NL7906508A - Voertuigzitplaats. - Google Patents

Description

Qctrooibureau Lux

Lx 5591 Drs· J.H. Mommaerts *

Aanvrager : ÏÏQP Inc., te Des Plaines (111·), US Sitel t Voertuigzitplaats.

De uitvinding heeft betrekking op een voertuigzitplaats, en vel op een zitplaats, waarin een gedeelte, dat bestaat uit een zitting en een rugleuning, op een onderstel is bevestigd door tussenkomst van een verende ondersteuning, die de zitting opwaarts en neer-5 waarts ten opzichte van het onderstel tussen een bovenste en een onderste aanslagstand geleidt. Deze ondersteuning omvat een spanveer, die tussen het onderstel en de zitting werkt, teneinde het gewicht van de zitting en de daarop zittende persoon tegen te werken.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een on-10 dersteuning, die geheel of voor een aanmerkelijk gedeelte tussen de zitting en het onderstel is aangebracht· Een voorbeeld daarvan kan worden gevonden in het Britse octrooischrift 957332, waarin de ondersteuning twee evenwijdige onderling gescheiden schaarverbindingen omvat, die in vertikale vlakken voor resp. achter de zitting zijn ge-15 legen, en die de beweging van de zitting in vertikale richting beperken· Een voordeel van een ondersteuning, die in hoofdzaak tussen de zitting en het onderstel is gelegen, is, dat daardoor het aanbrengen van een rugleuning, die rond een as nabij de benedenkant ervan kan scharnieren, wordt vergemakkelijkt. Een dergelijke rugleuning 20 kan op een paar evenwijdige steunarmen zijn bevestigd, die aan het benedeneinde op een in de zitting opgenomen raamwerk kunnen schar- I» nieren.

Bij dergelijke zitplaatsen is het gebruikelijk een schok-of trilling<demper te gebruiken, die een cilinder met een daarin op-25 genomen dempingsvloeistof en een zuiger omvat, welke zuiger in de asrichting van de cilinder kan worden verplaatst door tussenkomst van een zuigerstang, die aan het ene uiteinde van de cilinder naar buiten steekt. De beweging van de zuiger wordt dan gedempt door de vloeistof door een beperkte lekopening heen van de ene naar de ande-30 re zijde van de zuiger te laten stromen. Een dergelijke demper heeft ten opzichte van de afmetingen van de zitting een betrekkelijk grote lengte, en wordt bij voorkeur aan het ene uiteinde aan het onderstel, en aan het andere uiteinde met een punt van de rugleuning verbonden, dat boven het zittingkussen is gelegen· Er kunnen echter moeilijkhe-35 den ontstaan, wanneer het gewenst is de rugleuning te kantelen, daar de scharnieras ervan dichtbij de kussendrager van de zitting is ge- 790 65 08 > · ... 9 - 2 - legen, zodat het achterwaarts kantelen van de rugleuning tot een aanmerkelijke verkorting van de rechtstreeks met de leuning verbonden demper zal leiden, waardoor de werking ervan kan worden gehinderd· 5 Se uitvinding verschaft een dergelijke zitplaats met een zittinggedeelte, dat bestaat uit een zittingdraagraam, een rugleu-ningdraagraam, en middelen voor het scharnierend verbinden van dit laatste met het eerste raam nabij het benedeneinde van het leuning-raam, teneinde een beweging rond een horizontale as toe te laten, 10 met verder een onderstel, een verende ondersteuning, waarmede het zittinggedeelte op- en neerwaarts beweegbaar veerkrachtig op het onderstel wordt ondersteund, en met een trilling^demper, die een zuiger en een zuigerstang omvat, die binnen een met een dempingsvloei-etof gevulde cilinder beweegbaar zijn, welke demper aan het bovenin en benedeneinde scharnierend is verbonden met het zittinggedeelte reap· het, onderstel· Deze zitplaats wordt daarbij gekenmerkt door een scharnierverbinding, die aan het benedeneinde is verbonden met het zittinggedeelte, en wel in of nabij het achtereinde van het zittihg-raam, terwijl het boveneinde van deze verbinding met het boveneinde 20 van de trilling^demper is verbonden, waarbij deze demper en/of de scharnierverbinding nabij het boveneinde daarvan een glijverbinding met het rugleuningraam bezitten· '

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: 25 fig· 1 een vertikale doorsnede door een zitplaats volgens de uitvinding; fig· 2 een bovenaanzicht van deze zitplaats, gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn II-XI van fig· 1; en fig· 3 een doorsnede volgens de lijn X1I-11I Van fig· 1, 30 waarbij niet van belang zijnde onderdelen zijn weggelaten·

De afgeheelde zitplaats omvat een onderstel 10, waarop een zittinggedeelte 11 door middel van een verende ondersteuning is bevestigd· Deze ondersteuning omvat een gasveer 12, alsmede een schaar-armverbinding 13, die twee paar schaararmen 1*f en 15 omvat, die door 35 middel van vaste scharnierverbindingen 16 en 17 aan het vooreinde met het zittinggedeelte resp· het onderstel zijn verbonden, terwijl aan het achtereinde rolverbindingen 18 en 19 met het zittinggedeelte resp. het onderstel aanwezig zijn· Xn fig. 1 is slechts een paar armen 1*f en 15 zichtbaar· 790 65 08 -3- ί

Het zittinggedeelte 11 omvat een zittingraam 20, waarop een kussen 21 is aangebracht· Aan het achtereinde van het zitting-raaa is een paar evenwijdige rugleuningsteunarmen 22 aangebracht, die zich naar boven toe uitstrekken vanaf scharnierpunten 23, die 5 een gemeenschappelijke scharnieras hebben, die horizontal en dwars op de zitting verloopt. Seze armen 22 aaken deel uit van een rugleu-ningraam 24, dat aldus rond de voornoemde as kan worden gekanteld.

Het rugleuningraaa 24 ondersteunt een rugkussen 24'.

Een trilling^rderaper 25 oavat een cilinder 26, waarin een 10 zuiger met een naar buiten uitstekende zuigerstang 27 is aangebracht, welke stang bij 28 scharnierend met het onderstel 10 is verbonden.

Oa het boveneinde van de deapercilinder 26 te ondersteunen, is een omgekeerd-U-vormig juk 30 aangebracht, dat rond de cilinder 26 past, welke cilinder door middel van een scharnierpen 31 binnen 13 het gesloten einde van het juk 30 is bevestigd, terwijl de vrije uiteinden van de jukbenen bij 32 scharnierend met een deel van het zit-tingraam 20 zijn verbonden. Se scharnieren 32 liggen, zoals afgeheeld, betrekkelijk dichtbij de horizontale scharnieras van het rugleuningraaa, welke as in het verlengde ligt van de assen van de scharnieren 20 23· Se scharnieren 32 dienen daarbij zo dicht aogelijk bij de schar-nierverbinding 28 tussen de demper en het onderstel 10 te liggen.

Se scharnierpen 31 is met de rugleuning verbonden, doordat de uiteinden ervan door het juk 30 naar buiten steken, en daarbij in twee evenwijdige geleidingen 33 kunnea glijden, die vast met de ach-25 terzijde van het rugleuningraam zijn verbonden.

Tijdens het gebruik van de zitting wordt een opwaartse en neerwaartse beweging van het zittinggedeelte 11 ten opzichte van het onderstel 10, die door de zittingondersteuning wordt geleid, gedempt door de demper 25« die aan het ene uiteinde met het onderstel, en 30 aan het andere uiteinde met het juk 3° is verbonden, welk juk scharnierend op het zittingraam 20 is bevestigd. Vanneer het rugleuning-raam 24 achterwaarts wordt gekanteld, zullen de geleidingen 33 voor de scharnierpen 31 bet boveneinde van de cilinder 26 voorwaarts of achterwaarts verplaatsen, waarbij de pen 31 ia de langsrichting van 33 de geleidingen 33 kan glijden. Vanneer de scharnierverbindingen bij 32 tussen het juk 30 en het zittingraam 20 zouden samenvallen met de scharnierverbinding 28 tussen de demper 23 en het onderstel 10, zou een seharnierbeweging van de rugleuning kunnen plaatsvinden zonder enige lengteverandering van de demper. Sit is in de praktijk echter 790 65 08 ïr - 4 - noeilijk te verwezenlijken( daar dit de beweging van het zittingge-deelte zou hinderen. Gewoonlijk is de scharnierverbinding tussen het juk en het zittingraam boven de scharnierverbinding tussen de schokdemper en het onderstel gelegen· Er zal derhalve enige lengteveran-5 dering in de demper optreden, wanneer de rugleuning wordt gekanteld, doch deze verandering is aanmerkelijk geringer dan in het geval, dat de demper met een vast punt op het rugleuningr.aam zou zijn verbonden· Het zittingraam 20 omvat aan de achterzijde een zijstuk, dat door een stang 20' wordt gevormd, die een U-vormig gedeelte be-10 zit, dat zich in de voorwaartse en achterwaartse richting van de - zitting uitstrekt, waarbinnen de trilling^demper 25 zich in de op waartse stand uitstrekt· De lengte van dit U-vormige gedeelte is voldoende om een voorwaartse kantelbeweging van het rugleuningraam 24 toe te laten, zonder dat de trilling demper met het achterste zij-15 stuk 20* van het zittingraam in aanraking komt· 790 65 08

Claims (3)

1· Verende voertuigzitting, met een zittinggedeelte, dat een zittingraam, een rugleuningraam, en middelen voor het scharnierend bevestigen van het rugleuningraam op het zittingraam nabij het benedeneinde van het rugleuningraam omvat, teneinde het rugleuningraam 5 rond een horizontale as te kunnen kantelen, met verder een onderstel, een verende ondersteuning voor het zittinggedeelte, teneinde dit veerkrachtig opwaarts en neerwaarts ten opzichte van het onderstel te kunnen verplaatsen, en met een trilling^emper, die een zuiger en een zuigerstang omvat, die binnen een met een dempingsvloeistof ge-10 vulde cilinder verplaatsbaar zijn, welke trilling^demper aan het boven- en benedeneinde scharnierend is verbonden met het zittinggedeelte resp. het onderstel, gekenmerkt door een scharnierverbinding, die aan het benedeneinde ervan scharnierend met het zittinggedeelte is verbonden, en vel in of nabij het achtereinde van het zitting-15 raam, terwijl het boveneinde scharnierend is verbonden met het boveneinde van de trilling demper, welke demper en/of scharnierverbinding nabij het boveneinde daarvan een glijverbinding met het rugleuningraam hebben·

2· Zitplaats volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de scharnierverbinding de vorm heeft van een ïï-vormig juk, waarvan de vrije uiteinden scharnierend met het zittinggedeelte zijn verbonden, terwijl het gesloten einde scharnierend met het boveneinde van de trilling^demper in verbinding staat.

3· Zitplaats volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 25 dat het zittingraam een achterwaarts zijstuk omvat, dat een horizontaal TT-vormig gedeelte bezit, dat zich in de voorwaartse en achterwaartse richting van de zitting uitstrekt, en waarbinnen de tril-ling*demper zich in de opwaartse stand bevindt, terwijl de lengte van het U-vormige gedeelte voldoende is om een kanteling van de rug-30 leuning en dus van de trilling demper mogelijk te maken*, zonder dat deze met het achtereinde van het zittingraam in aanraking komen. 790 65 08