NL7906028A - Elektrisch aquariumverwarmingstoestel en houder daar- voor. - Google Patents

Description

N/29.142-St/lb \

Rolf C. Hagen (U.S.A.) Corp. te Mansfield, Massachusetts, Verenigde Staten van Amerika.

Elektrisch aquariumverwarmingstoestel en houder daarvoor.

De uitvinding betreft een elektrisch aquarium-boestel ter bevestiging tegen de buitenzijde van de bak van een aquarium.

Een dergelijk aquariumverwarmingstoestel, 5 dat aan de buitenzijde van de aquariumtank moet worden geplaatst, is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.824.241. Dit bekende toestel bestaat echter niet uit een enkele gesloten eenheid, maar vereist de toepassing van een afzonderlijk temperatuurregelorgaan en tempera-10 tuurmeetorgaan. Daarbij moet voorts het temperatuurmeet-orgaan in het water in de bak worden geplaatst, waarbij een afzonderlijke elektrische verbinding tussen dit meetorgaan en het verwarmingstoestel noodzakelijk is.

De uitvinding beoogt een aquariumverwarmings-15 toestel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen,dat deze bezwaren ondervangt.

Voorts beoogtde uitvinding een dergelijk verwarmingstoestel te verschaffen, dat van eenvoudige op-vangmiddelen is voorzien voor de bevestiging van het 20 toestel in nauwe aanligging met een buitenvlak van de aquariumbak.

De uitvinding beoogt tevens een dergelijk toestel te verschaffen, dat een eenvoudige en compacte constructie heeft en waarvan de vorm goed aan de vorm van 25 een aquariumbak aangepast of aanpasbaar is.

De uitvinding beoogt tevens een dergelijk aquariumverwarmingstoestel te verschaffen, dat een relatief groot verwarmingsoppervlak heeft, welk oppervlak bij voorkeur wordt gevormd door een metalen plaat in 30 dichte aanligging met de betrokken, in het algemeen uit glas bestaande zijwand van de aquariumbak.

7906028 f» ·· ‘ 2

De uitvinding beoogt voorts een dergelijk verwarmingstoestel te verschaffen, dat gemakkelijk in verschillende standen tegen de aquariumbak kan worden geplaatst en bevestigd.

5 Ten slotte beoogt de uitvinding een aquarium- verwarmingstoestel te verschaffen, dat in een compacte eenheid alle onderdelen bevat, die nodig zijn voor verwarming van het aquarium, het bepalen van de temperatuur van het aquariumwater en voor het regelen en instellen van 10 deze temperatuur.

Het elektrische aquariumverwarmingstoestel van de in de aanhef genoemde soort is volgens de uitvinding gekenmerkt door een huis van kunststof met ten minste één open zijde en verdeeld in een verwarmingscompartiment 15 en een temperatuurmetingscompartiment, een aan het huis bevestigde en de open zijde daarvan afdekkende warmte-overdrachtsplaat, een in het verwarmingscompartiment van het huis ondergebracht elektrisch verwarmingselement dat tegen de warmte-overdrachtsplaat -is aangebracht en dat een 20 oppervlakte bestrijkt die ten minste ëén grootte-orde kleiner is dan het oppervlak van de warmte-overdrachtsplaat, en een in het temperatuurmetingscompartiment van het huis ondergebrachte thermostaatinrichting, die de stroomtoevoer aan het verwarmingselement bestuurt.

25 Het verwarmingscompartiment van het huis wordt bij voorkeur gevormd door een bovenste huisdeel, terwijl het daaronder liggende temperatuurmetingscompartiment een kleinere hoogte maar een grotere diepte kan hebben. Hét verwarmingselement bestaat bij voorkeur uit een weer-30 standselement van het koord-type, dat door een metaalfolie wordt omhuld, waarbij het verwarmingselement en deze folie beide tegen het binnenvlak van de warmte-overdrachtsplaat zijn bevestigd. Hoewel het verwarmingselement de warmte-overdrachtsplaat slechts ten dele bedekt, is de 35 grootte van dit element voldoende om een althans nagenoeg gelijkmatige warmtegradiënt over het oppervlak van de plaat 7906028 3 * · J- c* tot stand te brengen. Het verwarmingstoestel kan op- de gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld door een op het net aan-sluitbare snoer, elektrisch worden gevoed. De thermostaat-inrichting is bij voorkeur van hetbi-metaaltype en is 5 in het genoemde onderste compartiment ondergebracht, dat tevens van een regelknop voor het instellen van de thermostaat is voorzien. Deze regelknop kan buiten het huis uitsteken en met de hand worden bediend om de instelling van verschillende drempelwaarden voor de aanspreektemperatuur 10 van de thermostaat mogelijk te maken.

Het aquariumverwarmingstoestel is voorzien van een houder voor de bevestiging daarvan tegen de buitenzijde van een aquariumbak, welke houder is gekenmerkt door een ophangorgaan met een bovenste, op de bovenrand 15 van de bak te ondersteunen flens en met een langs de buiten zijde van de bak omlaag stekend been, dat aan het huis van het verwarmingstoestel bevestigd of vastzetbaar is en dat het verwarmingstoestel tegen de bakwand drukt, waarbij dicht bij de bovenste flens middelen zijn aangebracht om 20 het ophangorgaan aan de bovenrand van de bak vast te zetten. Daarbij kan het omlaag stekende been van het ophangorgaan een buitenvlak van het verwarmingstoestel aangrijpen. Het ophangorgaan houdt het verwarmingstoestel zodanig tegen de wand van de aquariumbak gedrukt, dat 25 de warmte-overdrachtsplaat van het toestel in nauwe 'vlakke aanligging met de bakwand wordt gehouden. Het ophangorgaan kan een afzonderlijk deel vormen, dat aan het toestel-huis bevestigbaar is, maar bij voorkeur is het ophangorgaan als één deel met het huis van het toestel gevormd.

30 Bij het aquariumverwarmingstoestel volgens het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 3.824.241 wordt de watertemperatuur door middel van een afzonderlijke thermistor of dergelijke bepaald. Bij het toestel volgens de uitvinding echter wordt de temperatuur van het water 35 in de aquariumbak indirect bepaald door meting van de tem peratuur in het genoemde temperatuurmetingscompartiment 7906028 4 f· <*> van het toestelhuis. Als het toestel wordt ingeschakeld, sluit de thermostaat zijn contacten, waardoor het verwarmingselement stroom ontvangt. De metalen warmte-overdrachtsplaat wordt daardoor verwarmd en de warmte van deze plaat wordt 5 door geleiding via de glazen wand van de aquariumbak aan het water in de bak afgegeven, waarbij deze warmte snel door het water wordt geabsorbeerd. Als het water in de aquariumbak voldoende verwarmd is, beïnvloedt het de temperatuur in het temperatuurmetingscompartiment van het 10 verwarmingstoestel, waardoor de thermostaat zijn contacten opent en dus het verwarmingselement afschakelt. Vanaf dat moment schakelt de thermostaat het verwarmingselement in opeenvolgende cycli in en uit, waardoor het water in de aquariumbak met geringe wisselingen op de gewenste 15 temperatuur wordt gehouden. Als het aquariumwater eenmaal de gewenste temperatuur heeft bereikt is in het algemeen slechts een geringe verwarming van de metalen warmte- .....

overdrachtsplaat nodig om deze temperatuur in stand te houden.

20 In de tekening zijn uitvoeringsvoorbeelden van het elektrische aquariumverwarmingstoestel volgens de uitvinding afgebeeld, bij de bespreking waarvan nog andere bij voorkeur toegepaste maatregelen naar voren zullen komen.

25 Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van het toestel aangebracht tegen de zijwand van een aquariumbak; fig. 2 is een verticale dwarsdoorsnede van het toestel als gezien volgens de lijn II-II van fig. 1; fig. 3 is een verticale langsdoorsnede van 30 het toestel als gezien volgensde lijn III-III van fig. 2; fig. 4 is een horizontale dwarsdoorsnede van het toestel van de fig. 1-3 als gezien volgens.de lijn IV-IV van fig.2; fig. 5 is een dergelijke verticale dwarsdoorsnede 35 als fig. 2 van een andere uitvoeringsvorm van het toestel, 79 0 6 p ? 3 5 waarbij tevens een anders uitgevoerd ophangorgaan is toegepast; fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van het toestel, waarbij het 5 ophangorgaan één deel met het huis van het toestel vormt; en fig. 7 is een dergelijke doorsnede als fig. 2 van het ophangorgaan van fig. 6.

In fig. 1 is een aquariumbak 10 afgeheeld, die 10 een zijwand 12 heeft. De bak is met water gevuld.Tegen de buitenzijde van de bakzijwand 12 is een aquariumver-warmingstoestel 14 aangebracht, waarbij dit toestel door middel van een ophangorgaan 16 aan de bovenrand 18 van de bak 10 opgehangen en bevestigd is. De fig. 2, 3 en 4 tonen 15 het toestel 14 in verschillende doorsneden, terwijl fig. 5 een andere uitvoeringsvorm van het toestel afbeeldt.

Het door het ophangorgaan bevestigde toestel 14 van fig. 1 heeft een elektrisch aansluitsnoer 20 met contactsteker 21, die in een conventionele contactstop 20 van het net kan worden gestoken om het toestel te voeden. Fig. 1 toont het uit kunststof vervaardigde huis 22 van het toestel, alsmede een signaallamp 24, die brandt als het toestel is ingeschakeld, en een regelknop 26, waarmee de gewenste temperatuur van het water in de aquarium-25 bak 10 kan worden ingesteld.

Zoals in de fig. 2, 3 en 4 is te zien, bevat het toestel 14 behalve het kunststofhuis 22 voorts een warmte-overdrachtsplaat 28, een verwarmingselement 30, een bi-metaal-thermostaat 32 (fig. 3) en een plaat 34 30 van isolatiemateriaal. Het kunststofhuis 32 heeft een bovenste verwarmingscompartiment, dat in hoofdzaak-wordt begrensd door een langwerpige verticale wand 22A3en een temperatuurmetingscompartiment 22B, dat zich aan de onderzijde van het huis bevindt en dat een grotere diepte 35 heeft (fig. 2) om de thermostaatinrichting te kunnen op nemen. Het huis 22 is aan zijn achterzijde geheel open, in 7908028 * . 6 ‘ , : -«Τ' .

welke open zijde de warmte-overdrachtsplaat 28 is geplaatst, die zich vanaf een bovenwand 22C van het huis tot aan een onderste huiswand 22D uitstrekt. Voor de bevestiging van deze plaat 28 is het huis voorzien van een aantal als 5 êén deel daarmee gevormde steunen 37 van kunststof (fig. 4), die elk een schroef 38 voor de bevestiging van de warmte-overdrachtsplaat 28 tegen het huis 22 kunnen opnemen. In fig. 4 is te zien, dat het huis langwerpige zijwanden 22E en 22F heeft, waarbij de warmte-overdrachts-10 plaat 28 uiteraard met zijn lange zijranden tegen deze huiszijwanden aansluit.

Het verwarmingselement 30 is bij voorkeur, zoals getekend, van het koord-type, met een buitenhuis 41, die een weerstandsdraad 42 omsluit. Fig. 3 laat zien, 15 dat het verwarmingselement in een ongeveer rechthoekig verlopende baan is geplaatst. Het verwarmingselement 30 ligt met één zijde in rechtstreekse aanraking met de warmte-overdrachtsplaat 28, terwijl de andere zijde van het verwarmingselement door een dunne metaalfolie 44 is bedekt.

20 Deze folie 44 bedekt voorts bij voorkeur, zoals getekend, het gehele binnenvlak van de warmte-overdrachtsplaat 28.

De folie 44 kan door een geschikte kleefstof tegen het verwarmingselement 30 en de plaat 28 zijn bevestigd. Volgens een andere uitvoeringsvorm is'het ook mogelijk om een 25 dubbele dunne folie toe te passen, waarin het koord- vormige verwarmingselement 30 geheel wordt opgenomen voordat de folie tegen de warmte-overdrachtsplaat 28 wordt gekleefd. Zoals getekend, heeft de warmte-overdrachtsplaat 28 bij voorkeur de zelfde afmetingen als het door 30 het huis 22 bestreken oppervlak van de bakwand 12, zodat een maximale warmte-overdracht door deze wand 12 naar het water in de aquariumbak wordt verkregen. Het door hetver- 2 warmingstoestel afgegeven vermogen per cm van het warmte- overdrachtsvlak kan worden gevarieerd door de afmetingen van 35 de plaat 28 groter of kleiner te maken. Gebleken is, dat 2 een afgegeven vermogen van 0,3-0,5 W per cm een effectieve 7906028

V

7 verwarming verschaft zonder dat bij storing van de thermostaat gevaar voor brand optreedt. De rechtstreeks tegen de aquariumbakwand aanliggende warmte-overdrachtsplaat 28 maakt het mogelijk om een verwarmingselement toe te 5 passen, dat aanmerkelijk kleiner is dan deze metalen plaat.

Dit leidt tot een kostenbesparing bij de fabricage.

In fig. 2 is te zien, dat tussen de buitenwand van het huis 22 en het verwarmingselement 30 een isolatieplaat 34 is geplaatst, die uit glasvezels of dergelijke 10 bestaat. Deze isolatieplaat beperkt de warmteverliezen en bevordert dat de warmte-overdracht in hoofdzaak naar de wand van de aquariumbak plaats vindt.

De thermostaat 32 is in het onderste compartiment 22B van het huis opgenomen. In fig. 2 is te zien, 15 dat het onderste deel van de warmte-overdrachtsplaat 28 zich ook langs de achterzijde van dit onderste compartiment 22B uitstrekt. De signaallamp 24 is eveneens in dit onderste compartiment geplaatst, terwijl de onderste huiswand 22D is voorzien van een doorgangsopening voor 20 het elektrische, twee-aderige aansluitsnoer 20. Een van de aders van dit snoer is rechtstreeks met het verwarmingselement 30 verbonden, terwijl de andere ader via de thermostaat 32 op het verwarmingselement is aangesloten. De thermostaat 32 wordt gedragen door een in het compartiment 22B ge-25 monteerd thermostaathuis 48 van kunststof. Het huis 48 draagt door middel van een bout 52 een eerste contact 50 en door middel van een bout 56 een tweede contact 54, waarbij ten minste êén van deze contacten 50 en 54 een bi-metaalcontact is. De thermostaatcontacten zijn in de 30 ruststand gesloten, zodat dan het verwarmingselement 30 is ingeschakeld, maar als in de omgeving van de thermostaat, in feite dus in het temp eratuurme ting s compartiment 22B van het huis,een voldoend hoge temperatuur optreedt bewegen de thermostaatcontacten 50 en 54 uit elkaar en 35 onderbreken de stroomketen van het verwarmingselement 30.

De afstand tussen de contacten 50 en 54 kan door de regel- 7906028 > 8 knop 26 worden ingesteld, die met een stelschroef '60 is verbonden, waarmee op de in fig. 3.getekende wijze de stand van het onderste contact 54 kan worden gewijzigd.

Het ophangorgaan 16, dat het verwarmingstoestel 5 14 draagt, is in de fig. 2 en 4 nader aangegeven. Het op hangorgaan heeft een bovenste flens 64, een binnenste been 66 en een buitenste, omlaag stekend been 68. Het been 68 is aan de onderzijde voorzien van twee naast elkaar liggende gaten 69, waarin een paar haakvormige nokken 70 grijpen, die 10 vanaf het buitenvlak van het toestelhuis 22 uitsteken. Het ophangorgaan heeft een wanddeel 72, dat schuin buitenwaarts loopt en het omlaag lopende been 68 over enige afstand buitenwaarts plaatst, waarbij echter het ophangorgaan zo is uitgevoerd, dat in de stand van fig. 2, waarin 15 een klemschroef 74 het orgaan op de bakwand 12 vastklemt, het been 68 een verende druk in de richting van de pijl 75 op het toestelhuis 22 uitoefent, zodat het ophangorgaan het verwarmingstoestel niet alleen ondersteunt maar ook met zijn warmte-overdrachtsplaat 28 in nauwe aanligging 20 met het buitenvlak van de wand 12 van de aquariumbak 10 gedrukt houdt. Het ophangorgaan heeft een zodanige lengte en de nokken 70 zijn zodanig geplaatst, dat het verwarmingstoestel 14 ongeveer in het midden van zijn hoogte wordt ondersteund. Hierdoor wordt bereikt, dat de contactdruk 25 tussen deze plaat en de bakwand over de gehele hoogte van de plaat ongeveer gelijk is.

Als het verwarmingstoestel op de in fig. 1 getekende wijze aan.de wand 12 van de aquariumbak 10 is opgehangen en de warmte-overdrachtsplaat 28 tegen de 30 buitenzijde van de glazen bakwand aangedrukt ligt, zijn bij aansluiting van het toestel op een stroombron de contacten van de thermostaat 32 onder normale omstandigheden aanvankelijk gesloten. De in het temperatuurmetings-compartiment 22B van het toestelhuis 22 liggende thermostaat 35 32 wordt als gevolg van de thermische geleiding tussen de 790602® ί 9 aquariuitibak 10 en het toestel door de temperatuur van het water in de bak beïnvloedt, zodat als dit water te koud is het verwarmingselement 30 over de gesloten thermostaat-contacten 50, 54 wordt bekrachtigd. De metalen warmte-5 overdrachtsplaat 28 wordt daardoor verwarmd en geeft zijn warmte door geleiding via de bakwand 12 aan het water in de aquariumbak af, welke warmte snel door het water wordt opgenomen. Als het water voldoende verwarmd is treedt een wederkerige invloed op het thermostaatcompartiment 22B op, 10 waardoor de thermostaat 32 ten slotte zijn contacten opent en het verwarmingselement 30 afschakelt als de temperatuur in dit compartiment een bepaalde waarde heeft bereikt. De thermostaat werkt hierna op cyclische wijze, doordat na het openen van de thermostaatcontacten de temperatuur in 15 het compartiment 22B langzaam daalt tot een punt, waar de thermostaatcontacten zich weer sluiten en het verwarmingselement 30 weer inschakelen. Door middel van de regelknop 26 kan de stand van het contact 54 ten opzichte van het contact 40 worden versteld en daardoor de temperatuur van 20 het water in de bak 10 worden verlaagd of verhoogd. Door het contact 54 dichter bij het contact 40 te drukken is een hogere temperatuur vereist om de contacten te scheiden en het verwarmingselement 30 door de thermostaat te laten uitschakelen.

25 Fig. 5 toont een iets andere uitvoering van het aquariumverwarmingstoestel, waarbij in deze fig. overeenkomstige onderdelen met de zelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid als in de fig. 1-4. In fig. 5 is de glazen wand 12 van de aquariumbak getekend, tegen de buitenzijde 30 waarvan het verwarmingstoestel geplaatst is. Dit toestel heeft weer een huis 22 met een bovenste compartiment van relatief kleine diepte en een onderste compartiment 22B van grotere diepte. In het bovenste compartiment is een glasvezelplaat 34 geplaatst, die van de zelfde soort kan zijn 35 als in het hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeeld, welke plaat stijf of meegevend kan zijn. Ook het verwarmingsele- 790602β >’ .

10 . ... . ó ment kan de zelfde uitvoering hebben, als bij het eerstbe-sproken uitvoeringsvoorbeeld, hetgeen ook geldt voor de thermostaatinrichting. Het toestel van fig, 5 onderscheidt zich in hoofdzaak van het toestel volgens de fig.

5 - 1-4 door de constructie van het ophangorgaan 16, terwijl voorts de warmte-overdrachtsplaat anders is uitgevoerd.

Volgens fig. 5 zijn in feite twee warmte-overdrachtsplaten 28A en 28B aanwezig, waarbij het verwarmingselement aan de plaat 28A is bevestigd. De beide platen 28A en 28B liggen 10 in het zelfde vlak en zijn beide bestemd om tegen de wand 12 van de aquariumbak aan te liggen. De plaat 28A dekt het verwarmingscompartiment van het huis 22 af, terwijl de plaat 28B het temperatuurmetingscompartiment van het huis afdekt. De plaat 28B heeft een middendeel, dat rechtstreeks 15 in aanraking met de lucht in het onderste compartiment 22B

is. Deze plaat 28B dient om door warmtegeleiding de temperatuur van het water in de bak naar het huiscompartiment 22B over te brengen. Het ophangorgaan 16 van fig. 5 heeft, evenals het hierboven besproken ophangorgaan, een bovenflens 64, 20 een omlaag stekend been 68 en een verbindende tussenwand 72.

Het been 68 heeft een haakvormig ondereinde 80, dat in een passende holte 82 in de voorwand van het huis 22 kan grijpen, zodanig, dat een stevige verbinding tussen het toestel en het ophangorgaan wordt verkregen. Het been 68 en 25 het wanddeel 72 zijn voorts weer zo uitgevoerd, dat de gewenste, hiervoor besproken verende aandrukkracht voor een vaste aanligging van het toestel tegen de bakwand 12 optreedt. Het ophangorgaan 16 is weer aan de bovenrand van de bakwand 12 bevestigd, waartoe aan de bovenflens 64 30 een naar het been 68 toe gebogen klemlip 84 is gevormd, zodanig, dat het boveneinde van het ophangorgaan de bovenrand van de bakwand 12 klemmend kan aangrijpen.

Het verwarmingstoestel van de uitvoeringsvorm afgebeeld in de fig. 6 en 7 is, met uitzondering van het 35 ophangorgaan, van de zelfde constructie als het toestel van de fig. 1-4. In dit geval is echter het ophangorgaan 80 als 7906028 11 één stuk met het toestelhuis 22 gevormd. In de fig. 6 en 7 is het toestel 22 weer tegen de zijwand 12 van de aquarium-bak geplaatst. Het ophangorgaan 80 heeft een bovenflens 82, een binnenste been 84 en een buitenste, langs de bakwand 5 12 omlaag lopend been 86, dat aan zijn onderzijde aan de bovenwand van het huis 22 vastzit en van een verstijvings-ribbe 88 is voorzien. Bij voorkeur is het gehele ophangorgaan 80, met inbegrip van de benen 84 en 86 en de bovenflens 82,als ëén geheel met het huis 22 gevormd. Het is echter 10 ook mogelijk om het ophangorgaan afzonderlijk te vormen en vervolgens vast aan de bovenwand van het huis 22 te verbinden. Het ophangorgaan 80 heeft een door het been 84 gevoerde klemschroef 90, die tegen de binnenzijde van de bakwand 12 kan wordenvastgezet. Als het verwarmingstoestel 15 van de fig. 6 en 7 aan een wand van een aquariumbak moet worden opgehangen, wordt de klemschroef 90 eerst zover opengedraaid, dat het ophangorgaan op de bakwand kan worden neergelaten tot in een stand, waarin de bovenflens 82 op de bovenrand van de bakwand steunt en het toestelhuis 20 22 met zijn onderrand tegen de buitenzijde van de bakwand 12 rust. Door het aandraaien van de klemschroef 90 wordt nu ook het overige deel van de warmte-overdrachtsplaat van het toestel tegen de bakwand 12 aangetrokken tot in de stand van fig. 7 het toestel tegen de bakwand geklemd ligt.

25 Een van de voordelen van het aquariumverwar- mingstoestel volgens de uitvinding is, dat de werking van het toestel automatisch wordt onderbroken als het toestel van de aquariumbak wordt verwijderd en daarbij via de aansluitsnoer 20 onder spanning blijft staan. Na 30 verwijdering van het toestel treedt het warmteputeffect, veroorzaakt door de aanligging van het toestel tegen de aquariumbak, niet langer op, zodat de temperatuur in het temperatuurmetingscompartiment snel stijgt en de thermos- · taat zijn contacten opent. Dit vormt een belangrijk 35 veiligheidsaspect van het toestel, doordat als iemand, zoals een kind, het verwarmingstoestel van het aquarium zou nemen, 7906028 . ά 12 het met de warmte-overdrachtsplaat gekoppelde verwarmingselement snel wordt uitgeschakeld.

790602S

Claims (14)

1. Elektrisch, aquariumverwarmingstoestel ter bevestiging tegen de buitenzijde van de bak van een aquarium, gekenmerkt door een huis van kunststof met ten minste één open zijde en verdeeld in een verwarmingscom- 5 partiment en een temperatuurmetingscompartiment, een aan het huis bevestigde en de open zijde daarvan afdekkende warmte-overdrachtsplaat, een in het verwarmingscompartiment van het huis ondergebracht elektrisch verwarmingselement dat tegen de warmte-overdrachtsplaat is aangebracht 10 en dat een oppervlakte bestrijkt die ten minste één grootte- orde kleiner is dan het oppervlak van de warmte-overdrachtsplaat, en een in het temperatuurmetingscompartiment van het huis ondergebrachte thermostaatinrichting, die de stroomtoevoer aan het verwarmingselement bestuurt.

2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het huis, althans in het verwarmingscompartiment daarvan, tussen de naar binnen gekeerde zijde van de warmte-overdrachtsplaat en de binnenzijde van de buitenwand van het huis een isolatielaag is aangebracht.

3. Toestel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de isolatielaag bestaat uit glasvezels.

4. Toestel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het verwarmingselement bestaat 25 uit een koordvormig weerstandselement, dat met behulp van een metaalfolie tegen de warmte-overdrachtsplaat is bevestigd.

5. Toestel volgens ëën der voorafgaande conclusies gekenmerkt door middelen voor de 30 bevestiging van het huis aan de aquariumbak, welke be vestigingsmiddelen zo zijn uitgevoerd, dat zij de warmte-overdrachtsplaat in dichte aanligging met een buitenvlak van de aquariumbak gedrukt houden.

6. Toestel volgens conclusie 5, met het 7906028 4> ·.· ·-' ( kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen uitgevoerd zijn om het huis aan een bovenrand van de aquariumbak op te hangen.

7. Toestel, volgens één der voorafgaande con- 5 clusies, met het kenmerk, dat de thermostaat- inrichting is uitgevoerd als een bi-metaal-thermostaat, die in het aan de onderzijde van het huis gevormde temperatuur-metingscompartiment is ondergebracht en die door een uit het huis naar buiten stekende regelknop kan worden inge-10 steld.

8. Toestel volgens één der voorafgaande con- / - . clusies, met het kenmerk, dat het verwarmings- compartiment van het huis een kleinere diepte heeft dan het daar onder liggende temperatuurmetingscompartiment, 15 dat de thermostaatinrichting opneemt.

9. Toestel volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen bestaan uit een ophangorgaan met een bovenste, over de bovenrand van de aquariumbak grijpend haakvormig deel en een langs 20 de buitenzijde van de bak omlaag lopend been, dat een aan het huis gevormd bevestigingsmiddel kan aangrijpen of één deel met het huis vormt.

10. Houder voor het bevestigen van een elektrisch aquariumverwarmingstoestel, in het bijzonder zulk 25 een toestel volgens conclusie 9,, tegen een zijwand van een aquariumbak gekenmerkt door een ophangorgaan met een bovenste, op de bovenrand van de bak te ondersteunen flens en met een langs de buitenzijde van de bak omlaag stekend been, dat aan het huis van het toestel bevestigd 30 of vastzetbaar is en dat het toestel tegen de bakwand drukt, waarbij dicht bij de bovenste flens middelen zijn aangebracht om het ophangorgaan aan de bovenrand van de bak vast te zetten.

11. Houder volgens conclusie 10, m e t het 35 .kenmerk, dat de vastzetmiddelen bestaan uit een aan 7905028 4 • ** de bovenflens vastzittend, in de bak omlaag stekend kort binnenste been, waarin een klemschroef of dergelijk klem-orgaan voor het aangrijpen van de bakwand is aangebracht,

12. Houder volgens conclusie 10 of 11, met 5 het kenmerk, dat het huis van het verwarmings toestel ten minste ëén uitstekende nok heeft, die in een gat in het ondereinde van het omlaag stekende houderbeen past.

13. Houder volgens conclusie 10, met het 10 kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen worden gevormd door een aan de bovenflens vastzittende klemlip, die de bovenrand van de aquariumbak kan aangrijpen, waarbij het omlaag stekende been van de houder eindigt in een haakvormig deel, dat in een holte van het verwarmingstoestel kan 15 grijpen.

14. Houder volgens een der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat het ondereinde van het omlaag lopende been van de houder het huis van het toestel ongeveer in het midden daarvan aangrijpt. 7906028