用可能カップリング | |
US4018464A (en) | Tapping tee | |
EP0065369A2 (en) | Coupling | |
JPH01307592A (ja) | ホースをパイプに連結する装置 | |
US7048561B1 (en) | Liquid tight connector | |
JPH01141294A (ja) | ホース及び継手組立体 | |
US6523864B1 (en) | Connector | |
EP0112015A1 (en) | Couplings for tubes and other fluid handling components | |
CZ20022034A3 (cs) | Hydraulická spojka | |
GB2107814A (en) | An improved connection for tubes of elastomer material | |
KR100301119B1 (ko) | 파이프연결관 | |
US4238132A (en) | Connector | |
GB2410068A (en) | Paint conduit having collapsible hose | |
EP0504685B1 (en) | Connector pipe | |
KR20040111265A (ko) | 관 연결구에 사용되는 고무링과, 어댑터를 구비한 관 및 이들을 구비한 관 연결구 | |
US11796097B2 (en) | Coupling part for a hose coupling | |
US6471253B2 (en) | Insert coupling |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |