NL7906087A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de snelheid van een voertuig. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de snelheid van een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL7906087A
NL7906087A NL7906087A NL7906087A NL7906087A NL 7906087 A NL7906087 A NL 7906087A NL 7906087 A NL7906087 A NL 7906087A NL 7906087 A NL7906087 A NL 7906087A NL 7906087 A NL7906087 A NL 7906087A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
measured value
interpolation
loop
speed
Prior art date
Application number
NL7906087A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184645C (nl
NL184645B (nl
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NLAANVRAGE7906087,A priority Critical patent/NL184645C/nl
Priority to DE3027608A priority patent/DE3027608C2/de
Priority to CA000357395A priority patent/CA1150078A/en
Priority to US06/175,108 priority patent/US4368428A/en
Priority to AU61077/80A priority patent/AU532432B2/en
Priority to SE8005562A priority patent/SE436305B/sv
Priority to JP10724880A priority patent/JPS5627658A/ja
Priority to FR8017367A priority patent/FR2463412A1/fr
Priority to GB8025657A priority patent/GB2056688B/en
Priority to SE8005562D priority patent/SE8005562L/xx
Publication of NL7906087A publication Critical patent/NL7906087A/nl
Publication of NL184645B publication Critical patent/NL184645B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184645C publication Critical patent/NL184645C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01PMEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
    • G01P3/00Measuring linear or angular speed; Measuring differences of linear or angular speeds
    • G01P3/42Devices characterised by the use of electric or magnetic means
    • G01P3/50Devices characterised by the use of electric or magnetic means for measuring linear speed
    • G01P3/54Devices characterised by the use of electric or magnetic means for measuring linear speed by measuring frequency of generated current or voltage
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01PMEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
    • G01P3/00Measuring linear or angular speed; Measuring differences of linear or angular speeds
    • G01P3/64Devices characterised by the determination of the time taken to traverse a fixed distance
    • G01P3/66Devices characterised by the determination of the time taken to traverse a fixed distance using electric or magnetic means
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08GTRAFFIC CONTROL SYSTEMS
    • G08G1/00Traffic control systems for road vehicles
    • G08G1/01Detecting movement of traffic to be counted or controlled
    • G08G1/042Detecting movement of traffic to be counted or controlled using inductive or magnetic detectors

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)
  • Measuring Frequencies, Analyzing Spectra (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)

Description

? * PHN 95^7 1 " IT.V. Philips’ Gloei lampenfabrieken te Eindhoven.
Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de snelheid van een voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig, waarbij >.
in de rijrichting van het voertuig een eerste en een tweede voertuig-aanwezigheidsdetector op gegeven afstand van 5 elkaar zijn aangebracht.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
Zulk een werkwijze en inrichting zijn bekend uit de Duitse, ter visie gelegde, octrooiaanvrage 2.537»657· 10 Bij een dèrgelijke werkwijze wordt na het detecteren van de aanwezigheid van een voertuig door de eerste detector een pulssignaal met een gegeven pulsfrequentie aan een pulsteller toegevoerd en bij het detecteren van de aanwezigheid van het voertuig door de tweede detector wordt de 15 toevoer onderbroken. De aanwezigheid van het voertuig wordt bepaald door een grootheid, welke een maat is voor de aanwezigheid van het voertuig, te meten. Overschrijdt de waarde van deze grootheid een vooraf bepaalde drempelwaarde dan is het tijdstip waarop zulks geschiedt het tijdstip waarop 25 de pulsteller wordt gestart dan wel gestopt. Een probleem dat hierbij optreedt is de onnauwkeurigheid waarmee met aanwezigheidsdetectoren de tijstippen van starten en stoppen van de pulsteller kunnen worden vastgesteld.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het be-25 palen van de snelheid van een voertuig van de in de eerste alinea genoemde soort te verschaffen waarmee ondanks, voor snelheidsbepaling, relatief onnauwkeurige aanwezigheidsdetectoren op eenvoudige wijze, nauwkeurig en doelmatig de snelheid van een voertuig wordt vastgesteld. Volgens de 30 uitvinding gebeurt dit, doordat elke detector een meetwaarde levert welke varieert in afhankelijkheid van de afstand van het voertuig tot de detector, dat bij het voor- 790 6 0 87 ' PHN 95^7 2 bijkomen van een voertuig door elke detector -wordt bepaald: -een eerste meetwaarde gemeten over een eerste meettijdin-terval waarin de meetwaarde een aanspreekdrempel overschrijdt·; 5 -een tweede meetwaarde gemeten over een voorafbepaalde tijd ten opzichte van het eerste meettijdinterval verschoven tweede meettijdinterval waarin de meetwaarde beneden de aanspreekdrempel is ; en dat: 10 -door interpolatie het tijdstip wordt bepaald waarop elk der detectoren aanspreekt; -de snelheid van het voertuig wordt bepaald uit de gegeven afstand tussen de beide detectoren en het verschil van de in de voorafgaande stap bepaalde tijdstippen.
15 Een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze is daardoor gekenmerkt, dat de voertuigaanwezigheidsdetectoren elk een inductieve lus bevatten welke lus deel uitmaakt van een oscillatorcircuit waarvan de oscillatorfrequentie variëert in afhankelijk-20 heid van de afstand van het voertuig tot de lus, dat elk der oscillatorcircuits is gekoppeld met een teller voor het bepalen van een meetwaarde, welke overeenkomt met het aantal perioden van de oscillatorfrequentie gedurende één van de door een met beide oscillatorcircuits verbonden 26 klokinrichting opgewekte meettijdintervallen, dat elk der tellers is verbonden met een eerste ingang van een geheu-geninrichting voor het opslaan van de meetwaarde van de teller en verder verbonden is met achtereenvolgens een drempelinrichting, een telinrichting en een interpolatie-30 inrichting, dat een uitgang van elk van de drempelinrich- tingen, telinrichtingen en interpolatieinrichtingen is verbonden met een tweede ingang van een geheugeninrichting, dat een uitgang van elk der geheugeninrichtingen is verbonden met één van de interpolatieinrichtingen, dat een 35 uitgang van elk der interpolatieinrichtingen is verbonden met een verschilinrichting voor het bepalen van het tijdsverschil tussen het overschrijden van de aanspreekdrempel van de eerste en de tweede lus en dat een uitgang van de 790 6 0 87 ΡΗ35Γ 95^7 3 £ verschilinrichting "wordt toegevoerd aan een vermenigvuldiger en aan een uitgang van de vermenigvuldiger een signaal beschikbaar is dat de snelheid van bet gepasseerde voertuig representeert.
5 Te dezer plaatse zij opgemerkt dat uit het
Duitse octrooischrift 2,507*632 een voertuigaanwezigheids-detector bekend is, die een inductieve lus bevat met een - . parallel hierop aangesloten condensator. De parallelkring vormt het frequentiebepalende element van een oscillator-10 circuit. De frequentie van de oscillator, welke variëert in afhankelijkheid van de hoeveelheid metaal in het veld van de lus, wordt gemeten door gedurende gegeven tijdintervallen het aantal perioden van de oscillator te meten met behulp van een teller. Het toepassen van twee van derge-15 lijke voertuigdetectoren voor het bepalen van de snelheid noch de maatregelen voor het bereiken van een hoge nauwkeurigheid overeenkomstig de uitvinding zijn echter in dit octrooischrift aangegeven.
De uitvinding zal verder toegelicht worden in 20 een aantal tekeningen waarbij dezelfde verwijzingssymbolen overeenkomstige elementen aanduiden. Daarbij toont:
Fig. 1 een, voor een deel perspectivische, voorstelling aan de hand waarvan de werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig overeenkomstig de uitvin-25 ding wordt toegelicht;
Fig. 2a een diagram ter illustratie van de frequent iever storing van een inductieve lus bij het voorbijkomen van een voertuig overeenkomstig de uitvinding;
Fig. 2b een detail van het diagram volgens 30 Fig. 2a;
Fig. 3 een stroomschema van een deel van een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het nauwkeurig bepalen van het tijdstip waarop de aanspreekdrempel van de detector wordt bereikt volgens de uitvinding; 35 Fig. k een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.
790 6 0 87 PHN 95;+7 b *
Fig. 1 toont een rijstrook 1 waarin de rijrich-ting van de voertuigen een eerste inductieve lus 2 en een tweede inductieve lus 3 zijn aangebracht. De lussen 2 en 3 hebben bijvoorbeeld de aangegeven rechthoekige vorm en 5 meten 1.80 x 1.50 m. en zijn op een afstand van 2.50 m. hart op hart van elkaar aangebracht. De lussen 2 en 3 kunnen één of meerdere windingen bevatten. De windingen zijn aangebracht in gleuven welke in het wegdek van rijstrook 1 zijn uitgespaard. Na het aanbrengen van de win-10 dingen worden de gleuven opgevuld met bijvoorbeeld een giethars. De inductieve lussen 2 en 3 vormen elk met een parallel daarop aangesloten vaste afstemcondensator een parallel resonentiekring. Deze resonantiekring vormt het frequentiebepalende element van een oscillatorcircuit 5 . 15 respectievelijk 6 dat aangesloten is op de lus 2 respectievelijk 3· De oscillatorfrequentie van het oscillatorcircuit 5 en 6 wordt beïnvloed bij het passeren van een voertuig k over de lus omdat de zelfinduetie van de lus verandert onder invloed van de hoeveelheid metaal in het 20 veld van de lus. Namelijk, zij f , de resonantiefrequen-
3Γ 6 S
tie van de parallelkring, L de zelfinductie en C de waarde van de vaste afstemcondensator dan geldt bij resonantie 790 6 0 87 ΡΗΝΓ 9547 5 if tijd van liet voertuig in liet veld van de lus ten einde een voldoend groot oplossend vermogen te bereiken ( de verblijftijd van een 4 m. lang voertuig, dat met een snelheid van 144 km./uur een lus met een lengte van 2 m. in de rijrich-5 ting passeert, is ca. 150 m. sec). Anderzijds dient de duur van het meettijdinterval lang genoeg te zijn om het telresultaat met voldoende nauwkeurigheid te kunnen vaststellen. Tevens vermindert door een lange meettijd de interferentie met nabuur lus s en. In de praktijk blijkt een waarde van 10 ca. 12 m. sec. goed te voldoen.
De tellerstand van de tellers 7 eu 8 aan het einde van het meettijdinterval is de meetwaarde. Deze meetwaarden worden via een databus 10 toegevoerd aan een verwerkingseenheid 11. Verwerkingseenheid 11 is bij voor-15 keur een microprocessor. Door de verwerkingseenheid 11 wordt op hierna te beschrijven wijze de snelheid van het gepasseerde voertuig bepaald.
In fig. 2a is een diagram weergegeven van het verloop van de meetwaarde C bij het passeren van een voer-20 tuig over één lus. Langs de abscis staat de tijd, onderverdeeld in onderling gelijke meettijdintervallen tm· De ordinaat is opgedeeld in een aantal nader toe te lichten gebieden, aangeduid met A t/m F.
Indien geen voertuig aanwezig is zal de oscilla-25 torfrequentie een gegeven nominale waarde bezitten. De meetwaarde welke hiermee overeenkomt is in Fig. 2a met aangegeven. Bij het in de lus binnenrijden van het voertuig neemt de meetwaarde C toe, bereikt een maximum waarde en neemt vervolgens bij het uit de lus rijden van het voertuig 30 weer af. Ihdien de meetwaarde C een zekere waarde -een aanspreekdrempel Cq^- overschrijdt dan wordt de detector als "bezet" gekenmerkt. De aanspreekdrempel C is relatief hoog gekozen om een goede bescherming tegen interferentie van bijvoorbeeld nabuurlussen te verkrijgen. Indien de 35 meetwaarde C lager wordt dan dan wordt de detector vrijgegeven en kan een volgend voertuig de lus activeren.
De drempel C - is relatief laag gekozen om te voorkomen
3.X
dat bij een vrachtauto-en-aanhangwagen de detector zou 790 6 0 87 PHN 95^7 6 worden vrijgegeven bij het passeren van de dissel over de lus. Tussen de in Fig. 2a met t^ en aangeduide tijdstippen is de detector derhalve als "bezet" aan te merken.
Ter beveiliging o.a. tegen kortsluiting of onder-breking van de inductieve lus wordt een meetwaarde C slechts geaccepteerd als een geoorloofde waarde indien deze ligt tussen een gegeven maximale waarde C (sluiting in de ms,x lus: oscillatorfreqeuntie zeer hoog) en een gegeven minimale waarde (onderbreking van de lus: oscillatorfrequen- tie zeer laag) .
Indien de lus niet geactiveerd wordt door een voertuig zal de meetwaarde welke op de teller per tijdinterval wordt geregistreerd gelijk zijn aan C! ƒ», althans zal liggen tussen C en 0^^.+ 1 > een gebied aangegeven met ^ B in Fig. 2a. Om weers- en andere driftinvloeden op de lus en de detector te kunnen compenseren kan de referentiewaarde worden gewijzigd. Dit gebeurt als volgt. Indien de gemiddelde meetwaarde van een groot aantal metingen is gestegen en derhalve in het gebied C valt (C £+l<C<C ^) dah 20 wordt met één opgehoogd tot crei.+ 1 · Indien daarentegen de gemiddelde meetwaarde over een groot aantal metingen is gedaald dan wordt C _ met één verlaagd tot C -1 . Bij de Γ6Ι · ΓβΧ bepaling van de gemiddelde meetwaarde worden meetwaarden welke in het gebied D (C «£C<C ) en E (C <C<C ) ° v af op' v op max' 20 vallen, buiten beschouwing gelaten.
Zoals reeds aangegeven worden door de tellers 7 en 8 (Fig. 1) onafgebroken meetwaarden C over de meettijd-intervallen t bepaald. Indien in het meettijdinterval dat eindigt op tijdstip t. i (Fig. 2a) blijkt dat de meetwaarde 3Q op dat tijdstip de drempelwaarde overschreden heeft dan is daarmede vastgesteld dat een voertuig de lus is binnengereden. Het probleem dat zich daarbij echter voor doet is dat slechts vastgesteld wordt dat het voertuig in dat meettijdinterval de lus is binnengereden. Het tijdstip t^ 35 (Fig. 2a) waarop zulks is geschied is derhalve slechts te bepalen met een nauwkeurigheid die gegeven wordt door de duur van het meettijdinterval t^. De nauwkeurigheid waarmee de snelheid van het voertuig -gegeven door de 790 6 0 87 PHN 9547 7 afstand tussen de lussen gedeeld door liet tijdsverschil tussen liet aanspreken van de eerste en de tweede lus-kan worden berekend wordt daardoor beperkt. De nauwkeurig-Iieid van de snelbeidsmeting van bet voertuig wordt aanzien-5 lijk vergroot door, overeenkomstig de uitvinding, bet tijdstip waarop bet voertuig de lus binnenrijdt (gedefinieerd door bet tijdstip waarop de aanspreekdrempel wordt be reikt) te bepalen door interpolatie tussen een meetwaarde op een tijdstip waarop de meetwaarde in bet daaraan voor-10 afgaande meettijdinterval de aanspreekdrempel beeft overschreden en een meetwaarde op een tijdstip waarop zulks niet bet geval is. Xn Fig. 2b is ter nadere toelichting een deel II van bet diagram van Fig. 2a, namelijk bet deel rond t = t^, vergroot weergegeven. Op tijdstip t=ti+1 is ις de meetwaarde C. . , waarbij C. „> C . Aan bet einde van bet voorafgaande meettijdinterval namelijk op tijdstip t=t^ werd een meetwaarde (ϋΧ0θρ) bepaald en opgeslagen.
Door, bijvoorbeeld lineaire interpolatie tussen deze meet- waarde C. . en C. wordt een tijdstip t1 bepaald volgens: i+i ς,ι £, i 20 t1 _ —°P -T L x t τ1 - C. , - C. X m* i+l 1
Op overeenkomstige wijze wordt bet tijdstip t^ bepaald waarop de tweede lus wordt geactiveerd. De snelheid V van bet voertuig wordt bij een afstand S tussen de eerste 25 en de tweede lus bepaald volgens: V- -f-T · V* 1 1 1
De tijdstippen t^ en t zijn tijdstippen welke in bet geval van lineaire interpolatie bij benadering 30 overeenkomen met de exacte tijdstippen t^en t^ gegeven door de snijpunten van de aanspreekdrempel C met de kromme volgens Fig. 2a. Er is evenwel gebleken dat de belling van de kromme volgens Fig. 2a bij de gebruikte detector vrijwel lineair is in bet gebied rond C . Zou
35 °P
de detectorkromme een ander verloop bezitten, bijvoorbeeld kwadratisch, dan wordt de wijze van interpolatie hierop aangepast door eveneens kwadratische interpolatie toe te 790 60 &7 PHN 9547 8 > passen en kan het op die wijze bepaalde tijdstip t^ als goede benadering voor tijdstip t^ gelden.
Op de aangegeven wijze wordt ondanks aanwezigheids-detectoren welke voor het meten van snelheid relatief* on-5 nauwkeurig zijn, op eenvoudige wijze en met hoge nauwkeurigheid de snelheid van een passerend voertuig gemeten.
Een verder deel van een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het bepalen van de snelheid is geïllustreerd in het stroomschema dat is weergegeven in Fig. 3· ^ Bij de inschriften van de geometrische figuren welke cë functies en de toestanden van de werkwijze voor het bepalen van de snelheid in tijdsvolgorde toelichten behoren de volgende verklarende teksten, Opgemerkt wordt dat een dergelijke tijdopeenvolging van functies en bij-^ behorende toestanden van de werkwijze gerealiseerd kan worden in universele sequentiële logicaschakelingen zoals in de handel verkrijgbare microprocessors met bijbehorende geheugens en perifere apparatuur inschrift omschrijving 2q -1- STRT start -2- C. de nieuwe, meest recente, meetwaarde 14*1 wordt aangeboden; -3- C. ,.>Ό de nieuwe meetwaarde C. . wordt vergeleken
1+1 op 1+1 B
met de voorafbepaalde aanspreekdrempel C ; 20 indien CL+,j lager is dan (n) wordt vervolgd met stap -6-; indien C. . groter is dan C (y) wordt de volgende stap uitgevoerd.
-b- FRST er wordt nagegaan of de voorafgaande meet- 20 waarde CL eveneens de drempelwaarde C had overschreden; zo ja, dan wordt met stap -6- vervolgd; zo neen, dan wordt de volgende stap uitgevoerd; 1 1 -5- t^ het tijdstip t^ wordt bepaald volgens de or formule: „ C - C.
35 t1__SE_i_ x t .
" C. , - C. x m’ 1+1 1 het aldus bepaalde tijdstip t^ wordt opgeslagen in het geheugen, 79 0 6 0 87 < PHN 95*7 9 -6- C.:=C. „ de voorafgaande meetwaarde C. wordt vervangen i 1+1 i door de nieuwe meetwaarde -7- STP Stop.
g De universele sequentiële logicaschakelingen waarmee de functies en toestanden zoals in Fig. 3 zijn weergegeven worden uitgevoerd maken deel uit van de verwerkingseehheid 11 die vla de adresbus 10 de tellerwaarden van tellers 7 ©u 8 en de betreffende tijdintervallen krijgt 1 1 10 aangeboden. Na de bepaling van de tijdstippen t^ en t^ op de Hierboven aangegeven wijze, wordt uit de gegeven afstand 1 1 tussen de beide lussen en het tijdsverschil t^ - t^ de snelheid van het voertuig bepaald.
Opgemerkt zij dat in plaats van een interpolatie 15 rond het tijdstip waarop het voertuig de lus binnenrijdt (t.j), interpolatie rond het tijdstip waarop het voertuig de lus heeft gepasseerd (t^, Fig, 2a) eveneens mogelijk is.
Interpolatie tussen een tijdstip waarop de eerste lus niet meer bezet is (C<C «) en een tijdstip waarop zulks nog wel
3« X
20 het geval is, levert een tijdstip t^ en interpolatie tussen het tijdstip waarop de tweede lus niet meer bezet is (C<C J en een tijdstip waarop dat nog wel het geval is, al 111 levert een tijdstip t^ op. Uit t2 en t^ is op de reeds beschreven wijze de snelheid te bepalen.
25 Een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze is weergegeven in Fig. 4 . De eerste lus 2 is verbonden met een oscillatorcircuit 5» de tweede lus 3 op een afstand s van de eerste lus is verbonden met een oscillatorcircuit 6. De digitale teller 7 (resp.8) 30 welke is aangesloten op een uitgang van oscillatorcircuit 5(resp.6) bepaalt het aantal perioden van de oscillator-frequentie in een gegeven tijdinterval. Daartoe zijn de tellers 7 eu 8 elk verbonden met een blokinrichting 9 welk bijvoorbeeld een kristalgestuurde oscillator en een 35 of meerdere delerschakelingen bevat. Door de blokinrichting 9 worden op vooraf bepaalde tijdstippen, waarbij opeenvolgende tijdstippen een tijdinterval - t ten opzichte van 790 6 0 87
' ' 4T
ΡΗΝ 9547 10 elkaar verschoven zijn, aan teller 7 en 8 pulsen toegevoerd, waardoor de tellers worden gestopt, de tellerwaarden worden toegevoerd aan een met de uitgang van de tellers 7 resp, g verbonden geheugeninrichting 12 resp. 13 en een drempelin-5 richting 14 resp. 15 en de tellers worden teruggesteld. De meetwaarden -de van de tellers afkomstige telwaarden- worden door de drempelinrichting 14 (resp. 15) vergeleken met een vooraf bepaalde aan een drempelingang 16 (resp. 17) toegevoerde drempelwaarde. De geheugeninrichtingen 12 en 13 10 bevatten elk twee adressen en twee geheugenplaatsen. Op de met het eerste adres corresponderende geheugenplaats bevindt zich de nieuwe, meest recente meetwaarde en het nummer van het meettijdinterval waarop deze betrekking heeft en op de met het tweede adres corresponderende geheugenplaats bevindt 15 zich de daaraan voorafgaande meetwaarde en het nummer van het meettijdinterval waarop deze betrekking heeft. Indien de nieuwe, meest recente meetwaarde een waarde beneden de drempelwaarde bezit dan wordt door de drempelinrichting 14 (resp. 15) aan ingang 18 (resp. 19) van geheugeninrichting 20 12 (resp. 13) een. signaal toegevoerd Waarmee de ihhoud van het eerste adres wordt overgedragen naar het tweede adres; de aldaar aanwezige inhoud (de oudere meetwaarde) wordt verschoven door de nieuwere (de nieuwe, meest recente meetwaarde) . Indien daarentegen de nieuwe, meest recente meet-25 waarde een waarde boven de drempel bezit dan wordt de meetwaarde toegevoerd aan een telinrichtihg 20 (resp* 21) welke bepaald of deze meetwaarde de eerste meetwaarde is die de aanspreekdrempelwaarde heeft overschreden. Xs dat niet het geval dus i:s de drempelwaarde reeds één of meerdere malen 30 eerder in deze meetcyclus overschreden dan wordt door de telinrichting 20 (resp. 21) een signaal toegevoerd aan ingang 18 (resp. 19) van de geheugeninrichting 12 (resp.13). Dit signaal bewerkstelligt hetzelfde als het reeds beschreven signaal afkomstig van de drempelinrichting l4(resp.15)· 35 Is daarentegen de meetwaarde voor het eerst boven de aan-spreekdrempelwaarde dan wordt de meetwaarde toegevoerd aan een interpolatieinrichting 22 (resp. 23). De interpolatie-inrichtingen 22 en 23 bevattten elk bijvoorbeeld een in een 790 6 0 87 pmr 9547 11 1 ' xy-adresseerbaar geheugen opgeslagen interpolatietabel.
De x-waarde is de nieuwe meetwaarde welke door de telin-richting 20 (resp. 21) wordt toegevoerd en de y-waarde is de oudere meetwaarde welke in de geheugeninrichting 12 5 (resp. 13 ) op het tweede adres is opgeslagen. Deze oudere meetwaarde wordt via een uitgang 2h (resp. 25) van geheugeninrichting 12 (resp. 13) aan de interpolatieinrichting 22 (resp. 23) toegevoerd. De door deze beide meetwaarden 1 1 aldus bepaalde interpolatiewaarde t^ en t^ worden toege- 10 voerd aan een verschilinrichting 26 en verder wordt aan ingang 18 (resp. 19) van geheugeninrichting 12 (resp. 13) een signaal toegevoerd dat hetzelfde bewerkstelligt als een signaal afkomstig van de drempelinrichting 1A (resp.15) 1 1 of telinrichting 20 (resp. 21). Het uitgangssignaal t^ - t^ van de verschilinrichting 26 wordt toegevoerd aan een eerste ingang van een vermenigvuldiginrichting 27. Aan een tweede ingang van vermenigvuldiginrichting 27 wordt een vooraf— bepaalde waarde toegevoerd welke waarde gelijk is aan de reciproke waarde van de afstand s tussen de beide lussen.
2Q Aan een uitgang 28 van de vermenigvuldiginrichting 27 is dan een signaal beschikbaar dat de snelheid-van het voertuig representeert (i.c. de reciproke waarde van de snelheid is).
Opgemerkt wordt dat in plaats van een inductieve 25 lus 2 of 3 bijvoorbeeld een paar gekoppelde spoelen kunnen worden gebruikt of een F.M.-antenne. De aanwezigheid van een voertuig beïnvloedt in het geval van de gekoppelde spoelen de koppelfactor en in het geval van de F.M.-antenne wordt de antenne door het voertuig van de zender afge-30 schermd.
35 790 6 0 87

Claims (4)

1. Werkwijze voor het bepalen van de snelheid vaneen voertuig waarbij in de rijrichting van het voertuig een eerste en een tweede voertuigaanwezigheidsdetector op gegeven afstand van elkaar zijn aangebracht met het kenmerk, dat elke 5 detector een meetwaarde levert welke variëert in afhankelijkheid van de afstand van het voertuig tot de detector, dat bij het voorbijkomen van een voertuig door elke detector wordt bepaald: -een eerste meetwaarde gemeten over een eerste meettijd-tO interval waarin de meetwaarde een aanspreekdrempel overschrijdt ; -een tweede meetwaarde gemeten over een voorafbepaalde tijd ten opzichte van het eerste meettijdinterval verschoven tweede meettijdinterval waarin de meetwaarde beneden de 15 aanspreekdrempel is; en dat: -door interpolatie het tijdstip wordt bepaald waarop elk der detectoren aanspreekt; -de snelheid van het voertuig wordt bepaald uit de gegeven 2D afstand tussen de beide detectoren en het verschil van de in de voorafgaande stap bepaalde tijdstippen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de meetwaarde gemeten over een meettijdinterval ten minste gedurende één meettijdinterval wordt opgeslagen. 25
3· Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de interpolatie lineair is.
4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de voertuigaanwezigheidsdetectoren elk een inductieve lus 30 bevatten welke lus deel uitmaakt van een oscillatorcircuit waarvan de oscillatorfrequentie variëert in afhankelijkheid van de afstand van het voertuig tot de lus, dat elk der oscillatorcircuits is gekoppeld met een teller voor het bepalen van een meetwaarde, welke overeenkomt met het aantal 35 perioden van de oscillatorfrequentie gedurende één van de door een met beide oscillatorcircuits verbonden klokihrich-ting opgewekte meettijdintervallen, dat elk der tellers is verbonden met een eerste ingang van een geheugeninrichting 790 6 0 87 τ ΡΗΝ 95^7 13 voor het opslaan, van de meetwaarde van de teller en verder verbonden is met achtereenvolgens een drempeli.nrichting, een telinrichting en een interpolatieinrichting, dat een uitgang van elk van de drempelinrichtingen, telinrichtingen 5 en interpolatieinrichtingen is verbonden met een tweede ingang van een geheugeninrichting, dat een uitgang van elk der geheugeninrichtingen is verbonden met één van de interpolatieinrichtingen, dat een uitgang van elk der interpolatieinrichtingen is verbonden met een verschilinrichting IQ voor het bepalen van het tijdsverschil tussen het overschrijden van de aanspreekdrempel van de eerste en de tweede lus en dat een uitgang van de verschilinrichting wordt toegevoerd aan een vermenigvuldiger en aan een uitgang van de vermenigvuldiger een signaal beschikbaar is dat de l5 snelheid van het gepasseerde voertuig representeert. 20 25 30 35 700 6 0 8 7
NLAANVRAGE7906087,A 1979-08-09 1979-08-09 Werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig. NL184645C (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE7906087,A NL184645C (nl) 1979-08-09 1979-08-09 Werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig.
DE3027608A DE3027608C2 (de) 1979-08-09 1980-07-21 Verfahren und Anordnung zur Ermittlung der Geschwindigkeit eines Fahrzeuges
CA000357395A CA1150078A (en) 1979-08-09 1980-07-31 Method and arrangement for determining the velocity of a vehicle
US06/175,108 US4368428A (en) 1979-08-09 1980-08-04 Method and arrangement for determining the velocity of a vehicle
AU61077/80A AU532432B2 (en) 1979-08-09 1980-08-05 Method and arrangement for determining vehicle velocity
SE8005562A SE436305B (sv) 1979-08-09 1980-08-06 Forfarande och anordning for att bestemma ett fordons hastighet
JP10724880A JPS5627658A (en) 1979-08-09 1980-08-06 Method and device for measuring speed of vehicle
FR8017367A FR2463412A1 (fr) 1979-08-09 1980-08-06 Procede et dispositif pour determiner la vitesse d'un vehicule
GB8025657A GB2056688B (en) 1979-08-09 1980-08-06 Determining electrically the velocity of a vehicle
SE8005562D SE8005562L (sv) 1979-08-09 1980-08-06 Forfarande och anordning for att bestemma ett fordons hastighet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE7906087,A NL184645C (nl) 1979-08-09 1979-08-09 Werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig.
NL7906087 1979-08-09

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7906087A true NL7906087A (nl) 1981-02-11
NL184645B NL184645B (nl) 1989-04-17
NL184645C NL184645C (nl) 1989-09-18

Family

ID=19833666

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7906087,A NL184645C (nl) 1979-08-09 1979-08-09 Werkwijze voor het bepalen van de snelheid van een voertuig.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4368428A (nl)
JP (1) JPS5627658A (nl)
AU (1) AU532432B2 (nl)
CA (1) CA1150078A (nl)
DE (1) DE3027608C2 (nl)
FR (1) FR2463412A1 (nl)
GB (1) GB2056688B (nl)
NL (1) NL184645C (nl)
SE (2) SE436305B (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0214611B1 (en) * 1985-09-09 1990-08-22 Kabushiki Kaisha Toshiba Anode assembly of magnetron and method of manufacturing the same
CH672549A5 (nl) * 1987-04-28 1989-11-30 Zellweger Uster Ag
US5396234A (en) * 1989-03-10 1995-03-07 Gebert; Franz J. Validation checking in traffic monitoring equipment
ATE139359T1 (de) * 1989-03-10 1996-06-15 Franz Josef Gebert Strassenverkehr-überwachungsanlage
GB2231952A (en) * 1989-05-03 1990-11-28 Serco Limited Vehicle length measurement system
DE4017780A1 (de) * 1990-06-01 1991-12-05 Sensoplan Messtechnik Gmbh Vorrichtung zum feststellen von relativ zu einer metallempfindlichen sensoranordnung bewegten metallteilen
US5239209A (en) * 1991-06-17 1993-08-24 Minnesota Mining And Manufacturing Company Zero crossing detection circuit
US5153525A (en) * 1991-06-17 1992-10-06 Minnesota Mining And Manufacturing Company Vehicle detector with series resonant oscillator drive
AU650973B2 (en) * 1991-06-17 1994-07-07 Minnesota Mining And Manufacturing Company Vehicle detector with environmental adaptation
CA2072900A1 (en) * 1991-07-12 1993-01-13 Earl B. Hoekman Vehicle detector with automatic sensitivity adjustment
US5408179A (en) * 1991-09-26 1995-04-18 Sampey Scientific, Ltd. Method and apparatus for analying traffic and a sensor therefor
US5331276A (en) * 1992-09-16 1994-07-19 Westinghouse Electric Corporation Apparatus for passively measuring the velocity of a ferrous vehicle along a path of travel
US6208268B1 (en) 1993-04-30 2001-03-27 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Vehicle presence, speed and length detecting system and roadway installed detector therefor
DE4320167A1 (de) * 1993-06-18 1994-12-22 Atlas Elektronik Gmbh Vorrichtung zur Messung der Geschwindigkeit von Landfahrzeugen
DE4427549C2 (de) * 1994-08-04 1997-03-20 Weiss Electronic Elektronische Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Geschwindigkeit von Fahrzeugen
US5751225A (en) * 1994-09-12 1998-05-12 Minnesota Mining And Manufacturing Company Vehicle detector system with presence mode counting
US5523753A (en) * 1994-09-12 1996-06-04 Minnesota Mining And Manufacturing Company Vehicle detector system with periodic source filtering
GB9602378D0 (en) * 1996-02-06 1996-04-03 Diamond Consult Serv Ltd Road vehicle sensing apparatus and signal processing apparatus therefor
DE29813997U1 (de) 1998-08-05 1998-10-08 Maier, Hans-Jürgen, 72072 Tübingen Vorrichtung zur Erkennung von metallischen Gegenständen
US7634341B2 (en) * 2001-03-07 2009-12-15 1138037 Ontario Ltd. (“Alirt”) Detecting device and method of using same
NL1023815C2 (nl) * 2002-07-09 2004-04-06 Vialis Verkeer & Mobiliteit B Voertuigvolgsysteem.
AU2003278839A1 (en) * 2002-09-17 2004-04-08 Inductive Signature Technologies, Inc Vehicle speed estimation using inductive vehicle detection systems
DE102005016813A1 (de) * 2005-04-07 2006-10-12 Fachhochschule Koblenz Sensoranordnung zur Identifizierung und Ortung von Metallstäben in einem Metallverarbeitungswerk
GB2536028B (en) * 2015-03-05 2018-05-09 Red Fox Id Ltd Vehicle detection apparatus with inductive loops
US10990105B2 (en) 2018-12-28 2021-04-27 Beijing Voyager Technology Co., Ltd. Vehicle-based virtual stop and yield line detection
US11435751B2 (en) 2018-12-28 2022-09-06 Beijing Voyager Technology Co., Ltd. Vehicle-based road obstacle identification system
US10991244B2 (en) * 2018-12-28 2021-04-27 Beijing Voyager Technology Co., Ltd. On-board vehicle stop cause determination system

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3364465A (en) * 1962-02-12 1968-01-16 Gen Precision Inc Method for tuning inductive loop vehicle detectors
GB1066475A (en) * 1964-06-08 1967-04-26 Decca Ltd Improvements in or relating to road traffic detecting arrangements
FR1521088A (fr) * 1966-04-27 1968-04-12 Ebauches Sa Dispositif pour la mesure de la vitesse initiale d'un projectile et procédé pour la mise en action de ce dispositif
US3373374A (en) * 1966-06-01 1968-03-12 Gen Precision Systems Inc Self-tunable vehicle presence detector system
US3656059A (en) * 1970-05-25 1972-04-11 Sylvania Electric Prod Single sensor motor vehicle velocity detector
DE2143868A1 (de) * 1971-08-27 1973-03-08 Licentia Gmbh Einrichtung zur fahrzeitmessung zwischen zwei fahrstrassenpunkten
GB1398937A (en) * 1973-05-04 1975-06-25 Gec Elliott Traffic Automation Vehicle detector systems
CA1047623A (en) * 1974-02-21 1979-01-30 Canoga Controls Corporation Inductive loop vehicle detector
NL167786C (nl) * 1974-11-29 1982-01-18 Gulf & Western Industries Inrichting voor het opwekken van een uitgangssignaal wanneer een elektrisch geleidend voorwerp, in het bijzonder een voertuig, binnen de invloedssfeer van een inductielus komt.
DE2529275C3 (de) * 1975-06-27 1982-01-28 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Verfahren und Schaltungsanordnung zur Durchführung des Verfahrens zur Messung von Fahrzeuggeschwindigkeiten
DE2537657C2 (de) * 1975-08-23 1982-04-08 Elmeg Elektro-Mechanik Gmbh, 3150 Peine Verfahren und Einrichtung zum Messen und Registrieren der Geschwindigkeit geradlinig bewegter Objekte
US4234923A (en) * 1978-06-22 1980-11-18 U.S. Philips Corporation Vehicle detection systems

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5627658A (en) 1981-03-18
FR2463412B1 (nl) 1984-02-10
NL184645C (nl) 1989-09-18
AU532432B2 (en) 1983-09-29
SE436305B (sv) 1984-11-26
FR2463412A1 (fr) 1981-02-20
DE3027608A1 (de) 1981-02-26
US4368428A (en) 1983-01-11
GB2056688B (en) 1983-05-18
NL184645B (nl) 1989-04-17
SE8005562L (sv) 1981-02-10
DE3027608C2 (de) 1986-08-21
CA1150078A (en) 1983-07-19
AU6107780A (en) 1981-02-12
GB2056688A (en) 1981-03-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906087A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de snelheid van een voertuig.
US4717915A (en) Method and apparatus for the graphic registration of moving vehicles
AU654907B2 (en) Dual coil coin sensing apparatus
US4819780A (en) Device for verifying coins
JP3149407B2 (ja) マイクロ波で動作する充填レベル測定装置
KR0127667B1 (ko) 차량검지장치
US3169242A (en) Identification interrogating system
US5278555A (en) Single inductive sensor vehicle detection and speed measurement
US4151904A (en) Coin detection device
ES8103422A1 (es) Procedimiento y disposicion de circuito para la comprobacionde la entrada y-o la salida de un vehiculo,en especial de unvehiculo de trafico rodado,en y respectivamente de una zona de control fijada
WO1997029468A1 (en) Road vehicle sensing apparatus and signal processing apparatus therefor
US4016566A (en) Method for avoiding unwanted echo signals and automotive radar embodying same
US5508698A (en) Vehicle detector with environmental adaptation
US7132959B2 (en) Non-interfering vehicle detection
US4031510A (en) Speed detection system for automobiles and other motor-driven objects
EP0523852A1 (en) Vehicle detector measurement apparatus and method using frame segmentation
US3315065A (en) Apparatus for measuring and recording vehicular traffic parameters
EP0522830A1 (en) Vehicle detector with automatic sensitivity adjustment
US3613074A (en) Gap reduction through use of detectors
US3536900A (en) Apparatus for detecting traffic delay
US3445637A (en) Apparatus for measuring traffic density
US20020044499A1 (en) Apparatus for detecting position
EP0004892A2 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Ermittlung der Anwesenheit von Fahrzeugen über einer in der Fahrbahn angeordneten Messvorrichtung
SU572831A1 (ru) Устройство дл учета транспортных средств
CN116242410B (zh) 一种标定方法、终端及计算机存储介质

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: PHILIPS ELECTRONICS N.V.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19980301