NL7906025A - Davit voor een reddingsvaartuig. - Google Patents

Description

va./mm ' ? λ

Aanvraagster : Davit Company B.V. , St. Laurensdreef 37» • Utreclit.

Titel ï "Davit voor een reddingsvaartuig"«

De uitvinding heeft betrekking op een davit voor een reddingsvaartuig van een zeegaande installatie, voorzien van een of meer draagarmen met telkens een takel en een losneembare koppelinrichting voor de bijbehorende ophangin-5 richting aan het reddingsvaartuig.

Hierbij kunnen "reddingsvaartuigen" b.v. omvatten, reddingsboten, -vlotten, -capsules of dergelijke, terwijl "zeegaande installaties" kunnen worden gevormd door schepen, pontons, boorplatforms en dergelijke.

10 Een davit van de in de aanhef beschreven soort is uit de praktijk in vele uitvoeringen bekend. Een dergelijke davit voldoet echter meestal niet aan de eis, dat het reddingsvaartuig bij het zinken, zware slagzij maken en dergelijke van de zeegaande installatie hiervan kan opdrijven doordat 15 in het water de door het reddingsvaartuig ondervonden opwaartse kracht de verbinding tussen de davit en het reddingsvaartuig doet verbreken.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een davit met een dergelijke opdrijf mogelijkheid, welk doel 20 wordt bereikt, doordat elke draagarm scharnierend is verbonden met een hulparm, die enerzijds aan zijn van de draagarm verwijderde einde met behulp van een oplegverbinding is gekoppeld met de bijbehorende ophanginrichting aan het reddingsvaartuig, en anderzijds aan zijn van de draagarm verwijderde 25 einde is bevestigd aan een buigzaam trekelement, zoals een ketting, kabel of dergelijke, waarvan het andere einde aan de draagarm is bevestigd, op enige afstand boven de scharnierende verbinding van de hulparm, zodanig, dat wanneer op het reddingsvaartuig een opwaartse kracht wordt uitgeoefend de 30 oplegverbinding wordt verbroken» en het vaartU-i g opdrijft.

Opgemerkt wordt, dat uit het Britse octrooischrift 883»669 een davit bekend is, waarbij tussen een over een rollenbaan verplaatsbare, drie-armige drager een scharnierende oplegverbinding met horizontale assen bestaat met V-vormige 35 hulpstukken, die aan de voor-en achtersteven van het reddingsvaartuig zijn bevestigd. Deze constructie heeft bezwaren, zoals 7906025 *-. - 2 - .9 gemakkelijke beschadiging bij het aanleggen aan steigers, gemakkelijk verwonden van drenkelingen die zich in het water bevinden, en bij trim vastklemmen van scharnieren zodat het beddingsvaartuig niet kan opdrijven.

5 De inrichting volgens de uitvinding mist deze be zwaren en is tevens geschikt voor zeer grote gewichten van de reddingsvaartuigen, doordat gebruik kan worden gemaakt van de ophanginrichtingen die gewoonlijk tot aan de kielbalk doorlopen en een gunstige spanningsverdeling, ook in belaste 10 toestand waarborgen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding draagt de hulparm aan zijn van de draagarm verwijderde einde een haak met bovenwaarts gericht oplegoppervlak, waarop in de gekoppelde... s.tand het benedenwaarts gerichte opleg-15 oppervlak rust van de ophanginrichting die aan het reddings-vaartuig is bevestigd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoeringsw voorbeelden.

20 Figuur 1 is een eindaanzicht van een davit volgens de uitvinding waaraan een schematisch aangegeven reddings-vaartuig is opgehangen.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de davit volgens figuur 1 aan de achtersteven van het reddingsvaartuig.

25 Figuur 3 toont een bovenaanzicht van figuur 2.

Volgens de tekening omvat de davit de draagarm· 1, die aan de bovenzijde is voorzien van een kabelschijf 2 waarover de draagkabel 3 verloopt die aan het ondereinde is voorzien van een oog k welke is verbonden met de haak 5 van de 30 ophanginrichting 6, die boven het dek 7 uit s teekt van het reddingsvaartuig 8.

Volgens de uitvinding is aan de draagarm 1, en wel bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan een van de zijden daarvan, een hulparm 9 bevestigd, die ten opzichte van de 35 draagarm 1 kan scharnieren om de in hoofdzaak horizontale scharnieras 10 en de in hoofdzaak vertikale scharnieras 11.

Deze scharnierassen zijn aangebracht tussen de eindstukken 12 van het scharnier dat zich aan het nabij de draagarm liggende einde van de hulparm 9 bevindt. Ook een universeel scharnier kan hier worden toegepast.

7906025 - 3 - v>

Aan het van de draagarm 1 verwijderde einde van de hulparm 9 is een haak 13 bevestigd met een naar bovengekeerd oplegvlak 14. Dit oplegvlak l4 draagt het benedenwaarts gerichte oplegvlak 15 van de aan de onderzijde open haak 16, 5 die vanaf de ophanginrichting 6 in lengterichting van het reddingsvaartuig is gericht.

Aan de bovenzijde van de hulparm 9 is van een buigzaam trekelement 17 het ene einde bevestigd zoals een ketting of kabel 17» waarvan het andere einde op geruime afstand 10 boven de scharnierende bevestiging van de hulparm 9 aan de draagarm 1 is bevestigd. Bij voorkeur bevat deze ketting of kabel 17 een verstelstuk 18 waarmee de lengte van de ketting of kabel 17 kan worden versteld.

De werking van de inrichting volgens de uitvinding 15 is als volgt: wanneer de zeegaande installatie waarop de davit volgens de uitvinding is bevestigd in nood komt en het reddingsvaartuig niet met behulp van de kabel 3> oog 4 en haak 5 wordt uitgezet, worden dit oog 4 en haak 5 losgenomen en blijven slechts de haken 13 en 16 van de vrije opdrijfbe-20 vestiging functioneren. Yanneer de zeegaande installatie onder het wateroppervlak verdwijnt wordt er op het reddingsvaartuig 8 een opwaartse kracht uitgeoefend, die tot gevolg heeft dat de oplegverbinding 14, 15 vrij komt, de hulparm 9 -in bovenwaartse richting wordt geroteerd om de scharnieras 25 10 en de ketting 17 wordt dubbelgevouwen. Het reddingsvaar tuig 8 kan dan geheel vrij langs de beide draagarmen 1 naar boven drijven en de hulparm 9 is geheel uit de bewegingsbaan van het reddingsvaartuig 8 gescharnierd.

De uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven en 30 beschreven uitvoeringsvorm maar strekt zich uit tot alle varianten daarvan.

7906025

Claims (5)

1. Davit voor een reddingsvaartuig van een zeegaande installatie, voorzien van één of meer draagarmen met telkens een takel en een losneembare koppelinrichting voor de bijbe- 5 horende ophanginrichting aan het reddingsvaartuig, met het kenmerk, dat elke draagarm (l) scharnierend is verbonden met een hulparm (9), die enerzijds aan zijn van de draagarm verwijderde einde met behulp van een oplegverbinding (14,15) is gekoppeld met de bijbehorende ophanginrichting (6) aan het 10 reddingsvaartuig (8), en anderzijds aan zijn van· de draagarm (I) verwijderde einde is bevestigd aan het ene einde van een buigzaam trekelement (l7)> zoals een ketting, kabel of der-gelijke, waarvan het andere einde aan de draagarm (l) is bevestigd, op enige afstand boven de scharnierende verbinding 15 van de hulparm (9), zodanig, dat wanneer op het reddingsvaartuig (8) een opwaartse kracht wordt uitgeoefend de oplegver-binding (l4,15)‘ wordt verbroken, terwijl de hulparm en het trekelement uit de baan van het reddingsvaartuig bewegen.

2. Dayit volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de hulparm (9) aan zijn van de draagarm (l) verwijderde einde een haak (13) draagt met een bovenwaartsgericht oplegopper-vlak (14) waarop in de gekoppelde stand het benedenwaarts-gerichte oplegoppervlak (15) rust van de ophanginrichting (6) die aan het reddingsvaartuig is bevestigd. 25

3· Davit volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het buigzame trekelement (l?) is voorzien van een inrichting (18) voor het instellen van zijn lengte.

4. Davit volgens conclusies 1-3» met het kenmerk, dat de hulparm (9) met de draagarm (1) is verbonden door middel 30 van een scharnier (12), dat kan roteren om zowel een in hoofdzaak horizontale as (10) als een in hoófdzaak vertikale as (II) , die beiden een hoek maken met de hulparm (9)·

5. Davit volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat deze één of meer paren draag-en hulparmen (1,9) omvat, 35 die tezamen elk in een nagenoeg vertikaal vlak beweegbaar zijn tussen een binnen-en buitenboordse stand van het' reddingsvaartuig. 7906025