NL7906635A - Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij. - Google Patents

Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij. Download PDF

Info

Publication number
NL7906635A
NL7906635A NL7906635A NL7906635A NL7906635A NL 7906635 A NL7906635 A NL 7906635A NL 7906635 A NL7906635 A NL 7906635A NL 7906635 A NL7906635 A NL 7906635A NL 7906635 A NL7906635 A NL 7906635A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
region
curvature
diffusion
reflector
lamp
Prior art date
Application number
NL7906635A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gte Sylvania Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gte Sylvania Inc filed Critical Gte Sylvania Inc
Publication of NL7906635A publication Critical patent/NL7906635A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01KELECTRIC INCANDESCENT LAMPS
    • H01K1/00Details
    • H01K1/28Envelopes; Vessels
    • H01K1/32Envelopes; Vessels provided with coatings on the walls; Vessels or coatings thereon characterised by the material thereof
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01KELECTRIC INCANDESCENT LAMPS
    • H01K7/00Lamps for purposes other than general lighting
    • H01K7/02Lamps for purposes other than general lighting for producing a narrow beam of light; for approximating a point-like source of light, e.g. for searchlight, for cinematographic projector

Landscapes

  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)
  • Optical Elements Other Than Lenses (AREA)
  • Projection Apparatus (AREA)

Description

* % »· GTE SYLVANIA INCORPORATED, te Wilmington, Delaware, Verenigde Staten van Amerika
Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij
In de Nederlandse octrooiaanvrage , Reg.no.
112935 met voorrangsdatum van 6 september 1978 van aanvrager is een hoog-spanningsfilmlicht, bijvoorbeeld voor 2^0 volt, beschreven waarbij een paar lampeenheden worden gebruikt, elk voorzien van een platte tweevoudige 5 gloeidraadconstructie. Het filmlicht levert een tweevoudige bimodale intensiteitsverdeling op een rechthoekig voorwerpsveld gelegen op een bepaalde afstand van dit licht.
De uitvinding heeft betrekking op gloeilampen in het bijzonder op een uitrusting, waarbij zulke lampen worden gebruikt voor het 10 leveren van licht voor filmbeelden. Een dergelijke inrichting zal een filmlicht worden genoemd.
Een van de laatste ontwikkelingen op het gebied van filmbeelden is het "instant film”stelsel van de Polaroid Corporation, Cambridge, Mossachusetts. Dit stelsel omvat een automatisch belichtende filmcamera, 15 waarin een film bevattende cassette wordt gebruikt. Het belichten van de film geschiedt binnen de cassette, welke is geplaatst in een speciale projector of af speler en de film wordt geprojecteerd op het afspeelscherm.
Het verwerken van de film vereist slechts ongeveer 90 seconden.
De uitvinding is in het bijzonder aangepast voor gebruik 2o bij het bovengenoemde filmstelsel, maar is ook geschikt voor andere stelsels, waarbij overeenkomende belichtingsniveaus worden vereist. Zoals zal worden beschreven, wordt de uitvinding elektrisch in werking gesteld en is geschikt om te worden gemonteerd op een filmcamera zoals bovengenoemd. Het zal duidelijk zijn, dat de functie van de uitvinding is om 25 een voorwerpsveld praktisch uniform te belichten, welk veld is gelegen op een vooraf bepaalde afstand voor de camera gedurende gebruiksperioden, waarbij normale afdoende belichting overigens niet beschikbaar is.
Met uniform belichten wordt bedoeld een belichting van hoek naar midden met een verhouding in het gebied van ongeveer 0,32 tot 7906635 . i ' V * 2 ongeveer 0,1+5 voor een rechthoekig voorverpsveld gelegen op een afstand van ongeveer k,5 meter van de filmcamera. Dit betekent, dat het midden van het voorverpsveld op deze afstand een belichtingsniveau vereist van ongeveer twee en een half tot drie-maal het niveau nodig voor de hoeken 5 van het veld. Een typerend veld is ongeveer ll+T cm (vertikaal) bij 198 cm (horizontaal). Een gewenste lichtintensiteit in het midden van het veld ligt in het gebied van ongeveer 1U.500 tot 17-000 candela, terwijl die van de betreffende hoeken van het veld is binnen het gebied van ongeveer 5000 tot 7500 candela.
ΙΟ De meeste bekende stelsels voor het leveren van de boven genoemde belichting zijnn betrekkelijk kostbaar zowel in hun werking als om -te kopen en zijn zeer moeilijk te bedienen in samenhang met filmcamera’s.
Gemeend wordt dat een filmbelichtingsstelsel, dat compact 15 is, relatief goedkoop en geschikt voor het leveren van bovengenoemde be-lichtingsniveaus een technische verbetering vormt. Verder wordt gemeend, dat een lampeenheid geschikt om te worden gebruikt bij zulk een stelsel en een reflector voor gebruik bij deze eenheid ook technische verbeteringen vormen.
20 Het is daarom een doel van de uitvinding te voorzien in een filmlicht geschikt voor het leveren van de bovengenoemde niveaus van uniforme belichting.
Een verder doel is te voorzien in een filmlicht dat compact, goedkoop en geschikt is om gemakkelijk te worden gemonteerd op een film-25 camera.
Ook een doel van de uitvinding is te voorzien in een lampeenheid voor het gebruik bij een dergelijk filmlicht. Weer een ander doel is te voorzien in een reflector voor gebruik bij een dergelijke lampeenheid.
30 Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een filmlicht, dat een houder heeft, een paar géspatieerde lampeenheden binnen de houder en organen voor het elektrisch verbinden van beide eenheden met een uitwendige voedingsbron. Elke eenheid omvat een reflector met een laagspanningsgloeilamp praktisch daarin geplaatst. Het inwendige diffusie-35 oppervlak van de reflector is verdeeld in drie gebieden van verschillende 7906635 ¥ 3 diffusie-eigenschappen.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt voorzien in een lampeenheid, welke is voorzien van een laagspanningsgloeilamp, geplaatst "binnen een reflector, welke een inwendig diffusie-oppervlak 5 heeft dat is verdeeld in de genoemde drie gebieden. De lamp heeft een licht-doorlatend omhulsel met daarin geplaatst een platte gloeidraad.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt voorzien in een reflector, welke is aangepast voor het leveren van geregelde diffusie van licht. De reflector omvat een concaaf diffusie-oppervlak met 10 drie verschillende gebieden, elk gelegen rond de optische as van de reflector en voorzien van verschillende diffusie-vermogens.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Figuur 1 toont in perspectief een filmlicht volgens een 15 voorkeursuitvoering van de uitvinding.
Figuur 2 toont een vooraanzicht van de uitvoering van figuur 1 volgens de lijn 2-2 van figuur 1.
Figuur 3 is een zijaanzicht, deels in doorsnede, van een laagspanningslampeenheid volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding.
20 Figuur 3A toont schematisch de contourconfiguratie van de reflector volgens de uitvinding in vergelijking met een typerende ellipsoïde.
Figuur U toont het resulterende intensiteitspatroon op een rechthoekig voorwerpsveld vanuit een enkele lampeenheid volgens de uit-25 vinding, waarbij het vlakke gloeidraadgedeelte van de eenheid horizontaal is geplaatst en de optische as van de reflector van de eenheid is gericht naar het midden van het veld.
Figuur 5 toont het intensiteitsprofiel van het voorwerpsveld van figuur h volgens een horizontale lijn door het midden van het 30 veld.
Figuur 6 toont het resulterende intensiteitspatroon op een rechthoekig voorwerpsveld vanuit het filmlicht volgens figuur 1.
Men ziet in figuren 1 en 2 een filmlicht 10 volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding. Het licht 10 omvat een houder 11 35 (gestippeld getekend) welke is voorzien van een basisgedeelte 13 voor 7906635 ♦ .· . h montage op een filmcamera 15 (gestippeld getekend in figuur 2) zoals de hiervoor beschreven ,,instantfilm"camera volgens de Polaroid Corporation. Het is natuurlijk duidelijk, dat het licht 10 geschikt is om met succes te worden gebruikt bij andere soorten camera’s, zoals de gebruikelijke 2 8 mm, super-8 en 16 mm-stelsels, onder voorwaarde dat een geschikt aan- pasorgaan wordt gebruikt. Het huis 11 is van isolatiemateriaal zoals plastic. Het basisgedeelte 13 omvat een paar uitstekende verbindingsorganen 17 en 17'» welke de lampeenheden 19 en 19' van het licht 10 op een te beschrijven wijze verbinden. De aansluitorganen 17 en 17’ zijn ingericht om ]q als plug te worden gestoken in een betreffende huls gelegen binnen de camera 15 en elektrisch te worden verbonden met de daarbij behorende schakeling. Overeenkomstig zal het licht 10 elektrisch worden verbonden met dezelfde voedingsbron, bijvoorbeeld het gebruikelijke stopcontact, als de camera. Indien het gewenst is de lichtinrichting 10 niet te monteren ^ op de top van de camera 15 zoals in figuur 2, ligt het binnen het kader van de uitvinding om eenvoudig de aansluitklemmen 17 en 17’ te verbinden met bovengenoemde voedingsbron via andere organen, bijvoorbeeld een geschikt verlengsnoer met een huls ingericht voor het opnemen van de basis 13.
20 Lampeenheden 19 en 19' zijn overeenkomend en elk omvat een gevormde reflector 21 met een laagspanningsgloeilamp 23 daarin geplaatst. Met lage spanning wordt bedoeld een werkspanning in het gebied van ongeveer 50 tot 65 volt. Aldus werkt het licht 10 bij een normale netspanning, bijvoorbeeld binnen het gebied van 100 tot 130 volt ^ wanneer de lampen 23 25 in serie zijn verbonden. De uitvinding is ideaal geschikt voor verbinding met het standaardhuisstopcontact. Elke lamp 23 heeft bij voorkeur een vermogen van ongeveer 85 Watt, een gemiddelde levensduur van ongeveer 8 uur en een lichtsterkte van ongeveer 2500 lumen.
Reflectoren 21 bij voorkeur van borosilicaatglas, zijn 30 van elkaar gespatieerd en bevestigd in de houder 1Ï, zodat de respectieve optische assen OA^ - 'OA^ en 0A'L - OA'^ evenwijdig zijn. Deze assen zijn bij voorkeur gelegen in hetzelfde vlak M1? - "1” als de optische as OA^ (figuur 2) van het licht 10 en zijn evenwijdig met deze as.
De lampen 23 zijn bij voorkeur van de wolfraamhalogeen-35 soort. Bij wolfraamhalogeenlampen wordt het wolfraam normaal verdampt van 7906635 » % 5 de gloeidraden 25 gedurende de werking en dit combineert zich met het halogeen voor het vormen van een gasvormig halogenide, dat voorkomt dat het wolfraam neerslaat op de binnenwand van het omhulsel 27 van de lamp.
Bij het terugkeren naar de wolfraamgloeidraden 25 wordt het halogenide c- ontleedt, resulterend in het neerslaan van het wolfraam op de gloeidraden en het vrijkomen van het extra halogeengas voor het verzorgen van voortzetting van de cyclus. De halogeencyclus is bekend in de gloeilamptech-niek en lampen van deze soort zijn in de handel verkrijgbaar.
Volgens de uitvinding omvat elke lamp een enkele gloei-draad 25, welke bij voorkeur een recht schroeflijnvormig gewikkeld wolf-raamorgaan is, dwars geplaatst op de optische as van de betreffende reflector. Als zodanig is elke gloeidraad vlak met de gloeidraad van de lamp 19 liggend in een eerste vlak "m" - V en de gloeidraad van de lamp 19' gelegen in een tweede vlak "n" - "n". De vlakken "m" - "m" en "n" -"n" niet evenwijdig maar snijden elkaar volgens de lijn "O" - "O” welke evenwijdig is met de optische as OA^ van het licht 10 en is gelegen op een bepaalde afstand "c" onder de as wanneer het licht is geplaatst op de camera 15 en de camera is gericht op een voorwerpsveld op de normale wijze.
Op dit ogenblik zal de as ”1" - ”1” horizontaal liggen op de wijze vol-q Sens figuur 2. Ook volgens figuur 2 zijn de evenwijdige optische assen van de reflectoren 2 van elkaar gespatieerd over een afstand "b".
Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding is de afmeting "b" ongeveer 70 mm, de afmeting "c" ongeveer 29,2 mm en de hoek "a" gelegen binnen het gebied van ongeveer 90 tot ongeveer 110°. Ideaal is de hoek "a" gelijk aan 100° wanneer het licht 10 wordt gebruikt voor het belichten van een rechthoekig voorwerpsveld gelegen U,5 m vanaf het licht en met een hoogte van ongeveer 1VT cm en een breedte van ongeveer 198 cm. Als zodanig heeft het voorwerpsveld een afmetingsverhouding van ongeveer 3 : U (hoogte : breedte).
2Q Een van de belangrijke kenmerken van de uitvinding is de unieke mogelijkheid het voorwerpsveld te voorzien van bovengenoemde belicht ingsniveaus met een minimaal verlies van licht buiten het veld. Deze niveaus worden voldoende geacht voor het belichten van de film gebruikt bij het bovenbeschreven "instantfilm"stelsel. Zulke niveaus zijn natuurlij lijk ook aanvaardbaar voor andere filmbewegingscamerastelsels als boven- 7906635 > - * 6 beschreven. Voor het vormen van de gecontroleerde diffusie van licht, omvatten de reflectoren 21 volgens de uitvinding elk een inwendig concaaf reflecterend oppervlak 29, dat algemeen cirkelvormig is in vlakken "p" loodrecht op de optische as OA^ - OA^ van de reflector. De aandacht wordt 5 gevestigd op figuur 3, waar êên van de lampeenheden 19 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede is getekend. Het oppervlak 29 is verdeeld in drie aangrenzende diffusiegebieden 31, 33 en 35, welke zijn gelegen rond de optische as van de reflector. Elk gebied heeft een ander geregeld diffu-sievermogen dan de andere gebieden waarbij het eerste gebied 31 het sterkst 10 diffuus is en het gebied 35 het minst diffuus. Met geregelde diffusie wordt bedoeld het instellen, bijvoorbeeld vergroten, van de hoekspreiding van een bundel van lichtstralen vanaf een element van het reflectie-oppervlak over een bepaalde waarde. Dit wordt uitgevoerd door het handhaven van de bijzonderheid van het reflectie-oppervlak en het instellen 15 van lokaal optisch vermogen, waarbij bekende technieken worden gebruikt.
Volgens figuur 3 omvat de glasreflector 21 ook een nekge-deelte 37 nabij het reflectiegedeelte. Het gedeelte 37 heeft een opening 39 daarin, waarin een lamp 23 is bevestigd zodanig dat het lampomhulsel 27 is geplaatst binnen het reflectiegedeelte en wordt omgeven· door gebie-20 den 31, 33 en 35. De lamp wordt bevestigd door gebruik van een geschikt isolerend hechtmiddel 1+1, bijvoorbeeld sauereisen-cement. Elke lamp omvat het bovenbeschreven glasomhulsel 27 met de wolfraamgloeidraad 25 daarin bevestigd. Een paar geleidende geleiders 1*3 dragen de gloeidraad en zijn ingebed in het kneepeinde 1+5 van het omhulsel 27. Een overeen-25 komend paar geleidende pennen 1+6 steekt uit vanaf het einde 1+5 evenals van het nekgedeelte 37 en zij zijn elektrisch verbonden binnen het kneepeinde met de geleiders 1+3 via een paar molybdeenstroken 1+7. Bij een voorbeeld volgens de uitvinding heeft het omhulsel 27 een totale lengte van ongeveer 29 mm en zijn de pennen 1+6 van elkaar gespatieerd over een 30 afstand van ongeveer 5,1 mm; Volgens figuur 1 verbindt een gemeenschappe-• lijke geleider 51 een enkele pen 1+6 vanaf de lampeenheid 19 met een overeenkomende pen 1+6 van de eenheid 19 * * Een enkele geleider 53 is verbonden met de resterende pen U6 in elke eenheid en is verbonden met een van de aansluitkleppen 17 in het basisgedeelte 13. De lampen van het licht 10 35 zijn daardoor in serie verbonden.
7906635 7
In figuur 3 ziet men een eerste diffusiegebied 31 dat dichter bij de optische as OA^ - OA^ is geplaatst dan de gebieden 33 en 35 en de radiale aSsand R^ inneemt vanaf de optische as, afgezien van de ringvormige opening "0” waarin de lamp 23 is geplaatst. Het tweede 5 diffusiegebied 33, minder diffuus dan het gebied 31, grenst daaraan en neemt een gebied op het oppervlak 29 in vanaf het buitenste deel van het gebied 31 naar de radiale afstand R^· Het gebied 33 kan met andere woorden worden weergegeven door het verschil Rg - met betrekking tot de optische reflectoras. Overeenkomstig grenst het gebied 35, minder diffuus •jq dan het gebied 33, daaraan en kan worden weergegeven door het verschil R3 - Rg. Bij een uitvoering van de uitvinding was R^ gelijk aan 9,5 mm,
Rg gelijk aan 15,2 mm en R^ gelijk aan 21,5 mm. De opening "0" had een diameter van 12,7 mm.
Zoals eerder is aangegeven, is het oppervlak 29 cirkel-15 vormig in vlakken loodrecht op de as OA^ - OA^. Voor het leveren van de beschreven geregelde diffusie van licht uit de lamp, wordt er de voorkeur aan gegeven, dat de contouren van de gebieden 31» 33 en 35 verschillend zijn. Met contour is bedoeld de radiale configuratie van de reflectortop naar het voorste randgedeelte 55 in vlakken lopend door de 2o optische as. Bij een uitvoeringsvorm is de contour van het tweede gebied 33 ellipsoidaal. Dit betekent dat de configuratie, weergegeven door Rg - R^, een segment van een ellipsoïde was, welke indien verder uitgestrekt, een aanvaardbare configuratie zou vormen voor vele reflectoren, gebruikt bij de projectielamptechniek. Zulk een configuratie is in figuur 3A weer-25 gegeven door de stippellijn "el". De contour 29 van de reflector 21 wordt weergegeven door een getrokken lijn. Het gebied 33 volgt de contour van de ellipsoïde. Aangrenzende gebieden 31 en 35 zijn echter gewijzigd. Het eerste gebied 31 is vergroot in kromte ten opzichte van die van het tweede gebied 33, waardoor aldus de afstand tussen dit oppervlak en de licht-30 emissiegloeidraad 25 van de lamp 23 wordt verkleind. De gloeidraad 25 is gestippeld getekend in figuur 3A. Het derde buitenste gebied 35 is geëxpandeerd en afgeplat, bijvoorbeeld met geringere kromming dan het gebied 33. De afstand tussen het oppervlak van het gebied 35 en de gloeidraad 25 wordt vergroot ten opzichte van die van een normale ellipsoïde indien het 35 oppervlak 29 zou worden uitgestrekt volgens de lijn "el".
7906635 8 4
Elk diffusiegebied omvat een aantal gevormde speciale "hamer'1diffusie-elementen 57, welke hetzij concaaf of convex binnen het oppervlak 29 kunnen zijn. Bij een voorkeursuitvoering waren de elementen 57 gedeeltelijk bolvormig. Dit betekent, dat het hamerorgaan gebruikt voor het vormen van deze elementen, een reeks uitstekende bolvormige organen omvatte, welke het oppervlak 29 indeukten over een vooraf bepaalde diepte wanneer het glasmateriaal van de reflector 21 werd verhit en in weke toestand was. De hamerelementen in elk van de drie diffusiegebieden zijn daardoor van overeenkomende (bolvormige)configuratie. Om evenwel de .jQ gewenste verschillen in diffusie-eigensehappen voor deze gebieden te verkrijgen, waren de kromtestralen van de elementen in het gebied 31 kleiner dan die in het gebied 33, terwijl die in het gebied 33 op hun beurt kleiner zijn dan de kromtestralen van de elementen in het gebied 35· Als voorbeeld waren alle elementen van heijfeebied 31 concaaf en elk be-Ijj zat een kromtestraal van ongeveer 2tk mm. De elementen van het gebied-33 waren ook concaaf en elk had een kromtestraal van ongeveer mm, terwijl die in het gebied 35 een kromtestraal hadden van 7 mm. De breedten (afstand over de breedste plaats) van alle hamerelementen gevormd volgens het bovenstaande schema waren identiek, bij^-oorkeur in het gebied van 2o ongeveer 0,76 tot 1,27 mm. Met betrekking tot de uitvinding wordt er de voorkeur aangegeven, dat de kromtestralen van de bolvormige hamerelementen van het tweede gebied 33 liggen binnen het gebied van ongeveer 1,50 tot ongeveer 2,00 maal.de kromtestralen van de elementen van het gebied 31, terwijl de elementen van het gebied 35 een kromtestraal hebben van onge-25 veer 2,50 tot ongeveer 3,00 maal de kromtestralen van de elementen in het eerste gebied. Als verder voorbeeld van de uitvinding bevatte het gebied 31 ongeveer 300 hamerelementen 57, het gebied 33 ongeveer 500 elementen en het gebied 35 ongeveer 1300 elementen. Opgemerkt wordt dat de geregelde diffusie evenredig is met het quotient van hamerbreedte tot hamerkrom-2o testraal over een redelijk gebied. Aldus kunnen de boven bepaalde waarden variëren in overeenstemming met dit aangegeven principe zonder aanzienlijke wijziging van de werking.
De voorkeur wordt gegeven aan het gebruik van een dichroi-sche bekleding op het oppervlak 29. Bekledingen van deze soort zijn bekend 35 bij de projectielampreflectorteehniek en worden gebruikt om het lamplicht 7906635 * 9 te reflecteren in de voorwaartse richting, terwijl een aanzienlijke hoeveelheid van de warmte, gevormd binnen de reflector, daardoor kan passeren. Het resultaat is een koeler werkende lampeenheid, welke dient voor het verlengen van de levensduur van de lamp en het verminderen van de tj mogelijkheid van verwonding van de gebruiker. Het zal duidelijk zijn, dat zulk een bekleding de bovenbeschreven hamerverdeling niet wijzigt.
In figuren U en 5 ziet men de resulterende intensiteitsver-deling van een van de lampeenheden volgens de uitvinding. Het voorwerps-veld 60 in figuur U is rechthoekig en de afmetingen en de verhouding 10 daarvan zijn in het bovenstaande beschreven. Het intensiteitsprofiel van figuur 5 is representatief voor de intensiteitaflezingen op het veld 60 volgens de horizontale as 61 via het midden van het veld 60. Het zal duidelijk zijn, dat de lampeenheid zodanig zal worden gericht, dat de vlakke gloeidraad horizontaal zal zijn en daarom zal liggen in een horizontaal jij vlak lopende door de as 61. Zoals aangegeven in figuur 5» is de piekinten-siteit van een enkele eenheid ongeveer 9200 candela op het punt van snijding tussen de as 61 en de optische as OA^ - OA^. Dit punt is met 63 aangegeven in figuur 1*. Bij de uiterste rand 65 van het veld genomen volgens de as 61 nadert de intensiteit 3000 candela als de spreidingshoek van 2o de lichtbundel toeneemt. Als het veld 60 is op de bepaalde afstand van ongeveer U,5 m van de lampeenheid, is de halve spreidingshoek (van het midden 63 naar het punt 65) ongeveer 12°.Buitendien hebben de bovenste en onderste randen 6j respectievelijk 69 intensiteitswaarden van ongeveer 5200 tot 6000 candela. De halve spreidingshoek op deze punten is ongeveer 9° ~ 25 y *
De resulterende intensiteitsverdeling als gevormd op het rechthoekige veld 60 door het filmlicht 10 is getekend in figuur 6. Door het roteren van de lampeenheden 19 en 19' binnen het licht 10 zodanig dat de vlakke gloeidraden worden gericht volgens het voorgeschreven hoek-3Q verband, kan men zien dat de intensiteitsverdeling vanuit elke eenheid is gecentreerd op êên van de diagonalen J1 en 73 van het veld 60. In feite is het licht 10 in staat licht te pompen naar de hoeken van het veld 60 teneinde de bovenstaande bepaalde belichtingsniveaus te verkrijgen over het veld met minimaal lichtverlies aan de buitenzijde daarvan. Bijvoor-35 beeld was de intensiteit, geleverd door een uitvoeringsvorm van de uitvin- 7906635 i 10 ding bij het midden van het veld 6θ binnen het gebied van ongeveer 1^500 tot ongeveer 17000 candela, terwijl de intensiteitsaflezingen bij de hoeken van het veld lagen vanaf ongeveer 5000 tot ongeveer 7500 candela.
Van toegevoegd belang is dat de resulterende onder een hoek gerichte in-5 tensiteitscontouren elk breed genoeg zijn zodat het mogelijk is kleine foutinstellingen van de lampeenheden volgens de uitvinding te hebben zonder aanzienlijke variaties te veroorzaken in de hoekbelichtingsniveaus.
De bovenstaande voordelen zijn in het bijzonder van belang, omdat elk van de lampeenheden intensiteitsprofielen levert, welke relatief hoge gra-10 dienten hebben bij de hoek van het veld. Het eindresultaat is daarom een maximum van het lichtniveau op het voorwerpsveld 60. Lampeenheden en film-lichten van bekende techniek zijn tot nu toe niet geschikt voor deze unieke vermogens.
Aldus is een uniek filmlichtstelsel beschreven, dat geschikt 15 is voor het belichten van een op afstand gelegen voorwerpsveld met gro tere niveaus van uniformiteit dan bij veel bekende stelsels. Dit stelsel is compact, kan gemakkelijk verken en is goedkoop te vervangen. Het is ook gemakkelijk bruikbaar voor vele bewegiiêfilmcamera' s, in het bij zonder het bovenbeschreven "instantfilm"stelsel. Verder zijn bij de uitvinding 20 geen lens of reeks van lenzen nodig voor het zorgen van de voorgeschreven lichthoeveelheid. Dit vermindert de kosten van de uitvinding nog verder ten opzichte van de bekende stelsels.
Het zal duidelijk zijn dat wijzigingen binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn. Bijvoorbeeld kan een smeltveiligheid wor-25 den geplaatst in de lichtschakeling, bijvoorbeeld over de gemeenschappe lijke geleider 51, voor het leveren van een veiligheidseigenschap. Ook is het wenselijk gebruik te maken van een plastic transparant beschermingsor-gaan (niet getekend) aan de voorzijde van elke eenheid. Zulk een orgaan zal een minimum dempingseffect op de lichtuitgang hebben, maar niet in 30 een nadelige zin.
7906635

Claims (23)

1. Reflector voor het leveren van geregelde diffusie van licht, met het kenmerk, dat een concaaf inwendig diffusie-oppervlak aanwezig is met eerste, tweede en derde afzonderlijke diffusiegébieden, elk gelegen rond de optische as van de reflector, waarbij het eerste gebied is 5 geplaatst dichterbij de optische as dan het tweede en derde gebied, het tweede gebied minder diffuus is dan het eerste gebied en daaraan grenzend is geplaatst, en het derde gebied minder diffuus is dan het tweede gebied en daaraan grenzend is geplaatst.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de contour van het tweede diffusiegebied van ellipsoide-configuratie is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de contour van het eerste diffusiegebied niet-ellipsoidaal is met een grotere kromming van het tweede diffusiegebied. U. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 15 contour van het derde diffusiegebied niet-ellipsoidaal is met een geringe re kromming dan het tweede diffusiegebied.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de diffusiegebieden is voorzien van een aantal praktisch overeenkomende hamerelementen aangebracht daarin volgens een bepaald patroon, 20 waarbij elk van de hamerelementen van gedeeltelijk bolvormige configuratie is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat _ de kromtestralen van de hamerelementen in het tweede gebied liggen binnen het gebied van ongeveer 1,50 tot ongeveer 2,00 maal de kromtestralen van 25 de hamerelementen van het eerste gebied en de kromtestralen van de hamer elementen van het derde gebied liggen binnen het gebied van ongeveer 2,50 tot ongeveer 3,00 maal de kromtestralen van de hamerelementen in het eerste gebied.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 30 de reflector bestaat uit borosilicaatglas.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het concave inwendige oppervlak van de reflector een dichroitische bekleding daarop draagt. 7906635
9. Lampeenheid voor het leveren van een geregelde diffuse bundel van licht voorzien van een inrichting volgens êên van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een reflector aanwezig is met een concaaf inwendig diffusie-oppervlak met eerste, tweede en derde afzonderlijke 5 diffusiegebieden, elk gelegen rond de optische as van de reflector, waar bij het eerste gebied is geplaatst dichterbij de optische as dan de tweede en derde gebieden, waarbij het tweede gebied minder diffuus is dan het eerste gebied en daaraan grenzend is geplaatst, terwijl het derde gebied minder diffuus is dan het tweede gebied en daaraan grenzend is ge-10 plaatst, en een laagspanningsgloeilamp is geplaatst binnen de reflector waarbij de lamp is voorzien van een lichtdoorlatend omhulsel praktisch omgeven door het concave inwendige diffusie-oppervlak van de reflector en met een praktisch vlakke enkele gloeidraad gedragen binnen het omhulsel.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 15 de contour van het tweede diffusiegebied ellipsoidaal is, de contour van het eerste diffusiegebied niet-ellipsoidaal is met een grotere kromming dan het tweede diffusiegebied, en de contour van het derde diffusiegebied niet-ellipsoidaal is met een geringere kromming dan het tweede diffusiegebied.
11. Inrichting volgens conclusie 9.met het kenmerk, dat elk van de diffusiegebieden is voorzien van een aantal praktisch overeenkomende hamerelementen daarin aangebracht in een bepaald patroon waarbij elk van de hamerelementen een gedeeltelijk bolvormige configuratie heeft.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 25 de kromtestralen van de hamerelementen van het tweede gebied liggen bin nen het gebied van ongeveer 1,50 tot ongeveer 2,00 maal de kromtestralen van de hamerelementen van het eerste gebied en de kromtestralen van de hamerelementen van het derde gebied liggen binnen het gebied van ongeveer 2,50 tot ongeveer 3,00 maal de kromtestralen van de hamerelementen van 30 het eerste gebied.
13. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de gloeilamp een wolfraamhalogeenlamp is. 1U. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vlakke gloeidraad bestaat uit een recht schroeflijnvormig gewikkeld 35 orgaan. 7906635. <
15· Inrichting volgens conclusie 1^, met het kenmerk» dat het rechte schroeflijnvormig gewikkelde orgaan dwars is geplaatst op de optische as van de reflector.
16. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat 5 de lampeenheid een filmlicht is. 17* Filmlicht voorzien van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een houder aanwezig is voor aanpassing hij montage op een filmcamera, eerste en tweede gespatieerde lampeenheden geplaatst binnen de houder, waarbij elk van de lampeenheden 10 is voorzien van een reflector met een concaaf inwendig diffus ie-oppervlak met eerste, tweede en derde afzonderlijke diffusiegebieden, elk gelegen rond de optische as van de reflector, waarbij het eerste gebied is geplaatst het dichtst bij de optische as ten opzichte van de tweede en derde gebieden, het tweede gebied minder diffuus is dan het eerste gebied en 15 daaraan grenzend is geplaatst, het derde gebied minder diffuus is dan het tweede gebied en daaraan grenzend is geplaatst, en een laagspanningsgloei-lamp is geplaatst binnen de reflector waarbij de lamp is voorzien van een lichtdoorlatend omhulsel praktisch omgeven door het concave inwendige diffusie-oppervlak van de reflector en een praktisch vlakke enkele gloei-20 draad gedragen binnen het omhulsel, terwijl het vlak van de gloeidraad van de eerste lampeenheid het vlak van de gloeidraad van de tweede lampeenheid snijdt onder een vooraf bepaalde hoek, en organen voor het elektrisch verbinden van de eerste en tweede lampeenheden met een uitwendige voedingsbron. _
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de contour van het tweede diffusiegebied van de reflector ellipsoidaal is, de contour van het eerste diffusiegebied niet ellipsoidaal is met een grotere kromming dan het tweede diffusiegebied, en de contour van het derde diffusiegebied niet-ellipsoidaal is met een geringere kromming dan 30 die van het tweede diffusiegebied.
19· Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat elk van de diffusiegebieden is voorzien van een aantal praktisch overeenkomende hamerelementen daarin aangebracht volgens een bepaald patroon, waarbij elk van de hamerelementen een gedeeltelijk bolvormige configuratie 35 heeft. 7906635 i
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de kromtestralen van de hamerelementen van het tweede gebied liggen binnen het gebied van ongeveer 1,50 tot ongeveer 2,00 maal de kromtestralen van de hamerelementen van het eerste gebied en de kromtestralen 5 van de hamerelementen van het derde gebied liggen binnen het gebied van ongeveer 2,50 tot ongeveer 3,00 maal de kromtestraal van de hamerelementen van het eerste gebied.
21. Inrichting volgens conclusie 17» met het kenmerk, dat elk van de gloeilampen een volfraamhalogeenlamp is en elk van de vlakke 10 gloeidraden een recht schroeflijnvormig gewikkeld orgaan omvat.
22. Inrichting volgens conclusie 17» met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde doorsnijdingshoek tussen de vlakken van de gloeidraden ligt binnen het gebied van ongeveer 90 tot ongeveer 110°.
23. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat 15 de vlakken van de gloeidraden elkaar snijden op een punt onder de optische as van het filmlicht. 2k. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk./dat de elektrische verbindingsorganen bestaan uit een paar aansluitklemmen uitstekend uit het huis en uitgevoerd voor elektrische verbinding met de 20 uitwendige voedingsbron.
25. Inrichting volgens conclusie 17» met het kenmerk, dat het filmlicht praktisch uniform een rechthoekig voorwerpsveld belicht, gelegen op een vooraf bepaalde afstand van het filmlicht waarbij elk van de lampeenheden een intensiteitsverdeling levert welke centraal is georien-25 teerd op êén van de diagonalen van het voorwerpsveld.
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het voorwerpsveld een aftaetingsverhouding heeft van ongeveer 3 :
27. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 7906635
NL7906635A 1978-09-06 1979-09-05 Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij. NL7906635A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US93992878 1978-09-06
US05/939,928 US4169238A (en) 1978-09-06 1978-09-06 Movie light, low voltage incandescent lamp unit for use therewith, and reflector

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906635A true NL7906635A (nl) 1980-03-10

Family

ID=25473946

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906635A NL7906635A (nl) 1978-09-06 1979-09-05 Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4169238A (nl)
JP (2) JPS5537792A (nl)
BE (1) BE878596A (nl)
CA (1) CA1123804A (nl)
DE (1) DE2930799A1 (nl)
FR (1) FR2435666A1 (nl)
GB (1) GB2031574B (nl)
NL (1) NL7906635A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2082745B (en) * 1980-08-27 1984-03-28 Thorn Emi Ltd An improved reflector for electric projector lamps
GB2127950A (en) * 1982-09-29 1984-04-18 Rank Organisation Plc Profile spotlight
US4755711A (en) * 1986-07-07 1988-07-05 Gte Products Corporation Electric lamp with ceramic reflector
JPH0610357Y2 (ja) * 1986-10-06 1994-03-16 カシオ計算機株式会社 光源装置
US4918353A (en) * 1987-09-29 1990-04-17 General Electric Company Reflector and lamp combination
US4835439A (en) * 1987-09-29 1989-05-30 General Electric Company Increasing the oxidation resistance of molybdenum and its use for lamp seals
EP0420214A3 (en) * 1989-09-27 1991-08-28 Toshiba Lighting & Technology Corporation Lamp device and method of bonding mirror reflector to lamp
KR970057652A (ko) * 1995-12-21 1997-07-31 윤종용 액정 프로젝터의 반사경 및 그 제조 방법
US7758223B2 (en) 2005-04-08 2010-07-20 Toshiba Lighting & Technology Corporation Lamp having outer shell to radiate heat of light source

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2411568A (en) * 1943-04-23 1946-11-26 Gen Electric Lamp unit
US2387038A (en) * 1943-09-15 1945-10-16 Rca Corp Reflector
US2810660A (en) * 1954-02-01 1957-10-22 Westinghouse Electric Corp Diffusing reflecting coating and method of preparing same
US4021659A (en) * 1975-10-30 1977-05-03 General Electric Company Projector lamp reflector
US4035631A (en) * 1975-12-15 1977-07-12 General Electric Company Projector lamp reflector

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5537792A (en) 1980-03-15
JPS59101251U (ja) 1984-07-07
GB2031574B (en) 1982-11-10
FR2435666A1 (fr) 1980-04-04
FR2435666B1 (nl) 1983-07-01
GB2031574A (en) 1980-04-23
US4169238A (en) 1979-09-25
DE2930799A1 (de) 1980-03-20
BE878596A (fr) 1979-12-31
CA1123804A (en) 1982-05-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0805995B1 (en) Collection system for a projector
US5272408A (en) Lamp and reflector assembly
US5235470A (en) Orthogonal parabolic reflector systems
JPH08501408A (ja) 凹面のトロイダル反射鏡を使用して集束及び収集する光学システム
JP2003092015A (ja) 高いアスペクト比の照明要素
US3428800A (en) Spotlight lamp
US5607229A (en) Illumination system including an asymmetrical projection reflector
JP3363906B2 (ja) 反射器を備えるランプ
EP0584071B1 (en) Lamp and reflector assembly
NL7906635A (nl) Filmlicht en laagspanningsgloeilampeenheid voor gebruik daarbij.
US4234906A (en) Photoflash unit having light-refractive prisms
JPS61100712A (ja) 一定倍率集光装置
NL7906667A (nl) Hoogspanningsfilmlicht en gloeilampeenheid voor gebruik daarbij.
US3720460A (en) Projection light source and optical system
US6381415B1 (en) Flash apparatus and camera using the same
JP3062109B2 (ja) ストロボ装置および該ストロボ装置を内蔵した画像記録装置
EP0087525A1 (en) Improved illumination system
MX2010006850A (es) Optica de condensador de forma libre.
US3786248A (en) Luminaire
US3143921A (en) Photographic enlarger system
US4300831A (en) Slit exposure type illumination apparatus
US3257900A (en) Projection screen
US4843521A (en) Reflector with curved dual involute surfaces
US3728536A (en) Photographic lighting unit
US4897572A (en) Light tube with slidable electrodes

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed